12.06.2020 Views

Altius. 2020

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

30

Hartfalen

Bij hartfalen is er vaak een verminderde pompfunctie

van de linker ventrikel (verminderde ejectiefractie).

De contractie kan in veel gevallen

verbeterd worden met Cardiac Resynchronisatie

Therapie (CRT). Dit is een pacemaker waarbij er

een derde draad in de sinus coronarius wordt geplaatst,

waardoor de linker ventrikel als het ware

tussen deze draad en de draad in de rechter ventrikel

komt te liggen. Door het myocard tegelijk

via beide draden te stimuleren, wordt daarmee

de contractie verbeterd. Het gaat er hierbij dus

niet om een te trage hartslag te herstellen, maar

om de pompfunctie van het hart te verbeteren.

ICD techniek

Een ICD (Implantable Cardiac Defibrillator) is een

apparaat wat niet zoals de pacemaker een te trage

hartslag probeert te herstellen, maar zal bij

levensbedreigende hartritmestoornissen (waarbij

de hartslag juist heel snel is) proberen die

ritmestoornis te stoppen met een shock. Dit is

vergelijkbaar met wat je doet bij het gebruik van

een externe defibrillator bij reanimatie, de ICD

geeft de shock echter via de draad die in het hart

ligt. Mensen met een verminderde pompfunctie

hebben in veel gevallen een verhoogde kans op

levensbedreigende ritmestoornissen. Er wordt

dan een ICD geïmplanteerd voor primaire preventie

(uit voorzorg, de patiënt heeft nog geen

ritmestoornis gehad). Vaak wordt de ICD dan

gecombineerd met een CRT pacemaker (in hetzelfde

apparaat). Ook na een succesvolle reanimatie

wordt meestal een ICD geïmplanteerd. Dit

noemen we dan secundaire preventie, patiënten

hebben dan een levensbedreigende ritmestoornis

gehad voordat ze een ICD krijgen.

Physician assistant

In mijn dagelijkse werk zie ik mensen met hartfalen

op de polikliniek. Ik geef ze voorlichting over

hartfalen, en stel de medicatie in. Doordat de

pompfunctie verminderd is, is de doorbloeding

oedeem in de benen ontstaan, of pulmonaal van

organen ook verminderd, en is de circulatie van

vocht in het lichaam gestoord. Er kan oedeem/

pleuravocht. De patiënt wordt hierdoor kortademig.

Vocht- en zoutbeperking zijn daarom van

groot belang. Ze mogen maar 1,5 liter per dag

drinken, en geen zout aan het eten toevoegen.

Medicatie die ik voorschrijf zijn er op gericht

het hart te ontlasten door de bloeddruk laag te

houden, de vochtbalans te reguleren met diuretica

(plasmedicatie), en de hartfrequentie laag

te houden. Daarnaast is er medicatie die de

pompkracht verbetert. Veel van deze medicijnen

hebben echter ook invloed op de nierfunctie en

elektrolyten balans. We doen dus regelmatig laboratoriumonderzoek

om dit te controleren. Er

kan een te lage bloeddruk en/of te lage hartslag

ontstaan als gevolg van de medicatie, hetgeen

ook klachten kan geven. Daarom moet de dosering

van de medicijnen stapsgewijs verhoogd

worden (optitreren). Ik zie hartfalen patiënten

dus regelmatig terug waarbij de medicatie wordt

opgetitreerd tot een dosering waarbij er geen

bijwerkingen of klachten optreden.

Na optimaal instellen van de medicatie wordt er

bepaald of de pompfunctie verbeterd is met een

echocardiografie of MRI. Indien de ejectiefractie

lager is dan 35% (60% is normaal), komen ze in

aanmerking voor een ICD , al dan niet in combinatie

met een CRT pacemaker. Deze mensen

komen na implantatie ook bij mij op de poli, de

pacemaker of ICD wordt jaarlijks gecontroleerd

op het functioneren, en op de aanwezigheid van

ritmestoornissen. Deze data zijn met een zogenaamde

programmer uit te lezen. De pacemakers-

en ICD’s slaan ook gegevens op over de

hartfrequentie die behaald wordt bij normaal

functioneren. Indien noodzakelijk kan aan de

hand van de diagnostische gegevens de medicatie

aangepast worden en/of instellingen van de

pacemaker/ICD gewijzigd worden.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!