26.02.2021 Views

492800-KULeuven-ConnectING 15-feb 2021

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Viermaandelijks • november-december 2020-januari-<strong>feb</strong>ruari <strong>2021</strong> • Afgiftekantoor 3000 Leuven 1 • P919663<br />

Magazine van<br />

de Faculteit Industriële<br />

Ingenieurswetenschappen<br />

KU Leuven<br />

NR. <strong>15</strong> - <strong>feb</strong>ruari <strong>2021</strong><br />

Prof. Kris Aerts<br />

NIEUW<br />

INDUSTRIEEL<br />

INGENIEUR<br />

INFORMATICA<br />

• Technovation Hub Academy<br />

• European Master in Radiation<br />

(RADMEP)<br />

• Renson Leerstoel<br />

• Circular Materials Center<br />

• Winnaars Vlaamse<br />

Scriptieprijs 2020<br />

• ie-net prijzen 2020<br />

• Circulair bio-gebaseerd bouwen<br />

• De Cyber Arena<br />

• Twinning & Dual Programmes<br />

in India and Thailand<br />

1


AGORIA SOLAR TEAM OPENT TIENDE DAG VAN DE WETENSCHAP<br />

Op 22 november 2020 vierde de Dag van de Wetenschap zijn tiende verjaardag met een online liveshow. De feesteditie stond helemaal in het teken van<br />

‘Duurzaamheid’. Ruben Holsbeeks, lid van het Leuvense Solar Team dat in 2019 wereldkampioen werd met een zelfgebouwde zonnewagen, gaf de aftrap.<br />

INHOUD<br />

• Woord vooraf 3<br />

• Nieuws uit de faculteit 4<br />

• Nieuws van de campussen 6<br />

• Onderwijsontwikkeling in de kijker 10<br />

• Studenten in de kijker 20<br />

• Docenten in de kijker 24<br />

• Onderzoek(er) in de kijker 26<br />

• Faculty Worldwide 34<br />

• Alumni in de kijker 36<br />

• Wetenschapscommunicatie 38<br />

• Doctoraten 39<br />

• Forumavonden 40<br />

COLOFON<br />

<strong>ConnectING</strong> is het magazine van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen<br />

van de KU Leuven. Het verschijnt driemaal per jaar en is bestemd voor alle studenten<br />

en medewerkers van de faculteit en haar 7 campussen, alumni, externe relaties en<br />

het brede maatschappelijk veld waarmee de faculteit een netwerk onderhoudt.<br />

Verantwoordelijke uitgever: Prof. Bert Lauwers, decaan Faculteit Industriële<br />

Ingenieurswetenschappen | Redactieraad: Anja Huysmans (voorzitter), (Hilde<br />

Bonte) Kris Henrioulle a.i., Dorine Bruneel, Niels De Brier, Koen Eneman, Chrisje<br />

Haenen, Hilde Lauwereys, Bert Lauwers, Yves Persoons, Sofie Pollin, Inge Van<br />

Cauter, Louis van Hoye, Bart Vanrumste, Rens Vervaeke<br />

Eindredactie: Yves Persoons | Redactiesecretariaat: Inge Van Cauter<br />

Redactieadres<br />

<strong>ConnectING</strong><br />

Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen<br />

Willem de Croylaan 56, gebouw E bus 2203<br />

3001 Heverlee<br />

053 72 71 86 (secretariaat)<br />

connecting@kuleuven.be<br />

www.iiw.kuleuven.be<br />

Foto’s: Yasmina Besseghir, Dries De Krom, Joren Deweerdt, Kevin Faingnaert,<br />

Julie Feyaerts, Axelle Jaecques (Moon-shot), Ludo Ostijn, en Filip Van Loock.<br />

Grafisch ontwerp en drukwerk:<br />

artoos group – www.artoosgroup.eu<br />

4 KLIMAATNEUTRAAL BEDRIJF<br />

4 ISO 14001<br />

4 100% GROENE ENERGIE<br />

KLIMAATNEUTRAAL GEDRUKT CERT. NUMMER: 53520-2009-1003<br />

2


WOORD VOORAF<br />

<strong>2021</strong>: DUURZAAM EN DIGITAAL<br />

‘ De storm zal overwaaien’, kopte onlangs de Financial Times<br />

over de coronacrisis. ‘Maar de keuzes die we nu maken,<br />

zullen ons leven jarenlang bepalen’. Over die keuzes groeit<br />

de consensus. Het gaat om het realiseren van een dubbele<br />

transitie: verduurzamen en digitaliseren. Beide thema’s lopen als<br />

een rode draad door dit eerste nummer van het nieuwe jaar.<br />

Wat de verduurzaming betreft, opent de circulaire economie<br />

interessante perspectieven. Er gaat zo goed als niets meer<br />

verloren en de afvalstroom die nog rest wordt opnieuw in het<br />

systeem ingezet. Zo participeert Campus Brugge actief in het<br />

nieuwe Circular Materials Center in Kortrijk. Twee afgestudeerden<br />

van onze faculteit wonnen de Vlaamse Scriptieprijs 2020 met een<br />

masterproef over het potentieel van rivierwater als warmtebron.<br />

De alumnus in de kijker is facilitator Circulaire Economie, Jobs &<br />

Skills bij Vlaanderen Circulair. Twee doctorandi experimenteren<br />

met resp. materiaalzuinige 3D-printtechnieken en met<br />

‘agrovoltaics’ of het gebruik van landbouwgrond om zowel<br />

gewassen te telen als zonne-energie op te wekken. En in de<br />

Living Labs wordt de transitie voorbereid van een lineaire naar<br />

een circulaire en bio-gebaseerde bouwsector.<br />

Naast de verduurzaming is de digitalisering de grote uitdaging.<br />

Het coronavirus heeft al fortuinen gekost, maar heeft ook vele<br />

innovaties in een stroomversnelling gebracht. In ijltempo worden<br />

toestellen en wearables ontwikkeld om ons te beschermen tegen<br />

het virus, maar die ook best bruikbaar zijn in andere toepassingen.<br />

De Technologiecampus Gent is co-titularis van de nieuwe<br />

Renson-leerstoel over ‘Data-driven Servitization’. Daar wordt<br />

onderzocht hoe slimme technologieën ingezet kunnen worden<br />

in intelligente ventilatiesystemen.<br />

Volgens een recente studie van de technologiefederatie Agoria<br />

heeft COVID-19 een krachtige impuls gegeven aan de digitale<br />

transformatie. Artificiële intelligentie in combinatie met robotica<br />

wordt een echte katalysator in tal van sectoren van de economie.<br />

Een van onze onderzoekers stelde de technologie op punt die<br />

chirurgen in staat stelt om met uiterste precisie oogoperaties uit<br />

te voeren. Hij werd ervoor bekroond met de James Dyson<br />

Award. Bedrijven zijn volop bezig met het connecteren van<br />

toepassingen, wat enorme hoeveelheden data oplevert.<br />

Daardoor wordt de vraag naar digitale experten almaar groter.<br />

Campus Diepenbeek speelt hier adequaat op in en start volgend<br />

academiejaar met een opleiding industrieel ingenieur Informatica.<br />

De digitale wereld heeft echter ook een schaduwzijde. De<br />

omgeving blijkt bijlange geen veilige plek te zijn. Zoals in de reële<br />

wereld waren er figuren en groepen rond met minder goede<br />

bedoelingen. Prof. Vincent Naessens schreef er een verhelderend<br />

en ontnuchterend boek over, de ‘Cyber Arena’, dat we in dit<br />

nummer voorstellen.<br />

Het coronavirus mag dan wel op korte tijd de wereld en het<br />

onderwijs ingrijpend hebben veranderd, de implementatie van de<br />

programmahervorming op de campussen is op geen enkel<br />

moment in het gedrang gekomen of afgeremd. Een mooi<br />

voorbeeld hiervan is ‘een dag met een ingenieur’ in het nieuwe<br />

opleidingsonderdeel ‘Onderneming & Ethiek’. Wat oorspronkelijk<br />

voor een live-uitvoering was geconcipieerd, werd in een<br />

sneltreinvaart omgezet in een online-praktijk. Het bewijst<br />

nogmaals de flexibiliteit en de creativiteit van onze docenten en<br />

studenten en hun gedrevenheid om samen vorm en inhoud te<br />

geven aan de vernieuwde opleiding, ook als de omstandigheden<br />

niet meezitten.<br />

Prof. Bert Lauwers<br />

Decaan Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen<br />

CONNECTING<br />

3


NIEUWS VAN DE FACULTEIT<br />

TECHNOVATION<br />

HUB ACADEMY<br />

De Technovation Hub is de incubator van het innoverend ondernemen in de Faculteit<br />

Industriële Ingenieurswetenschappen. Dat de hub een voorbeeldfunctie op dit gebied vervult,<br />

blijkt uit de oprichting van een nieuwe Technovation Hub Academy. Die heeft tot doel om<br />

expertise uit het bedrijfsleven te injecteren in het al even nieuwe Postgraduate Tech<br />

Innovations in Ventures and Teams (TechInVenT). Maar de Academy heeft nog andere pijlen<br />

