12.06.2020 Views

Altius. 2020

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Altius.

Vakinhoudelijk tijdschrift voor MBRT studenten


Voorwoord

Het is een bijzondere tijd waarbij, zoals altijd op bijzondere momenten,

het belangrijk is je af te vragen of je geschiedenis kunt herkennen

als je er middenin zit. Vanwege de Corona-crisis is niets zoals twee

maanden geleden. In rap tempo hebben we geleerd hoe onderwijs

op afstand eigenlijk werkt, hoe we samen-op-afstand werken in een

online omgeving en is duidelijk geworden hoe kwetsbaar de meest

kwetsbaren in ons land zijn. Hardop stellen we de vraag hoe de wereld

eruit ziet na Corona en of de anderhalve meter samenleving het nieuwe

normaal wordt.

Het is een tijd waarin duidelijk is geworden wat er toe doet. Dat persoonlijke

ontmoetingen en echt contact hebben onmisbaar zijn. Op

geen andere plek dan in de zorg komt dat samen. Het zijn de mensen

in de zorg die verschil maken. Voor hen wordt geapplaudisseerd.

Deze tijd vraagt van iedereen om flexibiliteit, creativiteit, samen te

werken in onverwachte combinaties en innovatief vermogen. En juist

dat laat ook deze editie van Altius. weer zien. Prachtig hoe onze studievereniging

Exploratio, ook in dit bijzondere jaar er weer in slaagt

om onder deze bijzondere omstandigheden dit mooie vakinhoudelijke

tijdschrift tot stand te brengen. Een voorbeeld voor onze Mbb’ers die

ook in de toekomst kunnen blijven bijdragen aan toegankelijke, bereikbare

en betaalbare zorg voor iedereen. Hoe flexibel, veerkrachtig

en weerbaar we met elkaar kunnen zijn, leert een tijd als deze ons als

geen andere.

Blijf gezond en pas een beetje op elkaar.

Gerdien Kikstra

Teamleider opleiding MBRT Hanzehogeschool Groningen


Altius., een uitgave van studievereniging Exploratio

EINDREDACTIE

Evi Bakx, Eline Schreurs

C O L O

REDACTIE

Hilde Scholten, Yasmijn Flisijn,

Joyce van der Molen

VORMGEVING

Maaike Brakenhoff

AQUISITIE

Yasmijn Flisijn

F O N


lieve lezers

Hierbij de prachtige vijfde versie van het vakinhoudelijk tijdschrift Altius.!

Dit jaar is de redactie pas in februari gevormd, maar beter laat dan nooit.

Toen een aantal van ons terug kwamen van stage in het buitenland zagen

wij de kans om de redactie te gaan vormen. Wij, Eline, Hilde, Joyce, Yasmijn

en ik, zijn toen enthousiast begonnen aan de Altius.

Met een enthousiaste start zijn we begonnen en hebben we de taken

verdeeld. Hierbij hebben wij verschillende personen vanuit onder andere

het werkveld en studenten benaderd. Daardoor is er inhoudelijk een leuke

afwisseling qua informatieve en studie gerelateerde stukken ontstaan.

Door de goede samenwerking binnen de redactie is dit ontstaan in slechts

enkele maanden. Dit is iets waar wij als redactie zeker trots op mogen zijn!

Een uitdaging waar wij als redactie, maar ook de studenten en docenten

van onze opleiding, het personeel in de zorgsector en de rest van Nederland,

voor kwamen te staan was natuurlijk COVID-19. Er waren een aantal

creatieve oplossingen nodig, maar gelukkig hebben wij als redactie contact

met elkaar kunnen houden via het prachtige internet. Hierdoor was

het ook mogelijk om contact te houden met de schrijvers van de stukken.

Ons doel voor de Altius. van dit jaar was een mooie afwisseling van informatieve,

leerzame en studie gerelateerde stukken te verkrijgen voor

het vakinhoudelijke tijdschrift. Wij hebben hiervoor MBB’ers, Physican

Assistents, studenten en docenten benaderd. Ook hebben wij dit jaar de

primeur van een digitale uitgave van de Altius., vanuit een duurzaamheid

opzicht, maar ook voor contact beperking in verband met COVID-19. Wij

hebben met veel plezier aan de Altius. gewerkt en zijn trots op het eindresultaat.

