28.10.2020 Views

Historie Gouds Metaheerhuis

De restauratie en de nieuwe bestemming van het Metaheerhuis aan de Oosthaven in Gouda.

De restauratie en de nieuwe bestemming van het Metaheerhuis aan de Oosthaven in Gouda.

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

De restauratie en de nieuwe bestemming van

het metaheerhuis aan de Oosthaven in Gouda

Sjaak Ouweneel

115

‘De joden hun geschiedenis teruggeven’.

Onder deze kop was in de Tidinge van mei

2016 een artikel opgenomen van de hand

van Paul Abels. De auteur was daarin terecht

kritisch over hoe in Gouda na de Tweede

Wereldoorlog is omgegaan met het weinige

dat nog herinnerde aan het joodse leven van

voor de oorlog. Gelukkig is er ook tegen deze

tendens tot vergeten ingegaan, aldus Abels.

Bijvoorbeeld met het restaureren van het

metaheerhuis achter het gebouw De Haven

aan de Oosthaven.

Abels noemt met name ds. H.C. van Itterzon (1930-2010)

als een van de Gouwenaars die zich positief tegen het

vergeten hebben ingezet. En met recht. Onder meer

beschreef Van Itterzon de geschiedenis van de Goudse

joden in de bundel Gouda zeven eeuwen stad – in 1972

uitgegeven door de Oudheidkundige Kring Die Goude

ter gelegenheid van het 700-jarig bestaan van Gouda

– en droeg hij bij aan het in 1995 verschenen Gouda in

de Tweede Wereldoorlog, met een hoofdstuk over de

geschiedenis van de joden tijdens de bezettingsjaren.

Ook maakte hij zich sterk om de toegangspoort van de

voormalige joodse begraafplaats aan de Boelekade als

monument te bewaren en een nieuwe plaats te geven

aan de Jeruzalemstraat.

Verder was Van Itterzon tot aan zijn overlijden in 2010

Het gerestaureerde metaheerhuis, 2010 (foto Stichting Gouds Metaheerhuis)

bestuursvoorzitter van de Stichting Gouds Metaheerhuis

en zette hij zich in die hoedanigheid met veel toewijding

in voor alles wat met de gedachtenis van de Goudse

joodse oorlogsslachtoffers te maken had. Ook in de jaren

daarvoor was hij met name betrokken bij de inrichting

tot gedenkplaats van het toen net gerestaureerde

metaheerhuis, een van oorsprong joods huisje bedoeld

voor het ritueel reinigen van overledenen.

Omdat over het initiatief tot de restauratie van het

metaheerhuis weinig is gepubliceerd, leek het mij, als

oud-bestuurslid van Stichting Gouds Metaheerhuis,

goed om hiervoor in een breder kader eens aandacht

te vragen. Vooral omdat deze restauratie zeker ook een

bijdrage aan het levend houden van de lokale joodse

geschiedenis van Gouda mag worden genoemd.

Metaheerhuis

Allereerst iets over de voorgeschiedenis. Een metaheerhuis,

of in het West-Jiddisj, metaarhuis, is bestemd

Tidinge 2020


116

Tidinge 2020

voor de joodse rituele reiniging van overledenen. In het

Hebreeuws luidt de naam dan ook Bet Tohorah, huis der

reiniging. Hoewel een metaheerhuis meestal op een

joodse begraafplaats staat, werd het hier bedoelde huisje

gebouwd op het binnenterrein van een bejaardentehuis,

en dat mag als bijzonder worden gezien. Weliswaar ging

het hier niet om een onbeduidende locatie: het Joods

Armbestuur in Gouda beheerde destijds een tehuis voor

heel ‘Nederland en de Koloniën’.

Steun der Ouden

Al in 1841 was door de Israëlitische Gemeente in Gouda

de vereniging Misj’ngenes Zekeiniem, ‘Steun der Ouden’,

1 gesticht, waarop door het Israëlitisch Armbestuur

in een gehuurd huis in de Korte Groenendaal de eerste

drie bewoners werden opgenomen. Zeven jaar later werd

aan de Turfmarkt een eigen huis aangekocht, en omdat

er steeds meer aanvragen – ook van buiten Gouda – kwamen,

kreeg het werk nu ook een landelijke functie. In

1855 werd, in alweer een groter huis, aan de Turfmarkt

het Israëlitisch Oude Mannen- en Vrouwenhuis in gebruik

genomen.