op haar boog, zeggen de coördinatoren Chrisje Haenen en Stijn De Jonge.<br />

We draaien de klok even terug<br />

naar 2016, het jaar waarin de<br />

Groep Wetenschappen en<br />

Technologie van KU Leuven de<br />

Technovation Hub oprichtte. De opdracht<br />

van de vzw bestond erin om de bestaande<br />

studententeams -met als blikvanger het<br />

Solar Team- te ondersteunen bij hun<br />

professionalisering. Sinds 2019 assisteert<br />

de hub ook jonge ingenieurs-ondernemers<br />

bij het opstarten van hun bedrijf. En vorig<br />

jaar sloot de hub zich aan bij het Design<br />

Factory Global Network om internationale<br />

ervaringen uit te wisselen en grensoverschrijdende<br />

activiteiten te ontwikkelen.<br />

Rode draad<br />

“De Technovation Hub Academy staat op<br />

dit moment nog volledig ten dienste van<br />

TechInVenT, dat dit jaar werd afgesplitst<br />

van het Postgraduaat Innoverend<br />

Ondernemen voor Ingenieurs”, vertelt<br />

Chrisje Haenen. “Met TechInVenT mikken<br />

we op ingenieursstudenten die zelf een<br />

team willen opstarten of plannen hebben<br />

om een eigen bedrijf te beginnen. Wij<br />

bieden hen een vrijwel op maat gesneden<br />

programma waarin niet alleen technologie<br />

maar ook professionele competenties aan<br />

bod komen. Als rode draad doorheen dit<br />

programma loopt de interactie met het<br />

werkveld”.<br />

“Het team- of startupproject is inderdaad<br />

de kern van het programma”, bevestigt<br />

Stijn De Jonge. “Studenten die kiezen<br />

voor het teamproject gaan bij een<br />

bestaand studententeam in de lering.<br />

Deelnemers aan het startupproject<br />

kunnen rekenen op support en coaching<br />

van professionals om een businessplan<br />

op te stellen. Voor de inhoudelijke input<br />

hebben we 12 studiepunten gereserveerd,<br />

dit is ongeveer 20% van hun opleiding. De<br />

studenten kunnen kiezen hoe ze die<br />

invullen in functie van de noden die zich<br />

stellen tijdens het project. De helft hiervan<br />

neemt de Academy voor haar rekening.<br />

Divers<br />

“Het aanbod van de Academy is niet<br />

alleen ruim maar ook divers”, vervolgt<br />

Chrisje Haenen. “We hebben 20 work -<br />

s hops in voorraad over onderwerpen<br />

zoals product design, 5G, artificiële<br />

intelligentie, IP, 3D-printen en digitale<br />

marketing. Sommige zijn verbredend,<br />

andere verdiepend. Bij onze leveranciers<br />

vind je productiebedrijven, adviesbureaus,<br />

onderzoeksinstellingen en banken. Dankzij<br />

onze collega’s van de Innovation Academy<br />

van Campus Geel is er een beduidende<br />

inbreng uit de voedings industrie. En met<br />

KU Leuven Kick -een andere business<br />

partner- hebben we een overeenkomst<br />

die onze studenten toegang geeft tot het<br />

Incubator Programme”.<br />

“Partners vinden verliep opmerkelijk vlot”,<br />

merkt Stijn De Jonge op. “De bedrijven<br />

die we contacteerden, hapten meteen<br />

toe. De bereidheid om kennis te delen is<br />

groot, zeker als daar iets tegenover staat,<br />

zoals het vergroten van de naamsbekendheid<br />

of het verder uitbouwen van<br />

het eigen netwerk. Het leren van elkaar<br />

speelt bij de deelnemers eveneens een<br />

niet te onderschatten rol”.<br />

Forum<br />

Na een semester kan de Technovation<br />

Hub Academy al uitpakken met een<br />

impressionante staat van verdienste. Voor<br />

de coördinatoren is dit een goede reden<br />

om de horizont te verbreden en verder te<br />

kijken. Beiden zijn ze ervan overtuigd dat<br />

het concept nuttige diensten kan bewijzen<br />

in de reguliere ingenieursopleiding, maar<br />

ook in de bijscholing en het levenslang<br />

leren voor afgestudeerden.<br />

“Met de Technovation Hub Academy<br />

willen we evolueren naar een duurzaam<br />

ecosysteem voor studenten, docenten,<br />

onderzoekers, alumni en ondernemers.<br />

Een leerplatform en -forum waarin vraag<br />

en aanbod elkaar vinden over topics,<br />

thema’s en tendensen die de ingenieursondernemers<br />

vandaag bezighouden”.<br />

Yves Persoons<br />

www.technovationhub.be/home/<br />

technovation-hub-academy/<br />

4


Chrisje Haenen en Stijn De Jonge © Julie Feyaerts<br />

CONNECTING<br />

5


NIEUWS VAN DE CAMPUSSEN<br />

RENSON LEERSTOEL<br />

ZETEL VAN<br />

MULTIDISCIPLINAIRE<br />

SAMENWERKING<br />

Op 7 oktober 2020 werd op het rectoraat in Leuven de<br />

Renson Leerstoel ‘Data-driven Servitization in creating<br />

healthy spaces’ plechtig ingehuldigd. Het gaat om een<br />

initiatief waarbij niet alleen meerdere campussen, maar ook<br />

verschillende disciplines betrokken zijn. “Dankzij deze<br />

leerstoel onderzoeken we hoe data, artificiële intelligentie en<br />

slimme technologieën kunnen bijdragen aan een gezond<br />

binnenklimaat”, aldus prof. Hilde Breesch, Afdeling<br />

Bouwfysica en Duurzaam Bouwen op Technologiecampus<br />

Gent en een van de vijf titularissen van de leerstoel.<br />

De nieuwe leerstoel is een samenwerking<br />

tussen KU Leuven<br />

Campus Kulak Kortrijk, Technologie<br />

campus Gent en het bedrijf Renson,<br />

de pionier in zonnewering en ventilatie, in<br />

Waregem. “Het interregionale aspect is<br />

uiteraard relevant, maar zeker even<br />

belangrijk is de interdisciplinaire aanpak”,<br />

merkt prof. Breesch op. “Daarbij zijn drie<br />

domeinen in het spel: het bouwtechnische,<br />

het juridische en data-analyse. Onze<br />

campus in Gent focust op het<br />

bouwtechnische gedeelte en dataanalyse<br />

terwijl Campus Kulak vooral zijn<br />

juridische en AI-expertise inbrengt.”<br />

Uiteraard vaart ook Renson, die de<br />

leerstoel financiert, er wel bij. De onderneming<br />

koestert al langer de ambitie om<br />

door te groeien tot een kennisbedrijf en<br />

mikt daarom volop op innovatie. De<br />

samenwerking met de meest innovatieve<br />

universiteit van Europa past helemaal in<br />

dit plaatje.<br />

Intelligente regeling<br />

Voor de bouwkundigen in Gent is de<br />

leerstoel de bekroning van een jarenlange<br />

samenwerking met Renson. “In Waregem<br />

zijn we zowat kind aan huis en vice versa”,<br />

beaamt prof. Breesch. “De leerstoel opent<br />

nieuwe perspectieven voor zowel<br />

onderwijs als onderzoek. De voorbije<br />

maanden hebben onze PhD’ers in tal van<br />

workshops en meetings kunnen<br />

’profiteren’ van de ervaring, kennis en<br />

innovatieve gedrevenheid van het bedrijf.<br />

Om je een idee te geven: in de R&Dafdeling<br />

van Renson alleen al werken<br />

meer dan honderd specialisten”.<br />

“In Gent onderzoeken we de relatie<br />

tussen het gebouw, de ventilatie en de<br />

gebruiker”, vervolgt prof. Breesch. “Ons<br />

doel bestaat erin een intelligent<br />

ventilatiesysteem te ontwikkelen dat zich<br />

aanpast aan de levensstijl en de behoeften<br />

van de bewoners. Aangezien de<br />

installaties van Renson vandaag de dag<br />

allemaal geconnecteerd zijn, beschikt het<br />

bedrijf over een schat van data over het<br />

apparaat en het binnenklimaat. De<br />

titularissen prof. Lieven De Lathauwer en<br />

prof. Koen Van Den Abeele van Campus<br />

Kulak onderzoeken hoe je op basis van<br />

deze gegevens datamodellen kunt maken<br />

die de toestand in het gebouw en het<br />

gedrag van de gebruikers in kaart<br />

brengen. Het zijn zulke geavanceerde,<br />

data-gedreven modellen die je nodig hebt<br />

om slimme regelsystemen te ontwikkelen”.<br />

“Een ander onderdeel van ons onderzoek,<br />

geleid door prof. Maarten Vergauwen van<br />

de Afdeling Geomatica, concentreert zich<br />

op het opmeten en scannen van<br />

gebouwen en de interpretatie van deze<br />

6


CEO Paul Renson en rector Prof. Luc Sels<br />

geometrische data met behulp van<br />

machine learning algoritmes. We bekijken<br />

hoe deze algoritmes aangepast kunnen<br />

worden voor de niet-geometrische data<br />

waarover Renson beschikt”.<br />

Aansprakelijkheid<br />

Zodra er persoonlijke gegevens in het spel<br />

zijn, rijzen er juridische vragen. Dat is in<br />

het onderzoek van de Renson Leerstoel<br />

niet anders. “Er zijn in dat verband een<br />

aantal heikele punten”, bevestigt titularis<br />

prof. Evelyne Terryn “De contractuele<br />

keten wordt complexer, apparaten<br />

kunnen op afstand worden aangestuurd<br />

door de installateur maar ook door de<br />

gebruiker. De geldende aansprakelijkheidsregels<br />

zijn niet meer aangepast aan de<br />

nieuwe situatie. Op dit moment biedt het<br />

contractenrecht in eerste instantie<br />

bescherming aan wie een product koopt,<br />

maar veel minder aan wie een dienst<br />

afneemt. Ook voor wie diensten aanbiedt,<br />

zijn de regels niet altijd duidelijk. En dat is<br />

net wat Renson ambieert: evolueren van<br />

het verkopen van producten naar het<br />

leveren van diensten. Dit heet ‘servitization’<br />

en is een fenomeen dat in tal van sectoren<br />

aan de gang is”.<br />

Verwachtingen<br />

Inmiddels kijken de titularissen van de<br />

leerstoel al verder dan de provinciegrenzen.<br />

Zo is in <strong>2021</strong> een internationaal congres<br />

over ‘Servitization’ gepland, gecoördineerd<br />

door prof. Evelyne Terryn, waarin experten<br />

uit de academische en de bedrijfswereld<br />

ervaringen en kennis uitwisselen.<br />

Bij Renson zijn de verwachtingen alvast<br />

hooggespannen. CEO Paul Renson<br />

formuleerde het tijdens de installatieplechtigheid<br />

als volgt: “Als innovatief<br />

kennisbedrijf willen we onze ‘Creating<br />

Healthy Spaces’ in de praktijk blijven<br />

waarmaken. Dankzij wetenschappelijk<br />

onderzoek kunnen we de lat nog hoger<br />

leggen om dat op een gebruiksvriendelijke,<br />

slimme, duurzame en circulaire manier te<br />

doen. Daarom financieren we deze<br />

leerstoel”.<br />

Yves Persoons<br />

CONNECTING<br />

7


NIEUWS VAN DE CAMPUSSEN<br />

CIRCULAR MATERIALS<br />

CENTER:<br />

SPECTACULAIR CIRCULAIR<br />

Op 6 oktober 2020 opende in Kortrijk het Circular Materials Center (CMC) de deuren, een<br />

gloednieuw kennis- en onderzoeksforum voor de kunststoffen- en textielsector. De West-<br />

Vlaamse campussen en een aantal prominente regionale partners zetten hiermee hun<br />

schouders onder het circulaire ondernemen. De Brugse onderzoeksgroep Propolis van prof.<br />

Frederik Desplentere speelt een voortrekkersrol in het circulaire verhaal.<br />

Het CMC is het resultaat van een<br />

interregionale samenwerking tussen<br />

POM West-Vlaanderen, de KU<br />

Leuven campussen Kortrijk en Brugge, het<br />

opleidingscentrum PlastIQ en Centexbel,<br />

het onderzoeksinstituut van de<br />

kunststofverwerkende industrie. “De<br />

locatie van het centrum is uiteraard geen<br />

toeval”, merkt prof. Desplentere op. “In de<br />

regio Kortrijk-Roeselare vind je veruit de<br />

grootste concentratie van kunststofverwerkende<br />

en textielbedrijven van het land.<br />

Allemaal worstelen ze met de transitie van<br />

een lineaire naar een circulaire economie.<br />

Deze overgang kan enkel slagen als de<br />

hele waardenketen goed zit in een lokaal<br />

ecosysteem. In de regio is alvast alles<br />

aanwezig: innovatief onderzoek, locaties,<br />

grondstoffen, bedrijven om die grondstoffen<br />

te verwerken en een stimulerende<br />

provinciale overheid. Samen gaan we aan<br />

de slag om de economische leefbaarheid<br />

en de kwaliteit van kunststoffenrecyclage<br />

te verbeteren, het vertrouwen in recyclaten<br />

te verhogen, de markt op te krikken en<br />

investeringen aan te moedigen”.<br />

Onderzoeken<br />

De activiteiten van het CMC kun je groeperen<br />

in drie categorieën. Helemaal bovenaan<br />

staat ‘onderzoek en testen’.<br />

“Daarvoor is de nodige infrastructuur en<br />

apparatuur beschikbaar”, vervolgt prof.<br />

Desplentere. “Het assortiment omvat<br />

extrusielijnen, spuitgietmachines, kleine<br />

en grote compounders, 3D-printers,<br />

compactoren en testmachines. Het onderzoek<br />

in het CMC focust op materiaalidentificatie,<br />

vloei-eigenschappen,<br />

thermische, fysisch en mechanische eigenschappen<br />

en oppervlakte modificatie.<br />

De resultaten van dit onderzoek moeten<br />

een impuls geven aan innovaties met een<br />

duurzame economische meerwaarde”.<br />

“Overigens brengen we niet alleen de<br />

apparatuur van onze kennispartners<br />

samen, we bundelen ook de expertise<br />

waardoor de bedrijven gebruik kunnen<br />

maken van één onderzoeksketen. Die is<br />

inzetbaar voor zowel toegepast als<br />

fundamenteel onderzoek in kleinere of<br />

grote projecten”.<br />

Prof. Desplentere ontkent niet dat<br />

sommige bedrijven nog sceptisch staan<br />

tegenover gerecycleerde kunststoffen en<br />

bij voorkeur werken met zuiver materiaal,<br />

de zgn. ‘virgin polymers’. “Hun bekommernissen<br />

zijn doorgaans terecht. Gaat<br />

het wel om hoogwaardige recycling?<br />

Betreft het een toepassing van eenzelfde<br />

of een vergelijkbaar product? Hoeveel<br />

vervolgcycli zijn er mogelijk? En hoeveel<br />

energie is vereist in de recycleringsloop?<br />

Op dit ogenblik onderzoeken we een<br />

gemengde formule waarbij recyclaten<br />

gecombineerd worden met nieuw<br />

materiaal. Dit vergt een grondig inzicht in<br />

de aard en de verwerking van polymeren.<br />

In het CMC zijn vier doctorandi van<br />

Campus Brugge hiermee bezig”.<br />

8


Opleiden<br />

Met kennistransfer -de tweede hoofdopdracht<br />

van het centrum- komen we op<br />

het terrein van opleiding en vorming. “Het<br />

aanbod is zeer gevarieerd en richt zich<br />

zowel op werknemers en werkzoekenden<br />

als op leerlingen uit het secundair en lager<br />

onderwijs”, verduidelijkt prof. Desplentere.<br />

“Werknemers en werkzoekenden worden<br />

(bij)geschoold in thermovormen, extruderen<br />

en spuitgieten zodat ze aan de slag<br />

kunnen als operator. Voor laatstejaars uit<br />

het technisch onderwijs zijn er lessen in<br />

vormgevings- en verwerkingstechnieken<br />

als aanvulling bij hun schoolopleiding. En<br />

jongeren uit het lager onderwijs kunnen<br />

zich creatief uitleven in het Activity Center<br />

om er de wondere wereld van de circulaire<br />

en nieuwe materialen te ontdekken.<br />

De bedrijven leveren de producten voor<br />

didactisch en ludiek gebruik”.<br />

Netwerken<br />

Als ‘the place to be’ voor de kunststofverwerkers<br />

uit de regio biedt het CMC<br />

tenslotte tal van mogelijkheden om te netwerken.<br />

“Alle faciliteiten voor seminaries,<br />

vergaderingen en events zijn aanwezig”,<br />

aldus prof. Desplentere. “Tijdens de<br />

Circular Inspiration Days brengen we<br />

onze partners samen om te brainstormen<br />

over actuele thema’s, met als doel het<br />

opzetten van co-creatietrajecten tussen<br />

bedrijven en kennisinstellingen”.<br />

Bij de ingang van het centrum springt<br />

onmiddellijk de Innovation Wall in het oog.<br />

Daar kunnen de bedrijven uitpakken met<br />

hun nieuwste producten of ‘best<br />

practices’. Jaarlijks wordt de Wall<br />

vernieuwd met verse blikvangers.<br />

Prof. Desplentere kijkt nu al verder. Hij ziet<br />

op termijn de actieradius van het CMC<br />

zich uitbreiden in Vlaanderen maar ook in<br />

het vlakbij gelegen Noord-Frankrijk.<br />

“Circulaire economie stopt niet aan de<br />

grenzen. Wat waarde heeft, behoudt het,<br />

waar je ook bent”.<br />

Yves Persoons<br />

www.circularmaterialscenter.be<br />

vlnr. Prof. Frederik Desplentere, Prof. Wim Thielemans en Prof. Piet Desmet, vicerector KU Leuven, Campus Kulak Kortrijk<br />

© Axelle Jaecques<br />

CONNECTING<br />

9


ONDERWIJSONTWIKKELING IN DE KIJKER<br />

Bart Van Riet en prof. Geert Waeyenbergh<br />

© Julie Feyaerts<br />

10


EEN (VIRTUELE) DAG<br />

MET EEN INGENIEUR<br />

‘Woorden wekken, voorbeelden strekken’, zegt het spreekwoord. Toegepast op de<br />

ingenieursopleiding betekent dat: hoeveel hoorcolleges je ook geeft over de taken en<br />

verantwoordelijkheden van de industrieel ingenieur, er gaat niets boven een ingenieur in<br />

levende lijve aan het werk te zien. Dat is precies wat ‘Dag met een ingenieur’ in het eerste<br />

bachelorjaar beoogt. Bart Van Riet, praktijkassistent op Campus Groep T en lid van het<br />

docententeam, geeft tekst en uitleg.<br />

“ Dag met een ingenieur is het practicum<br />

van het opleidingsonderdeel<br />

‘Onderneming en ethiek’”, legt<br />

Bart uit. “Dit opleidingsonderdeel maakt<br />

deel uit van een van de basispijlers van de<br />

vernieuwde ingenieursopleiding ‘Ingenieur<br />

& Wereld’. In ‘Onderneming en ethiek’<br />

focussen we op de plek waar de industrieel<br />

ingenieur zich thuis voelt: het bedrijf.<br />

De eerstejaars leren welke types van<br />

ondernemingen er bestaan en hoe ze<br />

functioneren. Verder staan we stil bij de<br />

taken van de ingenieur. En -last but not<br />

least- bekijken we de beroepsethische<br />

aspecten, want zowat alles wat een ingenieur<br />

onderneemt heeft een impact op<br />

mens en milieu of natuur en cultuur. Met<br />

het practicum ‘Dag met een ingenieur’<br />

realiseren we bovendien een belangrijke<br />

strategische doelstelling uit het facultaire<br />

beleidsplan, nl. de toekomstige ingenieurs<br />

zo vroeg mogelijk in contact brengen met<br />

het werkveld”.<br />

Tweevoudig<br />

“De opdracht van het practicum is tweevoudig”,<br />

vervolgt Bart. “Om te beginnen<br />

verwachten we van de studenten dat ze<br />

in kaart brengen waaruit de dag- of<br />

nachttaak van een ingenieur bestaat, wat<br />

zijn/haar plaats is in de organisatie en over<br />

welke vaardigheden hij/zij hiervoor moet<br />

beschikken. Vervolgens moeten zijn/haar<br />

verantwoordelijkheden worden onderzocht<br />

in termen van ethiek. Tijdens het<br />

hoorcollege ‘Ethiek’ wordt een denk- en<br />

referentiekader uit de doeken gedaan<br />

waarbinnen de studenten hun bevindingen<br />

kunnen plaatsen”.<br />

Over de coaching van de eerstejaars wil<br />

Bart het volgende kwijt: “Tijdens de eerste<br />

sessie vragen we de studenten om binnen<br />

of (bij voorkeur) buiten hun kennissenkring<br />

een ingenieur te zoeken met wie ze een<br />

dag kunnen optrekken. In principe is dat<br />

een individuele opdracht, maar wegens<br />

de COVID-19 restricties konden studenten<br />

in duo en online aan de slag. Tijdens de<br />

eerste sessie briefen we hen over het<br />

verloop van de opdracht en de<br />

onderwerpen die in het verslag aan bod<br />

moeten komen. Voor alle duidelijkheid:<br />

het gaat niet om een gestandaardiseerde<br />

enquête. Het is aan de studenten om op<br />

basis van de input zelf de juiste vragen te<br />

stellen. Wanneer dat gebeurd is, verdelen<br />

de studenten zich in groepen van een<br />

zestal personen. Daar kiezen ze een<br />

ingenieur van wie ze de ethische aspecten<br />

van zijn/haar beroep onder de loep nemen<br />

aan de hand van een online diepteinterview”.<br />

“Tijdens de tweede sessie gaan we dieper<br />

in op de verslaggeving”, aldus Bart.<br />

“Specifieke schrijfvaardigheden zijn dan al<br />

aan bod gekomen in de sessie<br />

‘professionele competenties’ in de eerste<br />

Ingenieursbeleving, dus daar hoeven we<br />

niet meer stil te blijven staan. Deze sessie<br />

is vraaggestuurd. We vertrekken van de<br />

problemen of knelpunten waar de<br />

studenten tegenaan gelopen zijn”.<br />

PREFER<br />

“In het tweede semester brengen de<br />

studenten structuur in de veelheid van<br />

taken en functies die ze op het spoor zijn<br />

gekomen”, zegt Bart. “Dat doen we aan<br />

de hand van de PREFER-typologie die<br />

onderzoekers van onze faculteit hebben<br />

ontwikkeld. Daarin worden drie rollen<br />

onderscheiden. Om te beginnen is er de<br />

‘innoverende ingenieur’, d.i. de<br />

creatieveling die nieuwe producten en<br />

processen bedenkt. Ten tweede heb je<br />

de ‘optimaliserende ingenieur’ die zich<br />

inzet om producten en processen te<br />

verbeteren of efficiënter te maken. En ten<br />

slotte is er sprake van de ‘klantgerichte<br />

ingenieur’. Die kijkt vanuit de ogen van de<br />

klant of gebruiker om naar oplossingen op<br />

maat te zoeken. De volgende stap bestaat<br />

erin dat de studenten ontdekken welke rol<br />

het best bij hen past. Als je dit min of meer<br />

weet, kun je gerichter gaan werken aan<br />

de competenties die bij je rol horen. Dat<br />

laatste is evenwel stof voor het tweede en<br />

de derde bachelorjaar. In het eerste jaar<br />

ligt de nadruk op het ontdekken hoe rijk<br />

en gevarieerd de job van een ingenieur<br />

wel is. Dat op zich is voor de meeste<br />

studenten al een revelatie”.<br />

Yves Persoons<br />

CONNECTING<br />

11


ONDERWIJSONTWIKKELING IN DE KIJKER<br />

ANN VAN GYSEL<br />

PROGRAMMADIRECTEUR<br />

BOUWKUNDE<br />

De Belg wordt geboren met een baksteen in de maag, zegt het spreekwoord. Maar bouwen<br />

doet hij ook vaak met beton. De slimme mix van cement, water, zand, grind of steenslag is<br />

het belangrijkste materiaal van de derde bedrijfssector in België, goed voor een omzet van<br />

