Naar een visionaire woningbouw
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
21<br />
BESTAANDE MECHANIEK VAN DE VLAAMSE WOON PRODUCTIE<br />
1.1.3 OPERATIONEEL KADER<br />
BELEID<br />
Binnen de huurmarkt is er <strong>een</strong> belangrijk verschil tussen<br />
de sociale en de particuliere huurmarkt. In de sociale huursector<br />
bieden sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM)<br />
goedkope huurwoningen aan door middel van steun van de<br />
overheid. Ook sociale verhuurkantoren (SVK) spelen in dit<br />
marktsegment. In tegenstelling tot de SHM’s bouwen SVK’s<br />
g<strong>een</strong> sociale woningen, maar huren zij woningen en appartementen<br />
van <strong>een</strong> eigenaar-verhuurder, die zij op hun beurt<br />
doorverhuren als sociale woning waarbij zij instaan voor <strong>een</strong><br />
aantal garanties ten aanzien van de huurder. De sociale huurders<br />
zijn het beste af op de huurmarkt. Zij betalen <strong>een</strong> huur<br />
volgens inkomen en genieten <strong>een</strong> grote woonzekerheid.<br />
Binnen de private huurmarkt wordt ook het onderscheid<br />
gemaakt tussen betere en slechtere woningen, waarbij het<br />
betere segment als de primaire huurmarkt gecatalogiseerd<br />
wordt. Hier komen in principe gezinnen terecht met <strong>een</strong> voldoende<br />
hoog inkomen voor eigendomsverwerving maar die er<br />
toch voor kiezen om te huren. Het slechtere segment van de<br />
huurmarkt noemen we de secundaire of residuele huurmarkt.<br />
Hier komen huishoudens terecht die g<strong>een</strong> woning kunnen<br />
vinden in de andere markten. Zij kunnen zich g<strong>een</strong> koopwoning<br />
veroorloven en door <strong>een</strong> tekort aan sociale huurwoningen<br />
komen zij hier terecht.<br />
WOON<br />
PRODUCTEN<br />
OPERATIONEEL<br />
KADER<br />
Deze verschillende woningmarkten zijn vaak ruimtelijk<br />
gescheiden. Zo vinden we <strong>een</strong> groot aandeel van de residuele<br />
huurmarkt terug in de 19de eeuwse gordel van de steden.<br />
Vrijstaande koopwoningen vinden we dominant terug buiten<br />
de steden.<br />
Fig. 1.15 Schema van de mechaniek van de <strong>woningbouw</strong>productie.<br />
In wat volgt staan we stil bij het operationele kader van de<br />
Vlaamse woonproductie. Het gaat hier over de mechanismen<br />
waarmee woningen in de praktijk gerealiseerd worden. Tot<br />
welk deelsegment van de woningmarkt <strong>een</strong> woning behoort,<br />
speelt hierin uiteraard <strong>een</strong> belangrijke rol. Daarom gaan we<br />
eerst dieper in op de deelsegmenten van de woningmarkt<br />
waarna we stil staan bij de producenten van <strong>woningbouw</strong>.<br />
Schets van de woningmarkt<br />
De woningmarkt in Vlaanderen kan worden opgedeeld in <strong>een</strong><br />
aantal segmenten. 25 Het eerste fundamenteel verschil is dat<br />
tussen koop- en huurmarkt.<br />
Binnen de koopmarkt of eigenaarsmarkt wordt <strong>een</strong> onderscheid<br />
gemaakt tussen <strong>een</strong> primaire en <strong>een</strong> secundaire<br />
markt, in functie van de kwaliteit van de woningen. Onder de<br />
primaire koopsector valt de nieuwbouwwoning en de goede<br />
koopwoning. Binnen deze categorie kan nog gedifferentieerd<br />
worden in functie van de tussenkomst van de overheid.<br />
De sociale koopwoning is hier <strong>een</strong> voorbeeld van. Onder<br />
de secundaire koopmarkt verstaan we de aankoop van <strong>een</strong><br />
bestaande woning van lage kwaliteit. Sinds de jaren zeventig<br />
is er <strong>een</strong> duidelijke verschuiving van de primaire markt naar<br />
de secundaire markt. Met andere woorden, er is <strong>een</strong> toename<br />
van het aantal huishoudens dat eigenaar wordt door aankoop<br />