Het werk van Misj’ngenes Zekeiniem kreeg vanaf

1892 financiële steun van de toen opgerichte landelijke

vereniging Centraal Israëlitisch Oude Mannen- en

Vrouwenhuis voor Nederland en de Koloniën. Daardoor

kon het Armbestuur in 1893 een groot woonhuis aan

de Oosthaven B 51, nu nummer 31, kopen. De verkoper

was Theodorus Pieter Viruly (1822-1902), eigenaar van

de naastliggende zeepfabriek De Hamer, tevens Eerste

Kamerlid en oud-wethouder van Gouda. Na een grondige

verbouwing werd het gebouw een jaar later in gebruik

genomen, toen – aanvankelijk – dertien bewoners er hun

intrek namen.

Lijkenhuisje

Als geschenk van de vereniging kreeg het tehuis in 1899

een krediet tot het bouwen van een eigen metaheerhuis. 2

In hetzelfde jaar werd de bouwtekening voor dit Lijkenhuisje

voor het Israëlitisch Oude Mannen- en Vrouwen-

Fragment van de bouwtekening van het metaheerhuis, architect J.

Sliedrecht, 1899 (samh)

gesticht bij de gemeente ingediend en goedgekeurd. Architect

was J. Sliedrecht, de uitvoerder H.J. Nederhorst

jr. De bouwers werden geadviseerd door opperrabbijn

dr. B.L. Ritter uit Rotterdam. Het huisje kreeg een plaats

achter in de binnentuin.

1. Gegevens ontleend aan: (1) Rachel E. Baan, Gouda’s Israël. Het leven

van de joodse gemeenschap in Gouda 1850-1940, afstudeerscriptie

Universiteit Utrecht, 2000, 4.2.2 Ouderenzorg, en (2) Van Maand tot

Maand, mededelingenblad van de Joodse Gemeente Rotterdam, H.N.

Bonnewitz, Azkara in Gouda, een herinnering aan een nette kille,

juni-juli 1994.

2. Nieuw Israelietisch Weekblad, 27 oktober 1899, geraadpleegd op

Delpher.

3. J. Presser, Ondergang. De vervolging en verdelging van het Nederlandse

jodendom, eerste deel (’s-Gravenhage 1965), 439-447, Het kamp

Barneveld.

4. Goudsche Courant, 20 november 1943, Gemeentelijke publicatie

Gemeente Gouda.

5. Archief Protestantse Kerk Gouda, Stichting De Haven, Akte ter

effectuering van rechtsherstel, 6 oktober 1948, Rotterdam.

6. Gouda 1947-1964, Ingek./uitg. stukken DB Ned. Isr. Gem. Rotterdam,

Gemeentearchief Rotterdam, Archieven van de Nederlands

Israelitische gemeente (NIG) te Rotterdam, 17-05-29-219.

7. Henny van Dolder-de Wit, De Haven. Geschiedenis van de gracht en

het gebouw (Gouda 1991).

8. Akte ter effectuering van rechtsherstel, 6 oktober 1948, Rotterdam,

Archief Protestantse Kerk Gouda, De Haven.

9. Eigendomsbewijs voor de Kerkvoogdij der Nederlandsch Hervormde

Gemeente gevestigd te Gouda, 2 juli 1953, ibidem.


Centraal Tehuis

Omdat de gevolgen van de Eerste Wereldoorlog tot een

tekort op de exploitatie leidden, droeg het Armbestuur

het beheer van het huis in 1917 over aan een nieuw

gevormde vereniging Centraal Tehuis voor Israëlieten in

Nederland gevestigd te Gouda, of kortweg CeTIN. Tot

aan het begin van de Tweede Wereldoorlog groeide het

aantal bewoners van het Centraal Tehuis tot zo’n vijftig.

