07.01.2021 Views

culture

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

De geschiedenis van de Chinezen in Indonesië

Yongle en stond niet welwillend tegenover emigratie. De regering verbood het haar

onderdanen in het buitenland te wonen, hoewel ze handel met het buitenland toeliet.

Vanaf 1717 vaardigde het hof een reeks besluiten uit die het de Chinezen verbood het

land te verlaten en opnieuw binnen te treden.

De Chinezen die in het buitenland vertoefden waren belast met een „image problem‟

in China. Ze werden in China beschouwd als deserteurs, verraders, rebellen en

samenzweerders. Door hun thuisland te verlaten, verwaarloosden ze hun, volgens de

confuciaanse leer, belangrijkste plichten als goede zonen. Ze lieten hun ouders in de

steek, zorgden niet voor de graven van hun voorouders en offerden niet aan hun

voorvaderen. In een besluit van 1727 gaf de keizer te kennen dat de meerderheid van de

Chinese emigranten „ongewenste elementen‟ waren. Dat zouden ze nog meer worden als

ze naar het buitenland vertrokken voor ongelimiteerde duur, omdat hun gedrag anderen

zou aanmoedigen hetzelfde te doen. 84 Het beeld van de Chinese immigranten in Indië als

„ongewenste elementen‟ zal ook in de werken van veel Nederlandse schrijvers en

schrijvende ambtenaren te zien zijn en aanleiding zijn voor hun Europese personages om

zich onheus tegenover deze Chinezen te gedragen.

De achtergrond van de harde opinie van de eerste Qing-heersers over de emigranten

is te vinden in de geschiedenis van Koxinga, die de Mings trouw bleef en rebelleerde

tegen de Qings. Hij boorde financiële bronnen aan in het buitenland, waar hij ook hulp

zocht en kreeg voor de gevechten op zee. Ook toen Koxinga verslagen was, bleef het hof

vrezen voor zijn invloed in het buitenland, waar complotten gesmeed konden worden om

de regering omver te werpen. Om deze mogelijkheden tegen te gaan werden decreten

uitgevaardigd tussen 1656 en 1712, waardoor reizen naar en wonen in het buitenland

misdaden waren waar de doodstraf op stond. Toch schenen er nog mensen te zijn geweest

die terugkeerden naar China en ambtenaren die daarvan misbruik maakten om smeergeld

op te strijken of geld af te troggelen. 85

Het verbod op emigratie was van kracht toen in 1740 tweederde van Batavia's

Chinezen om het leven werd gebracht door de Hollanders in een bloedige pogrom,

waarbij vrouwen noch kinderen werden gespaard. Toen de Chinese keizer daarvan door

een berouwvolle gouverneur-generaal, Adriaan Valckenier, op de hoogte werd gebracht,

was zijn reactie onverschillig. Hij gaf zelfs de schuld aan de slachtoffers. Deze waren

immers overtreders van de wet, die hun vaderland nooit hadden moeten verlaten. 86

De Opiumoorlogen in 1839-1860 openden de poorten van China voor buitenlandse

ronselaars, die goedkope arbeidskrachten zochten. In 1860 schonk China, onder druk van

Engeland en Frankrijk, aan zijn onderdanen het recht om in het buitenland te wonen en

werken (dat was de reeds genoemde Conventie van Peking). Tussen 1845 en 1874

vertrokken Chinezen in drommen naar landen als Amerika, Cuba en Peru om daar als

koelies te werken. Terwijl handelaars in vroegere tijden veroordeeld werden als verraders

en rebellen, had men wel veel sympathie voor de zwoegende koelies. Chinese diplomaten

merkten tijdens hun buitenlandse reizen hoe slecht de koelies werden behandeld,

bijvoorbeeld in Peru, wat tot gevolg had dat de Chinese regering weigerde een verdrag te

tekenen met Peru om de aanvoer van Chinese koeliearbeid op te drijven. 87

84 Zhung 1998, pag. 98.

85 Idem.

86 Heidhues 1998, pag. 152-153; Blussé 2008, pag. 141.

87 Zhung 1998, pag. 99.

57

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!