47 miljard euro. In blokken, geprefabriceerde elementen of ter plaatse gestort, beton is alom.<br />

De specialiste in deze materie is prof. Ann Van Gysel (Campus De Nayer). Lang voor de<br />

integratie van de ingenieursopleidingen in KU Leuven legde zij al de fundering van het nieuwe<br />

programma Bouwkunde.<br />

Prof.Van Gysel studeerde voor burgerlijk<br />

ingenieur Bouwkunde aan de<br />

UGent. Van 1990 tot 1996 werkte<br />

ze als assistente in het Laboratorium<br />

Magnel voor Betononderzoek. Haar aandacht<br />

ging naar staalvezelbeton en beton<br />

met een hoge sterkte. Daarover promoveerde<br />

ze ook tot doctor in de Toegepaste<br />

Wetenschappen.<br />

In 1996 stapte Ann over naar de toenmalige<br />

industriële hogeschool De Nayer.<br />

Er was een vacature voor een docent<br />

Betonconstructies, een gedroomde kans<br />

voor een ambitieuze bouwkundige. “Als je<br />

in die tijd aan een hogeschool begon,<br />

moest je wel van alle markten thuis zijn”,<br />

merkt Ann op. “Naast Betontechnologie<br />

en Ontwerp van betonconstructies stond<br />

ik bijvoorbeeld ook in Hydraulica, Waterbouw<br />

en Bruggenbouw”.<br />

De eerste steen<br />

Kort na de start bij De Nayer dient zich<br />

een nieuwe opportuniteit aan. Anns<br />

voorganger Willy De Vylder en Prof. Luc<br />

Vanhooymissen, een collega van KAHO<br />

Sint-Lieven (nu Technologiecampus Gent)<br />

vatten het plan op om een boek te<br />

schrijven over ‘Gewapend beton’. Ann<br />

springt mee op de kar en in 2002<br />

verschijnt het langverwachte basiswerk<br />

voor bouwkundigen, van student tot<br />

professional.<br />

“Het boek was in menig opzicht een<br />

mijlpaal”, zegt Ann. “Niet alleen inhoudelijk,<br />

maar ook in de manier waarop het<br />

ontstond. Ontstaan uit de samenwerking<br />

van docenten uit Oostende (nu Campus<br />

Brugge), Gent en De Nayer was het een<br />

multicampusproject avant la lettre. De<br />

banden die toen gesmeed zijn, hebben<br />

ertoe geleid dat we na de integratie van<br />

de opleiding Bouwkunde met voorsprong<br />

zijn kunnen starten”.<br />

Voortrekker<br />

In 2007 wordt Ann opleidingscoördinator<br />

Bouwkunde op haar campus. Ze stort<br />

zich meteen op het zelfevaluatierapport<br />

(ZER) van de opleiding als aanloop naar<br />

de academisering. Dankzij de goede<br />

contacten kunnen de opleidingen in<br />

Oostende, Gent en Sint-Katelijne-Waver<br />

een gemeenschappelijk domeinspecifiek<br />

referentiekader opstellen, wat door de<br />

visitatiecommissie zeer wordt geapprecieerd.<br />

Het ZER en de bijbehorende<br />

visitatie leiden o.m. tot de invoering van<br />

een stage als volwaardig onderdeel van<br />

de masteropleiding. Ook op dit punt spelen<br />

Ann en haar collega’s Bouwkunde een<br />

voortrekkersrol.<br />

In 2011 gaan de Permanente Onderwijscommissies<br />

(POC) van start. Ann wordt de<br />

eerste programmadirecteur van de opleiding<br />

Bouwkunde. “Het betekende de<br />

verankering van onze samenwerking. We<br />

kenden elkaar al goed en konden ons<br />

onmiddellijk concentreren op het uittekenen<br />

van de gemeenschappelijke leerlijnen”.<br />

Wanneer in 2017 de programmahervorming<br />

wordt gelanceerd, komt de POC<br />

Bouwkunde niet onbeslagen op het ijs.<br />

“Onze prioriteiten waren van meet af aan<br />

duidelijk”, bevestigt Ann. “Om te beginnen<br />

diende Bouwkunde vaste voet aan de<br />

grond te krijgen in het eerste gemeenschappelijke<br />

bachelorjaar. En ten tweede<br />

was het noodzakelijk dat in de wetenschappelijke<br />

en technologische basis -<br />

vorming de praktijkgerichtheid werd<br />

gegarandeerd. Nu het nieuwe programma<br />

in het eerste jaar is gestart, meen ik te<br />

mogen zeggen dat aan beide voorwaarden<br />

is voldaan. Belangrijke vernieuwingen<br />

zoals ‘Technologie vanaf dag 1’ en de<br />

12


‘Ingenieursbelevingen’ zijn daar een goed<br />

voorbeeld van. Via het ontwikkelen van<br />

professionele competenties stomen we<br />

studenten klaar voor hun latere loopbaan”.<br />

Intelligent en flexibel ontwerp<br />

In tegenstelling tot de andere opleidingen<br />

richt Bouwkunde in het bachelor programma<br />

geen opties meer in. “Dat is een<br />

bewuste keuze”, aldus Ann. “We willen<br />

immers dat al onze bachelors de nodige<br />

bagage hebben om in het masterprogramma<br />

beide afstudeer richtingen te<br />

kunnen kiezen: Bouwkunde pur sang of<br />

Landmeten/Geomatica. Daarom hebben<br />

we de vroegere opties geïntegreerd in<br />

onze bacheloropleiding. Door de goede<br />

samenwerking tussen de campussen is er<br />

heel wat studenten- en docentenmobiliteit<br />

en kunnen we efficiënt de expertise van<br />

elke campus aan onze studenten aanbieden.”<br />

Na de bachelor kiest de student in<br />

functie van zijn/haar interesse: multicampusmodules<br />

en keuzevakken, een<br />

masterproef in of met een bedrijf of binnen<br />

een onderzoeksgroep, een bedrijfsstage…<br />

om zich voor te bereiden op het ‘echte’<br />

leven als industrieel ingenieur Bouwkunde”.<br />

Dit academiejaar loopt de tweede<br />

ambtstermijn van de programmadirecteur<br />

af. Eén zaak is zeker: bouwmeester Ann<br />

Van Gysel laat haar opvolger een intelligent<br />

ontworpen en stevig gefundeerde constructie<br />

na, uit gewapend beton”.<br />

Yves Persoons<br />

Prof. Ann Van Gysel<br />

© Joren De Weerdt<br />

CONNECTING<br />

13


ONDERWIJSONTWIKKELING IN DE KIJKER<br />

GORIK DE SAMBLANX<br />

PROGRAMMADIRECTEUR<br />

POLYVALENTE INGENIEURSVORMING<br />

Een nieuwe faculteit uitvinden, opbouwen en inrichten. Onder dit ambitieus project zette prof.<br />

Gorik De Samblanx mee zijn schouders toen op 14 november 2011 - na een incubatietijd van vijf<br />

jaar – de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen officieel van start ging. Goriks ervaring<br />

als opleidingshoofd basisvorming bij het Instituut De Nayer maakte hem tot de eerste voorzitter<br />

van de permanente onderwijscommissie Polyvalente Ingenieursvorming. Een portret van een<br />

pionier en een door de wol geverfde onderwijsvernieuwer.<br />

Prof. De Samblanx is burgerlijk ingenieur in de Toegepaste<br />

Wiskunde, inmiddels omgedoopt tot Wiskundige<br />

Ingenieurstechnieken, een opleiding die ‘gevoed’ wordt<br />

door de onderzoeksdepartementen Computerwetenschappen<br />

en Elektrotechniek. Na zijn promotie tot doctor in de<br />

Ingenieurswetenschappen kon Gorik onmiddellijk aan de slag bij<br />

de toenmalige industriële hogeschool De Nayer. Hij begon er als<br />

docent Wiskunde en ICT en groeide door tot opleidingshoofd<br />

van de basisvorming in wat toen nog ‘kandidaatsjaren’ heette.<br />

In die functie maakte hij van nabij de opeenvolgende reorganisaties<br />

van het hogeschoollandschap mee, waarbij het Instituut De<br />

Nayer drie keer in een andere constellatie terechtkwam om<br />

uiteindelijk te landen als Campus De Nayer in de nieuwe Faculteit<br />

Industriële Ingenieurswetenschappen van KU Leuven. Toen de<br />

permanente onderwijscommissies in het leven werden geroepen,<br />

stelde Gorik zich kandidaat voor het voorzitterschap van de<br />

Polyvalente Vorming. Voor het faculteitsbestuur was de keuze<br />

snel gemaakt. In 2013 werd Gorik de eerste programmadirecteur,<br />

een functie die hij tot vandaag uitoefent.<br />

Gelijkmatige convergentie<br />

“De eerste opdracht bestond erin de opleidingshoofden en<br />

docententeamverantwoordelijken van de zeven campussen<br />

dichter bij elkaar te brengen, niet alleen fysiek maar ook<br />

mentaal”, vertelt Gorik. “Evident was dat niet. We begonnen<br />

klein, maar met de studentenvertegenwoordigers erbij telt de<br />

commissie inmiddels ruim 20 leden. Met al deze mensen op<br />

eenzelfde moment op eenzelfde locatie vergaderen is al een<br />

stunt op zich. Tegen de tijd dat deze manier van samenwerken<br />

ingeburgerd was, diende zich een volgende uitdaging aan: de<br />

programmahervorming. Dit keer ging het om meer dan overleggen<br />

en afstemmen. Nu bestond de uitdaging erin de hele<br />

opleiding te herdenken met als doel het eigen ingenieursprofiel<br />

eenduidig in de markt te zetten, de studie aantrekkelijk te maken<br />

voor jongeren met wetenschappelijke en technische aanleg en<br />

de multicampus-troeven maximaal uit te spelen. Omdat de<br />

polyvalente ingenieursvorming het fundament is waar alle afstudeerrichtingen<br />

en specialisaties op verder bouwen, kreeg onze<br />

POC van meet af aan een centrale rol toebedeeld”.<br />

Innovatie<br />

Gorik noemt de programmahervorming ‘radicaal’ in de etymologische<br />

betekenis: terug naar de wortel van de ingenieursopleiding.<br />

“Neem nu de invoering van de Ingenieursbeleving in het nieuwe<br />

curriculum. Iedereen werd uitgedaagd om de comfortzone van<br />

het eigen vakgebied te verlaten en samen vorm en inhoud te<br />

geven aan een nieuwe werkvorm. De Ingenieursbelevingen<br />

behoren tot de innoverende leervormen die tot doel hebben het<br />

probleemoplossend vermogen, de zelfstandigheid en de creativiteit<br />

te bevorderen evenals professionele vaardigheden zoals<br />

communicatie, teamwork, ondernemingszin en kritische reflectie<br />

bij te brengen. Dat is een hele mondvol, die zowel bij de studenten<br />

als de docenten een mentale klik veronderstelt”.<br />

Dit academiejaar is het nieuwe programma, inclusief de eerste<br />

Ingenieursbeleving, gestart in het eerste bachelorjaar. De programmadirecteur<br />

kijkt niet zonder rechtmatige trots naar het<br />

tussentijds resultaat. “The value of the achievement lies in the<br />

achieving”, zegt hij met een knipoog naar Einstein. “Met de<br />

Ingenieursbeleving hebben we het terrein geëffend voor vernieuwingen<br />

waarvan we de omvang en de impact nu nog niet<br />

helemaal kunnen inschatten. Een en ander heeft te maken met<br />

de switch naar een meer open systeem waarin de student in<br />

toenemende mate verantwoordelijk wordt voor zijn/haar leer-<br />

14


Prof. Gorik De Samblanx<br />

© Joren De Weerdt<br />

proces. Studenten worden als het ware ondernemers van hun<br />

eigen leren en hun persoonlijke ontwikkeling. Het is de basis voor<br />

het levenslang leren”.<br />

Opportuniteit<br />

De coronacrisis maakte een en ander er niet lichter op. “Het is<br />

onwaarschijnlijk met welke inzet alle betrokken docenten ertegenaan<br />

gegaan zijn. Daar zijn we als faculteit enorm dankbaar<br />

voor. Anderzijds creëert de digitale transformatie die zich sinds<br />

het begin van de crisis in onze faculteit voltrekt interessante<br />

opportuniteiten. We zijn van een klif geduwd waar we misschien<br />

zelf niet durfden af te springen. Afstandsonderwijs en online leren<br />

maken de student sowieso meer verantwoordelijk. Als op die<br />

manier ook het aantal contacturen klassiek onderwijs efficiënter<br />

georganiseerd worden, komt er allicht meer ruimte vrij voor<br />

innoverende leer- en werkvormen, zoals de Ingenieursbeleving”.<br />

Yves Persoons<br />

CONNECTING<br />

<strong>15</strong>


ONDERWIJSONTWIKKELING IN DE KIJKER<br />

Prof. Paul Leroux<br />

© Joren De Weerdt<br />

16


RADMEP: FROM RESEARCH<br />

PROJECT TO INTERNATIONAL<br />

MASTER’S PROGRAMME<br />

At Geel Campus, the ADVISE research group is involved in the development of chips that are<br />

able to withstand ionizing radiation. During meetings with the European Laboratory for Particle<br />

Physics, CERN, in Geneva, the idea arose for establishing a research network in this field. This<br />

became RADSAGA, a successful Horizon 2020 ITN network on radiation effects in microchips.<br />

The project includes top institutes such as ESA and CNES, renowned companies such as<br />

Airbus and Intel, and partner universities. The RADMEP partners all come from this network.<br />

