Snoezelen met jonge kinderen - hjk
Snoezelen met jonge kinderen - hjk
Snoezelen met jonge kinderen - hjk
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Door inleving in hun wereld voelen <strong>kinderen</strong> zich begrepen<br />
en aanvaard. Daarnaast zie je ook <strong>kinderen</strong> die op andere<br />
wijze in zichzelf gekeerd raken, bijvoorbeeld door te dagdromen<br />
of door <strong>met</strong> hun duim in hun mond in een hoekje<br />
te gaan zitten <strong>met</strong> hun knuffel. Hiermee creëren ze een<br />
gevoel van rust en veiligheid voor zichzelf.<br />
Zoals gezegd, heeft snoezelen tot doel om het welbevinden,<br />
het sociaal contact en de eigenwaarde te bevorderen<br />
(Van Weert, 2005). Bovendien is het in onze huidige<br />
gejaagde samenleving niet altijd vanzelfsprekend om te<br />
ontspannen door ‘gewoon’ te genieten.<br />
Behalve dat je als leerkracht erkent en toestaat dat <strong>kinderen</strong><br />
zichzelf tijdens bepaalde bezigheden ‘terugtrekken’<br />
door zich te ‘verliezen’ in plezierige zintuiglijke prikkels,<br />
kun je <strong>kinderen</strong> ook de mogelijkheid bieden om zelf<br />
bewust te kiezen voor een rustmoment, een zogenaamd<br />
snoezelmoment.<br />
Een snoezelruimte<br />
In de onderbouw kun je een aparte snoezelruimte inrichten,<br />
als hoek in het klaslokaal, maar liever nog als aparte<br />
ruimte in de school.<br />
In een snoezelruimte genieten <strong>kinderen</strong> op een veilige<br />
en rustige manier van verschillende zintuiglijke prikkels.<br />
De ruimte is zodanig ingericht dat <strong>kinderen</strong> en ook de<br />
leerkracht er lekker kunnen zitten of liggen, op en tegen<br />
(grote) kussens, in een luie stoel of op een zachte bank.<br />
Er heerst een rustige sfeer, die wordt bereikt <strong>met</strong> lichteffecten,<br />
kleuren en zachte muziek. Belangrijk is dat het<br />
niet onrustig en chaotisch wordt door een te groot aantal<br />
<strong>kinderen</strong>. De aanwezige materialen doen een beroep<br />
op het ruiken, proeven, kijken, voelen en horen (Verdult,<br />
1997):<br />
• Zien: lampen <strong>met</strong> verschillende lichteffecten, spiegels,<br />
glinsterende en gekleurde voorwerpen, gedrapeerde<br />
stoffen.<br />
• Horen: rustgevende muziek, muziek <strong>met</strong> natuurgeluiden,<br />
zacht klinkende instrumenten om te bespelen.<br />
• Tasten – voelen: voeldozen, voelmuren <strong>met</strong> harde en<br />
zachte materialen, voelkussens, knuffels, poppen, sop,<br />
zand, scheerschuim, tapijten.<br />
• Ruiken: etherische olie in geurverspreider, geurzakjes,<br />
parfums, bloemen, fruit.<br />
• Proeven (zoet, zuur, zout, hard, zacht): koekjes, verschillende<br />
soorten drankjes, snoepgoed, kruiden.<br />
Snoezelkoffer<br />
Soms is het niet mogelijk in school een permanente plek<br />
in te ruimen voor een snoezelruimte. Een alternatief is dan<br />
een snoezelkoffer maken. In deze koffer zitten materialen<br />
die uitnodigen tot snoezelen. Je kunt hierbij denken aan<br />
Catchlight<br />
een lichtslang, discobol, muziekinstrumentjes, stressballetjes <strong>met</strong> verschillende<br />
texturen, zakjes klei, zand, vloeibare zeep, ruikkokertjes en bakjes <strong>met</strong> etenswaren<br />
om te proeven.<br />
Snoezelvoorwerpen<br />
Tijdens activiteiten maak of zoek je <strong>met</strong> de <strong>kinderen</strong> snoezelvoorwerpen, bijvoorbeeld<br />
dennenappels rapen (voelen), bloemen plukken (zien en ruiken), geluidsmaterialen<br />
knutselen (horen) en smaakproefjes samenstellen (proeven).<br />
In het praktische katern Spelendleren bij dit artikel staan allerlei voorbeelden van<br />
snoezelvoorwerpen.<br />
Marleen Baeten is orthopedagoog; Karien Baeten is leerkracht van<br />
groep 1/2 aan basisschool Het Spectrum te Delfgauw.<br />
Literatuur<br />
Caminada, G., Y. Leenders (1996), Buitenspel in het zonnetje. De ontwikkelingswaarde<br />
van buitenspel voor <strong>jonge</strong> <strong>kinderen</strong>. CPS, Hoevelaken.<br />
Laevers, F., P. van Sanden (1992), Werkboek voor een ervaringsgerichte kleuterklaspraktijk:<br />
deel 1 – De eerste stappen. Projectgroep Ervaringsgericht Onderwijs, Leuven.<br />
Thomassen, H., I. Wakkers (1999), <strong>Snoezelen</strong> in de kinderopvang. Intro, Baarn.<br />
Verdult, R. (1997), Contact in nabijheid. <strong>Snoezelen</strong> <strong>met</strong> ernstig demente mensen.<br />
Acco, Leuven, Amersfoort.<br />
Weert, J. van, J. Peter, B. Janssen, F. Vruggink, S. van Dulmen (2005), <strong>Snoezelen</strong> in de<br />
zorg. Handboek voor de praktijk. Nivel, Utrecht.<br />
www.jeugdtip.be/projecten<br />
De wereld van het <strong>jonge</strong> kind | februari 2008 179