KUNST IN TRANSITIE_Rudi Laermans lezing
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
RUDI LAERMANS<br />
<strong>KUNST</strong> <strong>IN</strong> <strong>TRANSITIE</strong><br />
Kunst<br />
in<br />
transitie<br />
We zijn zo onderhand gewend geraakt aan vernissages en finissages, plechtige<br />
openingen en feestelijke afsluitingen van tentoonstellingen. Eerder uitzonderlijk<br />
is de heropening van een tentoonstelling naar aanleiding van een verplaatsing én<br />
herplaatsing van de erin opgenomen werken - versta: van hun overbrenging naar<br />
een andere locatie, waarbinnen ze tevens grondig zijn herschikt en op een volstrekt<br />
andere manier worden geëxposeerd. Het gaat niet direct om een publicitaire<br />
gimmick, bedoeld om de aandacht te trekken. De ver- en hérplaatsing geven<br />
integendeel mee vorm aan de centrale inzet van (Let Yourself) Fall, die tevens<br />
aansluit bij de artistieke praktijk van curator Ief Spincemaille en, breder, bij de<br />
al langer lopende tendens om kunst te de-musealiseren.<br />
2<br />
Sinds de jaren zestig raakten uiteenlopende artistieke praktijken ingeburgerd<br />
die zich kritisch verhouden tot de neutraliteit van de white cube, die het kunstobject<br />
sacraliseert, zelfs fetisjeert, en de kunstbeschouwer uitnodigt - of beter: dwingt -<br />
tot stille contemplatie of ‘belangeloos welbehagen’ (dixit Kant over het kunstgenot).<br />
Vaak laten deze nieuwe praktijken het museum of de galerie achter zich en zoeken<br />
ze een weids ‘buiten’ op (land art, omgevingskunst...) of de drukte van openbare<br />
ruimtes (happenings, situationistische interventies...). In de actuele kunst volgen<br />
curatoren nu al een tijd deze trend richting nomadische kunst of zwerfkunst door<br />
artistieke artefacten te tonen in niet-artistieke ruimten. Toch houdt dit niet ook<br />
per definitie een breuk in met het dispositief van de white cube en het ermee<br />
verbonden discours over hoe je kunst exposeert, assembleert, catalogiseert...<br />
Locatiekunst komt nogal eens neer op een ruimtelijke verplaatsing zonder meer,<br />
een die binnen de lijnen van de klassieke, sterk theatrale modellen van opstelling<br />
of presentatie blijft kleuren, zo leren bijvoorbeeld de talloze biënnales van de<br />
voorbije jaren die hedendaagse kunstwerken toonden in verstofte fabriekshallen,<br />
leegstaande schoolgebouwen, publieke parken of - zie de laatste Documenta - een<br />
nog functionerend postsorteercentrum.<br />
3<br />
door <strong>Rudi</strong> <strong>Laermans</strong><br />
(Let Yourself) Fall volgt een ander spoor: het is locatiekunst in de strikte zin<br />
van het woord en daarom, met een serieus te nemen woordspeling, locatie/kunst<br />
- een dubbel artistiek gebeuren dat wel en niet een tentoonstelling is omdat de<br />
weerhouden locaties en de daarbinnen getoonde werken met elkaar schuren, af<br />
en toe zelfs botsen. Anders dan de meeste locatiekunst is locatie/kunst niet bang<br />
voor ‘het buiten’ van de niet-kunst, de mogelijkheid dat de verplaatsing neerkomt<br />
op een ‘ont-plaatsing’ omdat werk of artefacten niet helemaal thuiskomen in de<br />
nieuwe context en er integendeel door worden veranderd, misschien zelfs op een<br />
zodanige manier dat ze hun identiteit van kunstwerk verliezen. Kortom, locatie/<br />
kunst neemt bewust het risico dat de gelegde relatie tussen kunst en een daaraan<br />
vreemd ‘buiten’ geheel of gedeeltelijk neerkomt op een niet-relatie tussen artistieke<br />
artefacten en niet-artistieke plaats. De niet-artistieke context krijgt de kans om de<br />
