Naar een visionaire woningbouw
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
71 NAAR EEN VISIONAIRE WONINGBOUW<br />
2.3.2 TUSSENGEBIED<br />
Deze term verwijst naar <strong>een</strong> heel ruim gebied in Vlaanderen<br />
waar <strong>een</strong> niet onbelangrijke verstedelijkingsdruk op ligt. Op fig<br />
2.5 komt dit over<strong>een</strong> met het gebied met de lichtroze vlekken.<br />
Het hart van dit gebied valt samen met de Vlaamse Ruit. Door<br />
de verstedelijkingsdruk zijn deze oorspronkelijk landelijke<br />
gebieden geleidelijk getransformeerd tot <strong>een</strong> patchwork van<br />
dorpen, verkavelingswijken en linten waarachter nog grote<br />
groene ruimtes liggen. In dit gebied liggen er nog veel bouwmogelijkheden<br />
die in <strong>een</strong> trendvolgend scenario verder zullen<br />
opgevuld geraken met gestandaardiseerde verkavelingswijken.<br />
In de literatuur wordt vaak de term ’nevelstad’ gebruikt<br />
om deze stedelijke conditie aan te duiden. Vandaag bestaan er<br />
voor dit hybride gebied onvoldoende kwalitatieve verstedelijkingsprincipes<br />
met <strong>een</strong> bijhorend instrumentarium.<br />
Migratie naar het tussengebied<br />
Een belangrijk deel van de verstedelijkingsdruk wordt verklaard<br />
door de aantrekkingskracht van de Vlaamse Ruit op<br />
de rest van Vlaanderen als gevolg van de tewerkstelling in<br />
deze regio. 13 Belangrijke delen van het tussengebied liggen<br />
dan ook in het pendelgebied van de stedelijke kernen. De<br />
pendelbewegingen worden ondersteund door de aanwezigheid<br />
van <strong>een</strong> dicht spoorwegennet en <strong>een</strong> uitgebreid autowegen-<br />
en stratennetwerk. Hierdoor heeft het tussengebied <strong>een</strong><br />
zeer goede bereikbaarheid en in combinatie met <strong>een</strong> beleid<br />
waarin woon-werkverkeer zeer goedkoop is (sociale tarieven,<br />
gratis openbaar vervoer, fiscale aftrek van autogebruik,…)<br />
wordt suburbanisatie aangemoedigd. Deze beweging naar de<br />
Vlaamse Ruit overlapt met de suburbanisatiebeweging vanuit<br />
kernstedelijk gebied. De aantrekking van dit tussengebied<br />
schuilt onder meer in de betere kwaliteit van de woningen<br />
in vergelijking met de steden. Er is nog veel open en groene<br />
ruimte en het woningpatrimonium bestaat hoofdzakelijk uit<br />
grotere woningen met <strong>een</strong> tuin, hetg<strong>een</strong> beantwoordt aan<br />
de woonwens van de meeste gezinnen. Dit verklaart ook<br />
het overwicht van de eigendomsmarkt in het tussengebied.<br />
Daarnaast wordt de verstedelijkingsdruk aangestuurd door<br />
de grond- en woningprijzen, die lager liggen hoe verder men<br />
zich van de stadskern bevindt. Het concept van ‘regionale<br />
woonmarkten’ brengt de sturende rol van bouwgrondprijzen in<br />
rekening en beschrijft de interactie tussen bouwgrondprijzen,<br />
migratiepatronen en pendelbewegingen. Op basis hiervan<br />
kunnen regionale woonmarkten afgebakend worden, waarvan<br />
de meeste <strong>een</strong> stedelijk gebied als kern hebben. Fig. 2.9 toont<br />
regionale woonmarkten rond Brussel, Antwerpen en Gent.<br />
tussengebied nog enorm veel bouwmogelijkheden liggen, die<br />
in <strong>een</strong> trendvolgend scenario verder zullen opgevuld geraken<br />
met gestandaardiseerde verkavelingswijken. Dit gebied blijkt<br />
ook <strong>een</strong> aantrekkelijke vestigingslocatie voor niet-woonfuncties<br />
zoals industrie, bedrijventerreinen, grootschalige handelsfuncties,<br />
recreatiecomplexen etc. Deze functies zijn vaak<br />
gesitueerd aan belangrijke verkeersknooppunten, die <strong>een</strong><br />
goede bereikbaarheid verzekeren.<br />
In het tussengebied kan ook enige nuance aangebracht<br />
worden. Op kaart 2.1 wordt die weergegeven door middel van<br />