Fifteen PhD tracks at different institutes<br />

in Europe have been supported<br />

through the RADSAGA project. Prof.<br />

Paul Leroux, chair of Geel Campus, has<br />

been promoting six RADSAGA PhDs and<br />

served as RADSAGA coordinator for<br />

outreach, communication and training in<br />

the network. “One of the RADSGA dreams<br />

was to establish an international school on<br />

radiation effects in electronics as a<br />

RADSAGA legacy“, explains Prof. Leroux.<br />

“This ambition remained active during the<br />

course of the project. With four RADSAGA<br />

protagonists, we decided that the best<br />

way forward is an Erasmus Mundus<br />

Master’s application under the lead of<br />

Université Jean-Monnet of Saint-Etienne in<br />

France. One year later we have the<br />

RADMEP programme granted with a<br />

substantial European funding for the<br />

coming five years”.<br />

Implementation<br />

The students in RADMEP will start their<br />

first semester at the University of Jyvaskyla<br />

in Finland. In the second semester of the<br />

programme, they will travel to our Faculty<br />

of Engineering Technology at Geel Campus<br />

for a full semester of courses.<br />

“Microelectronics is the main focus, ranging<br />

from basic to advanced imple men -<br />

tation courses”, Prof. Leroux continues.<br />

“Also a workshop in photonics will be<br />

included in the programme, partly with<br />

external specialised lecturers. In the third<br />

semester, the students who specialise in<br />

Microelectronics will continue their study<br />

at the University of Montpellier. Those<br />

who specialize in photonics will move to<br />

the University of Saint-Etienne”.<br />

KU Leuven will also play an important role<br />

in the quality assurance board in<br />

RADMEP, as this will be coordinated by<br />

Prof. Wim Van Petegem.<br />

The preparation for next year’s first edition<br />

of the master programme is already in full<br />

swing. The timetable of some courses on<br />

Geel Campus has been adapted to fit with<br />

the new RADMEP master. Some courses<br />

are already taught in English and recorded,<br />

such that they can be offered in a blended<br />

format next year. Meanwhile also the<br />

registration deadline for the first RADMEP<br />

generation has passed and no less than 62<br />

students have applied. The screening and<br />

selection of applicants is currently ongoing.<br />

The academic course team in Geel also<br />

includes academics such as Jeffrey<br />

Prinzie, Guy Meynants, Valentijn De<br />

Smedt, Peter Karsmakers and Mariya<br />

Ishteva. Together they will offer 22 credits<br />

of mandatory courses and 5 optional<br />

courses with each 4 ECTS from which the<br />

students will select 2 modules.<br />

IMPACT<br />

The most obvious impact will be visible on<br />

Geel Campus, where a tradition of international<br />

PhD researcher already exists,<br />

but an international master’s programme<br />

is new. Moreover, RADMEP is expected<br />

to give an impulse for outgoing international<br />

mobility. According to Prof. Leroux,<br />

RADMEP will be a challenge for the<br />

administrative services, but the enthusiasm<br />

is great and obviously the campus<br />

can rely on the experience of the faculty<br />

international team.<br />

“The relation to research is also selfevident”,<br />

says Prof. Leroux. “The students<br />

are trained in the core of our research<br />

field, and hopefully several of them will be<br />

motivated to start a PhD after completing<br />

the RADMEP master. Moreover, these<br />

students are already screened beforehand,<br />

so they will have a good starting<br />

level. The intention is to create a fruitful<br />

interaction between education, research<br />

and relevant industries.”<br />

The early dream of “an international<br />

school of radiation to electronics” thus<br />

takes shape.<br />

How does this fit in the career path of<br />

Prof. Leroux? “I feel very honoured to be<br />

a part of this project. Even though<br />

developing a new master’s programme is<br />

a lot of work. Fifteen years ago, I started<br />

with a research group, five years ago this<br />

resulted in a two-person spin-off company<br />

(MAGICS Instruments), which has already<br />

grown to over 20 people in size, and now<br />

a third aspect is to start, a new master’s<br />

programme. Summarizing: what started<br />

with a small seed, is now a big tree with<br />

growing branches in research, industry<br />

and education.”<br />

Hilde Lauwereys<br />

CONNECTING<br />

17


ONDERWIJSONTWIKKELING IN DE KIJKER<br />

INDUSTRIEEL INGENIEUR INFORMATICA:<br />

ENGINEERING THE DIGITAL SOCIETY<br />

Met de nieuwe ingenieursopleiding Informatica zijn KU Leuven en UHasselt alweer een troef<br />

rijker. Het programma komt niet alleen tegemoet aan een grote behoefte op de arbeidsmarkt.<br />

Met zijn uniek profiel kan het ook nieuwe en andere groepen van studenten winnen voor de<br />

ingenieursstudie. Voor prof. Kris Aerts, hoofd van de eenheid Declaratieve Talen en Artificiële<br />

Intelligentie (DTAI) op Campus Diepenbeek, is het de verwezenlijking van een<br />

langgekoesterde visie.<br />

De cijfers van de technologie federatie<br />

Agoria liegen er niet om. De<br />

Belgische economie heeft op dit<br />

ogenblik 16.000 extra digitale experts<br />

nodig. Dat zijn er dubbel zoveel als tien jaar<br />

geleden. “Naarmate de digitalisering zich<br />

doorzet in alle sectoren van de economie<br />

en alle domeinen van de samenleving, zal<br />

de vraag naar IT’ers niet meteen afnemen”,<br />

merkt prof. Aerts op. “Onze nieuwe<br />

opleiding komt dus geen minuut te vroeg.<br />

Bovendien zijn we ervan overtuigd dat de<br />

industrieel ingenieurs Informatica in deze<br />

groeimarkt een bijzondere rol kunnen<br />

spelen. Dankzij hun polyvalente<br />

basisvorming zijn ze multi-inzetbaar als<br />

specialist én als generalist om actief mee<br />

vorm te geven aan de digitale samenleving”.<br />

Profiel<br />

Dat de nieuwe opleiding Informatica<br />

uitgerekend op Campus Diepenbeek van<br />

start gaat, is geen toeval. “Na de teloorgang<br />

van de traditionele industrie met de sluiting<br />

van Ford Genk als triest hoogtepunt, heeft<br />

Limburg volop de digitale kaart getrokken”,<br />

vertelt prof. Aerts. “Dat blijkt o.m. uit het<br />

toekomstplan SALKturbo van de provincie,<br />

maar ook uit initiatieven als de Corda<br />

Campus op de voormalige Philipssite in<br />

Hasselt. Van de 250 doorgaans jonge<br />

ondernemingen is de meerderheid bedrijvig<br />

in IT. Een bijkomende opportuniteit diende<br />

zich twee jaar geleden aan, toen er na de<br />

afbouw van de master Verpakkingstechnologie<br />

ruimte vrijkwam voor een<br />

nieuwe opleiding. We zijn meteen in dat<br />

gat gesprongen, waardoor we in <strong>2021</strong> een<br />

nieuw en voor onze faculteit uniek<br />

programma kunnen lanceren”.<br />

Hoe onderscheidt de industrieel ingenieur<br />

Informatica zich van de andere spelers in<br />

het IT-veld, te weten de professionele<br />

bachelor Toegepaste Informatica, de<br />

industrieel ingenieur Elektronica-ICT, de<br />

master Informatica en de burgerlijk<br />

ingenieur Computerwetenschappen?<br />

Prof. Aerts: “Onze meerwaarde bestaat in<br />

de holistische aanpak van digitale toepassingen.<br />

Die moet onze ingenieurs in staat<br />

stellen om een brede waaier van domeinen<br />

te ondersteunen, zoals daar zijn Industrie<br />

4.0, Internet of Things, Health e-care,<br />

logistiek, flexibele productiesystemen,<br />

automatisering, enz. De troef die we daarbij<br />

willen uitspelen is het systeemdenken.<br />

Bij alle thema’s die aan bod komen besteden<br />

we aandacht aan de hele keten, met<br />

de gebruiker als start- en eindpunt”.<br />

Leerlijnen<br />

Zoals de andere ingenieursopleidingen van<br />

de Faculteit Industriële Ingenieurs–<br />

wetenschappen begint ook het nieuwe<br />

programma met een gemeenschappelijk,<br />

polyvalent gedeelte, in dit geval van drie<br />

semesters. Het daaropvolgende domein<br />

specifieke deel omvat semesters 4, 5 en 6<br />

van de bacheloropleiding en een masterprogramma<br />

van twee semesters”.<br />

“We onderscheiden zeven leerlijnen”,<br />

vervolgt prof. Aerts. “Twee ervan leggen de<br />

basis. Dat zijn Basisinformatica (programmaren,<br />

algoritmen, datastructuren) en<br />

Fundamentals of Electrical Systems. Vier<br />

leerlijnen focussen op de competenties<br />

van de ingenieur als vormgever van de<br />

digitale samenleving. Dat zijn Software<br />

Engineering, Connected Architectures,<br />

Intelligent & Resilient Systems en ‘The<br />

Virtualized World’. Deze leerlijnen hebben<br />

we afgebakend en ingevuld in nauw<br />

overleg met het werkveld. Het zijn overigens<br />

deze leerlijnen die verder uitgediept<br />

worden in de master”.<br />

“Doorheen deze voornamelijk technische<br />

lijnen, lopen de professionele competenties<br />

als een rode draad. In ‘People, data<br />

literacy & essential software skills’<br />

focussen we op sociale vaardigheden als<br />

creativiteit, ondernemerschap, communiceren,<br />

teamwork en verantwoordelijk -<br />

heidszin”.<br />

In de bachelor Informatica zijn er geen<br />

opties. “De mogelijkheid tot personaliseren<br />

van het curriculum bieden we in de<br />

master”, aldus prof. Aerts. “Daar reserveren<br />

we acht studiepunten voor keuze -<br />

vakken. Er is een aanbod van tien opleidingsonderdelen<br />

van elk 4 studiepunten.<br />

Acht ervan worden gedeeld met de<br />

masters Informatica, Wetenschappen en<br />

Elektronica- ICT. De twee andere zijn<br />

specifiek voor onze opleiding.”<br />

Overgangsjaar<br />

Het academiejaar <strong>2021</strong>-2022 wordt een<br />

overgangsjaar. De eerste studenten<br />

Informatica kunnen dan instromen in het<br />

derde bachelorjaar. Vanaf 2022-2023<br />

stappen ze in na drie semesters.<br />

Op de vraag of de nieuwe opleiding<br />

studenten zou kunnen afsnoepen van de<br />

andere afstudeerrichtingen, antwoordt<br />

prof. Aerts ontkennend. “Uit ons<br />

marktonderzoek is gebleken dat we<br />

potentiële studenten kunnen aanspreken<br />

die anders niet voor de ingenieursstudie<br />

zouden opteren. De industrieel ingenieur<br />

Informatica is dus in alle opzichten een<br />

verrijking voor het aanbod van de faculteit<br />

en van beide universiteiten”.<br />

Yves Persoons<br />

18


Prof. Kris Aerts<br />

© Dries De Krom<br />

CONNECTING<br />

19


STUDENT IN DE KIJKER<br />

HET WARM WATER<br />

HERONTDEKT<br />

Je huis verwarmen met water uit de rivier? Het klinkt bizar, maar het is doenbaar en bovendien<br />

ook nog goedkoop én vriendelijk voor het klimaat. Maar hoe zorg je er tegelijk ook voor dat de<br />

temperatuur van de rivier niet te sterk daalt? Sebastian Baes en Jan Denayer, pas<br />

afgestudeerde industrieel ingenieurs Elektromechanica van Campus Groep T, goten deze<br />

vragen in een wiskundig model en brachten zo het potentieel van rivierwater als warmtebron<br />

in kaart. Voor hun baanbrekend werk werden ze bekroond met de Vlaamse Scriptieprijs 2020.<br />

Voor de editie 2020 waren 508<br />

scripties ingezonden. De jury<br />

-journalisten, uitgevers en academici-<br />

beoordeelden ze op hun nieuws -<br />

waarde, journalistieke bruikbaarheid en<br />

wetenschappelijke kwaliteit.<br />

Voor elk van deze criteria gooiden<br />

Sebastian en Jan hoge ogen. Ze bewezen<br />

dat ze een complex probleem niet alleen<br />

kunnen aanpakken, maar ook bevattelijk<br />

communiceren naar een breed publiek.<br />

Sebastian formuleert het als volgt: “De<br />

natuur gaf ons met de rivieren de kans om<br />

steden te bouwen en samenlevingen te<br />

creëren. Nu kunnen dezelfde rivieren er<br />

mee voor zorgen dat het klimaat gered<br />

wordt. Meer dan de helft van de wereldbevolking<br />

leeft in steden nabij rivieren.<br />

Naarmate de verstedelijking toeneemt,<br />

groeit de honger naar energie. Om die<br />

behoefte te lenigen worden nog altijd<br />

massaal fossiele brandstoffen gebruikt,<br />

met een nefaste CO 2 -uitstoot als gevolg.<br />

Wij wilden aantonen dat de warmte<br />

aanwezig in het rivierwater gebruikt kan<br />

worden om de steden klimaatneutraal te<br />

maken”.<br />

Regeneratie<br />

“Om warmte te onttrekken aan oppervlaktewater<br />

heb je een warmtepomp<br />

nodig”, legt Jan uit. “Die haalt energie uit<br />

het water en brengt die op temperatuur<br />

voor de verwarming van de gebouwen in<br />

de omgeving. Er is bijgevolg geen gas of<br />

stookolie meer nodig, waardoor meteen<br />

ook de CO 2 -uitstoot fors afneemt. Dat<br />

effect wordt nog verstrekt als de<br />

warmtepomp door groene stroom<br />

aangedreven wordt”.<br />

“Er schuilt wel een addertje onder het<br />

gras”, vervolgt Sebastian. “Als je teveel<br />

warmte aan het water onttrekt komt het<br />

ecosysteem van de rivier in gevaar.<br />

Volgens de milieurichtlijnen mag de<br />

temperatuur van de waterlopen maximaal<br />

met 3° stijgen. Voor het onttrekken van<br />

warmte is er nog geen regelgeving, dus<br />

zijn we ervan uitgegaan dat dezelfde<br />

waarde ook gehanteerd kan worden voor<br />

afkoeling. Hierbij wordt echter geen<br />

rekening gehouden met het fenomeen<br />

‘regeneratie’. Dat houdt in dat de<br />

temperatuur van een rivier na een<br />

verstoring van het evenwicht zich na<br />

verloop van tijd opnieuw herstelt”.<br />

“Zulk fenomeen kun je in kaart brengen<br />

met behulp van een wiskundig model”,<br />

aldus Jan. “Dat laat toe de impact van<br />

omgevingsfactoren op de temperatuur in<br />

de rivier te simuleren. Rivieren krijgen hun<br />

natuurlijke energie door de zon, maar ook<br />

door warmtetransport met de bodem en<br />

de lucht en radiatie van de omliggende<br />

vegetatie. Ook menselijke factoren<br />

hebben een impact. De invloed van deze<br />

parameters hebben we in ons model<br />

gestopt. Aan de hand van de simulatie<br />

kun je bepalen hoeveel warmte je aan de<br />

rivier mag onttrekken zonder dat de<br />

temperatuur daalt met meer dan 3°”.<br />

Potentieel<br />

Een simulatiemodel staat of valt met de<br />

kwaliteit van de input, in dit geval de<br />

correcte berekening van de<br />

Jan Denayer en Sebastian Baes<br />

© Kevin Faingnaert<br />

20


watertemperatuur. Sebastian en Jan<br />

maakten hiervoor gebruik van de waarden<br />

die gedurende een paar maanden in de<br />

Maas geregistreerd werden. Daarna<br />

voerden ze een simulatie uit over<br />

eenzelfde periode en bij identieke<br />

weersomstandigheden. De resultaten van<br />

de test en de simulatie bleken quasi<br />

identiek, dus het model had zijn<br />

deugdelijkheid bewezen.<br />

Terug in Leuven simuleerden Sebastian<br />

en Jan het resultaat van warmte onttrekkingen<br />

aan de Dijle. Ze onderzochten<br />

gedurende verschillende maanden of alle<br />

residentiële gebouwen binnen de stadsring<br />

met energie uit de rivier verwarmd<br />

konden worden. “Uit onze simulatie is<br />

gebleken dat het inderdaad mogelijk is<br />

om alle huizen gedurende een hele winter<br />

te verwarmen, waarbij de rivier op de<br />

koudste dag maximum 1.66° afkoelt”,<br />

aldus Sebastian. “Meer nog, de rivier<br />

bleek nog meer potentieel te bezitten<br />

alvorens de koelingsgraad van 3° overschreden<br />

wordt. Toen we de simulatie<br />

34 km stroomafwaarts in Mechelen<br />

uitvoerden, maakte de regeneratie van<br />

het water het mogelijk om de Dijle er met<br />

1.86° af te koelen. Voeg je Leuven en<br />

Mechelen samen, dan kunnen beiden hun<br />

binnenstad tegelijkertijd verwarmen met<br />

rivierwarmte gedurende het hele jaar,<br />

behalve in december en januari”.<br />

Origineel<br />

Het model van beide ingenieurs heeft<br />

overigens nog meer in petto. Het laat ook<br />

toe om te analyseren of en in welke mate<br />

een nabijgelegen rivier de capaciteit heeft<br />

om een specifiek gebouw, wijk of een<br />

hele stad te verwarmen.<br />

Bij de proclamatie op 18 december 2020<br />

stak de jury haar lof niet onder stoelen of<br />

banken: “Het gaat hier om een origineel<br />

idee, gebracht in een goed onderbouwde<br />

scriptie met een bijzonder hoog wiskundig<br />

niveau. Als alle technische studies zo<br />

duidelijk geschreven zouden zijn, dan zou<br />

er veel meer onderzoek worden opgepikt<br />

en gevaloriseerd”.<br />

Yves Persoons<br />

“Modeling and Impact Analysis of<br />

Heat Extraction from Surface Water”<br />

Promotor: Prof. Maarten Vanierschot<br />

CONNECTING<br />

21


STUDENT IN DE KIJKER<br />

IE-NET PRIJZEN:<br />

ZILVER & TWEEMAAL BRONS<br />

Elk jaar is het uitkijken naar de prijzen van de ingenieursvereniging ie-net. Ze bekronen de<br />

beste masterproeven die in het voorbije academiejaar aan de Vlaamse ingenieursfaculteiten<br />

zijn gerealiseerd. De industrieel ingenieurs van KU Leuven gooiden opnieuw hoge ogen met<br />

een tweede en een gedeelde derde prijs.<br />

Sven Janssen<br />

© Dries De Krom<br />

Kristof Steijvers<br />

22


Nele Merkelbach<br />

© Dries De Krom<br />

Shivam Selleri en Janne Heirman<br />

© Julie Feyaerts<br />

De wedstrijd bestaat uit twee delen. In een eerste ronde<br />

dienen de deelnemers een samenvatting in en beantwoorden<br />

ze vragen over de maatschappelijke relevantie van<br />

hun werk, de praktische uitvoerbaarheid en het innovatief karakter.<br />

Daaruit worden voor elke groep van ingenieurs (burgerlijk,<br />

bio en industrieel) <strong>15</strong> finalisten geselecteerd. Van hen werd in<br />