artistieke ‘tekst’ effectief te hér-contextualiseren, met onvoorspelbare gevolgen.<br />
Locatie/kunst wedt op de mogelijkheid dat er iets boeiends zal gebeuren in de<br />
dialoog tussen kunst en een daaraan vreemde voorlopige verblijfplaats - waarbij
RUDI LAERMANS<br />
<strong>KUNST</strong> <strong>IN</strong> <strong>TRANSITIE</strong><br />
dat ‘iets’ niet noodzakelijk een artistiek karakter hoeft te hebben en er per definitie<br />
ook niets belangwekkends kan plaatsvinden.<br />
4<br />
Al voor hij (Let Yourself) Fall cureerde ging Ief Spincemaille als kunstenaar<br />
voluit voor het risico dat intrinsiek is verbonden met de openheid van locatie/<br />
kunst. Tijdens het project ‘Hacking VELO’ enterde hij gedurende negen maanden<br />
de Leuvense fietsherstelplaats VELO, een<br />
Al voor hij (Let<br />
Yourself) Fall<br />
cureerde ging Ief<br />
Spincemaill als<br />
kunstenaar voluit<br />
voor het risico dat<br />
intrinsiek is verbonden<br />
met de openheid<br />
van locatie/kunst.<br />
schoolvoorbeeld van sociale economie, om er<br />
262 amateuristische kunstwerken te recyclen<br />
tot de simulaties van vijf eigentijdse topwerken.<br />
Bij Musée de L’inconnu bouwde hij in de schaduw<br />
van het Leuvense sociale wooncomplex Sint-<br />
Maartensdal met lemen blokken een klein<br />
museum, bevolkt met replica’s en maquettes<br />
van eigen werk. Recent legde hij in Firenze op<br />
verschillende plekken een lange en loodzware,<br />
blauwgekleurde touwachtige constructie - Rope.<br />
Spincemaille wist niet hoe de laaggeschoolde<br />
werknemers van VELO of de bewoners van<br />
Sint-Maartensdal zouden reageren op zijn<br />
aanwezigheid en bezigheden, of hoe kinderen,<br />
marktbezoekers of appartementenbewoners<br />
zouden omgaan met zijn quasi-touw. Hijzelf<br />
en zijn kunstwerk verkeerden in een positie<br />
die vergelijkbaar is met die van de onbekende<br />
passant of vreemdeling die om onderdak vraagt,<br />
zonder vooraf te weten of hij dat ook zal krijgen<br />
en, zo ja, welke kamer of plek hem precies zal worden toegewezen. Spincemailles<br />
projecten overstijgen daarom ondertussen welbekende etiketten als sociaalparticipatieve<br />
kunst of relationele kunst (Nicolas Bourriaud). Ook al nodigen ze<br />
uit tot co-creatie, hun basisinzet is een andere die trefzeker wordt gevat door de<br />
uitdrukking re-residence, tevens de werktitel voor (Let Yourself) Fall. Centraal staat<br />
het opzoeken van een nieuw tijdelijk onderkomen waarin de identiteit van én de<br />
kunstenaar, én die van de meegebrachte objecten als kunstwerken, helemaal niet<br />
langer vanzelf spreekt en een nieuwe positie dialogisch moet worden onderhandeld.<br />
Spincemailles artistieke praktijk draait kortom rond ‘uit handen geven’, zichzelf<br />
en het eigen werk riskeren met het oog op het creëren van een potentieel aan<br />
nieuwe ontmoetings- of gebruiksmogelijkheden: ‘de-potentialisering’ van de<br />
kunst vanuit de hoop op een ‘re-potentialisering’ van het sociale als communitas<br />
(ik parafraseer de Italiaanse filosoof Giorgio Agamben, in wiens werk de notie van<br />
potentialiteit een centrale rol speelt).<br />
5<br />
Maakt Ief Spincemaille kunst? Vraag het de VELO-medewerkers of de bewoners<br />
van Sint-Maartensdal. Of de monniken van het Benedictijnenklooster op de
RUDI LAERMANS<br />
<strong>KUNST</strong> <strong>IN</strong> <strong>TRANSITIE</strong><br />
6<br />
7
RUDI LAERMANS<br />
<strong>KUNST</strong> <strong>IN</strong> <strong>TRANSITIE</strong><br />
8<br />
