Tijdschrift 1/2021 - Een mensenleven lang bij HVK, Gehoorbescherming, bloedende oren
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
04 - Vrijwilliger
05 - Vrijwilliger
Pionier
in de hulpverlening
Dit jaar is Peter Van Mol maar liefst 44 jaar actief bij Het Vlaamse Kruis. Het begon allemaal bij een
EHBO-cursus in het parochiezaaltje achter de hoek en eindigde met een bestuursfunctie in de raad van
bestuur. “Het is gewoon een vibe, dat krijg je niet uitgelegd.”
“Het teamwork in
de hulpverlening
dat je ziet op tv is
er in het echt ook!”
HOE HEB JE HET VLAAMSE KRUIS LEREN
KENNEN?
Peter: “In 1977 ben ik erin gerold. Ik was toen 16.
Het Vlaamse Kruis was in die tijd nog niet zo bekend,
maar toevallig gaven zij een EHBO-cursus
waar ik met de fiets naartoe kon. Het plan om
een EHBO-cursus te volgen zat er al lang in. Ik
woonde als kind op een drukke baan en heb veel
ongelukken zien gebeuren. Die sirenes en blauwe
zwaailichten … Zo indrukwekkend! Ik ging altijd
buiten – op de gevraagde afstand – kijken om te
zien hoe de slachtoffers verzorgd werden. Ook de
politiefeuilletons van toen speelden daarin een
grote rol natuurlijk. Zodra ik oud genoeg was, heb
ik me ingeschreven voor die EHBO-cursus.”
WELKE ROLLEN HEB JE VERVULD BIJ HET
VLAAMSE KRUIS?
Peter: “Na die cursus was ik elk weekend op pad
als hulpverlener bij Het Vlaamse Kruis. Ik werd
geïntroduceerd in de afdelingswerking en ging
mee naar hulpposten. Dat was leuk: ik hoefde
op evenementen geen toegangsgeld te betalen
en kon iets betekenen. Daarna vroegen ze me
of ik interesse had om iets méér te doen. En zo
ben ik in de afdelingswerking gerold. De afdeling
Sint-Katelijne-Waver moest nog helemaal
uitgebouwd worden, maar ik vond het fijn om
pionierswerk te verrichten. Tot 1994 heb ik die
afdeling gerund. Daar deed ik zowat alles: onze
diensten en cursussen organiseren, materialen
en voertuigen nakijken, … De afdeling Mechelen
bestond nog niet, dus Mechelen en alle gemeenten
daarrond behoorden óók tot mijn afdeling. Op
de duur was ik een beetje de patron geworden
van de cursussen. Vanaf 1994 ben ik dan doorgegroeid
op provinciaal niveau. In 2001, nadat ik gescheiden
was en mijn huidige echtgenote had leren
kennen, heb ik mijn carrièreswitch gemaakt.
Mijn midlifecrisis denk ik! (lacht) Toen bleef mijn
engagement bij Het Vlaamse Kruis enkele jaren
op de achtergrond, maar ik gaf wel nog les. Ik
ben uiteindelijk teruggekeerd en in 2013 heb ik
de sprong gemaakt naar het hoogste echelon: de
raad van bestuur. Nu ben ik nationaal ondervoorzitter.”
VERTEL EENS IETS OVER DIE
CARRIÈRESWITCH?
Peter: “Ik had in die aflevering van Paul Jambers
over ‘carrièreswitchers’ kunnen komen. Ik heb
eerst 16 jaar bureauwerk gedaan en dan beslist
om van mijn hobby mijn beroep te maken. Ik volgde
alle mogelijke opleidingen: Ambulancier Dringende
Geneeskundige Hulpverlening, CPR-AED
instructor, ILS … Op mijn veertigste ben ik dan
gestart als beroepsambulancier. Ondertussen
ben ik bijna 11 jaar actief op de medische interventiedienst
van de Antwerpse haven (SIWHA), waar
ik mijn steentje bijdraag in het PIT (Paramedisch
Interventie Team), als ambulancier, stagementor
en lesgever. In de dokken stond ik echt vanaf de
eerste seconde met 2 voeten in de praktijk. Leuk
detail … Ik heb zelfs beroepsmatig als ambulancier
bij Het Rode Kruis gewerkt. (grinnikt) Het was een
zeer interessante ‘leerschool’ om als beroepskracht
actief te zijn in de andere kruisvereniging.