Tijdens de Duitse bezetting kwam er ook in Gouda nagenoeg

een einde aan alle joodse leven in de stad. Op de

avond van vrijdag 9 april 1943 werd het Centraal Tehuis

bezet en werden de bewoners en personeelsleden weggevoerd

naar kamp Westerbork. Vrijwel allen zijn kort

daarop in het vernietigingskamp Sobibor in Polen om het

leven gebracht. Slechts de directeur van het tehuis, mevrouw

Sara Teixeira de Mattos, kon, als ‘bevoorrechte’,

via de Barneveld-groep 3 de oorlog overleven.

Het tehuis werd met onmiddellijke ingang opgeheven 4

en alle onroerende zaken vielen toe aan de Stichting Nederlandse

Volksdienst, de in juli 1941 opgerichte Duitsgezinde

organisatie voor al het sociale werk. 5

Na de bevrijding

In de jaren na de bevrijding werd de volle omvang van

Centraal Tehuis, 1943 of 1944 (foto collectie-I. Ouweneel)

Folder Kerkvoogdij Hervormde Gemeente, 1953 (samh, archief Stichting

De Haven)

de ramp die Gouda had getroffen voor iedereen pijnlijk

duidelijk. Vermeldt het gemeenteverslag over 1940 een

aantal leden van de joodse gemeente van 257, begin

1954 kon de Permanente Commissie van het Nederlands

Israëlitisch Kerkgenootschap ‘nog geen tien kerkelijke

meerderjarige manspersonen’ meer noteren. Nadat

eerst al in 1950 de synagoge was verkocht aan de Vrije

Evangelische Gemeente, moest uiteindelijk in 1964 de

joodse gemeente van Gouda wegens gebrek aan leden

worden opgeheven. De overgebleven leden werden bij

die van Rotterdam gevoegd. 6

Ook het Centraal Tehuis kon z’n functie niet behouden.

Het diende vlak na de bevrijding eerst als kantoor

van de Politieke Opsporingsdienst, en van 1947 tot 1952

als tijdelijk onderkomen voor de gemeentesecretarie

van Gouda, in verband met een ingrijpende restauratie

van het stadhuis 7 . Nadat via een regeling ter effectuering

van rechtsherstel het Israëlitisch Armbestuur in 1948

weer eigenaar was geworden, 8 resteerde in feite alleen

nog verkoop. Het Armbestuur had naar een waardige bestemming

gezocht en had die uiteindelijk gevonden: het

pand ging dienen als nieuw werkcentrum van de plaatselijke

Nederlandse hervormde gemeente. Op 2 juli 1953

kwam ‘het gebouw met schuur, verdere opstallen en

tuin’ in eigendom van de kerkvoogdij. 9 Het nieuwe Hervormd

Centrum De Haven werd op 24 november van dat

jaar ‘in getemperde vreugde’ geopend in aanwezigheid

117

Tidinge 2020


118

Tidinge 2020

van dr. Arnold Beek namens de Israëlitische Gemeente

en locoburgemeester E.A. Polet namens de gemeente

Gouda. 10

Het metaheerhuis had als zodanig geen functie meer,

en werd in die jaren blijkbaar ook niet op waarde geschat:

het werd na verloop van tijd gebruikt als opslagruimte

voor de onderhoudswerkzaamheden. Geruisloos verdween

zo een unieke en tastbare herinnering aan het

joodse leven van voor de oorlog.

Bron van financiële zorg

Begin jaren tachtig ontstond een groeiende bezorgdheid

over de kosten van onderhoud van De Haven. Het

hervormd centrum bleek niet alleen een bloeiend verenigingscentrum,

maar ook, en tot schrik van de kerkvoogdij,

een ‘bron van grote financiële zorg’. 11 Verkoop

kon dan ook niet lang uitblijven. In 1989 werd De Haven

verkocht aan de toen opgerichte Stichting tot Behoud

van het Gebouw De Haven. 12 Een stichting waarin een

aantal hervormde gemeenteleden samenwerkten om het

gebouw te behouden als thuisbasis – ‘een huis voor de

gemeente’ – voor een aantal kerkelijke en mogelijk andere

christelijke activiteiten. Ten behoeve van het beheer

kreeg een tweede stichting, die tot Exploitatie van

het Gebouw De Haven, het pand in bruikleen.

