culture
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De geschiedenis van de Chinezen in Indonesië
arrestaties en executies plaats om een vermeende multi-etnische opstand te onderdrukken.
Van de 1500 mensen die gedood werden door de Japanners, inheemsen en Europeanen
inbegrepen, bestond de grootste groep uit 854 Chinezen. Volgens een Japanner die
betrokken was bij de moorden waren de Chinezen niet „terechtgesteld‟ omdat ze iets
verkeerds hadden gedaan, maar slechts omdat ze rijk en belangrijk waren, „en daarom
was het beter ze te doden‟. 298 Begin 1944 werd weer opgetreden tegen werkelijke of
vermeende anti-Japanse handelingen, onder andere het „West-Borneo-komplot‟. 299 Op 25
februari 1944 werden arrestaties te Pontianak in West-Borneo verricht, gevolgd door
moorden op Chinezen. 300 Later werden ook in de rest van West-Borneo, in de plaatsen
Pemangkat, Sambas en Mampawa met arrestaties en executies actie ondernomen tegen de
Chinezen. In Mandor, de voormalige hoofdstad van de Lanfang-kongsi van de Chinese
gouddelvers, werden gedurende de jaren 1943-1945 in totaal ongeveer 2100 mensen
„terechtgesteld‟ en daar in kuilen begraven. De slachtoffers waren een tiental vrouwen, de
Sultans van Pontianak en Sambas, alle rijksbestuurders uit de omgeving, ulama‟s, 301
artsen, leraren, onderwijzers, diensthoofden, zakenmensen, Nederlanders, Chinezen en
Indonesiërs. Kortom, schrijft N.A. van Balgooy, die zelf een familielid verloor in deze
geschiedenis, de gehele West-Kalimantanse intelligentsia. 302
In oktober 1943 richtte het Japanse leger een paramilitaire organisatie voor jongeren
op die PETA werd genoemd, Pembela Tanah Air (verdedigers van het vaderland). Deze
werd een soort van vrijwilligersleger dat getraind werd om een guerrilla-oorlog te voeren
tegen de geallieerden. Hun slogan was: „strijden en sterven samen met Japan‟. Tegen het
einde van de Japanse bezetting telde PETA 37.000 leden op Java en 20.000 op Sumatra.
PETA werd de kiem van het Indonesische leger. 303
De Kakyo Shokai (vereniging voor Chinese immigranten) werd opgericht door de
Japanners om de Chinezen te dwingen de regering te steunen. Ze moesten ook de Japanse
regering in China steunen. De Kakyo Shokai kreeg de taak de Keibotai op te richten, de
hulptroepen voor de politie, waarvan jonge Chinezen lid werden. Zij moesten voor rust en
orde zorgen. Het is niet te verwonderen, aldus Setiono, dat de Keibotai een groot aantal
Chinese jongeren aantrok omdat veel Chinese winkels en huizen het doelwit waren van
plunderingen in de eerste dagen van de Japanse inval. De Japanse militairen lieten ook
doorschemeren dat de oprichting van de Keibotai als evenwicht moest dienen voor de
Kaibodan, waarvan de meeste leden inheemsen waren. 304
Er werden verschillende raden opgericht waarin zowel Indonesiërs als Chinezen
zitting hadden. Daarmee wilden de Japanners volgens Setiono doen voorkomen dat het
Indonesische volk, naast de Chinezen, ook iets te zeggen had. In Jakarta werd de Tyuuo
Sangi-in (Centrale Adviesraad) opgericht, terwijl iedere provincie haar eigen Tyuuo
Sangi-kai of Regionale Raad had. Leiders van de centrale beweging waren lid van de
raad; ze stonden onder leiding van Soekarno. 305
298 Heidhues 2003, pag. 209.
299 De Graaf, Joustra en Vromans 1960, pag. 56.
300 De Graaf, Joustra en Vromans 1960, pag. 58.
301 Ulama: moslim schriftgeleerde.
302 Van Balgooy 1998, pag. 5.
303 Setiono 2002, pag. 531.
304 Setiono 2002, pag. 529. Overigens werden vanaf januari 1944 op Java Chinezen tot de Keibodan toegelaten. De
Graaf, Joustra en Vromans 1960, pag. 56.
305 De Graaf, Joustra en Vromans 1960, pag. 56.
92