Trouwens, verschillende generatiegenoten bij Het
Vlaamse Kruis hebben mettertijd het roer omgegooid
en zijn achteraf bijvoorbeeld verpleegkundige
geworden. En veel jonge gasten aan wie ik
ooit EHBO-les gegeven heb, zijn nu zelfs dokters.”
JE ENGAGEERT JE AL HÉÉL LANG VOOR HVK.
WAT HOUDT JE ENTHOUSIASME ZO VURIG?
Peter: “Ik heb nog nooit spijt gehad dat ik vrijwilliger
ben geworden bij Het Vlaamse Kruis. Het
teamwork in de hulpverlening dat je ziet op tv is
er in het echt ook! Zoals ik al zei geef ik sinds 1985
EHBO-cursussen. Dat lesgeven en die interventies,
dat is een vibe die in mijn lijf zit. Als je het
gevoel hebt dat het een jób is, dat je uren moet
kloppen, dan voelen de cursisten dat zeker. Soms
word ik opgeroepen voor een interventie en ben
ik pas 3 uur later thuis. Zonder daarbij stil te staan.
Dát is dus die vibe. Mijn omgeving vraagt dan of ik
zot ben. Tja, dat krijg je niet uitgelegd aan andere
mensen.”
HEB JE VEEL ZIEN VERANDEREN DE
AFGELOPEN DECENNIA?
Peter: “Een vrijwilliger anno 21ste eeuw is iets helemaal
anders dan de vrijwilligers uit onze generatie.
Het is een uitstervend ras. 5 jaar meedraaien
vinden we nu al knap. Wij vonden het destijds
een eer om in het afdelingsbestuur te mogen
komen. Nu moeten we smeken of iemand alsjeblieft
een beetje verantwoordelijkheid zou willen
nemen. Voor niks gaat de zon op en vrijwilligers
zijn heel selectief. Voor Tomorrowland hebben
we bijvoorbeeld altijd genoeg gegadigden, maar
voor ‘saaiere’ hulpposten zoals het zwembad of
het kaarttoernooi van de bejaarden is het dan
weer veel lastiger. Realityshows zoals Helden van
Hier en de shows van Luk Alloo geven startende
vrijwilligers jammer genoeg ook wel eens een
verkeerd beeld. Die spannende momenten zijn er
ongetwijfeld óók, maar een groot deel van de tijd
is het niet zo, en dat weet je nooit op voorhand.”
HOE IS HET VLAAMSE KRUIS GEËVOLUEERD?
Peter: “Nu is alles professioneler, dankzij de input
van verschillende gedreven vakmensen die de
vrijwilligers vanop de hoofdzetel ondersteunen.
En de budgetten zijn ook totaal anders. In tegenstelling
tot andere organisaties was het vroeger
echt werken met zeer beperkte middelen, zowel
financieel als op vlak van materialen. Het was een
kunst om met beperkte middelen toch een wauweffect
te creëren bij het publiek. Een voorbeeld?
In de jaren 80 waren er nog geen gsm’s. Als we elkaar
wilden oproepen op het veld moest dat met
radioverbindingen gebeuren. Maar daar had een
doorsnee HVK-afdeling geen budget voor. Omdat
ik hobbyist was in radioverbindingen heb ik toen
zelf materialen aangekocht en opgezet. We trokken
onze plan. De kosten? Tja… Elke hobby kost
geld, dachten we dan.” (glimlacht)