Leuvense Keizersberg die hij om onderdak en medewerking vroeg voor het eerste<br />
luik van (Let Yourself) Fall. Als kunstenaar en nu ook als curator beweegt Spincemaille<br />
zich op de grens die het artistieke van het niet-artistieke scheidt, maar dan zonder<br />
de conceptuele inzet die de avant-garde daar van oudsher mee verbindt. Het is<br />
hem niet zozeer te doen om de vraag of iets kunst of niet-kunst is, wel om wat er<br />
kan gebeuren op de grens die beide categorieën van elkaar scheidt binnen een per<br />
definitie ambivalente zone waar potentieel kunstwerk en niet-kunstige locatie elkaar<br />
ontmoeten, infecteren, eventueel ook deconstrueren. Grenskunst, transitiekunst, of<br />
- met een uitdrukking ontleend aan de antropoloog Victor Turner - liminale kunst zijn<br />
daarom passende noties, ook bij (Let Yourself) Fall. Ook dit dubbelgelede artistieke<br />
evenement is een hybride, een wel-en-niet tentoonstelling, une exposition sous<br />
rature die in het directe verlengde ligt van Spincemailles artistieke praktijk. Noch<br />
de Benedictijnerabdij op de Keizersberg, waar het eerste luik van (Let Yourself) Fall<br />
plaatsvond, noch de zaal in de Universiteitsbibliotheek van de KU Leuven die het<br />
tweede luik herbergt, zijn immers traditionele tentoonstellingsplekken. De eerste<br />
etappe hield een moeilijk te miskennen uitnodiging in om het ‘tussen’ te verkennen<br />
dat kunst van religie scheidt én beide tegelijk verbindt; het tweede onderdeel spoort<br />
indirect aan om stil te staan bij de ambivalentie van het voegwoord ‘en’ in de<br />
uitdrukking ‘kunst en wetenschap’. Beide luiken houden een verschillende, zelfs<br />
tegenstelde verplaatsing in: eerst naar de rand van de stad, vervolgens naar het<br />
centrum van Leuven; en ook een die gaat van verticaliteit naar horizontaliteit, van ‘de<br />
berg op’ (de bezoekers) naar ‘liggen op de vloer’ (de kunstwerken) of, breder, van de<br />
(mogelijke) spirituele lading van de getoonde werken naar een directe confrontatie<br />
met hun materiële of objectkarakter.<br />
9<br />
In het eerste deel van (Let Yourself) Fall start de tocht onderaan de Keizersberg<br />
(onder Leuvenaren ook wel bekend als de Boelen- of Borgberg). Geleid door<br />
Spincemailles Rope wandelde de bezoeker naar boven, richting hemel of horizon -<br />
richting datgene wat hem of haar oversteeg. De beweging varieerde een grondthema<br />
in het werk van Spincemaille, dat mede in het teken staat van een uitgesproken<br />
interesse voor lucht, onmetelijke afstanden, verte, het oneindige ook. Binnen een<br />
religieuze context is dat oneindige synoniem voor het sacrale, het transcendente<br />
en, in fine, het goddelijke. Dit spirituele betekeniskader was het ‘buiten’ dat tijdens<br />
het eerste luik van (Let Yourself) Fall gedurig binnenkwam, ook al bevond men zich<br />
nog niet in het Benedictijnenklooster op de top van de Keizersberg. Het kader was<br />
er inderdaad al op afstand, als een actio in distance: door de nabijheid van het<br />
klooster leek de Rope van Spincemaille de reddende hand Gods te symboliseren<br />
en kreeg in het park de verbouwde auto van Thomas Lommée (Super Carry) een<br />
andere, haast gewijde eenzaamheid. Het christelijke betekeniskader deed zich meer<br />
direct gelden op de scheiding tussen kloosterpark en stad, waar het over Leuven<br />
uitkijkende Mariabeeld staat dat Thomas Renwart, Juliane Schreiber en Charlotte<br />
Stuby van een rugzak voorzagen (dezelfde die ook de bezoeker kreeg, maar dan in<br />
buitenmaats formaat: ‘Yours Truly, Mary’.