Wij wensen jullie veel leesplezier!

Namens de redactie 2019-2020,

Evi Bakx

Eindredactrice Altius.


INHOUD.

Even voorstellen 5

Kunstmatige Intelligentie 7

Student assistent 10

Stages: België/Duitsland 11

KNF-stages 13

Honours 16

Low-dose CT bij tibia fracturen 17

Optimax 19

De nieuwste MBRT docenten! 21

Het coronavirus 23

Van afstudeeronderzoek

...naar wetenschappelijk artikel 25

Werken bij ScoVas 27

Physician assistent cardiologie 29

Forensische radiologie 33

Stages: Canada/Zuid-Afrika 35


5

Even voorstellen

REDACTIE

EVI BAKX

Eindredactrice

Derdejaars MBRT

ELINE SCHREURS

Eindredactrice

Derdejaars MBRT


6

YASMIJN FLISIJN

Redactrice

Tweedejaars MBRT

JOYCE VAN

DER MOLEN

Redactrice

Tweedejaars MBRT

HILDE SCHOLTEN

Redactrice

Derdejaars MBRT


7 Altius. | 2020

KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE

De rol van de MBB’er in het tijdperk van KI

De radiodiagnostisch laborant, of Medisch Beeldvormings- en Bestralingsdeskundige

(MBB’er) zoals dat tegenwoordig heet, heeft altijd al een belangrijke rol gespeeld

in de radiologie. Al in de tijd van de fysieke film radiologie was de laborant de steun

en toeverlaat van de radioloog, door ervoor te zorgen dat het röntgenapparaat juist

was ingesteld, de foto’s correct van labels waren voorzien en de juiste foto’s van de

juiste patiënt klaar hingen op de lichtkast om te worden verslagen door de radioloog.

Met de digitalisering van de radiologie veranderde ook het werk van de laborant.

De foto’s werden digitaal en lichtkasten verdwenen van de radiologie afdeling.

Daarnaast kwamen er meer geavanceerde acquisitie systemen en werden ook deze

gedigitaliseerd, waardoor handmatig instellen steeds minder nodig werd. De laborant

werd MBB’er en ging mee in de tijd van digitalisering door verdere specialisatie

op de acquisitie apparatuur en kennisvergaring van nieuwe ontwikkelingen, zoals

het digitale beeldarchief (PACS).

Op dit moment is er een nieuwe fase aangebroken in de radiologie: de opkomst van

kunstmatige intelligentie. Deze nieuwe fase heeft een paar jaar geleden geleid tot

grote onrust onder de radiologen, met name door een uitspraak van Geoff Hinton

in 2016. Hij stelde dat radiologen binnen vijf tot tien jaar overbodig zouden zijn, iets

wat ook nu nog onderwerp van gesprek is onder MBB’ers [1]. Wat gaat deze nieuwe

ontwikkeling en verregaande

automatisering

voor effect hebben op

mijn beroep? Wat is de

toekomstige rol van de

MBB’er? Welke nieuwe

kennis en vaardigheden

heb ik nodig om deze

toekomstige rol goed te

kunnen vervullen?

Deze vragen over de

toekomst zijn niet gemakkelijk

te beantwoorden,

maar aan de hand

van de huidige ontwikkelingen

kan worden

geschetst waar mogelijke

kansen liggen.


8

Wat is kunstmatige Intelligentie?

Met de term “Kunstmatige intelligentie” worden

computersystemen bedoeld die gedrag vertonen

waar normaal gesproken intelligentie voor vereist

is. Het vakgebied kunstmatige intelligentie

houdt zich bezig met het ontwerpen en bouwen

van intelligente machines en software. In dit verband

komen ook de termen Machine Learning en

Deep Learning veel voor. Formeel gezien is Machine

Learning het deel van kunstmatige intelligentie

dat statistische methodes toepast om systemen te

bouwen die kunnen leren van ervaring. Deep learning

is daar weer een kleiner onderdeel van, waarbij

de software (het artificiële neurale netwerk) zichzelf

traint op basis van grote hoeveelheden data.