Er volgde een ingrijpende renovatie, en op 21 september

1991 werd De Haven opnieuw geopend. 13 De ruimten

in het pand werden verhuurd aan respectievelijk

Stichting De Reling (tijdelijke opvang en begeleiding van

mensen in nood), Stichting Het Dok (beschermd wonen),

Stichting Open Huis (evangelisatie), en de hervormde

gemeente (zaal en een bureau). Aan de voorzijde was

plaats ingeruimd voor de verhuur van een beheerderswoning.

14

Restauratie versus afbraak

In mei 1991 besloot de nieuwe eigenaar van het complex

tot restauratie van het metaheerhuis. Vanzelfsprekend

was dit niet. Een mogelijk besluit tot sloop werd gevoed

door het ontbreken van een plan wat men met dit

gebouwtje aan moest. In het overleg van de besturen van

De Haven werd door met name bestuurslid P. Stoop sterk

de joodse oorsprong en de cultuur-historische waarde

van het huisje benadrukt en voor het behoud ervan

gepleit. Nadat hij contact met Bouw- en Woningtoezicht

had opgenomen, bleek de gemeente Gouda sowieso

niet akkoord te gaan met afbraak, maar daarentegen wél

bereid tot het verlenen van restauratiesubsidie.

Door Architectenbureau ir. H. Verwey uit Gouda, specialist

op het gebied van restauratiewerk, werden de totale

restauratiekosten begroot op ƒ 32.000.-. 15 Op basis

van de subsidieregeling voor de restauratie van historische

gebouwen werd door de gemeente een subsidie tot

een bedrag van ƒ 17.000,- verleend. Samen met giften

van particulieren en een bijdrage uit eigen middelen,

kwam de financiering ten slotte rond.

In augustus 1991 droeg het bestuur het maken van

een restauratieplan op aan ir. Verwey, en daarop kon

ook de bouwaanvraag bij de gemeente Gouda worden

ingediend. Nadat vergunning was verleend, werd begin

december de opdracht tot de uitvoering van het werk

gegeven aan aannemingsbedrijf Den Hoed te Bergambacht,

een in hoge mate gekwalificeerd bedrijf voor dit

soort werk. 16 In het voorjaar van 1992 was de restauratie

voltooid.

10. Goudsche Courant, 25 november 1953, De heer Swaneveld: ‘Wij

zijn blij, dat wij er zijn gekomen’.

11. Kerkblad voor Hervormd Gouda, 27 mei 1988, Gebouw ‘De Haven’,

een blijvende Haven?

12. Kerkblad voor Hervormd Gouda, 31 maart 1989, Stichting tot Exploitatie

van het Gebouw De Haven.

13. Kerkblad voor Hervormd Gouda, 27 september 1991, Het behoud

van De Haven.

14. Opgave Stichting tot Exploitatie van het Gebouw De Haven

aan de Gemeente Gouda, 13 januari 1993, Archief Protestantse Kerk

Gouda, De Haven.

15. Begroting architectenbureau ir. H. Verwey, 27 mei 1991, ibidem.

16. Eindafrekening Den Hoed aannemers, 18 mei 1992, ibidem.

17. Nechamah Mayer-Hirsch, Het huis van de levenden. Beth haChajiem,

(Baarn 1989), 27, Opbaren.

18. Goudsche Courant, 8 april 1993, Plannen klein museum in baarhuisje.


traditie als lid te benoemen. Hiervoor gevraagd was

ds. H.C. Van Itterzon uit Gouda graag bereid om tot het

voorlopige bestuur toe te treden. Ds. Van Itterzon werd

algemeen beschouwd als uitermate deskundig op dit gebied,

gelet op zijn publicaties en andere inspanningen

tot behoud van joods erfgoed.

Naar een nieuwe bestemming

Beeld van de restauratiewerkzaamheden

bij het artikel

‘Baarhuisje in de steigers’,

Goudsche Courant, 16 oktober

1991. Dat het metaheerhuis hier

baarhuisje wordt genoemd is

onjuist; de joodse dode wordt

niet opgebaard. 17 (foto: Martin

Droog)

Reeds vanaf de aankoop van het gebouwencomplex was

gesproken over de bestemming van het metaheerhuis

als dit behouden zou blijven. Aanvankelijk werd gedacht

aan een inrichting die in ieder geval herinnering opriep

aan het joodse verleden, en het huisje zou daarna met

een gedeelte van de tuin als stiltegebied kunnen worden

aangewezen. Om het plan voor een goede bestemming

verder uit te werken, werd begin 1992 op initiatief van

bestuurslid Stoop een kleine werkgroep gevormd. Deze

kreeg snel vaste vorm, en ging de Stichting tot behoud

herinnering Joods-Goudse geschiedenis (in oprichting)

heten.