RUDI LAERMANS<br />
<strong>KUNST</strong> <strong>IN</strong> <strong>TRANSITIE</strong><br />
10<br />
In het klooster drongen de religieuze betekenissen of bijbetekenissen zich<br />
haast vanzelf op. Main Service Route van Wim Catrysse, waarin honden in de<br />
woestijn van Koeweit de hoofdrol spelen, evoceerde indirect zowel het begin van het<br />
monastieke leven in de woestijn als de marginalisering van geloof of religie in onze<br />
geseculariseerde maatschappij. Net als Renwart, Schreiber en Stuby hadden de<br />
meeste kunstenaars echter niet enkel in maar ook met het klooster als plek gewerkt,<br />
in zowel architecturale als semantische zin: op uitnodiging van Spincemaille<br />
namen ze het risico van het soort transformatie<br />
met onzekere uitkomst dat locatie/kunst typeert.<br />
Maakte Bram Van Breda met Ontvankelijke Stilte,<br />
een zinspeling op de lijkwade van Turijn door<br />
het zichtbaar maken van de stoflaag op een<br />
Mariabeeld met behulp van een linnenweefsel,<br />
wel of niet een kunstwerk? En ook: profaneerde<br />
hij al doende dat beeld wel of niet, verplaatste hij<br />
het wel of niet van de sacrale naar een daaraan<br />
tegengestelde sfeer? Of domineerde de figuur<br />
van Maria: overvleugelde het godsdienstige het<br />
kunstige? Of verkeerde het beeld misschien in<br />
een tussenruimte, daar waar - opnieuw - kunst<br />
en religie elkaar raken en tegelijk gescheiden<br />
zijn. Vergelijkbare vragen werden opgeroepen<br />
door Sea Change, het door Sarah De Vos in situ<br />
gemaakte glasraam dat tevens verwees naar de<br />
vluchtelingenproblematiek.<br />
Een vervolgtentoonstelling<br />
die een eerste<br />
tentoonstelling in<br />
alle betekenissen<br />
van het woord<br />
hérdenkt?<br />
Altijd weer opnieuw moest je vaststellen dat in het eerste luik van (Let Yourself)<br />
Fall bij het kijken naar de geëxposeerde werken direct of indirect, op de voor- dan<br />
wel de achtergrond de locatie en haar religieuze basisbetekenis mee resoneerde.<br />
Alle getoonde artefacten verkeerden daarom in een twilight zone, zelfs de op het<br />
eerste gezicht zelfbesloten, quasi-autarkisch aandoende flight-case van Mekhitar<br />
Garabedian met de raadselachtige titel Never Let A Mistake Go To Waste. Ook dit werk<br />
zinspeelde op de vluchtelingencrisis, maar de context deed het tevens verschijnen<br />
als een quasi-sacraal minimalistisch object dat, ondanks zijn alledaagsheid en<br />
banaliteit, vroeg om aandacht, ja om contemplatie. Juist door de locatie herinnerde<br />
het de toeschouwer eraan dat de grens tussen ‘het lage’ en ‘het hogere’, het profane<br />
en het sacrale (maar dan in niet-godsdienstige zin) constitutief was én blijft voor<br />
de kunsten.<br />
(Let yourself) fall is een geleende titel. Het gelijknamige prozagedicht van<br />
Joseph Beuys looft een reeks eigenschappen die we gewoonlijk met het maken<br />
van kunst verbinden: dromen, je verbeelding gebruiken, kind durven zijn, niet<br />
gedurig denken aan geld of verantwoordelijkheid... De geprezen kwaliteiten<br />
doen romantisch aan en zetten niet meteen de toon in centrale maatschappelijke<br />
domeinen als de economie, de politiek of het recht. Beuys zegt helemaal niet dat<br />
de kunst er het patent op heeft, integendeel. In lijn met zijn bekende uitspraak<br />
‘Jeder Mensch ist ein Künstler’ en het avantgardistische streven om de grens tussen<br />
kunst en leven uit te wissen, wilde hij de artistieke levenshouding veralgemenen.<br />
