Altius. 2020
29Altius. | 2020Physician assistentcardiologieEen veelzijdig vakIk ben mijn carrière als leerling radiodiagnostisch laborant begonnen in 1982. Dit was destijdseen “in service” opleiding, de MBRT bestond nog niet. Mijn ‘roots’ liggen dus in de radiologie,maar ben uiteindelijk in de cardiologie terecht ben gekomen.Van radiologie naar cardiologieNa het voltooien van de opleiding tot radiodiagnostischlaborant heb ik de opleiding tot echografistgevolgd aan de Hoge School te Haarlem.Ik werd al snel full time echografist, en deedechografisch onderzoek op gebied van abdomen,vaten, mammografie, obstetrie, neonatologieen musculo-skeletal onderzoek. Daarnaastdeed ik nog werk als radiodiagnostisch laborantin de avond- en weekend diensten. In het ziekenhuiswaar ik werkte waren destijds nog geencardiologen. We begonnen als echografisten samenmet een internist in 1989 echocardiografieonderzoeken te doen. Dit was mijn start in decardiologie. De kennis over de cardiologie deedik op via vele cursussen en symposia. Ik ging samenmet een kindercardioloog uit Groningencongenitale echocardiografie onderzoeken verrichten,en deed later ook TEE’s (Trans OesophagealeEchocardiografie) samen met de cardiologen(die ondertussen hun intrede haddengedaan in het ziekenhuis). Eind jaren ‘90 werdme gevraagd of ik werkzaamheden wilde gaandoen als pacemakertechnicus. Ook in dit vak hebje met medische techniek te maken. De techniekwordt hier echter primair niet diagnostisch gebruiktzoals we in de radiologie en echografiegewend zijn, maar therapeutisch. Het verbetertde kwaliteit van leven van patiënten met ritmeofgeleidingsstoornissen van het hart aanzienlijk.Als pacemakertechnicus ben je dus deels behandelaar,het welzijn van de patiënt hangt voor eendeel af van het functioneren van de pacemaker.Verkeerd instellen van de pacemaker kan leidentot (ernstige) klachten, en in uiterste gevallentot overlijden. Omdat het verantwoordelijk zijnvoor welzijn van de patiënt mij wel aansprak, enik daar een grotere rol in wilde spelen, ben ik in2012 de opleiding tot physician assistant gaanvolgen aan de Hanze Hogeschool. Ik heb de radiologietoen geheel achter mij gelaten, en benvolledig in de cardiologie gaan werken. De kennisop het gebied van anatomie en pathologievan diverse specialismen die ik in de loop derjaren heb opgedaan in de radiologie en echografie,kan ik echter nog steeds goed gebruiken.PacemakertechniekPacemakers zijn ontwikkeld om een te trage hartslagte herstellen. De eerste indicatie voor hetimplanteren van een pacemaker was een totaalAV (atrio-ventriculair) blok, waarbij de geleidingvan de prikkel die in de sinusknoop ontstaat, onderbrokenwordt. Er is sprake van een geleidingsstoornis.We spreken van een ritmestoornis als erbijvoorbeeld een te traag werkende sinusknoopis, ofwel een sinusbradycardie. In dat geval zalpacemaker via de draad in het atrium pacingpulsjes afgeven, zodat de hartfrequentie weersneller wordt.Meestal worden er twee draden geïmplanteerd,een in het rechter atrium, en een in de rechterventrikel. Dit zorgt er voor dat atrium en ventrikelgoed samen kunnen werken. De draden wordenaangesloten op de pacemaker. Die onder dehuid, net onder het sleutelbeen wordt geplaatst.