2020 een videofilm of –presentatie verwacht voor de eindronde.<br />

Tijdens de online finale op 19 november 2020 maakte de jury de<br />

winnaars bekend.<br />

Insectenzuiger<br />

Kristof Steijvers en Sven Janssen, ingenieurs Elektromechanica<br />

van Campus Diepenbeek, wonnen zilver met hun<br />

masterproef over ‘Het verwijderen van kevers uit peulvruchten<br />

op veldniveau, onafhankelijk van het oogstmoment’ (promotor:<br />

Eric Claesen). Hiervoor ontwik kelden ze een machine die nog<br />

voor de oogst insecten op de akker verwijdert. De zgn. ‘insectenzuiger’<br />

is uitgerust met ventilatoren en cyclonen. De insecten<br />

worden aangezogen via een 18 meter lange zuigarm. Vervolgens<br />

worden ze uit de luchtstroom verwijderd en opgevangen in een<br />

vergaarbak onderaan de machine. De zuigarm is inklapbaar<br />

zodat de machine de maximale transportbreedte van 3 meter<br />

niet overschrijdt. De wielophangingen zijn onafhankelijk stuurbaar,<br />

wat maakt dat de machine ook vlak kan opereren op<br />

hellingen en de bodemvrijheid gemakkelijk vergroot of verkleind<br />

kan worden. Door met de machine over het veld te rijden worden<br />

de insecten letterlijk opgezogen en zijn pesticiden niet meer<br />

nodig. Deze preventieve ingreep levert niet alleen tijdswinst op<br />

voor de producent, maar komt ook de kwaliteit van het eindproduct<br />

ten goede.<br />

De jury prees beide ingenieurs voor het originele idee, de<br />

duurzame aanpak en het commercieel potentieel van de<br />

machine. Ook de professionele presentatie bleef niet<br />

onopgemerkt.<br />

Loop-reactor en VR<br />

Voor de derde prijs scoorden twee masterproeven vrijwel ex<br />

aequo. Nele Merkelbach, industrieel ingenieur Chemie van<br />

Campus Diepenbeek, viel in de prijzen met ‘Development of a<br />

loop-crystalliser for active pharmaceutical ingredients’ (promotor:<br />

Prof. Leen Braeken). De jury was vol lof over de gedegenheid<br />

van Neles werk, de inzetbaarheid van de loop-reactor en de<br />

perspectieven voor verder onderzoek.<br />

Janne Heirman en Shivam Selleri, industrieel ingenieurs<br />

Elektronica-ICT van Campus Groep T, behaalden ook brons met<br />

‘Exploring the possibilities of Extended Reality in the world of<br />

firefighting’. (promotor: Prof. Stef Desmet). Beide Ingenieurs<br />

ontwikkelden een VR-tool waarmee (kandidaat) brandweerlui<br />

uiteenlopende soorten van branden leren bestrijden. De jury was<br />

onder de indruk van de kwaliteit van het visueel materiaal en van<br />

de presentatie.<br />

Yves Persoons<br />

CONNECTING<br />

23


DOCENT IN DE KIJKER<br />

DE ONDERWERELD<br />

VAN CYBERSPACE<br />

De digitale revolutie heeft in een recordtempo alle sectoren<br />

van de economie en de samenleving veroverd. In die mate<br />

dat de grenzen tussen de reële en de virtuele wereld almaar<br />

meer vervagen. Het virtuele universum is evenwel geen<br />

veilige omgeving. Zoals in de reële wereld kom je er nogal<br />

wat voetangels en klemmen tegen. Struikrovers en heuse<br />

dievenbendes liggen op de loer. Prof. Vincent Naessens<br />

schreef er een verhelderend boek over: ‘De Cyber Arena’.<br />

Het woord ‘arena’ is Latijn voor<br />

‘zand’ of ‘zandvloer’. De arena’s<br />

van de oude Romeinen waren het<br />

toneel van massaspektakels. Gladiatoren<br />

en wilde dieren vochten er op leven en<br />

dood en beten letterlijk in het zand. Die<br />

metafoor is volgens prof. Naessens ook<br />

van toepassing op de virtuele wereld.<br />

“Naarmate de digitalisering verder oprukt,<br />

nemen de krachtmetingen en cyberincidenten<br />

toe. Het bezit van digitale data<br />

wordt belangrijker dan grootgrondbezit of<br />

de controle over materiële grondstoffen.<br />

Complexe softwaresystemen beslissen<br />

over leven en dood”.<br />

Wereldtop<br />

Prof. Naessens doceert softwaresystemen<br />

en cyberbeveiliging op de<br />

Technologiecampus Gent. Hij is tevens<br />

hoofd van het Gentse filiaal van de onderzoeksgroep<br />

DistriNet, de internetpionier in<br />

België die tot de wereldtop behoort voor<br />

alles wat cyberbeveiliging aangaat. De<br />

groep is niet alleen actief in de academische<br />

wereld, maar werkt ook nauw<br />

samen met technologiebedrijven uit alle<br />

sectoren.<br />

“Momenteel richten we onze aandacht<br />

deels op ‘security awareness’”, legt prof.<br />

Naessens uit. “Het internet verbindt<br />

almaar meer diensten en nutsvoorzieningen.<br />

De elektronische handel bloeit als<br />

nooit voorheen. Intelligente toestellen en<br />

apparaten maken deel uit van het dagelijkse<br />

leven. Dit betekent dat cyberveiligheid<br />

niet alleen de hightechbedrijven of de<br />

IT-specialisten aanbelangt. Spectaculaire<br />

cyberaanvallen zoals bij Asco in Zaventem,<br />

Picanol in Ieper of heel recent nog de AP<br />

Hogeschool in Antwerpen zijn maar een<br />

topje van de ijsberg. In principe kan iedereen<br />

die geconnecteerd is op gelijk welk<br />

moment het ‘bezoek’ krijgen van individuen<br />

of organisaties met minder goede<br />

bedoelingen”.<br />

Ethisch hacken<br />

Cyberaanvallen heb je in alle vormen. Het<br />

varieert van het stelen van data over het<br />

platleggen van systemen tot het uitschakelen<br />

van fysieke doelwitten. “In de<br />

meeste gevallen gaat het om chantage of<br />

afpersing, waarbij losgeld wordt gevraagd<br />

dat tot honderdduizenden euro’s kan<br />

oplopen, te betalen in bitcoins”, vertelt<br />

prof. Naessens. “Grote bedrijven hebben<br />

misschien expertise in huis om zulke<br />

calamiteiten aan te pakken of te voorkomen,<br />

maar in de KMO’s of bij de<br />

particulieren liggen de kaarten anders. Een<br />

bijkomende complicatie zijn machines of<br />

apparaten die draaien op oudere software<br />

of die hardware bevatten die niet aangepast<br />

is aan de moderne software. In beide<br />

gevallen zijn investeringen nodig en die<br />

budgetten zijn niet altijd voorhanden”.<br />

Wereldwijd trekken overheden ten strijde<br />

tegen de om zich heen grijpende<br />

cybercriminaliteit. “Steeds meer landen<br />

beschikken intussen over een Cyber<br />

Emergency Response Team (CERT) voor<br />

de eerste hulp bij cyberincidenten. Verder<br />

zijn er ook bedrijven die gespecialiseerd<br />

zijn in dit domein. Soms huren die zelf<br />

24


Vincent Naessens<br />

© Ludo Ostijn<br />

doorgewinterde hackers in om de zwakke<br />

plekken in een systeem op te sporen, in<br />

ruil voor een beloning. Ethisch hacken,<br />

noemt men dit. De DistriNet spin-off<br />

Intigrity bijvoorbeeld schakelt een heel<br />

leger van dergelijke techneuten in die hun<br />

knowhow ter beschikking stellen van het<br />

goede doel”.<br />

Vier delen<br />

Prof. Naessens’ boek bestaat uit vier<br />

delen. In het eerste deel legt hij uit waarom<br />

digitale ecosystemen zo kwetsbaar zijn<br />

voor cyberaanvallen. In deel 2 beschrijft hij<br />

de groeiende digitale bedreigingen aan de<br />

hand van enkele opzienbarende cyberincidenten.<br />

In deel 3 worden verde digings<br />

mechanismen onder de loep genomen.<br />

En het vierde deel handelt over de<br />

actuele trends en de uitdagingen van het<br />

volgende decennium. Eén van de benaderingen<br />

om het leed te verzachten is<br />

volgens prof. Naessens de decentralisatie.<br />

“Grote centrale databanken werken<br />

als een magneet. Ze trekken hackers aan.<br />

Er valt daar veel te rapen. De buit is aanzienlijk.<br />

Decentralisatie van de informatie<br />

is hier een kwestie van risicospreiding”.<br />

‘De Cyber Arena’ heeft zijn entree niet<br />

gemist. In minder dan een maand tijd<br />

gingen al enkele honderden exemplaren<br />

de deur uit. Ook het schrijven van het<br />

boek verliep in sneltreinvaart. In minder<br />

dan drie maanden had prof. Naessens de<br />

klus geklaard. In de digitale wereld is<br />

kennis snel achterhaald, dus beseft de<br />

auteur heel goed dat zijn boek over dit<br />

onderwerp per definitie geen lang leven<br />

beschoren zal zijn. In dat opzicht verschilt<br />

de cyber arena weinig van haar voorganger<br />

uit de Romeinse tijd: ook daar waren<br />

tempo en afwisseling bepalende factoren.<br />

Yves Persoons<br />

Vincent Naessens, ‘De Cyber Arena’.<br />

Bestellen kan via Bol.com, Standaard<br />

Boekhandel en de uitgeverij Boekscout.<br />

De Kindle versie is beschikbaar<br />

via Amazon.<br />

CONNECTING<br />

25


ONDERZOEK IN DE KIJKER<br />

LIVING LABS VOOR CIRCULAIR<br />

BIO-GEBASEERD BOUWEN<br />

In de bouwsector staat de circulaire economie nog in de kinderschoenen. Omdat de meeste<br />

bouwprojecten nog altijd lineair worden geconcipieerd zijn de materialen zelden aanpasbaar<br />

tijdens de levenscyclus en na gebruik moeilijk recupereer- of upgradebaar. Dat het ook anders<br />

kan, blijkt uit het CBCI-project van de onderzoeksgroep Bouwfysica en Duurzaam Bouwen op<br />

de Technologiecampus Gent, getrokken door onderzoekers Lode Lefevre, Stijn Verdoodt,<br />

