08.10.2020 Views

Naar een visionaire woningbouw

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

112 SYNTHESE & CONCLUSIES<br />

gebouw vanaf 2020, is er <strong>een</strong> electroshock nodig in de bouwsector.<br />

Ook staan we nog in onze kinderschoenen als het<br />

aankomt op ecologisch materiaalgebruik zoals bijvoorbeeld<br />

het cradle-to-cradle principe. Bij de realisatie van deze<br />

doelstellingen is het wel belangrijk dat er aandacht is voor de<br />

impact op de betaalbaarheid van wonen.<br />

— Mobiliteit. De gespreide verstedelijking van<br />

Vlaanderen was mogelijk door <strong>een</strong> uitgebreid autonetwerk en<br />

spoorwegnetwerk dat heel Vlaanderen relatief goed bereikbaar<br />

heeft gemaakt. Dit werd geflankeerd door <strong>een</strong> beleid dat<br />

inzette op goedkope mobiliteit. Zo is pendel gestimuleerd en<br />

zelfs geïnstitutionaliseerd in België. Dit heeft de suburbanisatie<br />

aangemoedigd omdat de druk werd weggenomen om<br />

dicht bij het werk te gaan wonen. Vandaag heeft het wegennet<br />

op belangrijke trajecten zijn maximale capaciteit bereikt<br />

tijdens de piekuren wat aanleiding geeft tot congestie. Vanuit<br />

ecologisch standpunt is het noodzakelijk dat het autogebruik<br />

teruggedrongen wordt. Dit betekent dat er verder ingezet<br />

moet worden op de verschuiving van autogebruik naar<br />

duurzaam openbaar transport samen met <strong>een</strong> geïntegreerd<br />

ruimtelijk beleid waarin wonen en andere functies worden<br />

gekoppeld aan duurzaam openbaar vervoer.<br />

— Duurzame woonomgevingen. De onderdelen van de<br />

mechaniek lijken soms goed op mekaar afgestemd, maar<br />

afgezien van enkele unieke exemplarische voorbeelden, produceren<br />

ze g<strong>een</strong> kwalitatieve en duurzame woonomgevingen.<br />

De verappartementisering van dorpskernen of de mutatie van<br />

de verkaveling sluit kwantitatief aan bij de beleidsdoelstellingen<br />

van het RSV, maar de kwaliteit en duurzaamheid van<br />

deze woonomgevingen roept vele vragen op. In andere gevallen<br />

moeten we vaststellen dat de mechaniek van de woonproductie<br />

mank loopt. Een van de aangehaalde voorbeelden<br />

is de grote stock aan oude en laag-kwalitatieve rijwoningen<br />

in de steden. Dit is <strong>een</strong> structureel probleem waarvoor de<br />

woonproductiemechaniek g<strong>een</strong> oplossing heeft. Een ander<br />

voorbeeld zijn de bestaande verkavelingswijken en st<strong>een</strong>wegwoningen<br />

uit de na-oorlogse jaren die minder en minder<br />

aangepast zijn aan de woonbehoeften die evolueren onder<br />

invloed van fenomenen als gezinsverdunning en vergrijzing.<br />

De verouderde stedenbouwkundige regelgeving belemmert<br />

vandaag de aanpassing van deze wijken en de implementatie<br />

van nieuwe woonconcepten. Ook werd er op gewezen<br />

hoe bepaalde ‘marginale woonvormen’ zoals de permanente<br />

bewoning van campings en weekendverblijven als <strong>een</strong> uiting<br />

kunnen gezien worden van het mank lopen van de woonproductiemechaniek,<br />

waarvan de sociaal minst begoede klassen<br />

het slachtoffer zijn.<br />

3. Zes uitdagingen van het wonen:<br />

Op basis van bestaand onderzoek en de gesprekken met<br />

de lokale actoren werden <strong>een</strong> aantal uitdagingen binnen<br />

WOON­<br />

PRODUCTEN<br />

BELEID<br />

MAATSCHAPPE LIJKE<br />

UITDAGINGEN<br />

– Betaalbaarheidsprobleem?<br />

– Grondschaarste<br />

– Energiezuinigheid<br />

& duurzaamheidstechnologie<br />

– Mobiliteits uitdaging<br />

– G<strong>een</strong> duurzame<br />

woonomgevingen<br />

OPERATIONEEL<br />

KADER<br />

Fig. 3.3 De bestaande mechaniek van de woonproductie heeft g<strong>een</strong> antwoord op belangrijke<br />

maatschappelijke uitdagingen. Het systeem komt vandaag meer en meer onder druk<br />

te staan.<br />

de bestaande woonproductiemechaniek scherpgesteld.<br />

Verschillende actoren zoeken, al dan niet onafhankelijk van<br />

mekaar, naar antwoorden op deze uitdagingen.<br />

— Het strategisch saneren van het stadsweefsel door<br />

middel van betaalbare grondgebonden woningen en nieuwe<br />

vormen van collectief wonen als antwoord op de suburbanisatie.<br />

— De kwalitatieve transformatie van dorpen op basis van<br />

hun ruimtelijk potentieel en met aangepaste woonvormen als<br />

antwoord op de verappartementisering en ontmanteling van<br />

dorpen.<br />

— De regeneratie van bestaande verkavelingen, die nog<br />

<strong>een</strong> groot potentieel voor verdichting hebben en waar nieuwe<br />

woonvormen maar moeilijk hun ingang vinden door verouderde<br />

stedenbouwkundige regelgeving.<br />

— Het herdenken van het klassieke verkavelingsmodel<br />

waarbij op duurzame en niet-ruimteverslindende manier met<br />

de beschikbare ruimte voor wonen wordt omgegaan.<br />

— Omgaan met permanente bewoning van campings en<br />

weekendverblijven, dat niet all<strong>een</strong> <strong>een</strong> probleem stelt van<br />

woningkwaliteit, maar ook <strong>een</strong> belangrijke ruimtelijke impact<br />

heeft.<br />

— Het versterken van de rurale nederzettingenstructuur<br />

als antwoord op de afkalving van de ruimtelijke kwaliteit van<br />

het platteland.<br />

Fig. 3.4 Synthesekaart ‘uitdagingen van het wonen’

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!