07.01.2021 Views

culture

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

De geschiedenis van de Chinezen in Indonesië

De overzeese Chinezen worden verenigd in Groep C. Volgens de definitie in de The

Encyclopedia of the Chinese Overseas zijn overzeese Chinezen „mensen die van Chinese

afkomst zijn, maar wier niet-Chinese staatsburgerschap en politieke verbondenheid met

de nieuwe staat in de plaats zijn gekomen van de band met de voorouders‟. Volgens de

auteurs behoren daartoe de zogenaamde „hyphenated Chinese‟ zoals Sino-Thais, Chinese

Amerikanen, en dus ook de Chinese Indonesiërs. 25 De buitenste cirkel vertegenwoordigt

de geassimileerden, mensen van Chinese afkomst die door huwelijk of andere manieren

van assimilatie versmolten zijn met het volk waar zij nu deel van uitmaken en zich niet

meer „Chinees‟ noemen. Dit sluit de mogelijkheid niet uit dat ze zich op een bepaald

tijdstip in de toekomst weer wel Chinees noemen, zoals aangegeven door de rode pijl die

de grens tussen D en C oversteekt. Het diagram laat zien dat men niet in China moet

wonen of Chinees staatsburger moet zijn om zich „Chinees‟ te noemen. 26

Met betrekking tot de tegenwoordige Chinese Indonesiërs is de scheiding tussen

groep C en groep D in het diagram zeker geen permanente. Misschien is ze dat nooit

geweest. Onder het bewind van Soeharto werden zij gedwongen te assimileren met de

„pribumi‟ (inheemsen), ook wel de „asli‟ (oorspronkelijken) genoemd, de „echte‟

Indonesiërs. 27 Hun werd sterk aangeraden hun naam te veranderen, ze mochten buiten de

huiselijke kring geen Chinees spreken of Chinees nieuwjaar vieren, Chinese processies

waren verboden, alle Chinese karakters in drukwerk dat uit het buitenland Indonesië

binnenkwam werden bedekt met zwarte inkt, kortom ze moesten datgene wat nog restte

van hun Chinese identiteit opgeven. Desondanks werden de Chinezen die zich op die

manier geassimileerd hadden, in vele opzichten gediscrimineerd. 28 Om dat te voorkomen

verborgen vele Chinezen hun ware identiteit. 29 Ze bevonden zich aldus in cirkel D,

hoewel dat niet hun eigen keuze was. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat er geen Chinezen

waren die wel uit eigen keuze assimileerden met de inheemse bevolking.

Door de hele Soeharto-periode heen kregen de kelentengs, de Chinese tempels, toch

iedere dag bezoekers die zich met bamboestokjes de toekomst lieten voorspellen. Op

25 Pan 1998, pag. 15. Door de Australische hoogleraar in de economie James Mackie worden de Chinese Indonesiers

dan ook Sino-Indonesians genoemd. Mackie 2008, pag. 177.

26 Dat „zich Chinees noemen‟, zelfidentificatie, is de basis geweest van de census die in het jaar 2000 gehouden werd.

Twee jaar na de traumatische ervaring van de mei-rellen waren vele Chinese Indonesiërs niet geneigd zich als zodanig

te identificeren. Mackie (2008, pag. 187) denkt daarom dat het percentage Chinezen dat uit de census resulteerde

(0.05%) beneden het werkelijke cijfer ligt. Mackie schat het percentage op circa 2,5%. Mackie 2008, pag. 188. Voor de

statistische gegevens zie het artikel van Ananta, Arifin en Bakhtiar 2008.

27 Over de oorsprong van de Indonesiërs bestaat nog controversie. Blijkbaar hangt dat samen met wie er aan de macht

was en diens politieke opinie over de Chinezen. In het Soekarno-tijdperk werd in geschiedenisboekjes die destijds

werden gebruikt gemeld dat de Indonesiërs afkomstig waren uit China, met name uit de streek van Yunnan. Tijdens het

Soeharto-tijdperk werd er over de afkomst van de Indonesiërs geen gewag gemaakt. Volgens Benny Setiono (2002,

pag. 7-8) zijn de meeste onderzoekers het er over eens dat de Indonesiërs uit twee rassen bestaan, namelijk het negroïde

ras en het mongoloïde ras. Mensen van het eerste ras zijn bijv. de Tapiro in Papua, de Toala in Noord-West Sulawesi en

de Kubu in Zuid-Sumatra. Het tweede ras bestaat uit 'Melayu Tua' of Oude Maleiërs (de Batak in Noord-Sumatra en de

Dayak op Borneo) en 'Melayu Muda' of Jonge Maleiers (de Javanen, Balinezen, Buginezen, Makassaren en de

Minang).

28 Indonesiërs van Chinese afkomst moeten voor officiële aangelegenheden, bijvoorbeeld het aanvragen van een

paspoort of het inschrijven bij een universiteit, altijd een bewijs van Indonesische nationaliteit voorleggen. Bezit van

een dergelijk bewijs is voor Indonesiërs van andere afkomst niet verplicht. Er is ook een officieuze numerus clausus

voor studenten van Chinese afkomst op staatsuniversiteiten. In deze situatie is de laatste tijd verandering gekomen. Het

bewijs van Indonesische nationaliteit wordt niet meer uitgegeven, maar in sommige steden nog steeds geëist. Zie o.a.

Winarta 2008, pag 63-64, Soebagio 2008, pag. 143, en alle artikelen in Effendi & Prasetyadji 2008.

29 'Many [young Chinese] started to feel guilty or uneasy about being Chinese. They tried to "erase" their Chineseness

from their lives‟. Budiman 2005.

43

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!