30HartfalenBij hartfalen is er vaak een verminderde pompfunctievan de linker ventrikel (verminderde ejectiefractie).De contractie kan in veel gevallenverbeterd worden met Cardiac ResynchronisatieTherapie (CRT). Dit is een pacemaker waarbij ereen derde draad in de sinus coronarius wordt geplaatst,waardoor de linker ventrikel als het waretussen deze draad en de draad in de rechter ventrikelkomt te liggen. Door het myocard tegelijkvia beide draden te stimuleren, wordt daarmeede contractie verbeterd. Het gaat er hierbij dusniet om een te trage hartslag te herstellen, maarom de pompfunctie van het hart te verbeteren.ICD techniekEen ICD (Implantable Cardiac Defibrillator) is eenapparaat wat niet zoals de pacemaker een te tragehartslag probeert te herstellen, maar zal bijlevensbedreigende hartritmestoornissen (waarbijde hartslag juist heel snel is) proberen dieritmestoornis te stoppen met een shock. Dit isvergelijkbaar met wat je doet bij het gebruik vaneen externe defibrillator bij reanimatie, de ICDgeeft de shock echter via de draad die in het hartligt. Mensen met een verminderde pompfunctiehebben in veel gevallen een verhoogde kans oplevensbedreigende ritmestoornissen. Er wordtdan een ICD geïmplanteerd voor primaire preventie(uit voorzorg, de patiënt heeft nog geenritmestoornis gehad). Vaak wordt de ICD dangecombineerd met een CRT pacemaker (in hetzelfdeapparaat). Ook na een succesvolle reanimatiewordt meestal een ICD geïmplanteerd. Ditnoemen we dan secundaire preventie, patiëntenhebben dan een levensbedreigende ritmestoornisgehad voordat ze een ICD krijgen.Physician assistantIn mijn dagelijkse werk zie ik mensen met hartfalenop de polikliniek. Ik geef ze voorlichting overhartfalen, en stel de medicatie in. Doordat depompfunctie verminderd is, is de doorbloedingoedeem in de benen ontstaan, of pulmonaal vanorganen ook verminderd, en is de circulatie vanvocht in het lichaam gestoord. Er kan oedeem/pleuravocht. De patiënt wordt hierdoor kortademig.Vocht- en zoutbeperking zijn daarom vangroot belang. Ze mogen maar 1,5 liter per dagdrinken, en geen zout aan het eten toevoegen.Medicatie die ik voorschrijf zijn er op gerichthet hart te ontlasten door de bloeddruk laag tehouden, de vochtbalans te reguleren met diuretica(plasmedicatie), en de hartfrequentie laagte houden. Daarnaast is er medicatie die depompkracht verbetert. Veel van deze medicijnenhebben echter ook invloed op de nierfunctie enelektrolyten balans. We doen dus regelmatig laboratoriumonderzoekom dit te controleren. Erkan een te lage bloeddruk en/of te lage hartslagontstaan als gevolg van de medicatie, hetgeenook klachten kan geven. Daarom moet de doseringvan de medicijnen stapsgewijs verhoogdworden (optitreren). Ik zie hartfalen patiëntendus regelmatig terug waarbij de medicatie wordtopgetitreerd tot een dosering waarbij er geenbijwerkingen of klachten optreden.Na optimaal instellen van de medicatie wordt erbepaald of de pompfunctie verbeterd is met eenechocardiografie of MRI. Indien de ejectiefractielager is dan 35% (60% is normaal), komen ze inaanmerking voor een ICD , al dan niet in combinatiemet een CRT pacemaker. Deze mensenkomen na implantatie ook bij mij op de poli, depacemaker of ICD wordt jaarlijks gecontroleerdop het functioneren, en op de aanwezigheid vanritmestoornissen. Deze data zijn met een zogenaamdeprogrammer uit te lezen. De pacemakers-en ICD’s slaan ook gegevens op over dehartfrequentie die behaald wordt bij normaalfunctioneren. Indien noodzakelijk kan aan dehand van de diagnostische gegevens de medicatieaangepast worden en/of instellingen van depacemaker/ICD gewijzigd worden.