Het omarmen van het onbekende of niet-vertrouwde moest de basisattitude in alle<br />
levenssferen worden. Dat klinkt inderdaad utopisch, maar cruciaal is dat Beuys’<br />
tekst in het midden laat hoe het schijnbaar onmogelijke alsnog mogelijk wordt.<br />
Het blijft bij een hoofdzakelijk ethisch geladen oproep of appel, een meestal speels<br />
verwoorde uitnodiging om de aangeprezen levensstijl op zijn minst te overwegen.<br />
Binnen de context van de Benedictijnerabdij op de Keizersberg kregen titel en<br />
tekst alweer specifieke ladingen. Helpt het geloof in God misschien om de Ander<br />
of het Andere onbevreesd, zonder hang naar zekerheid vooraf of vaste grond<br />
tegemoet te treden? Belichaamd de monastieke gemeenschap niet altijd ook de<br />
idee van een egalitaire communitas, zoals bijvoorbeeld Roland Barthes in Comment<br />
virvre ensemble suggereert? Toont ze ons niet tevens, op een uiteraard hoogst<br />
specifieke manier, hoe een levensvorm in strikte zin gestalte kan krijgen, een<br />
waarin het leven wel is beregeld maar niet gejuridiseerd omdat het kloosterleven<br />
geen regels toepast, of daaraan is ondergeschikt, maar die integendeel in de volle<br />
zin van het woord gezamenlijk beleeft (waardoor het onderscheid tussen regel en<br />
leven betekenisloos wordt)? De vraag wordt mij ingefluisterd door, alweer, Giorgio<br />
Agamben, die in zijn studie De la très haute pauvreté bovendien beklemtoont dat<br />
het monastieke leven berust op het gemeenschappelijk gebruik van goederen en<br />
diensten. Hij ontwaart daarin de voorafschaduwing van een andere economie die<br />
niet langer berust op individuele toe-eigening en het ermee verbonden juridisch<br />
eigendomsbegrip.<br />
En nu is er dus de tweede start: (Let Yourself) Fall is verhuisd en ‘re-resideert’<br />
in de niet meteen traditioneel aandoende tentoonstellingszaal van de centrale<br />
Universiteitsbibliotheek. De verplaatsing van de werken gaat, zoals gezegd, gepaard<br />
met een drastische hérplaatsing. De geëxposeerde artefacten liggen dicht bij<br />
elkaar in het halfduister op de grond, vergezeld door een korte, zeer selectieve<br />
videomontage van goed tien minuten van de acht rond-<strong>lezing</strong>en die werden gegeven<br />
in het Benedictijnerklooster. Zeker wie het eerste luik heeft gezien, ontwaart voor<br />
alles materiële sporen of relicten die herinneringen activeren - alsof het tweede<br />
luik in de Universiteitsbibliotheek in de eerste plaats een aandenken is aan het<br />
voorafgaande deel in en rond de Benedictijnenabdij. Een vervolgtentoonstelling<br />
die een eerste tentoonstelling in alle betekenissen van het woord hérdenkt? Van<br />
de wel haast brutale opstelling gaat hoe dan ook een zweem van levenloosheid<br />
uit, de suggestie dat we met een halve ruïne hebben te maken. Zij komt alsnog tot<br />
leven dankzij de videopnames en, vooral, de herinneringen van die bezoekers die<br />
het eerste luik hebben gezien: immaterieel memoriewerk bezorgt de werken in<br />
absentia alsnog de context die hen hier in presentia bewust is ontzegd.<br />
11
RUDI LAERMANS<br />
<strong>KUNST</strong> <strong>IN</strong> <strong>TRANSITIE</strong><br />
12<br />
De werken zijn tevens alfabetisch geclassificeerd en worden zo ingeschreven in<br />
een volkomen arbitraire ordening. Dat mag weerom duiden op een weigering van<br />
de kant van Ief Spincemaille om ze, na het ‘sterke’ narratief van de kloostercontext,<br />