de verschillende grijswaarden tussen het platteland (wit) en<br />
de stadsregionale gebieden (donker grijs). Ten eerste onderscheiden<br />
we het meer verstedelijkt tussengebied op basis<br />
van de migratiedynamieken en de gebieden die gekarakteriseerd<br />
worden als banlieues in de studie naar Stadsgewesten.<br />
Dit zijn gebieden buiten de stadsregionale schaal maar die<br />
sterk betrokken blijven op de stadsregio’s. Daarnaast werden<br />
corridors van verst<strong>een</strong>de ruimte en gebieden met hoge<br />
mate van verlinting ook bij het tussengebied gerekend (fig.<br />
2.10). Tot slot is er het gebied dat noch tot het platteland<br />
behoort (zie 2.3.3), noch tot het verstedelijkt tussengebied,<br />
noch tot de corridors van verst<strong>een</strong>de ruimte. Dit gebied kan<br />
beschouwd worden als ‘landelijk tussengebied’.<br />
Fig. 2.10 Verlinting per statistische sector in Vlaanderen. De verlinting wordt berekend<br />
door de bebouwingslinten te selecteren uit <strong>een</strong> bestand dat de bebouwing in Vlaanderen<br />
weergeeft. De lengte van deze linten wordt per statistische sector samengevoegd en<br />
uitgedrukt per oppervlakte <strong>een</strong>heid.<br />
Uit: Ruimte voor wonen. Bron: Kadvec. Cartografie: AMRP.<br />
Beleid<br />
Administratief wordt dit gebied opgedeeld door gem<strong>een</strong>tegrenzen.<br />
Een vaak gehoorde opmerking is dat veel gem<strong>een</strong>ten<br />
niet de nodige capaciteit hebben op vlak van visie en<br />
instrumenten om het soort beleid te voeren dat de heropleving<br />
van de steden heeft mogelijk gemaakt. Het woonbeleid<br />
en ruimtelijk beleid in Vlaanderen legt heel wat taken bij de<br />
gem<strong>een</strong>ten, maar in de praktijk slagen zij er vaak onvoldoende<br />
in deze verantwoordelijkheden te vervullen. Om hier aan<br />
tegemoet te komen zijn er gem<strong>een</strong>ten die samenwerken in de<br />
vorm van intercommunales.<br />
Fig 2.9 Afbakening van regionale woonmarkten in Vlaanderen en Brussel. Bovenregionale<br />
invloedsferen: roze=Brussel, blauw=Antwerpen, groen=Gent.<br />
Uit: Sturingsmodellen voor het wonen, Eindrapport, Vlaamse overheid, Departement RWO<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning, p.18.<br />
Morfologische kenmerken van<br />
het tussengebied<br />
Morfologisch bestaat het tussengebied uit <strong>een</strong> aan<strong>een</strong>schakeling<br />
van dorpskernen, verkavelingswijken en lange linten<br />
waarachter grote open ruimtes liggen. Dit verklaart het duale<br />
karakter ervan. Verplaatst men zich met de auto ontstaat<br />
de indruk van <strong>een</strong> continu stedelijk gebied, terwijl vanuit de<br />
lucht <strong>een</strong> open en groen beeld domineert. De kaart van de<br />
onbebouwde woonpercelen (fig. 1.5, p.16) toont dat er in dit<br />
10 LOECK, A. (red.), Stadsvernieuwingsprojecten in Vlaanderen. Ontwerpend<br />
onderzoek en capacity building (Explorations reeks), SUN, Amsterdam, 2009.<br />
11 Wat hier de 20ste eeuwse gordel wordt genoemd komt over<strong>een</strong> met de<br />
stadsrand in de studie van het INS naar stadsgewesten in België. Zie VAN<br />
DER HAEGEN, H., VAN HECKE, E., JUCHTMANS, K., “De stadsgewesten”,<br />
In: MÉRENNE-SCHOUMAKER, B., VAN DER HAEGEN, H., VAN HECKE,<br />
E. EN HALLEUX, J. M., Algemene Volks- en woningtelling, 1 maart 1991,<br />
Verstedelijking, monografie nr. 11A, Nationaal instituut voor de statistiek,<br />
Brussel, p. 69-130.<br />
12 ZIE VAN DER HAEGEN, H., VAN HECKE, E., JUCHTMANS, K., “De stadsgewesten”,<br />
In: MÉRENNE-SCHOUMAKER, B., VAN DER HAEGEN, H., VAN<br />
HECKE, E. EN HALLEUX, J. M., Algemene Volks- en woningtelling, 1 maart<br />
1991, Verstedelijking, monografie nr. 11A, Nationaal instituut voor de statistiek,<br />
Brussel, p.69-130.<br />
13 Ibid.