Leontien Bielen, Cihan Kayaçetin en Tetiana Lukianova.<br />

CBCI staat voor ‘Circular and Biobased<br />

Construction Industry’. Het<br />

is een Europees project waarin<br />

onderzocht wordt hoe grondstoffen en<br />

materialen in de bouw efficiënter gebruikt<br />

kunnen worden om o.a. de CO 2 -uitstoot<br />

te verminderen. Een integrale en biogebaseerde,<br />

industriële aanpak lijkt een<br />

geschikte manier te zijn om deze transitie<br />

mogelijk te maken.<br />

Lode en Stijn zijn het geknipte duo om<br />

deze klus te klaren. Lode is burgerlijk<br />

ingenieur-architect en Stijn is bio-ingenieur,<br />

gespecialiseerd in stedelijke landbouw en<br />

milieu. Beiden zijn verbonden aan de<br />

cluster sociaalecologisch bouwen van de<br />

onderzoeksgroep Bouwfysica en Duurzaam<br />

Bouwen op Technologiecampus<br />

Gent. Promotor van het CBCI-project is<br />

collega-architect Alexis Versele.<br />

Waardebehoud<br />

“De bouwsector is een enorme slokop<br />

van grondstoffen”, vertelt Stijn. “30 tot<br />

50% van alle materialen die in Europa<br />

worden gebruikt, is bestemd voor de<br />

bouw. Dat is ‘goed’ voor 1800 megaton<br />

per jaar of 33% van de totale CO2-<br />

uitstoot. Om de klimaatdoelstellingen te<br />

halen is een radicale ommezwaai nodig<br />

van de grondstoffen verslindende lineaire<br />

aanpak naar een circulair model dat<br />

gebaseerd is op hergebruik, waard<br />

behoud en het overschakelen op<br />

duurzame materialen”.<br />

“Dat er in de bouw helemaal niet gerecupereerd<br />

zou worden, klopt niet”,<br />

nuanceert Lode. “Een groot deel van de<br />

bakstenen in het bouwafval wordt al<br />

hergebruikt, maar wel voor een andere<br />

bestemming, namelijk als grondstof voor<br />

de wegenbouw. In dat specifieke geval<br />

gaat het om zogenaamd ‘downgraden’.<br />

Het recyclageproces dat hiervoor nodig is<br />

verbruikt echter veel energie, zodat een<br />

flink deel van de ecologische winst verloren<br />

gaat. We moeten echter hoger mikken<br />

en hoogwaardig hergebruik mogelijk<br />

maken. In een circulaire economie zouden<br />

de bakstenen met minder<br />

bewerkingen opnieuw in de woningbouw<br />

gebruikt worden. Er zijn reeds informatieplatformen<br />

opgezet zoals Opalis om<br />

beschikbare, te hergebruiken materialen<br />

en hun verdelers te adverteren.”<br />

Integraal<br />

“De transitie van een lineaire naar een<br />

circulaire en bio-gebaseerde bouw<br />

veronderstelt een integrale aanpak”, aldus<br />

Stijn. “Het gaat immers niet alleen om<br />

technologische ingrepen, ook de<br />

processen en de wet- en regelgeving<br />

moeten worden aangepast. Dat geldt<br />

eveneens voor de actoren in de<br />

bouwsector. Constructeurs, aannemers,<br />

leveranciers, fabrikanten, investeerders,<br />

eindgebruikers… allemaal dienen ze een<br />

mentale knop om te draaien. Ons doel<br />

bestaat er precies in om de technische,<br />

economische, juridische en sociale<br />

elementen samen te brengen in een<br />

model dat circulair en bio-gebaseerd<br />

bouwen mogelijk moet maken. Let wel,<br />

dit is niet bestemd voor eenmalig gebruik.<br />

Wat we ontwikkelen is bedoeld om in te<br />

zetten op industriële schaal. De integrale<br />

aanpak moet een nieuwe wind doen<br />

waaien in de bouwsector met als resultaat:<br />

meer duurzaam materiaal, minder<br />

energieverbruik, afval en CO 2 -uitstoot en<br />

hergebruik van grondstoffen”.<br />

Leeromgevingen<br />

In het CBCI-project nemen twee real-life<br />

cases een centrale plaats in. Dat zijn de<br />

Living Labs. Lode definieert ze als “experimentele<br />

leeromgevingen waarin innovatieve<br />

26


ideeën uitgeprobeerd kunnen worden in<br />

realistische scenario’s en omstandigheden<br />

en dat van bij de ontwerpfase tot het einde<br />

van de levensduur”.<br />

Het eerste Living Lab verrijst op de terreinen<br />

van de Technologiecampus Gent.<br />

Het wordt een testgebouw volgens de<br />

typologie van de rijwoning. Het is een<br />

prototype dat later ingezet zal worden in<br />

achtergestelde wijken bij stadsvernieuwingsprojecten.<br />

Daarbij zal het niet enkel<br />

gaan om groepswoningbouw, vernieuwbouw,<br />

maar ook om optoppingen en<br />

gevelrenovaties. Technisch zal het Living<br />

Lab zo ontworpen zijn dat al die scenario’s<br />

tot de mogelijkheden behoren.<br />

Daar-enboven zal het zodanig ontworpen<br />

worden dat bouwbedrijven in de sociale<br />

economie kunnen ingezet worden bij de<br />

bouw ervan en dat het gemakkelijk verplaatsbaar<br />

is naar andere stadswijken.<br />

Dat laatste zal trouwens nodig zijn voor<br />

het prototype, want in 2027 zal het plaats<br />

moeten maken voor het nieuwe masterplan<br />

van de campus. Het zal de ultieme<br />

test zijn voor het demontabele bio-gebaseerde<br />

Living Lab.<br />

Het tweede Living Lab wordt gebouwd in<br />

Kloetinge (Zeeuws-Vlaanderen) bij<br />

Emergis, een instelling voor geestelijke<br />

gezondheidszorg. Daar worden de gastenverblijven<br />

uitgebreid met een nieuwe<br />

circulair gebouwde vleugel. De units zullen<br />

gemakkelijk verplaatsbaar zijn en de<br />

ruimtes vlot herschikbaar. Op die manier<br />

kan er ingespeeld worden op de immer<br />

veranderende huisvestingsvraag van<br />

Emergis, waarbij niet langer afbraak en<br />

opbouw voor nodig zal zijn, maar simpelweg<br />

enkele eenvoudige aanpassingen,<br />

zonder veel energie- of materiaalverspilling.<br />

Het gebruik van bio-gebaseerde<br />

materialen verlaagt verder de ecologische<br />

impact en verzekert het circulaire bij einde<br />

levensduur.<br />

Stijn wijst verder nog op het belang van<br />

een draagvlak bij dergelijke projecten.<br />

“Van meet af aan hebben we een breed<br />

scala van stakeholders en experts bij ons<br />

onderzoek betrokken. Dit gebeurt via<br />

interviews, workshops, briefings en<br />

feedback-momenten. Voor het testen van<br />

de prototypes doen we een beroep op<br />

gespecialiseerde labs in eigen land, maar<br />

ook in Nederland en Engeland”.<br />

Output<br />

Het CBCI-project moet tegen 2022<br />

resulteren in diverse publicaties, MOOC’s,<br />

praktische handleidingen en een<br />

haalbaarheidsstudie. In de loop van <strong>2021</strong><br />

komt er nog een tentoonstelling over de<br />

onderzoeksresultaten. Uiteraard blijven de<br />

Living Labs beschikbaar als proof of<br />

concept voor studenten en professionals.<br />

Yves Persoons<br />

CBCI maakt deel uit van het Europees<br />

samenwerkingsproject Interreg 2<br />

Zeeën. Het wordt gefinancierd door<br />

het Europees Fonds voor Regionale<br />

Ontwikkeling (EFRO)<br />

www.interreg2seas.eu/nl/CBCI<br />

Lode Lefevre, Stijn Verdoodt, Alexis Versele en Cihan Kayaçetin<br />

© Yasmina Besseghir<br />

CONNECTING 27


ONDERZOEK IN DE KIJKER<br />

THE ADDED VALUE<br />

OF ADDITIVE MANUFACTURING<br />

Under the motto ‘Additive is Addictive’, the technology federation Agoria and<br />

the Sirris technology centre organised the first 3D-Printing Student & Young<br />

Potentials Challenge in 2020. Mirko Sinico, doctoral researcher from Group T<br />

Leuven Campus and his team ‘Bionic-A-Mold’ won the award in the category<br />

‘Tackle a company-owned challenge’ with brio.<br />

Agoria and Sirris launched the<br />

3D-Printing Challenge to stimulate<br />

the creativity of young researchers<br />

and professionals while embracing<br />

3D-printing techniques. The challenge<br />

was to design and create an object<br />

composed exclusively from 3D printed<br />

material. “Different 3D-printing techniques<br />

are at the basis of the Additive<br />

Manufacturing (AM) world”, explains<br />

Mirko. “AM refers to a group of production<br />

techniques in which parts are made from<br />

3D model data by joining materials layer<br />

by layer. AM offers many advantages<br />

compared to traditional subtractive manufacturing,<br />

such as its almost unlimited<br />

design freedom, enabling unprecedented<br />

levels of functional shapes, and the<br />

capability to produce personalised parts<br />

with improved material usage. This has<br />

evoked a true revolution in manufacturing<br />

and a rapid growth of the AM sector,<br />

representing a unique opportunity for the<br />

strongly-needed return of the manufacturing<br />

industry to Europe”.<br />

“Few people know that Belgium is actually<br />

a pioneer and a frontrunner in the<br />

development of 3D-printing, as quite a lot<br />

of early adopters are situated here”, Mirko<br />

continues. “It is therefore no coincidence<br />

that my interest in AM brought me to<br />

Belgium three years ago”.<br />

Doctoral research<br />

Mirko studied Materials Engineering at the<br />

University of Padova (Italy) and then<br />

specialized in AM at the Italian National<br />

Institute of Nuclear Physics. In 2017, he<br />

came to Leuven to work as a research<br />

associate on the project PAM² coordinated<br />

by Dr. Ir. Ann Witvrouw, Research &<br />

Innovation Manager at the KU Leuven<br />

Department of Mechanical Engineering.<br />

“PAM² stands for Precision Additive Metal<br />

Manufacturing”, says Mirko. “It was a<br />

three-year project that has now ended,<br />

funded by the EU Programme for<br />

Research and Innovation – Horizon 2020,<br />

in which a consortium of academic and<br />

industrial partners collaborated. The overall<br />

objective of PAM² was to ensure the<br />

availability of high-precision AM processes<br />

and computational design procedures.<br />

You have to know that AM of metals is a<br />

complex process with dozens of sensitive<br />

and interrelated process parameters,<br />

making it susceptible to thermal distortions,<br />

defects and process drift. The agile<br />

modelling of those processes is beyond<br />

current computational power and new<br />

methods are needed to practically predict<br />

performance and inform design. In addition,<br />

metal AM produces highly textured<br />

surfaces and complex surface features<br />

that stretch the limits of contemporary<br />

metrology. The aim of PAM² was to<br />

improve precision by enhancing robustness,<br />

predictability and metrology and by<br />

developing CAE methods that empower<br />

rather than limit AM design”.<br />

During his work as research associate at<br />

PAM², Mirko joined the ‘Additive<br />

Manufacturing’ and the ‘Manufacturing<br />

Metrology’ research groups in the<br />

Department of Mechanical Engineering,<br />

under the supervision of prof. Wim Dewulf<br />

at Group T Leuven Campus and Dr. ir.<br />

Ann Witvrouw. He is preparing a PhD on<br />

improving the surface quality and<br />

inspection of selective laser melted tool<br />

steel parts, with a focus on industrial<br />

tooling and molding components.<br />

Video pitch<br />

For the 3D-Printing Challenge, a 5-minutes<br />

video pitch was required from the<br />

candidates with a presentation of the<br />

3D-object and an explanation of the<br />

design process and its usability for the<br />

3D-printing manufacturing industry.<br />

Mirko and his teammates Ranjan Rajit<br />

and Moshiri Mandaná presented an<br />

original topology-optimised mold insert<br />

for an injection molding machine. In this<br />

device, heated liquid plastic is injected at<br />

high pressure into the mold where the<br />

material is given its final shape. “Thanks<br />

to the employment of a Design for<br />

AM-approach, our insert was significantly<br />

lighter and yet robust”, says Mirko. “We<br />

saved up to 50% of the material cost and<br />

gained more than 40% in production time<br />

considering a standard selective laser<br />

melting machine”. The jury praised the<br />

originality of the work, the creativity of the<br />

researchers and the market opportunity<br />

of the product. Prof. Wim Dewulf, Mirko’s<br />

promotor, was also quite impressed:<br />

“Rightful recognition for excellent and<br />

passionate academics with strong affinity<br />

for industrial application. A true ambassador<br />

of the PhD programme of KU<br />

Leuven Faculty of Engineering Technology”.<br />

Yves Persoons<br />

28


Mirko Sinico<br />

© Julie Feyaerts<br />

CONNECTING 29


ONDERZOEK IN DE KIJKER<br />

Brecht Willockx<br />

© Filip Van Loock<br />

ZONNEPANELEN VOOR<br />

PERENBOMEN<br />

Hoe combineer je de productie van voedsel en energie op eenzelfde site?<br />

Dat is het domein van ‘Agrivoltaics’ of het gebruik van landbouwgrond om op<br />

dezelfde plaats zowel gewassen te telen als zonne-energie op te wekken. Brecht<br />

Willockx, doctoraatsstudent Elektrische energiesystemen en –toepassingen op de<br />

Technologiecampus Gent presenteerde er een paper over tijdens de European PV Solar<br />

Energy Conference 2020 in Lissabon en won de Best Student Award.<br />

30


EU PVSEC behoort tot de meest prestigieuze<br />

conferenties over fotovoltaïsche zonnecellen. Voor<br />

de 37ste (online) editie in september 2020 werden<br />

meer dan 1000 abstracts ingestuurd. Daaruit selecteerde<br />

het wetenschappelijk comité 17 inzendingen van internationale<br />

doctoraatsstudenten voor de Best Student Award.<br />

Brechts technisch-economische studie van agrovoltaïsche<br />

systemen werd tot winnaar uitgeroepen ‘in recognition of<br />

the most remarkable and outstanding research work in the<br />

field of PV’.<br />

Brecht studeerde in 2017 af als industrieel ingenieur<br />

Energie aan Technologiecampus Gent. Na een bijkomende<br />

opleiding tot burgerlijk ingenieur vervoegde hij de<br />

onderzoeksgroep Energie en Automatisering van prof. Jan<br />

Cappelle als PhD-student. De start van een nieuw Vlaams<br />

VLAIO TETRA-project over Agrivoltaics (i.s.m. de Faculteit<br />

Bio-ingenieurswetenschappen van KU Leuven en het<br />

Innovatiesteunpunt van de Boerenbond) bood hem een<br />

unieke kans om dit in Vlaanderen nog onontgonnen terrein<br />

te verkennen.<br />

Hernieuwbare energie<br />

“De term ‘Agrivoltaics’ dook in 2011 voor het eerst op in<br />

een wetenschappelijke publicatie, maar was in Duitsland<br />

al langer gekend”, vertelt Brecht. “Aan de oorsprong ligt<br />

een almaar groter wordende behoefte aan hernieuwbare<br />

energie. Zonnepanelen op daken zijn inmiddels wijd<br />

verspreid, maar het landbouwareaal blijft voor het<br />

opwekken van groene energie nauwelijks benut. Nochtans<br />

zou men door doordachte combinatie van zonnepanelen<br />

en gewassen op akkers of plantages het land dubbel<br />

kunnen gebruiken. Op die manier kan de landbouwer<br />

naast voedselproducent ook energieproducent worden<br />

voor de lokale gemeenschap.”<br />

In het eerdergenoemde TETRA-project onderzoeken prof.<br />

Cappelle en zijn team of en hoe agrivoltaïsche systemen<br />

geïntegreerd kunnen worden in onze Vlaamse landbouw.<br />

Wat is de impact op de gewasopbrengst en de<br />

gewaskwaliteit? Wat is het hernieuwbare energiepotentieel<br />

van agrivoltaïsche systemen in Vlaanderen? Hoe moeten<br />

de zonnepanelen op de percelen geplaatst worden om<br />

economische rendabel te zijn: welke hoogtes, vaste of<br />

draaibare opstellingen, welke type panelen? Op basis van<br />

de vier proefvelden uit het project wordt een simulatietool<br />

gevalideerd die de impact op de gewassen en de<br />

energieopbrengst van verschillende configuraties kan<br />

berekenen.<br />

Aardappelen en peren<br />

Na een geslaagde oogst van aardappelen onder een<br />

zonnedak in een eerder experiment, richten de<br />

onderzoekers hun aandacht op andere teelten. “Afhankelijk<br />

van het gewas is een andere configuratie van zonnepanelen<br />

vereist”, zegt Brecht. “Een installatie boven een<br />

aardappelveld verplaats je niet zomaar naar een<br />

aardbeienplantage of een boomgaard. Bovendien leent<br />

niet elke gewas er zich toe. De uitdaging bestaat erin dat<br />

er naast het opwekken van energie nog voldoende licht<br />

over moet zijn voor de planten. Voor elk gewas is dat<br />

zoeken naar een optimaal evenwicht”.<br />

Binnen het TETRA-project concentreert Brecht zich op de<br />

‘ideale’ configuratie voor laagstammige perenbomen.<br />

“Peren zijn erg gevoelig voor hagel en hevige neerslag en<br />

kunnen dus best een dak boven het hoofd gebruiken. Die<br />

constructie moet evenwel aan een reeks voorwaarden<br />

voldoen. Zo moeten de palen voldoende ver uit elkaar<br />

staan om landbouwvoertuigen door te laten. Uiteraard<br />

moet de installatie ook wind- en stormbestendig zijn. En<br />

-last but not least- moet ze op de juiste manier de juiste<br />

hoeveelheid licht doorlaten”.<br />

Pilootopstelling<br />

Om de perfecte constructie te simuleren ontwikkelden<br />

Brecht en zijn collega’s een computermodel dat kan<br />

berekenen waar de palen moeten staan en hoe hoog en<br />

onder welke hoek de panelen best opgesteld worden.<br />

Bij een fruitteler in Bierbeek is een pilootinstallatie gebouwd<br />

om de tool uit te testen. Brecht geeft er de volgende<br />

beschrijving van: “Het dak rust op palen van 4,6 m hoogte<br />

en is uitgerust met speciaal ontworpen zonnecellen met<br />

een transparante achterkant en een efficiëntie van 21%. Ze<br />

zijn opgesteld in modules die zodanig geconfigureerd<br />

kunnen worden dat ze voor een homogene verdeling van<br />

het binnenkomende licht zorgen. Elke module bestaat uit<br />

36 cellen die opgedeeld zijn in vier rijen van negen cellen.<br />

Dat resulteert in een transparantiegraad van 40% en een<br />

output van 185W per module. De modules zelf liggen in<br />

drie rijen en zijn goed voor een totale output van 13.3 kW.”<br />

De oogst van de eerste zonne-peren was alvast een<br />

meevaller en stemt volgens Brecht hoopvol. “De fruitteler<br />

is alvast overtuigd van de voordelen ervan, niet alleen voor<br />

zijn opbrengst, maar eveneens voor zijn elektriciteitsrekening.<br />

Hij oogst nu ook energie die hij zelf kan gebruiken of te<br />

gelde maken op het net. Bovendien kunnen we op termijn<br />

de rendabiliteit nog beduidend verhogen. We kunnen het<br />

systeem bijvoorbeeld dynamisch maken, zodat de panelen<br />

meedraaien met de zon. Of zonnepanelen gebruiken die<br />

zonlicht en water omzetten in waterstof, dat gebruikt kan<br />

worden voor de opslag van zonne-energie, de aandrijving<br />

van landbouwvoertuigen of de productie van kunstmest.<br />

We staan nog maar aan het begin van een ontwikkeling<br />

die kan bijdragen tot het duurzaam maken van de hele<br />

landbouwsector”.<br />

Yves Persoons<br />

CONNECTING<br />

31


ONDERZOEK IN DE KIJKER<br />

ROBOT-ASSISTED<br />

OOGCHIRURGIE<br />

Het oog is niet alleen ons meest ontwikkelde zintuig, het is veruit ook het meest fragiele.<br />