zélf van een nieuw verhaal te voorzien. Tegelijk sluit de opstelling bij de<br />
bibliothecaire context aan: ook in digitale tijden blijft daarbinnen het alfabet<br />
een basisprincipe bij het rangschikken van boeken, tijdschriften en andere<br />
documenten. En vooral: zonder alfabet gewoonweg geen leesbare teksten. De<br />
presentatie zinspeelt bovendien indirect op de wetenschappelijke of academische<br />
blik. Net zoals iedere lezer zich over een tekst buigt (voor zover die althans niet<br />
op een computerscherm verschijnt...), zo buigt een onderzoeker zich letterlijk of<br />
figuurlijk over een probleem. In die zin is de ouderwetse lezende houding ook die<br />
van iedere wetenschapper.<br />
Ik suggereerde het al: wie de eerste etappe van (Let Yourself) Fall heeft gezien,<br />
kan er moeilijk om heen dat de opstelling in de Universiteitsbibliotheek een<br />
zekere profanatie van de getoonde kunstwerken inhoudt. Binnen de context van<br />
de Benedictijnerabdij kregen ze direct of indirect een spiritueel-religieuze lading,<br />
terwijl ze hier in de eerste plaats als objecten verschijnen. Hun materialiteit<br />
primeert op hun mogelijke betekenis. De betekenaar neemt het over van de<br />
betekende, de vorm van de inhoud, de kunstwerken worden in de eerste plaats met<br />
hun status als objecten - met hun facticiteit - geconfronteerd. Ook deze verschuiving<br />
mag een symbolische verwijzing inhouden naar de blik van de wetenschapper.<br />
Daarbinnen verschijnt de werkelijkheid immers als ‘onttoverd’ (dixit Max Weber),<br />
als een louter materieel krachtenspel dat in principe kan worden verklaard aan<br />
de hand van formeel-causale modellen. Daar komt geen God meer aan te pas - wat<br />
uiteraard niet ook per definitie iets zegt tégen welk geloof dan ook. Misschien is het<br />
wel de crux van de dubbele beweging binnen (Let Yourself) Fall als een geslaagde<br />
vorm van locatie/kunst: deze tentoonstelling die er geen is, nodigt uit om stil te<br />
staan bij het onderscheid tussen religie en wetenschap door dezelfde werken in<br />
een christelijke respectievelijk een academische context te (her)presenteren.<br />
13
RUDI LAERMANS<br />
<strong>KUNST</strong> <strong>IN</strong> <strong>TRANSITIE</strong><br />
Deze <strong>lezing</strong> werd gehouden in de Artes Universiteitsbibliotheek van de KU<br />
Leuven op 19 december 2017 naar aanleiding van de (her)opening van de expo (Let<br />
Yourself) Fall. De expo werd ver- en herplaatst van de abdij Keizersberg Leuven<br />
naar de Artes Universiteitsbibliotheek van de KU Leuven. De expo vond plaats<br />
van 30 november 2017 tot en met 27 januari 2018.<br />
Met werk van Wim Catrysse, Thomas Lommée, Fijn Atelier, Mekhitar Garabedian,<br />
Kurt D’Haeseleer/ Frank Vigroux, Sarah De Vos, Bram Van Breda, Ief Spincemaille,<br />
Georges Lemaître, Pablo Calderón/Liesbeth Huybrechts/Mela Zuljevic<br />
(De Andere Markt), Thomas Renwart/Juliane Schreiber/Charlotte Stuby (Luca<br />
Textiel Design). Rond-<strong>lezing</strong>en van o.a. Thomas Hertog (natuurkundige), Jozefien<br />
Van Beek (journalist) Stijn Devillé (theatermaker), Dirk Hanssens (monnik),<br />
Siebe Vanhee (big wall klimmer) en Volkmar Mühleis (schrijver).<br />
<strong>Rudi</strong> <strong>Laermans</strong> is als gewoon hoogleraar sociale theorie en kunstsociologie<br />
verbonden aan de Faculteit Sociale Wetenschappen van de KU Leuven. Zijn<br />
recent theoretisch onderzoek focust op de grondleggers van de sociologie (Weber,<br />
