culture
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
De geschiedenis van de Chinezen in Indonesië
Tijdens de Japanse tijd 281 werden Europeanen (behalve Duitsers) in kampen
opgesloten. Ook vooraanstaande Chinezen en Chinezen die gehuwd waren met
Nederlanders of gelijkgesteld waren met Europeanen werden opgepakt. Chinezen die
eerst met trots hun Europese namen droegen en Marie, Willem en Karel heetten, namen
hun Chinese namen weer aan. In het kamp in Tjimahi, West-Java, waren 542 Chinezen
geïnterneerd. 282
Chinezen moesten zich laten registreren. Tegen betaling van 50 gulden kregen ze
een kaart die ze altijd bij zich moesten houden als bewijs dat ze trouw hadden gezworen
aan Japan en op een lijst van geregistreerde vreemdelingen stonden. Vanaf 1 mei 1944
hoefden de Chinezen en Indo-Europeanen geen registratiegeld meer te betalen, want ze
werden niet meer als vreemdelingen beschouwd. Dit gold later ook voor de Arabieren. 283
De Japanners merkten al vlug dat ze de Chinezen nodig hadden om de economie te
doen draaien. Om de steun van de Chinezen te krijgen stichtten ze een vereniging die ze
Hua Ch‟iao Tsung-Hui (verder HCTH) noemden. 284 In alle grote steden op Java werd een
HCTH opgericht. De vereniging organiseerde sociale activiteiten. De HCTH van
Bandung gaf steun aan Chinezen, door bijvoorbeeld dekens, kleding en medicijnen te
verstrekken aan Chinezen die in het kamp te Tjimahi zaten. Daarnaast werkte de HCTH
ook op het gebied van de handel. 285
Hoewel dit heel zelden ter sprake komt, waren er groepen Chinezen die
ondergronds verzet organiseerden dat tot doel had militaire installaties van de Japanners
te saboteren. Een van de verzetsorganisaties was de geheime dienst Chungking, die als
volledige naam Chung Yang Hai Wei Thing Chin had. Haar hoofdkwartier was in
Malang en ze werd geleid door Yap Bo Chin. Haar 8000 leden waren verspreid over heel
Java en Madura. De vereniging had twee radiozenders waarmee ze contact legde met de
Chinese regering in Chungking. 286 Helaas was er, hoewel de vereniging 400 Indonesische
leden telde, geen samenwerking met de Indonesische verzetsorganisaties. In mei 1942
hadden arrestaties van de pro-Chungking Chinezen plaats 287 maar de leider, Yap Bo Chin
kon zich in veiligheid stellen. 288
Naast de pro-Chungking organisatie, waarvan de meeste leden totok-Chinezen
waren, bestonden ook nog ondergrondse verzetsorganisaties van peranakans die
samenwerkten met Nederlanders, vooral aan het begin van de Japanse bezetting. In
Jakarta had de organisatie „Piet van Dam‟ haar hoofdkwartier in Toko Beng en in Bogor
in Toko Peng. Eind december 1942 werd deze organisatie opgedoekt door de Japanners
en haar leiders opgepakt en onthoofd door de Kempetai. 289 Hetzelfde lot was Chinese
281 Zo werd de periode van de Japanse bezetting door mijn ouders en vele anderen genoemd.
282 Setiono 2002, pag. 522.
283 De Graaf, Joustra en Vromans 1960, pag. 63.
284 Door De Graaf, Joustra en Vromans 1960 wordt herhaaldelijk gemeld dat de Japanners verenigingen oprichtten voor
de Chinezen, met de datum van oprichting. Daar de namen van de verenigingen niet genoemd worden, kan ik niet
vaststellen om welke verenigingen het precies gaat. Setiono 2002 meldt de namen van de verenigingen maar niet de
datum van oprichting.
285 Setiono 2002, pag. 523.
286 In november 1937, even voor de Japanse verovering van Nanking in de tweede Chinees-Japanse oorlog, werd de
regering verplaatst van Nanking naar Chungking. De stad werd ingenomen door de communisten op 30 november
1949.
287 De Graaf, Joustra en Vromans 1960, pag. 26.
288 Setiono 2002, pag. 526.
289 Kempetai: de Japanse militaire politie, die zich vanaf het begin van de bezetting liet kennen als vreeswekkend
gezagsapparaat.
90