Wereldwijd lijden naar schatting 244 miljoen mensen aan visuele beperkingen en stoornissen<br />

waarvoor op dit ogenblik geen remedie bestaat. Tal van problemen hebben te maken met het<br />

netvlies, het meest gevoelige deel van het oog. Jonas Smits, onderzoeker op Campus Groep T,<br />

stelde de technologie op punt die de chirurg in staat stelt om met een ongekende precisie<br />

oogingrepen uit te voeren. Voor zijn baanbrekend werk werd hij bekroond met de James<br />

Dyson Award 2020.<br />

Meer dan 1700 jonge onderzoekers<br />

en uitvinders uit 27 landen<br />

dongen in 2020 mee naar de<br />

prestigieuze James Dyson Awards, genoemd<br />

naar de bekende Britse uit vinder,<br />

designer en ondernemer. Uit de inzendingen<br />

selecteerde de jury 81 nationale<br />

finalisten (1 per land). Voor België viel<br />

Jonas Smits, op dat moment PhDstudent<br />

bij de onderzoekseenheid<br />

Robotica, Automa tisering en Mechatronica,<br />

in de prijzen.<br />

Jonas studeerde in 20<strong>15</strong> af als industrieel<br />

ingenieur Elektromechanica, optie ‘Intelligent<br />

Mechanics’. Eerder had hij al een<br />

professionele bacheloropleiding aan de<br />

toenmalige KH Kempen (nu Thomas More<br />

– Geel) gevolgd. Tijdens zijn masterproef<br />

over heupprotheses ontdekte hij de<br />

wondere wereld van de biomechanica en<br />

Health Engineering en besloot er zich<br />

verder in te verdiepen. Prof. Manu Vander<br />

Poorten van de RAM-groep bood hem<br />

prompt een onderzoeksproject aan over<br />

robot-geassisteerde chirurgie.<br />

Microchirurgie<br />

“Oogoperaties zijn per definitie precisiewerk”,<br />

zegt Jonas. “De retinale<br />

micro chirurgie is daar het beste voorbeeld<br />

van. Het netvlies -of retina- bestaat onder<br />

meer uit 126 miljoen zintuigcellen die het<br />

licht opvangen dat door het oog binnenvalt.<br />

Die cellen hebben de vorm van<br />

kegeltjes en staafjes. De kegeltjes zijn<br />

bezet met pigmentale cellen om kleurverschillen<br />

waar te nemen. De staafjes<br />

dienen om licht en donker te onderscheiden.<br />

Als je het zou vergelijken met digitale<br />

signalen, dan heeft het netvlies een bandbreedte<br />

van 8,75 megabit per seconde.<br />

Het gaat dus om een zeer complex en<br />

kwetsbaar zintuig, waardoor bij retinale<br />

chirurgie vaak de grenzen van de menselijke<br />

precisie bereikt worden.”<br />

“De vitreoretinale chirurgie is een zeer<br />

uitdagende subspecialisatie in de<br />

oogheelkunde”, vervolgt Jonas. “Ze wordt<br />

uitgevoerd met behulp van een microscoop<br />

en via handen die wellicht reeds bij de<br />

meest stabiele ter wereld behoren. Maar<br />

dan nog kunnen onbedoelde bewegingen<br />

zoals handtrillingen of oogrotaties roet in<br />

het eten strooien. Daardoor blijven<br />

sommige behandelingen nog altijd beperkt<br />

of zijn ze gewoon niet uit te voeren. Er is<br />

dus nood aan een prestatieverhogende<br />

technologie”.<br />

Uitdaging<br />

In zijn onderzoek naar veiligere behandelingsmethodes<br />

werd Jonas ge confronteerd<br />

met drie uitdagingen. “Om te<br />

beginnen moet je tijdens de ingreep het<br />

oog kunnen stabiliseren. Verder moet de<br />

chirurgische precisie opgedreven worden.<br />

En -last but not least- moet je het instrument<br />

zelf ook kunnen immobiliseren.<br />

Tijdens mijn onderzoek had ik de kans om<br />

een wereldprimeur op het gebied van de<br />

robot-geassisteerde retinale chirurgie mee<br />

mogelijk te maken. Daarbij slaagde de<br />

chirurg erin om het behulp van een robot<br />

een infuusnaald van 30 micro millimeter in<br />

een ader van ongeveer een haardikte in<br />

te brengen”.<br />

Jonas’ onderzoek hanteert drie methodes<br />

om de retinale microchirurgie te<br />

optimaliseren. De eerste bestaat erin om<br />

de handbewegingen van de chirurg zo<br />

nodig te corrigeren door het inzetten van<br />

tegenwerkende krachten. Bij de tweede<br />

methode gaat het om het voorkomen van<br />

ongewenste oogbewegingen. Dit gebeurt<br />

door een slimme combinatie van<br />

verbindingen en koppelingen. Tijdens het<br />

bewegen behouden deze een vast punt<br />

in de ruimte waar het instrument altijd<br />

doorheen gaat. Wanneer het oog is<br />

uitgelijnd met de chirurgische incisie,<br />

wordt het gedurende de hele ingreep in<br />

een stabiele positie gehouden. Ten derde<br />

is de chirurg in staat om het instrument<br />

op elk moment te immobiliseren met<br />

behulp van een voetpedaal dat het<br />

mechanisme vergrendelt”.<br />

Veelbelovend<br />

Op 23 september 2020 -ruim een maand<br />

na de James Dyson Award- verdedigde<br />

Jonas zijn proefschrift in de promotiezaal<br />

van KU Leuven. Ook dit keer stak de jury<br />

haar lof niet onder stoelen of banken. “Dit<br />

werk betekent een belangrijke stap<br />

voorwaarts in de robot-geassisteerde<br />

retinale bewegingen. De initiële resultaten<br />

zijn veelbelovend en moedigen verder<br />

klinisch onderzoek aan”, luidde het<br />

eindoordeel.<br />

Yves Persoons<br />

32


Jonas Smits<br />

© Filip Van Loock<br />

CONNECTING<br />

33


DOCTORATEN<br />

DOCTORATEN AAN FIIW<br />

(SEPTEMBER 2020 – FEBRUARI <strong>2021</strong>)<br />

29/09/2020<br />

Jesse Stoops<br />

CAMPUS GEEL<br />

De dynamiek van de microbiële gemeenschap in eiwitrijke<br />

levensmiddelen verpakt onder gewijzigde atmosfeer<br />

• Prof. Leen Van Campenhout (promotor)<br />

• Prof. Johan Claes (co-promotor)<br />

19/10/2020<br />

Tom Molkens<br />

CAMPUS DE NAYER<br />

Bepaling van het na-brand draagvermogen van industriële<br />

stalen en roestvast stalen gebouwen<br />

• Prof. Barbara Rossi (promotor)<br />

23/10/2020<br />

Valeria Angarano<br />

TECHNOLOGIECAMPUS GENT<br />

Photodynamic Inactivation of Bacterial Contaminations:<br />

Application to Biofilms<br />

• Prof. Jan Van Impe (promotor)<br />

• Dr. Andre Chieffi, Proctor & Gamble Company (co-promotor)<br />

04/11/2020<br />

Sven Gobert<br />

CAMPUS DIEPENBEEK<br />

Implementatie van flow technologie voor de continue productie<br />

van microcapsules via emulsie-gebaseerde technieken<br />

• Prof. Leen Thomassen (promotor)<br />

• Prof. Simon Kuhn (co-promotor)<br />

• Prof. Leen Braeken (co-promotor)<br />

19/11/2020<br />

Paula Bustillo Trueba TECHNOLOGIECAMPUS GENT<br />

Beer flavour instability: Unravelling formation and/or release of<br />

staling aldehydes<br />

• Prof. Luc De Cooman (promotor)<br />

• Prof. Guido Aerts (co-promotor)<br />

• Dr. Gert De Rouck (co-promotor)<br />

• Dr. Jessika De Clippeleer (co-promotor)<br />

• Prof. Joseph De Brabanter (co-promotor)<br />

02/12/2020<br />

Satyajeet Sheetal Bhonsale TECHNOLOGIECAMPUS GENT<br />

Numerical methods for predictive milling of Active<br />

Pharmaceutical Ingredients: Modelling of spiral jet mills<br />

• Prof. Jan Van Impe (promotor)<br />

• Dr. Dries Telen (co-promotor)<br />

• Dhr. Bard Stokbroekx, Pharmaceutical Companies of<br />

Johnson and Johnson (co-promotor)<br />

3/02/<strong>2021</strong><br />

Jeroen Van Hauwermeiren TECHNOLOGIECAMPUS GENT<br />

In-field motion tracking for the validation and calibration of<br />

models for crowd-induced loading<br />

• Prof. Peter Van den Broeck (promotor)<br />

• Prof. Maarten Vergauwen (co-promotor)<br />

• Dr. Katrien Van Nimmen (co-promotor)<br />

4/02/<strong>2021</strong><br />

Alan Javaux<br />

CAMPUS GROEP T<br />

Structured assessment of innovative surgical technologies early<br />

in the design phase<br />

• Prof. Emmanuel Vander Poorten (promotor)<br />

• Prof. Kathleen Denis (co-promotor)<br />

11/02/<strong>2021</strong><br />

Kevin Verniers<br />

TECHNOLOGIECAMPUS GENT<br />

Investigation of Visible Light Communication in a Realistic<br />

Indoor Illumination Scenario<br />

• Prof. Nobby Stevens (promotor)<br />

• Prof. Sofie Pollin (promotor)<br />

• Prof. Liesbet Van der Perre (co-promotor)<br />

11/02/<strong>2021</strong><br />

Matthijs Somers<br />

CAMPUS DE NAYER<br />

The role of digestate disintegration in anaerobic digestion<br />

• Prof. Lise Appels (promotor)<br />

• Dr. Samet Azman (co-promotor)<br />

12/02/<strong>2021</strong><br />

Xingyue Yu<br />

CAMPUS DE NAYER<br />

Unraveling the mechanisms behind Advanced Reduction<br />

Processes as an innovative purification method for industrial<br />

wastewater<br />

• Prof. Raf Dewil (promotor)<br />

• Prof. Deirdre Cabooter (co-promotor)<br />

17/02/<strong>2021</strong><br />

Audrey Miserez<br />

CAMPUS DE NAYER<br />

Valorization of landscape residues: The potential of heathland<br />

and forest management residues for the ornamental sector in<br />

Flanders, Belgium<br />

• Prof. Karen Vancampenhout (promotor)<br />

• Prof. Johan Ceusters (co-promotor)<br />

7/12/2020<br />

Carlos Jiménez Peña TECHNOLOGIECAMPUS GENT<br />

Fatigue Behaviour of Bolted Connections in Moderately Thick<br />

High Strength Steels (HSS)<br />

• Prof. Dimitri Debruyne (promotor)<br />

• Prof. Barbara Rossi (co-promotor)<br />

34


WETENSCHAPSCOMMUNICATIE<br />

DAG VAN DE WETENSCHAP:<br />

DUURZAAMHEID OP AFSTAND<br />

Op 22 november vierde de Dag van de Wetenschap zijn tiende verjaardag met een online<br />

liveshow vol ontdek- en experimenteerplezier. Campus Brugge en Technologiecampus Gent<br />

waren prominent aanwezig met blikvangers uit eigen huis. De wereldkampioenen van het<br />

Agoria Solar Team openden de jubileumeditie.<br />

leerde hoe ze een tekenende zandloper<br />

konden maken.<br />

Prof. Vincent Naessens, auteur van het<br />

boek ‘De Cyber Arena’, nam de bezoekers<br />

mee op sleeptouw in de digitale realiteit<br />

van het internet waar het almaar onveiliger<br />

wordt.<br />

Na de verwelkoming door Hilde<br />

Crevits, Vlaams minister van<br />

Economie, Innovatie, Werk, Sociale<br />

Economie en Landbouw en gastheer<br />

Stéphane Berghmans, CEO van<br />

Technopolis, gaf het Agoria Solar Team<br />

van de Leuvense ingenieurs de aftrap. De<br />

zonnewagen, die in het najaar van 2019<br />

het wereldkampioenschap in Australië<br />

won, paste helemaal in het thema<br />

‘duurzaamheid’ van de feesteditie.<br />

“Zonnewagens zijn een mooie toepassing<br />

van wetenschap en tonen wat allemaal<br />

mogelijk is met de nieuwste technologieën<br />

en hernieuwbare energie”, verklaarde<br />

piloot Ruben Van Acker. Teamlid Ruben<br />

Holsbeekx leidde de bezoekers vervolgens<br />

virtueel rond in de werkplaats waar de<br />

zonnewagens ontworpen en gebouwd<br />

worden. Daar wordt nu met man/vrouw<br />

en macht gewerkt aan de negende wagen<br />

waarmee het team in oktober <strong>2021</strong> zijn<br />

wereldtitel zal verdedigen.<br />

Kunststof en kustbescherming<br />

Campus Brugge pakte uit met drie<br />

activiteiten. In ‘PMD on tour: van afval tot<br />

gerecycleerde sleutelhanger’ lieten Cédric<br />

De Schryver en Ineke Velghe zien hoe je<br />

kunststoffen uit de PMD-zak kunt<br />

verwerken tot een nieuw product. Ze<br />

hadden het o.m. over sorteren, vermalen,<br />

compounderen en spuitgieten.<br />

In ‘Golfje over: kustbescherming’ toonde<br />

prof. Pieter Rauwoens hoe de oceaangolven<br />

de kustlijnen beïnvloeden en stranderosie<br />

in de hand werken. Hij voorspelde ook wat<br />

ons te wachten staat als de golven groter<br />

worden en de zeespiegel stijgt.<br />

Prof. Kurt Claeys, Sofie Martien en Henri De<br />

Vroey van de Faculteit Revalidatiewetenschappen,<br />

vergastten de senioren (in<br />

spe) met op onderzoek gebaseerde tips &<br />

tricks over ‘actief en mobiel ouder worden’.<br />

Zandloper en rotsgraf<br />

Op de Technologiecampus Gent was het<br />

eveneens prettig online vertoeven. Dimitri<br />

Coppens gaf via livestream een workshop<br />

waarin hij kinderen tussen 10 en 13 jaar<br />

In ‘Puzzling Tombs’ kon je een virtuele<br />

3D-reconstructie van een rotsgraf uit het<br />

Egyptische middenrijk (2055 – 1700 v.<br />

Chr.) meemaken. De rotsgraven van Dayr<br />

al-Barsha worden momenteel digitaal<br />

gereconstrueerd met innovatieve<br />

opnametechnieken. Via algoritmen kunnen<br />

brokstukken en fragmenten opnieuw in<br />

elkaar worden gepast in een flexibele,<br />

interactieve 3D-omgevingen. Het project is<br />

een knap staaltje van samenwerking<br />

tussen de bouwkundigen in Gent en de<br />

Egyptologen in Leuven.<br />

Verder zette de Gentse campus ook de<br />

eigen deuren open. Onderzoekers<br />

verwelkomden de bezoekers in de<br />

laboratoria duurzaam bouwen,<br />

lichttechnologie, elektrische fietsen en inde<br />

unieke pilootbrouwerij. Jongeren konden<br />

zich tijdens een 360° campustour al even<br />

een student industrieel ingenieur wanen.<br />

Yves Persoons<br />

CONNECTING<br />

35


FACULTY WORLDWIDE<br />

TWINNING AND DUAL<br />

DEGREE PROGRAMMES<br />

IN INDIA & THAILAND<br />

Group T Leuven Campus has a 20-year long tradition in dual undergraduate degree<br />

programmes with several renowned Chinese universities. For years, hundreds of students<br />

from China have populated the English taught bachelor programme in Engineering<br />

Technology. The strategic target regions for international students also include Thailand and<br />

India. In October 2020, the first group of undergraduate students from Vellore Institute of<br />

Technology (India) and Thammassat University (Thailand) started their study in Leuven.<br />