Durkheim), de hedendaagse sociale systeemtheorie (Luhmann), en de kritische<br />
theorie (Foucault, Agamben, autonoom marxisme). Hij combineert dat met een<br />
interdisciplinaire interesse voor het hedendaagse kunstbestel en haar regulering,<br />
in het bijzonder het veld van de hedendaagse dans. Daarnaast is hij actief als<br />
essayist en criticus, onder meer in diverse Nederlandstalige bladen als De Witte<br />
Raaf en Etcetera. Recente boekpublicaties: Moving Together: Theorizing and Making<br />
Contemporary Dance (2015), Klein lexicon van het managementjargon (2016; samen<br />
met Lieven De Cauter en Karel Vanhaesebrouck), Weber (2017; samen met Dick<br />
Houtman); en Ik-Wij-Zij. Sociologische wegwijzers voor onze tijd (2020).<br />
14<br />
Met de metafoor van ‘de val’ cureert Ief Spincemaille een tentoonstelling<br />
over het (on)vrijwillig opgeven van zekerheden. (Let Yourself) Fall gaat over een<br />
kantelende wereld waar niets nog zeker lijkt. Over talloze vluchtelingen die over<br />
land en zee dwalen op zoek naar een betere plek. Maar ook over zwervende kunstenaars,<br />
wetenschappers, ambachtslieden die zich hervestigen en hun praktijk<br />
vorm geven in een andere context. Buiten het klassieke museum of laboratorium,<br />
in allerhande collectieven, participatieve buurtprojecten, verrassende allianties,<br />
(Let Yourself) Fall gaat over een verlangen naar, en vrees voor wat onbekend en<br />
veraf is.<br />
15<br />
Afbeelding voorzijde en pag.12: Yours truly, Mary,<br />
Thomas Renwart, Juliane Schreiber en Charlotte Stuby<br />
Afbeelding pag. 04: Super carry, Thomas Lommée<br />
Afbeelding pag. 06: Ontvankelijke stilte, Bram Van Breda<br />
Afbeelding pag. 07: Virtual ground, Atelier Ief Spincemaille<br />
Afbeelding pag. 08: Chapter 2.0, fijn atelier<br />
Copyright<br />
<strong>KUNST</strong> <strong>IN</strong> <strong>TRANSITIE</strong><br />
© 2020, Atelier Ief Spincemaille<br />
Uitgegeven in eigen beheer, www.iefspincemaille.com<br />
Alle rechten voorbehouden.<br />
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd<br />
gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze,<br />
hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere<br />
manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.<br />
Ief Spincemaille behaalde zijn master in de filosofie aan de KU Leuven en<br />
studeerde jazz, moderne muziek en technologie aan de L’Aula de musica in Barcelona.<br />
Na zijn studies maakte hij zijn eerste kunstwerk als autodidact in 2006:<br />
“Is the great bear a lonely bear”. Sindsdien is hij actief als beeldend kunstenaar,<br />
designer en scenograaf. Samen met zijn medewerkers realiseert hij vanuit Atelier<br />
Ief Spincemaille diverse projecten die beeldende kunst, architectuur, engineering,<br />
grafisch ontwerp en diverse ambachten verenigen.<br />
Spincemaille maakt zowel beeldend werk over natuurverschijnselen, perceptie<br />
instrumenten die meer aansluiten bij media kunst als beeldende performance<br />
projecten met een sterke maatschappelijke component. Zijn beeldende performances<br />
maken gebruik van sociale sculpturen: grote structuren en objecten zoals<br />
het touw in het project Rope en het modulaire canvas van The Play. Tijdens een<br />
tijdelijke residentie op een bepaalde plek, probeert hij deze structuren deel te<br />
laten uitmaken van de context waar hij te gast is. Naast deze objecten zelf, is taal<br />
een van de hoofdcomponenten van deze werken.
www.iefspincemaille.com