- Page 1 and 2: Altius.Vakinhoudelijk tijdschrift v
- Page 3 and 4: Altius., een uitgave van studievere
- Page 5 and 6: INHOUD.Even voorstellen 5Kunstmatig
- Page 7 and 8: 6YASMIJN FLISIJNRedactriceTweedejaa
- Page 9 and 10: 8Wat is kunstmatige Intelligentie?M
- Page 11 and 12: 10Student assistentSanne-Lot Kiburg
- Page 13 and 14: MÜNCHENMijn naam is Jilda en afgel
- Page 15 and 16: 14Het zelfstandig uitvoeren van ond
- Page 17 and 18: 16HONOURSHoi! Ik ben Janneke en ik
- Page 19 and 20: 18Afbeelding 2 - De CT-metingen.Afb
- Page 21 and 22: 20We zijn met een groep van 7 stude
- Page 23 and 24: 22Yvonne BoorsmaMijn naam is Yvonne
- Page 26 and 27: 25Van afstudeeronderzoek......naar
- Page 28 and 29: 27Altius. | 2020Werken bij ScoVasMe
- Page 32: 31Altius. | 2020Patiënten met een
- Page 35 and 36: 34O RDe zwaarste casus voor mij bet
- Page 37: Dumelang, ofwel hallo! Ik liep stag
29
Altius. | 2020
Physician assistent
cardiologie
Een veelzijdig vak
Ik ben mijn carrière als leerling radiodiagnostisch laborant begonnen in 1982. Dit was destijds
een “in service” opleiding, de MBRT bestond nog niet. Mijn ‘roots’ liggen dus in de radiologie,
maar ben uiteindelijk in de cardiologie terecht ben gekomen.
Van radiologie naar cardiologie
Na het voltooien van de opleiding tot radiodiagnostisch
laborant heb ik de opleiding tot echografist
gevolgd aan de Hoge School te Haarlem.
Ik werd al snel full time echografist, en deed
echografisch onderzoek op gebied van abdomen,
vaten, mammografie, obstetrie, neonatologie
en musculo-skeletal onderzoek. Daarnaast
deed ik nog werk als radiodiagnostisch laborant
in de avond- en weekend diensten. In het ziekenhuis
waar ik werkte waren destijds nog geen
cardiologen. We begonnen als echografisten samen
met een internist in 1989 echocardiografie
onderzoeken te doen. Dit was mijn start in de
cardiologie. De kennis over de cardiologie deed
ik op via vele cursussen en symposia. Ik ging samen
met een kindercardioloog uit Groningen
congenitale echocardiografie onderzoeken verrichten,
en deed later ook TEE’s (Trans Oesophageale
Echocardiografie) samen met de cardiologen
(die ondertussen hun intrede hadden
gedaan in het ziekenhuis). Eind jaren ‘90 werd
me gevraagd of ik werkzaamheden wilde gaan
doen als pacemakertechnicus. Ook in dit vak heb
je met medische techniek te maken. De techniek
wordt hier echter primair niet diagnostisch gebruikt
zoals we in de radiologie en echografie
gewend zijn, maar therapeutisch. Het verbetert
de kwaliteit van leven van patiënten met ritmeof
geleidingsstoornissen van het hart aanzienlijk.
Als pacemakertechnicus ben je dus deels behandelaar,
het welzijn van de patiënt hangt voor een
deel af van het functioneren van de pacemaker.
Verkeerd instellen van de pacemaker kan leiden
tot (ernstige) klachten, en in uiterste gevallen
tot overlijden. Omdat het verantwoordelijk zijn
voor welzijn van de patiënt mij wel aansprak, en
ik daar een grotere rol in wilde spelen, ben ik in
2012 de opleiding tot physician assistant gaan
volgen aan de Hanze Hogeschool. Ik heb de radiologie
toen geheel achter mij gelaten, en ben
volledig in de cardiologie gaan werken. De kennis
op het gebied van anatomie en pathologie
van diverse specialismen die ik in de loop der
jaren heb opgedaan in de radiologie en echografie,
kan ik echter nog steeds goed gebruiken.
Pacemakertechniek
Pacemakers zijn ontwikkeld om een te trage hartslag
te herstellen. De eerste indicatie voor het
implanteren van een pacemaker was een totaal
AV (atrio-ventriculair) blok, waarbij de geleiding
van de prikkel die in de sinusknoop ontstaat, onderbroken
wordt. Er is sprake van een geleidingsstoornis.
We spreken van een ritmestoornis als er
bijvoorbeeld een te traag werkende sinusknoop
is, ofwel een sinusbradycardie. In dat geval zal
pacemaker via de draad in het atrium pacing
pulsjes afgeven, zodat de hartfrequentie weer
sneller wordt.
Meestal worden er twee draden geïmplanteerd,
een in het rechter atrium, en een in de rechter
ventrikel. Dit zorgt er voor dat atrium en ventrikel
goed samen kunnen werken. De draden worden
aangesloten op de pacemaker. Die onder de
huid, net onder het sleutelbeen wordt geplaatst.