Syndicate of Belgian painters
Onder de noemer Syndicate of Belgian painters brengt Peter Weidenbaum een aantal kunstenaars samen die een carrière in de kunst uitbouwen met een focus op de schilderkunst. Elk met hun eigen schriftuur, voelt men in hun werk een doorgedreven zoektocht, naar wat voor hen relevant is in de schilderkunst. Geen mode of namedropping maar een groep van schilders die zoals de filosoof Immanuel Kant het stelt bezig zijn met ‘het ding zoals het op zichzelf bestaat’. Elk bewandelen zij een parcours dat oplossingen vindt in de eigenheid van het werk en geen rekening houdt met tendensen. Het canvas staat centraal in hun oeuvre.
Onder de noemer Syndicate of Belgian painters brengt Peter Weidenbaum een aantal kunstenaars samen die een carrière in de kunst uitbouwen met een focus op de schilderkunst. Elk met hun eigen schriftuur, voelt men in hun werk een doorgedreven zoektocht, naar wat voor hen relevant is in de schilderkunst. Geen mode of namedropping maar een groep van schilders die zoals de filosoof Immanuel Kant het stelt bezig zijn met ‘het ding zoals het op zichzelf bestaat’. Elk bewandelen zij een parcours dat oplossingen vindt in de eigenheid van het werk en geen rekening houdt met tendensen.
Het canvas staat centraal in hun oeuvre.
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Het werk van Koen van den Broek kenmerkt zich themasch in eerste instane
door de manier waarop ze het urbane (in hoofdzaak Amerikaanse en
Aziasche) landschap behandelt, en dit steeds meer laten vertrekken vanuit
een abstracte beeldtaal. Van den Broek interesseert zich hoofdzakelijk voor het
beeld en de structuur van het beeld zelf en is minder bezig met de veroets of
het overbrengen van een boodschap. In The blinding of photography schrij
Dirk Lauwaert dat: “in every image, the painter [van den Broek] marks out his
place with razor-sharp precision”. De reden hiervoor is zijn fotografisch
startpunt, waardoor de wereld wordt gezien als door één lens. Van den Broeks
hoofdvraag is hier: hoe het fotografische oog te vertalen in een beeld.
“The photograph is in fact less than a sketch. It is something that is wholly and
completely inadequate: it is not an image, at best only a registraon. It is not a
material that can be worked –such as a drawing that is homologous to a
painng. The photograph must disappear as a photograph in order for an image
to exist.” Het gebruik van fotografie hee gevolgen voor de composie. Het
onderscheid dat de menselijke interpretae maakt tussen wat wel en wat niet
belangrijk is, wordt vertroebeld door het gebruik van een mechanisch apparaat.
Door zijn kadrering lijkt hij zo steeds het belangrijkste weg te laten. Daardoor
tonen zijn schilderijen vaak onbelangrijke details of voorwerpen zoals garages,
schaduwen of barsten in het wegdek. Hun onderwerp daarentegen lijkt,
volgens David Anfam, iets anders te zijn: “the hoary modernist process of
abstracng from observaon has gone awry. (...) These fields and angles are
semaphores, as non-objecve as Newman's or Piet Mondrian's, in search of a
subject. Here schemata seek or feign to become site-specific places.” Van
den Broek gebruikt vaak verzadigde kleuren. In zijn werk wordt ruimte
gecreëerd door de grenzen ervan, en wordt licht geëvoceerd door schaduw,
zonder halonen. Dit gee aan zijn werk vaak een grafisch karakter, met
zuivere kleuren. In een serie van solotentoonstellingen (Chicane bij
Marlborough Contemporary Londen, Yaw bij Galerie Greta Meert Brussel, Apex
bij Friedman Benda Gallery New York; Zylon bij Baton Gallery in Seoul, Armco
bij Figge von Rosen in Keulen en Cut Away The Snoopy bij Marlborough
Contemporary in Londen) werd dit grafische karakter verder doorgedreven en
bewoog hij zich verder weg van een basis in de realiteit. Hiervoor maakte hij
delen van bestaande beelden tot een nieuw beeld. Meer en meer aandacht
gaat uit naar het beeldvlak zelf, waarop architecturale details en schaduwen
picturale elementen worden die nieuwe constellaes creëren.