In eerste instantie gingen de gedachten uit in de richting

van een klein museum of een kleine expositieruimte

over de joodse godsdienst en cultuur. Gebouw De Haven

zou zodoende een plaats kunnen worden waar de

verbondenheid van de christelijke gemeente met het

joodse volk tot uiting kwam. Dit kleine museum moest

dan tevens een ‘in memoriam’ zijn aan de om het leven

gebrachte bewoners en personeelsleden van het voormalige

joodse tehuis.

De werkgroep besloot dat het raadzaam was een

deskundige op het gebied van de joodse cultuur en

Gedenkplaats

September 1992. Van de stichting i.o. ging een schrijven

aan mogelijk belangstellenden uit, waarin een inrichting

als gedenk- en informatieplaats werd voorgesteld met

het oog op de, met name Gouds-joodse geschiedenis

en cultuur: ‘Enerzijds een in-memoriam aan onze

stadgenoten, de bewoners en het personeel van het

Centraal Tehuis, anderzijds het geven van aandacht aan

de levenswijze en cultuur van de joodse gemeenschap,

in het bijzonder wat betreft de stad Gouda’. Om de

levensvatbaarheid van het plan te onderzoeken, vroegen

de initiatiefnemers naar de belangstelling voor het idee,

en naar de bereidheid tot financiële ondersteuning. Ook

in het plaatselijk kerkblad werd een bericht geplaatst.

Op de Open Monumentendag in diezelfde maand kon

het, toen nog zo genoemde, ‘voormalig lijkenhuisje’

voor het eerst voor het publiek worden opengesteld,

om nog meer steun te verwerven voor het idee van een

herinneringscentrum.

In maart 1993 werd uiteindelijk het besluit genomen

om, ook in verband met de beperkte ruimte, het

huisje daadwerkelijk in te richten als een gedenk- en

informatieplaats, maar wel in een sobere uitvoering door

toespitsing op alle tijdens de bezetting omgebrachte

Goudse joden. Aangezien ook de exploitatie-stichting

met dit doel kon instemmen, werd tevens besloten tot

het oprichten van een officiële stichting. Inbreng van

joodse zijde in het voorlopige bestuur zou daarbij wel

wenselijk zijn, hetgeen vanaf 1994 ook gerealiseerd

werd.

Bepaald met ietwat te grootschalig elan werd in april

in de plaatselijke pers de komst van een ‘nieuw joods

museum in Gouda’ aangekondigd. 18 Dit noodzaakte het

bestuur in spe tot de vaststelling om steeds uiterste

119

Tidinge 2020


120

Tidinge 2020

zorgvuldigheid in acht te nemen bij het naar buiten brengen

van berichten.

De meer bescheiden opzet bleek al gauw te kunnen

rekenen op zowel de instemming van de joodse

gemeenschap en de joodse gemeente in Rotterdam

(waar die van Gouda immers aan was gevoegd), als op

brede plaatselijke steun.

Van joodse zijde kwam rond deze tijd het voorstel

de aanduiding ‘lijkenhuisje’ te vervangen door

‘metaheerhuis’ of ‘metaarhuisje’, wat meer recht zou

doen aan de betekenis van het gebouwtje.

In februari 1994 werd de naam van de stichting i.o.

gewijzigd in een naam die beter haar werkterrein zou

aangeven en praktischer in het gebruik zou zijn: Stichting

Gouds Metaheerhuis i.o.