Wat verandert er voor de MBB’er?

Voor de hand liggende voorspellingen zijn dat

AI-applicaties de reproduceerbaarheid van technische

protocollen zullen verhogen, dat de beeldkwaliteit

hoger zal worden tegen een lagere dosis,

dat MRI-acquisitie korter zal duren en dat CT- en

MRI-scanners optimaal gebruikt en bemenst kunnen

worden. Dergelijke trends zullen het werk van

de MBB’er vereenvoudigen en versnellen [2].

Een voorbeeld hiervan is de patiënt positionering.

In 95% van de acquisities kan de centrering van de

patiënt verbeterd worden [3] [4]. Deze centrering is

belangrijk voor een optimale orgaan dosis en

en beeldkwaliteit bij CT-scans. AI kan helpen om

de patiënt positionering te automatiseren door

het toepassen van 3D en infraroodcamerasystemen

die de richting, vorm, positionering van de

patiënt en de bijpassende dosis profielen kunnen

bepalen.

Ook dit soort systemen zullen een deel van het

handwerk dat nu door de MBB’er wordt gedaan,

doen vervallen. Echter, nieuwe taken zullen verschijnen

en voor een andere invulling van het beroep

gaan zorgen. In een rapport van de ASRT [1]

komt naar voren dat respondenten een procedure

missen voor het omgaan met discrepanties

tussen de machine-voorgestelde procedure en

de beoordeling door de MBB’er. Daarnaast geeft

dit rapport aan dat de meeste MBB’ers het nut

inzien van kunstmatige intelligentie om veiligheid

en kwaliteit te verbeteren, maar dat ze zich

zorgen maken over achteruitgang van de meer

menselijke aspecten van het werk, zoals de interactie

met de patiënt en creativiteit.

Hoe bereid ik me voor op de toekomst?

Hoewel deep learning veelbelovend is en er

enorm veel mogelijkheden zijn, is het belangrijk

om kritisch te blijven. De systemen die nu op de

markt komen zijn vrijwel uitsluitend zogenaamde

‘one-trick ponies’ die slechts een enkele taak kunnen

uitvoeren. Daarnaast zijn deze systemen nog

verre van perfect en maken ze fouten, bijvoorbeeld

door gebrek aan generaliseerbaarheid. Dat

komt met name door de manier waarop de systemen

getraind worden. Zoals gezegd zijn hier in

het geval van deep learning vaak grote datasets

voor nodig, die in de radiologie lastig te vergaren

zijn. Dit is een belangrijk verschil met beeldherkenning

van bijvoorbeeld gezichten of alledaagse

objecten, waar datasets van vele miljoenen

beelden gebruikt worden om de systemen te

trainen. Over het algemeen geldt: hoe groter de

trainingset, hoe kleiner de kans op fouten en hoe

beter de generaliseerbaarheid van het systeem.

Daartegenover staat dat systemen die op deze

manier getraind worden gevoelig zijn voor bias

in de trainingset. Kan een algoritme dat op een

dataset met Noord-Amerikaanse of Aziatische

patiënten getraind is zomaar hier in Nederland

ingezet worden? Het antwoord op die vraag


9 Altius. | 2020

hangt van vele factoren af, maar zeker is dat

grondige validatie van de systemen nodig zal

zijn. Verder zal er nog veel moeten gebeuren op

het vlak van de uitlegbaarheid (explainability) van

de deep learning systemen, voordat deze systemen

ingezet kunnen worden om beslissingen te

maken in de medische toepassing. Desondanks

geeft 24% van de MBB’ers in een onderzoek aan

dat kunstmatige intelligentie hun eigen rol zal

verminderen, 31% dat die vermindering voor alle

MBB’ers zal gelden en 38.3% denkt dat het aantal

benodigde MBB’ers zal dalen door de nieuwe

technologie [1].

