Digital-PCY_2021-001 (1)

DE PLOEGLEIDER
Tom Steels
De man
met het plan
Samen met Wilfried Peeters is Tom Steels (49) het meesterbrein
in de auto van Deceuninck-Quick Step tijdens de Ronde van
Vlaanderen. De Belg geeft inside information, deelt geheimen
en vertelt wat ervoor nodig is om de Hoogmis te winnen.
Door Edward Pickering | Fotografie Chris Auld
Is dit voor jou de mooiste
tijd van het seizoen als
ploegleider van een Belgische
topploeg die gespecialiseerd
is in de Vlaamse keienkoersen?
“De periode van de Omloop Het
Nieuwsblad tot Parijs-Roubaix is altijd
erg opwindend. Het is ook de drukste
periode van het jaar met het regelen
van het materiaal, soigneurs, kleding,
personeel dat langs de kant van de
weg staat met bidons… De stress en
opwinding in de auto is met niets
anders te vergelijken. De klassiekers
zijn heel onvoorspelbare races. Er
kan 180 kilometer niets gebeuren
en ineens kan de hel losbreken. In
de Ronde van Vlaanderen moet je
koersen met je hart. De tactiek moet
kloppen, maar het gaat er ook om dat
je voor elke bocht vecht voor je positie.
Als Belg ben ik opgegroeid met de
historie van de Ronde. Iedere editie
heeft zijn eigen verhaal.”
Als renner heb je gekoerst met grote
Vlaanderen-kampioenen als Johan
Museeuw en Peter Van Petegem.
Wat maakte hen zo goed?
“En als ploegleider heb ik met
Tom Boonen gewerkt. Op de eerste
plaats hadden ze ongelooflijke fysieke
kwaliteiten. Maar ik zeg altijd: in het
profwielrennen win je misschien
tien procent van de races omdat je
de sterkste renner in koers bent en
negentig procent omdat je de slimste
bent. Museeuw, Van Petegem en
Boonen hadden de rust om te wachten,
te wachten, en dan volle bak te
racen. Het belangrijkste aspect was
dat ze nooit het overzicht verloren. Als
ik Tom over de radio sprak, klonk hij
altijd kalm. Het was alsof ze thuis voor
de televisie zaten.”
Wat is ervoor nodig om in Vlaanderen
mee te doen voor de zege?
“Een goede sprint in de benen
hebben helpt zeker mee. Maar je moet
ook de capaciteiten hebben om keer
op keer de klimmetjes maximaal op
te rijden en vervolgens goed te herstellen
van die inspanningen. In zo’n
hectische race moet je zo veel mogelijk
energie zien te sparen. Parcourskennis
is ook erg belangrijk. Je moet de klimmetjes
kennen, weten wanneer je van
voren moet zitten, en hoe je je krachten
op elke heuvel verdeelt. Op de
kasseistroken is het een kwestie van
proberen relaxed te blijven, maar er
tegelijkertijd zo hard mogelijk overheen
te rijden.”
Parcourskennis
Hoe goed ken je het parcours?
“Ik steek er veel tijd in. Ook al is de
route hetzelfde als een jaar eerder, dan
nog ga ik ’m vooraf met de auto volledig
bekijken. Je moet iedere bocht
kennen en weten waar de gevaarlijke
punten zijn. Ik kan wel genieten van
zo’n verkenning, ook vanwege de
mooie omgeving in de heuvelzone.
Er is altijd wel een stukje parcours dat
is aangepast, bijvoorbeeld door de
aanleg van een nieuw wegdek of een
put in een bocht. Op die manier zorgen
we ervoor dat er voor ons zo min
mogelijk verrassingen zijn.
58 PROCYCLING SEIZOEN- & KLASSIEKERGIDS 2021