Waardig en sober

De inrichting van de gedenkplaats moest voldoen aan

alle normen van waardigheid en soberheid. Diverse

ontwerpen werden in het bestuur besproken. Uiteindelijk

werden voorjaar 1994 aan de achterwand twee grote

glazen wandborden aangebracht met een woord van

de profeet Jesaja, Jesaja 25 vers 8; het rechterbord

met de Hebreeuwse tekst, het linker met de tekst in de

Nederlandse vertaling van Jitschak Dasberg:

‘Hij laat de dood voor altijd verdwijnen,

God, de Eeuwige, zal de tranen van alle gezichten

wissen.

De smaad Zijn volk aangedaan zal Hij van heel de aarde

verwijderen.

Want de Eeuwige heeft het gezegd.’

Gedenkplaats, interieur (Stichting Gouds Metaheerhuis)

De tekst werd genomen uit het gebedenboek, de Tefilla,

waar dit het laatste woord is voordat men na een begrafenis

de begraafplaats verlaat.

Wat betreft de namen van hen die waren omgebracht,

werden de archieven van het Streekarchief Midden-

Holland en de Gedenkboeken van de Oorlogsgravenstichting

geraadpleegd. Dat onderzoek leverde 95 namen

op. Op een tafel links in de ruimte werden twee boeken

neergelegd. Het grote gedenkboek bevatte de handgeschreven,

toen bekende namen, samen met de geboorte-

en overlijdensgegevens, de naam van de eventuele

(overleden) echtgeno(o)t(e), en het laatst bekende adres

in Gouda. In het andere boek, het gastenboek, konden

bezoekers aanvullingen en opmerkingen noteren. Ten

slotte was op een klein wandbord beknopte informatie

over de gedenkplaats te lezen.

Naderhand is de inrichting van de gedenkplaats

aangepast aan nieuwe inzichten. Om meer inhoud te

geven aan wat de stichtingsstatuten de ‘educatieve

waarde’ van het metaheerhuis noemen, werden in

mei 2004 op de rechterwand drie glazen wandborden

geplaatst met daarop aangebracht de alle toen gevonden

327 namen met betreffende leeftijd en overlijdensplaats.

Om niemand uit te sluiten werd onder de namen nog

de tekst toegevoegd: ‘... en de niet bij name bekende

stadgenoten’. Ten slotte werd een klein wandbordje

aangebracht met daarop een overzichtskaart waarop de

betreffende concentratie- en vernietigingskampen zijn

aangegeven.

Tot nu zijn de borden één keer geactualiseerd; na ge-

19. Tom Verwaijen, Joods Gouda II, De laatste 100 jaar Joods leven

vanaf ca. 1850 (Gouda 2016).

20. Openingswoord gedenkplaats door ds. H.C. Van Itterzon, 17

juni 1994, archief Stichting Gouds Metaheerhuis.

21. Kamer van Koophandel Rotterdam 41174218.


bruikmaking van de gegevens uit het onderzoek van Tom

Verwaijen 19 bedraagt het aantal namen nu 388.

Opening

Op 17 juni 1994 werd de gedenkplaats geopend. De

genodigden waren vooraf ontvangen in de grote zaal van

Gebouw De Haven. Namens de Nederlands Israëlitische

Gemeente te Rotterdam sprak rabbijn L.B. van de Kamp,

en namens het Verbond van Liberaal Religieuze Joden

rabbijn M. ten Brink. Onder de aanwezigen waren verder

vertegenwoordigers van het College van Burgemeester

en Wethouders van Gouda, de Stichting tot Exploitatie

van het Gebouw De Haven en de plaatselijke hervormde

gemeente.

In zijn openingswoord benadrukte ds. Van Itterzon

nog eens het uitgangspunt van hoe het metaheerhuis nu

was ingericht: eenvoudig, sober en waardig. Ook sprak

Mevrouw S.R. Meijer-Teixeira de Mattos verricht de opening van de gedenkplaats.

Ze wordt begeleid door mevrouw J. Baruch, bestuurslid van

Stichting Gouds Metaheerhuis i.o. (foto: Pim Mul)

hij met waardering over de aanwezigheid van mevrouw

S.R. Meijer-Teixeira de Mattos (1906-1997), de laatste

directeur van het joods tehuis: ‘Buitengewoon moedig

dat zij, die met haar mensen in 1943 is weggevoerd, doch

als een wonder weer is teruggekeerd, hier wil zijn’. 20 Mevrouw

Meijer verrichtte de openingshandeling door het

onthullen van de gevelsteen met daarop de tekst: ‘Gedenkplaats

17 juni 1994’.