van <strong>een</strong> bestaande woning in plaats van door nieuwbouw. In<br />
1973 was nog 50% van de eigenaarsmarkt nieuwbouw terwijl<br />
dit in de jaren negentig daalde tot 25%. Zo bedroeg in 1999<br />
het aandeel koopwoningen 75% van de totale vastgoedmarkt.<br />
Deze evolutie is redelijk geleidelijk gebeurd met <strong>een</strong> opstoot<br />
aan het begin van de jaren tachtig, die samenviel met de<br />
economische crisis. Een tweede piek had plaats na 1995 met<br />
<strong>een</strong> sprong van 65% koopwoningen naar 75%. Hierbij valt op<br />
dat in de helft van de gevallen de aankoop van <strong>een</strong> bestaande<br />
woning gepaard gaat met renovatie, wat ook de kwaliteitstoename<br />
van het woningpatrimonium verklaart. 26<br />
De eigendomsmarkt is met <strong>een</strong> aandeel van bijna 74,4% het<br />
dominante marktsegment. 27 Dit relatief hoge aan deel hangt<br />
uiteraard samen met het beleid dat werd gevoerd. De woning<br />
wordt gezien als <strong>een</strong> veilige belegging voor de toekomst.<br />
Vergeleken met bepaalde andere landen in Europa is dit cijfer<br />
zeer hoog. Een lager percentage eigenaars vinden we terug<br />
in landen als Zweden, Denemarken, Nederland, Duitsland<br />
en Zwitserland, waarvan de twee laatstgenoemden ruim<br />
onder de 50% zitten. Hoge percentages vinden we verder<br />
ook in landen als Portugal, Spanje, Italië, Griekenland en<br />
tal van voormalig Oost-Europese landen. 28 Landen met <strong>een</strong><br />
lage eigendomsgraad en <strong>een</strong> aanzienlijke huurmarkt worden<br />
gekenmerkt door <strong>een</strong> uitgebreid sociaal welvaartstelsel en<br />
<strong>een</strong> hoger aandeel gesubsidieerde <strong>woningbouw</strong>. Tegenover<br />
deze eigendomsgraad van 74,4% in Vlaanderen staat <strong>een</strong><br />
aandeel private huurders van 18,5% en <strong>een</strong> aandeel van sociale<br />
huurders van 5,6%. De overige 1,5% woont gratis.<br />
% woningen in<br />
eigendom 2001<br />
% private<br />
huurwoningen 2001<br />
% sociale<br />
huurwoningen 2001<br />
Nederland 49 16 35<br />
Verenigd 69 10 21<br />
Frankrijk 55 26 19<br />
Duitsland 42 52 6<br />
Zwitserland 35 56 9<br />
Spanje 82 17 1<br />
Italië 78 17 5<br />
Fig. Bronnen:CECODHAS 1.16 Vergelijking eigendomsmarkt Housing Europe – huurmarkt 2007 voor verschillende Europese landen.<br />
Bron: CECODHAS Housing Europe 2007.<br />
Privaat productieproces<br />
De structuur van <strong>een</strong> woningmarkt waarbij drie vierde van de<br />
woningen privaat eigendom zijn, gaat samen met <strong>een</strong> typisch<br />
Vlaams productieproces. Het initiatief van de <strong>woningbouw</strong><br />
en renovatie ligt bij de individuele huishoudens. Deze bouwen<br />
binnen de klassieke constellatie bouwheer – architect<br />
– aannemer. De architectuurpraktijk is ook op deze leest<br />
geschoeid. Vlaanderen telt veel kleine architectenbureaus,<br />
die draaien op de individuele <strong>woningbouw</strong>. Vaak zijn het dan<br />
ook kleine aannemers die de werken uitvoeren. Dit is <strong>een</strong><br />
arbeidsintensief en weinig efficiënt productieproces. Volgens<br />
Canfyn maken in dit bouwproces de arbeidsuren 90% van de<br />
bouwkost uit, waarvan dan nog minder dan 40% effectief aan<br />
het bouwen wordt besteed. De rol van de overheid blijft in dit<br />
proces beperkt. Omdat ontwerp en productie gescheiden zijn<br />
wordt g<strong>een</strong> kennis opgebouwd en is structurele innovatie zo<br />
goed als onmogelijk. De innovatie blijft beperkt tot het niveau<br />
van de deelcomponent. 29<br />
Tendensen<br />
Niettegenstaand de typische kleinschaligheid van de<br />
Vlaamse <strong>woningbouw</strong>producenten, kan er <strong>een</strong> zekere trend