culture
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
De geschiedenis van de Chinezen in Indonesië
belangrijke mate hun chineesheid behouden. Mannen die het zich konden verloorloven
stuurden hun zonen naar China, en toen de Chinese gemeenschap in Indonesië groter in
omvang werd, huwden ze hun kinderen met elkaar uit. Dochters waren een kostbaar bezit
en werden meestal verborgen voor vreemde ogen. Door hun dochters uit te huwen aan de
zoons van vooraanstaande Chinezen werden zakelijke en politieke verbintenissen
gesloten. 119
Een belangrijke factor in het in stand blijven van het Chinese karakter van de
Chinezen was het reglement van de Nederlands-Indische regering dat Chinezen in aparte
wijken moesten wonen, het zogenaamde „wijkenstelsel‟. Dat was niet om de Chinezen te
beschermen, maar om de opbrengsten van de Chinezen voor de Nederlanders veilig te
stellen. De Chinezen moesten kunnen onderscheiden worden van de andere mensen.
„After all‟, stelt Heidhues, „Chinese paid more taxes than did natives, and they provided a
lion‟s share of the VOC‟s internal revenues‟. 120 In 1717 en in 1766 werd het de Chinezen
verboden buiten hun groep te huwen. Zelfs Chinezen die zich bekeerd hadden tot de
Islam waren daarmee niet inheems geworden. 121
3.5.3. De Chinezen tijdens de koloniale periode van 1800-1879
De periode van 1800 tot 1879 was een periode waarin Nederland het onderste wilde halen
uit de kan die Indië genoemd werd, maar ook een van nieuwe inzichten. Het was de
periode van de landrente en het cultuurstelsel, van rijke landeigenaars, van ijverige
Chinese tolwachters en pachters die een groot deel van de winst voor Nederland in 's
lands kas brachten en zich hierdoor, zo drukt Van den Doel het uit, uitermate geliefd
maakten bij het gouvernement en bijzonder gehaat bij de Javaanse boerenbevolking, 125
van Multatuli en de Max Havelaar, van allerlei reglementen die de vrijheid van vooral
Chinese inwoners sterk beperkten, van de Java-oorlog en de kongsi-oorlogen op Borneo.
Teksten over de negentiende-eeuwse Chinezen in Nederlands-Indië gaan, als ze
door Nederlanders geschreven zijn, voornamelijk over de rol van de Chinezen als
uitzuigers van het Javaanse volk. Als de geschiedenis door mensen van Chinese afkomst
wordt opgetekend, of Europeanen die de Chinezen genegen zijn, wordt er verteld over de
vele vrijheidsbeperkende regels waaraan de Chinezen onderworpen waren. Blijkbaar zijn
het twee keerzijden van dezelfde medaille.
De Java-oorlog, in Indonesië „Perang Diponegoro‟ (de oorlog van Diponegoro)
genoemd, brak los in 1825 en duurde tot 1830. Aan het begin van de Java-oorlog, op 23
september 1825, deed het leger onder bevel van Raden Ayu Yudakusuma, echtgenote van
de Regent van Wirasari, een aanval op Ngawi, een kleine stad op de grens tussen
Midden- en Oost-Java. Vele Chinezen – rijsthandelaars, kleine handelaars,
ambachtslieden en koelies – werden gruwelijk vermoord. Degenen die zich konden
redden vluchtten naar de kuststreek in het noorden van Java. Benny Setiono, schrijver van
het tot nu meest omvangrijke boek over de geschiedenis van de Chinezen in Indonesië,
Tionghoa dalam Pusaran Politik (2002), vraagt zich af waarom. Er heerste immers van
voorgekomen, dat een Chinees op Java wettig huwde met een inlandse vrouw, als ware deze een gelijke die voor
hoofdvrouw in aanmerking kon komen. Fromberg 1911, pag. 4. Meer hierover in subhoofdstuk 4.6. in dit proefschrift,
dat over de vrouwen gaat.
119 Heidhues 1998, pag. 153.
120 Pan 1998, pag. 15.
121 Heidhues 1998, pag. 153.
125 Van den Doel 1996, pag. 41.
63