culture
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De geschiedenis van de Chinezen in Indonesië
beweging, en in de tweede plaats een grotere politieke bewustwording onder de in
Indonesië wonende Chinezen.
Wat het privaatrecht betreft, waren de Chinezen sedert lang onderworpen aan de
rechtspraak door de Raden van Justitie, voorgezeten door drie gestudeerde rechterlijke
ambtenaren, met mogelijkheid van een hoger beroep op het Hooggerechtshof in Batavia.
Maar voor strafzaken kwamen zij, evenals de Inlanders, nog steeds voor de Landraad, die
door slechts één juridisch geschoolde figuur werd voorgezeten die bij zijn rechtspraak
gebonden was aan het Inlandsch Reglement, dat voor de beklaagden heel wat minder
waarborgen bevatte voor inachtneming van beginselen van rechtszekerheid dan een Raad
van Justitie, die gebonden was aan het Reglement op de Strafvordering. 263 Een
veelgehoorde klacht was dat een Chinese arts of advocaat voor strafzaken voor de
Landraad moest verschijnen, terwijl elke Japanse visser of prostituee die de wet had
overtreden door de Raad van Justitie werd berecht, en dat terwijl Japan zijn
uitzonderingspositie alleen te danken had aan het feit dat het in 1894-1895 een oorlog
tegen China had gewonnen. 264
Toen er bekend werd dat in China binnenkort een burgerlijk wetboek zou worden
afgekondigd, waarin het familierecht op Westerse beginselen zou worden gegrond, zodat
de Chinezen met Eruopeanen konden worden gelijkgesteld, 265 werd er met de gevolgen
rekening gehouden, onder meer ten aanzien van de rechtspraak. Maar eind 1929 werd
duidelijk dat de invoering van het nieuwe Burgerlijk Wetboek in China, dat verwacht
werd per 1 januari 1930, nog niet had plaats gevonden. In de loop van 1930 begonnen bij
sommige gezaghebbende instanties twijfels opduiken. Het probleem was, naast
bezuinigingsfactoren die ook een grote rol speelden, dat volgens het Chinese Burgerlijk
Wetboek het concubinaat bleef bestaan. Het huwelijksrecht kon dus niet „westers‟
genoemd worden. Toch werd dat door de Nederlands-Indische en Nederlandse
autoriteiten niet als beslissend beschouwd, want men moest ook rekening houden met de
politieke gevolgen, ingeval van de zijde van de Chinese Regering de gelijkstelling met
Europeanen uitdrukkelijk geëist zou worden. Er zou binnenkort een nieuw
handelsverdrag met China getekend worden en dit kon in gevaar komen, wanneer men
weigerde aan de wens van China tegemoet te komen.
De uitbreiding van de Raad van Indië met twee Indonesische leden per 1 januari
1930 veroorzaakte een ommekeer in het vraagstuk. De Raad van Indië wenste nu
namelijk één algemene regeling voor de strafrechtspleging voor alle landaarden. Er werd
niet langer van uitgegaan dat een doorgaan van de gelijkstelling van Chinezen met
Europeanen onvermijdelijk was. Het idee van een vrijwillig doorgevoerde gelijkstelling,
zoals destijds in de Volksraad in het vooruitzicht gesteld, was definitief van de baan. 266
Belangrijk in de eindbeslissing was volgens Wertheim de overweging, dat het
onwenselijk was enkel voor de Chinese groep gelijkstelling te effectueren, en daarmee de
Indonesische bevolking voor lange tijd in de kou te laten staan. In 1934 waren de
Chinezen nog steeds niet gelijkgesteld met de Europeanen. 267 Het gebrek aan
rechtsgelijkheid werd door de koloniale regering gerationaliseerd met het argument dat de
verschillende „bevolkingsgroepen‟ verschillen in „rechtsbehoeften‟ vertoonden, en dat
263 Wertheim 1997, pag. 5-6.
264 Wertheim 1997, pag. 6.
265 Wertheim 1997, pag. 10.
266 Wertheim 1997, pag. 22.
267 De gelijkstelling werd door de regering met opzet bemoeilijkt.
87