In January 2020, KU Leuven and Vellore<br />

Institute of Technology signed a cooperation<br />

agreement for the establishment<br />

of a twinning degree programme in<br />

Engineering Technology. An intensive<br />

campaign was then launched at VIT to<br />

promote the programme to their students.<br />

Ranjini Mayichery of the Group T International<br />

Office, active in the field of<br />

admissions and recruitment and contact<br />

person for India, welcomed the first three<br />

students and guaranteed a smooth<br />

start-up. Arvind Giridhar, Sanat Kumar<br />

and Arfaat Ahmed Peer Iftequar arrived in<br />

Leuven last August. They are still getting<br />

used to the cold temperatures in Belgium,<br />

as the south of India has quite a different<br />

climate with temperatures of more than<br />

40 degrees in summer.<br />

Arvind Giridhar, Sanat Kumar and Arfaat Ahmed Peer Iftequar<br />

(Vellore Institute of Technology – India)<br />

© Julie Feyaerts<br />

Arvind, Sanat and Arfaat were already<br />

planning to go abroad after their bachelor<br />

study, but the new possibilities changed<br />

these plans. Arvind remarks: “The<br />

information came close to the deadline for<br />

application, so we had to decide quickly.<br />

Of course, our parents also came into the<br />

story, because their support is essential in<br />

carrying out our plans. Months later, I can<br />

now recommend everyone to study<br />

abroad and take on an international<br />

programme”.<br />

36


Naphrut Wandee, Chutkaew Girdpra and Kawin Sirichantakul<br />

(Thammasat University – Thailand)<br />

© Julie Feyaerts<br />

“One advantage is that many Indian<br />

students already have an international<br />

outlook”, adds Sanat. ”Still, the KU<br />

Leuven system of study proved to be<br />

challenging. The focus on student<br />

autonomy and guided self-study is new to<br />

many international students. Time<br />

management is an important skill in<br />

planning your study at KU Leuven.”<br />

“The first days were not easy, with no<br />

other Indian students around, so there<br />

was no other option than to socialise with<br />

Belgian students. The WhatsApp group<br />

set up by Group T Leuven Campus<br />

proved to be extremely useful, but still it<br />

was so cold”, shivers Arvind. “Moreover,<br />

on Sunday everything is closed. The<br />

campus life is also radically different. VIT<br />

is a community with everything present<br />

on-campus; in Leuven, the university is a<br />

city with a large city campus.<br />

Nevertheless, the message to future<br />

candidates for the twinning programme<br />

VIT–KU Leuven is unanimous. “Go for it!”,<br />

Ahmed confirms . “If you want to improve<br />

your CV as an engineer, KU Leuven is a<br />

very good place to go”. The students plan<br />

to do a master’s course also in Leuven,<br />

Ahmed sees a future in international<br />

business. “This way, our study is a<br />

stepping stone for our future career as an<br />

engineer, be it in R&D or in business.”<br />

Dual degree<br />

At Thammasat University, information<br />

sessions were set up by Kantima<br />

Thongkhao, who since 2018 has been the<br />

KU Leuven internatonal liason in Thailand<br />

and is involved in the KU Leuven alumni<br />

chapter for Thailand. Kawin Sirichantakul,<br />

Naphrut Wandee, Chutkaew Girdpra are<br />

the first Thai students from Thammasat<br />

University in the dual degree programme<br />

in Engineering Technology at Group T<br />

Leuven Campus.<br />

The engineering programme at<br />

Thammasat has two study tracks, one of<br />

which is taught in English, geared towards<br />

international mobility during the<br />

undergraduate study phase. Kawin,<br />

Chutkaew and Naphrut were all three in<br />

this study track, with an international<br />

mobility to the UK or Australia in mind.<br />

The international perspective already<br />

implies a thorough knowledge of English<br />

as well as an international outlook.<br />

Chutkaew admits: “It was the first time<br />

that we heard about the possibility of<br />

study at KU Leuven. I did some research<br />

and found that KU Leuven has a very<br />

good reputation for research and<br />

technology. Moreover, the quality of life in<br />

a small city like Leuven is high. The<br />

facilities for students are very affordable<br />

and of high level. ”<br />

Due to the COVID-19 pandemic, the<br />

preparation happened in an untypical<br />

way. The visa processing and preparation<br />

was compressed into a three-week<br />

period just before the start of the<br />

academic year. On 7 October, the<br />

students could finally start their study,<br />

with specific guidance to catch up with in<br />

the first few weeks of the academic year.<br />

The International Office on Group T<br />

Leuven Campus supported and advised<br />

them on how to get organised.<br />

Naphrut explains: “The start was<br />

overwhelming; the way of working is<br />

totally different at KU Leuven. The<br />

welcome was warm, with a Thai buddy<br />

guiding us, even cooking for us every<br />

week”.<br />

About the engineering programmes on<br />

Group T Campus, Kawin says: “The<br />

engineering programme here is more<br />

hands-on, you need to conceive and<br />

design things, e.g. running an actual<br />

programme to make a robot move. In<br />

Thammasat, a system of mid-term and<br />

end of term exams is used, so this will<br />

also put some flexibility in our study<br />

approach”, according to Chutkaew.<br />

“Self-discipline is essential for students<br />

coming to KU Leuven”, says Naphrut,<br />

“Students have to work independently,<br />

which obviously is also strengthened by<br />

the COVID-19 situation”.<br />

The Thai trio has no doubt about it:<br />

“COVID-19 or not, by the time we<br />

graduate, we will be global engineers”.<br />

Hilde Lauwereys<br />

CONNECTING 37


ALUMNUS IN DE KIJKER<br />

Yolan Gielen<br />

© Filip Van Loock<br />

38


YOLAN GIELEN:<br />

DE CIRCULAIRE INGENIEUR<br />

Hoe zal de economie eruitzien in het postcorona-tijdperk? Nemen we opnieuw de oude<br />

draad op of slaan we resoluut nieuwe wegen in? Volgens alumnus Yolan Gielen kan er<br />

van een echte re-montage pas sprake zijn als de grondstoffen- en energieverslindende<br />

lineaire economie plaats maakt voor een systeem waarin alles wat waarde heeft,<br />

waardevol kan blijven. Een portret van de facilitator Circulaire Economie bij<br />

Vlaanderen Circulair.<br />

“<br />

Tijdens de studiereis naar China<br />

in het voorjaar van 2013 raakte<br />

Yolan in gesprek met groepsbegeleider<br />

Stijn De Jonge, de oprichter<br />

en bezieler van de cvba-so CORE, een<br />

coöperatie van geëngageerde ingenieursstudenten<br />

en vennoten die<br />

concepten uitwerkt i.v.m. rationeel<br />

energiegebruik. Terug in Leuven vervoegde<br />

Yolan het nog prille team en<br />

vond er een biotoop die hem op het lijf<br />

geschreven was. “Mede-eigenaar zijn<br />

van een onderneming die bezig is met<br />

innovatie en groene energie en die<br />

haar winst opnieuw investeert in<br />

projecten met een sociaal oogmerk,<br />

meer had ik niet nodig”, bevestigt<br />

Yolan. “Bovendien leerde ik er het<br />

werkterrein kennen dat mijn passie zou<br />

worden: de circulaire economie”.<br />

“De twee jaren dat ik bij CORE aan de<br />

slag ben geweest hebben mij gevormd<br />

als ingenieur én als mens”, vervolgt<br />

Yolan. “Door de veelzijdigheid van de<br />

job en het veelvuldig contact met<br />

teamleden, partners en klanten<br />

begreep ik hoe belangrijk sociale<br />

vaardigheden wel zijn als aanvulling bij<br />

je technische kennis. De woorden ‘soft<br />

skills’ of ‘professionele vaardigheden’<br />

gebruik ik liever niet. Ik hou meer van<br />

het begrip ‘transversale competenties’,<br />

dat zijn clusters van kennis,<br />

vaardigheden en attitudes die je in elke<br />

werksituatie nodig hebt, zelfs in de<br />

meest technische”.<br />

Lineair vs. Circulair<br />

Na een kort intermezzo bij Engie-<br />

Fabricom vindt Yolan de job van zijn<br />

leven bij Vlaanderen Circulair,<br />

gevestigd in de hoofdzetel van OVAM<br />

in Mechelen. “Vlaanderen Circulair is<br />

een partnerschap van overheden,<br />

ondernemingen, met middelveld maar<br />

ook universiteiten en financierders, dat<br />

de overstap van een lineaire naar een<br />

circulaire economie faciliteert”, legt<br />

Yolan uit. “Het verschil heeft alles te<br />

maken met het al dan niet behoud van<br />

waarde. In de klassieke lineaire aanpak<br />

wordt van grondstoffen een product<br />

gemaakt. Van zodra dat product<br />

verkocht wordt, daalt het plots in<br />

waarde. In die mate dat -eenmaal de<br />

gebruikstijd verstreken- je voor het<br />

afgedankte product moet betalen om<br />

het kwijt te geraken. De circulaire<br />

economie daarentegen streeft ernaar<br />

om minder materialen en grondstoffen<br />

zo hoogwaardig mogelijk te blijven<br />

inzetten, door ze te herstellen, te<br />

verbeteren, te ontmantelen en te<br />

recycleren tot componenten voor<br />

nieuwe producten. In een optimale<br />

circulaire economie bestaat er m.a.w.<br />

geen afval, want alles wordt nieuwe<br />

grondstof. Als er effectiever én<br />

efficiënter met materialen wordt<br />

omgesprongen, daalt ook het<br />

energieverbruik en slaan we twee<br />

vliegen in één klap. De schaarse<br />

grondstoffen worden beter benut en<br />

de uitstoot van grote hoeveelheden<br />

CO 2 drastisch gereduceerd”.<br />

Coaching<br />

Als facilitator Circulaire Economie<br />

bestaat Yolans’ job vooral uit educatie<br />

en coaching van bedrijven en onderwijsinstellingen.<br />

Dat kan gaan van het<br />

sensibiliseren van jongeren tot het<br />

ondersteunen van ondernemingen en<br />

sectoren bij transitieprojecten. Een van<br />

de succesformules zijn de Eco Design<br />

Challenges, dat zijn ‘bootcamps’<br />

waarin mensen met diverse professionele<br />

achtergrond de koppen bij elkaar<br />

steken om nieuwe projecten te bedenken<br />

en netwerken te vormen.<br />

Dat de circulaire economie de wind in<br />

de zeilen heeft, bleek nog midden<br />

vorig jaar uit een enquête bij een<br />

representatieve groep ondernemers.<br />

Circulaire bedrijven blijken beduidend<br />

beter bestand te zijn tegen de<br />

coronacrisis. Dertig procent van de<br />

respondenten verklaarde dat de<br />

circulaire economie hen minder<br />

afhankelijk maakt en tot meer<br />

samenwerking leidt. Volgens Yolan<br />

wordt de circulaire economie dan ook<br />

het nieuwe normaal. Agoria’s slagzin<br />

‘Control, Alt, Re-use’ zou weleens met<br />

motto van het postcorona-tijdperk<br />

kunnen worden.<br />

Yves Persoons<br />

www.vlaanderen-circulair.be<br />

CONNECTING<br />

39


FORUMAVONDEN<br />

FORUMAVONDEN ALUMNI INGENIEURS KU LEUVEN<br />

ECOSYSTEMEN BIJ INNOVATIES:<br />

innoveren doe je niet alleen<br />

CORONAVACCIN:<br />

het verhaal achter de spuit<br />

Ò Digitale technologieën en platforms maken samenwerking<br />

almaar laagdrempeliger en eenvoudiger. Schaalgrootte is<br />

niet langer het enige criterium om efficiënt te werken. De tijd<br />

van solo-technologie-innovator is definitief achter de rug.<br />

Door slim samen te werken kunnen bedrijven sneller en beter<br />

innoveren. Maar niet enkel digitale ondernemingen hebben<br />

baat bij een ecosysteem-aanpak. Tijdens de forumavond<br />

brengen we twee ‘best practices’ uit evenveel ‘traditionele’<br />

sectoren: de textiel en de pianobouw.<br />

Ò Sprekers:<br />

Prof. dr. Bart Van Looy (KU Leuven) leidt in. Hij schetst een<br />

wetenschappelijk kader om ecosystemen beter te begrijpen en<br />

in te zetten.<br />

Julie Lietaer (co-CEO European Spinning Group) vertelt het<br />

verhaal van haar start-up Ariadne Innovation en het digitale<br />

platform ‘Ellie.Connect’. Hoe kan een ecosysteem bijdragen tot<br />

een meer duurzame textielsector?<br />

Stefan Vanfleteren (General Manager Piano’s Maene) geeft tekst<br />

en uitleg bij de ontwikkeling van de rechtsnarige vleugelpiano,<br />

de belangrijkste innovatie in de akoestische pianobouw sinds<br />

de gestandaardiseerde Steinway vleugel bij het begin van de<br />

20ste eeuw. Deze wereldprimeur is een combinatie van unieke<br />

knowhow en een al even uniek ecosysteem.<br />

Ò Panelgesprek van de sprekers met gelegenheid tot vragen<br />

Ò Datum: dinsdag 9 maart <strong>2021</strong>, 19:00 tot 21:00<br />

Ò Locatie: Technologiecampus Gent,<br />

online via Microsoft Teams<br />

Ò Meer info en inschrijven:<br />

www.alum.kuleuven.be/alumni-ingenieurs<br />

i.s.m. FarmaLeuven, alumnivereniging van de Faculteit<br />

Farmaceutische Wetenschappen<br />

Ò De eerste COVID-19 vaccins zijn toegediend en de algemene<br />

vaccinatie komt op gang. Achter dit huzarenstuk gaat een<br />

ongemeen boeiend verhaal schuil: van zoeken en tasten, van<br />

ontwikkelen en uitproberen, van produceren en distribueren,<br />

van selecteren en vaccineren. Een verhaal met, door en van<br />

vele actoren: voor en achter de schermen, met en zonder<br />

witte jas. De Forumavond opent het hele boekje.<br />

Ò Sprekers:<br />

Prof. Leen Delang, virologe aan het Rega Instituut, leidt in:<br />

hoe werken virussen, welke vaccins zijn in ontwikkeling en<br />

wat komt er allemaal bij kijken?<br />

Prof. Johan Neyts, viroloog aan het Rega Instituut, presenteert<br />

de ontwikkeling van het KU Leuven COVID-19 vaccin.<br />

Ir. Yves Vancleemput, alumnus van de Faculteit<br />

Ingenieurswetenschappen (Chemische ingenieurstechnieken)<br />

en General Manager van The Janssen Pharmaceutical<br />

Companies of Johnson & Johnson, doet het productieproces<br />

van het vaccin en de opschaling ervan uit de doeken. Met<br />

speciale aandacht voor de rol van de ingenieurs in het verhaal.<br />

Ò Debat van de sprekers met gelegenheid tot vragen<br />

Ò Datum: donderdag 18 maart <strong>2021</strong>, 19:00 tot 21:00<br />

Ò Locatie: KU Leuven – Campus Arenberg via Youtube<br />

livestream<br />

Ò Meer info en inschrijven:<br />

www.alum.kuleuven.be/alumni-ingenieurs<br />

Blijf in contact<br />

Word lid van Alumni Ingenieurs<br />

KU Leuven of hernieuw je lidmaatschap<br />

3 3 keer per jaar <strong>ConnectING</strong> in je brievenbus, uitgegeven door de Faculteit<br />

Industriële Ingenieurswetenschappen in samenwerking met de alumni kringen<br />

3 Sponsoring van promotiebijeenkomsten<br />

3 Uitnodigingen voor heel wat universitaire activiteiten en exclusieve events<br />

3 Kortingen op o.a. Festival van Vlaanderen en andere Samenaankoop KU Leuvenvoordelen<br />

zoals kortingen op Kinepolis filmtickets, pretpark bezoeken e.a.<br />

3 …<br />

Bouw aan je kennis. Deel ervaringen.<br />

Verruim je netwerk. Blijf verbonden.<br />

U www.linkedin.com/company/<br />

alumni-ingenieurs-ku-leuven<br />

Je kan je lidmaatschap (25 euro) combineren<br />

met een lidmaatschap van de<br />

ie-net ingenieursvereniging.<br />

connect.kuleuven.cloud

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!