Stichting Gouds Metaheerhuis

De oprichting van de Stichting Gouds Metaheerhuis werd

vervolgens binnen een jaar een feit. Op 20 februari 1995

tekende ds. Van Itterzon, als eerste bestuursvoorzitter,

de oprichtingsakte voor notaris Westerhuis. 21

Als doelstelling werd opgenomen:

‘De Stichting heeft tot doel het voormalige metaheerhuis

van het eveneens voormalige Centraal Tehuis voor

Israëlieten in Nederland, destijds gevestigd in het pand

Oosthaven 31 te Gouda, in te richten en te beheren ter

gedachtenis van en herinnering aan de in de oorlogsjaren

1940-1945 omgekomen Goudse joden.

De stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken

door aan het metaheerhuis bekendheid te geven en

de nadruk te leggen op de geestelijke, opvoedende en

educatieve waarde der gedachtenis’.

De stichting zou gaan optreden als huurder en

beheerder van de gedenkplaats. Met de exploitatiestichting

werd in juni 1996 een huurovereenkomst

afgesloten, waarbij overigens een zeer klein bedrag

aan huur werd vastgesteld. Voor beheer en onderhoud,

activiteiten en publiciteit moest uiteraard wel betaald

worden.

De Stichting Gouds Metaheerhuis ging diverse

activiteiten organiseren, waaronder de jaarlijkse 4 meiherdenking,

de openstelling op Open Monumentendag

en bezoeken aan basisscholen. Zij kreeg geen subsidie,

en in 1998 besloot het bestuur daarom een kring

van donateurs op te richten, de ‘Vrienden van het

Metaheerhuis’. Begin 1999 waren hiervoor zo’n zestig

aanmeldingen ingeschreven.

121

Tidinge 2020


122

Tidinge 2020

Sinds 2010 is de plaatsing van Stolpersteine in Gouda,

met als coördinator en uitvoerder Soesja Citroen, in

de stichting ondergebracht. Het streven is om alle

bij naam bekende omgebrachte joodse stadgenoten

met een Stolperstein te gedenken. Thans zijn op 64

plekken inmiddels in totaal 258 stenen geplaatst en zijn

evenzoveel namen weer in de stad zichtbaar gemaakt.

Op 27 februari 2013 plaatste de Duitse kunstenaar

Gunter Demnig, de initiatiefnemer van het Europese

project, onder grote belangstelling 56 stenen in de stoep

voor het gebouw De Haven.

Rijksmonument

Gebouw De Haven en het metaheerhuis werden in 2000

beide aangewezen als rijksmonument. Het voormalig

metaheerhuis is volgens de Rijksdienst voor het Cultureel

Erfgoed ‘van algemeen belang wegens architectuuren

cultuurhistorische waarde door zijn oorspronkelijke

functie als goed voorbeeld van een lijkenhuisje uit het

eind van de 19de eeuw in een rijk gedetailleerde Traditioneel-Ambachtelijke

bouwtrant. Het herinnert aan de

periode dat in het bijbehorende herenhuis een ‘Joodsch

Rusthuis’ was gevestigd. Het is derhalve van belang vanwege

de historische-ruimtelijke relatie met het huis. De

bouwkundige onderdelen zijn vrij gaaf in hoofdvorm,

materiaalgebruik en detaillering’. 22

Dat tegen het einde van de vorige eeuw niet tot afbraak,

maar tot restauratie van het in onbruik geraakte metaheerhuis

werd besloten, mag worden toegeschreven aan

de toenmalige bestuurders van het Gebouw De Haven.

In 1994 werd het gerestaureerde huisje geopend als gedenkplaats

ter gedachtenis van alle tijdens de bezettingsjaren

omgebrachte joodse stadgenoten en als rijksmonument

voor het nageslacht bewaard. Opdat wij zien

en niet vergeten.

Ten slotte

22. Rapport Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Monumentnummer:

517609. Bij Oosthaven 31 2801 PD te Gouda, Actualiteit gegevens:

23-12-2017.

Zijgevel van het metaheerhuis (foto Nico J.Boerboom)

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!