Syndicate of Belgian painters
Onder de noemer Syndicate of Belgian painters brengt Peter Weidenbaum een aantal kunstenaars samen die een carrière in de kunst uitbouwen met een focus op de schilderkunst. Elk met hun eigen schriftuur, voelt men in hun werk een doorgedreven zoektocht, naar wat voor hen relevant is in de schilderkunst. Geen mode of namedropping maar een groep van schilders die zoals de filosoof Immanuel Kant het stelt bezig zijn met ‘het ding zoals het op zichzelf bestaat’. Elk bewandelen zij een parcours dat oplossingen vindt in de eigenheid van het werk en geen rekening houdt met tendensen. Het canvas staat centraal in hun oeuvre.
Onder de noemer Syndicate of Belgian painters brengt Peter Weidenbaum een aantal kunstenaars samen die een carrière in de kunst uitbouwen met een focus op de schilderkunst. Elk met hun eigen schriftuur, voelt men in hun werk een doorgedreven zoektocht, naar wat voor hen relevant is in de schilderkunst. Geen mode of namedropping maar een groep van schilders die zoals de filosoof Immanuel Kant het stelt bezig zijn met ‘het ding zoals het op zichzelf bestaat’. Elk bewandelen zij een parcours dat oplossingen vindt in de eigenheid van het werk en geen rekening houdt met tendensen.
Het canvas staat centraal in hun oeuvre.
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
untled, (Chronicles), 2019, acrylverf
op houtpaneel, 200 x 120 cm.
Voor Stefan Peters is het gewicht van de schilderkunst onlosmakelijk
verbonden aan de zin en de niegheid van het bestaan. Met een specifieke
fascinae voor de taal van verf, ontsluiert Peters al gedurende enkele jaren de
beeldvorming om zodoende dieper door te dringen in de werkelijkheid. In
welke mate kan de lange tradie van het medium schilderkunst een antwoord
bieden op de eigenjdse complexiteit? De elegane van zijn schildertechniek
ondermijnt de kunstenaar met retorische middelen als omkeringen,
spiegelingen en versnijdingen. Dit leidt tot taferelen met zowel feërieke als
apocalypsche kenmerken. Met indirecte belichng, scènische schaduwen en
borstelsporen die vaak weigeren een beschrijvende funce te vervullen,
dissecteert Peters datgene wat ons vertrouwd is. Het lijkt alsof Edward
Snowden in ‘The Truman Show’ terecht is gekomen en uiteindelijk stel je
eveneens de vraag: ‘Was nothing real?’ Met verf mediteert en zoekt de
kunstenaar naar een beginsel – hoe langer hoe meer is dat de eenvoud van
een borstelspoor en zelfs de leegte. Uiteindelijk creëert Stefan Peters visuele
draaikolken en hoewel er onherroepelijk iets knaagt aan de illusoire
construces hebben ze steeds een fatale zuigingskracht.
Stef Van Bellingen