Frey en Osborne hebben in hun studie naar de

effecten van ‘computerisation’ van verschillende

banen ook gekeken naar de ‘radiological technician’

[5]. Zij stellen dat de kans dat deze beroepsgroep

wordt vervangen door computers ‘slechts’

23% is. Ter vergelijking: de kans dat een chirurg

wordt vervangen is nagenoeg nul, terwijl de kans

dat een telemarketeer zijn baan verliest op 99%

uitkomt. Ook het ASRT rapport laat zien dat MB-

B’ers zich niet zo’n zorgen maken over een mogelijk

negatief effect van AI op hun professionele

vooruitzichten [1].

Het mag duidelijk zijn dat op dit moment de

vraag naar zorgpersoneel alleen maar stijgt, als

kunstmatige intelligentie kan helpen om die

vraag te stabiliseren zal dat alleen maar een gunstig

effect hebben op de werkdruk. Daarnaast

zijn hoogwaardige vaardigheden zoals van de

MBB’er nodig voor het maken van de finale beslissing

met betrekking tot de acquisitie en de

diagnostische kwaliteit van de beelden [1]. Deze

informatie is nodig om de op kunstmatige intelligentie

gebaseerde systemen op een goede manier

te kunnen trainen, valideren en gebruiken.

Er kan zeker geconcludeerd worden dat kunstmatige

intelligentie een rol gaat spelen in het

werk van de MBB’er. Wat jij kunt doen om je hierop

voor te bereiden? Zorg ervoor dat je bekend

raakt met AI, zodat je kunt meedenken en helpen

in de ontwikkeling, het testen en valideren van

deze nieuwe systemen. Dit kun je bijvoorbeeld

doen door stage te lopen bij een van de Machine

Learning Lab projecten binnen het Data Science

Center in Health van het UMCG!

Dr.ir. Peter van Ooijen

Associate prof. Medical Imaging Informatics, afdeling

Radiotherapie

Coordinator Machine Learning Lab, Data Science

Center in Health (DASH)

Meer weten? Neem contact op met dash@umcg.nl.

Referenties

[1] HCIAC Corporate Roundtable Subcommittee on Artificial Intelligence, „The Artificial Intelligene Era: The Role of Radiologic

Technologists and Radiation Therapists,” American Society of Radiologic Technologists (asrt) Foundation, Albuquerqu,

NM, 2020.

[2] F. Psapane, M. Codari en F. Sardanelli, „Artificial Intelligence in medical imaging: threat or opportunity? Radiologists again

at the forefront of innovation in medicine,” European Radiology Experimental, vol. 2, nr. 35, 2018.

[3] J. Li, U. Udayasankar, Toth en TL, „Automatic patient centering for MDCT: effect on radiation dose,” AJR, vol. 188, pp. 547-

552, 2007.

[4] T. Kaasalainen, K. Palmu en A. Lampinen, „Effect of vertical positioning on organ dose, image noise and contrast in pediatric

chest CT-phantom study,” Pediatric Radiology, vol. 43, pp. 673-684, 2013.

[5] C. B. Frey en M. A. Osborne, „The future of employment: How susceptible are jobs to computerisation?,” Oxford Martin

Programme on Technology and Employment, Oxford, 2013.


10

Student assistent

Sanne-Lot Kiburg

De Hanzehogeschool is een van de vele hogescholen die gebruikt maakt van student-assistenten.

Een student-assistent is een student die betaald wordt om te assisteren bij een (praktijk)

vak, experiment of activiteit van de opleiding. In dit artikel is een interview afgenomen met een

student-assistent van de opleiding MBRT.

Zou je jezelf willen voorstellen?

Ik ben Sanne-Lot Kiburg, 20 jaar en zit in het derde

jaar van de studie MBRT. Ik heb het afgelopen

half jaar mijn eerste stage gelopen op de nucleaire

geneeskunde in Doetinchem. Dit jaar ben ik

student-assistent geweest. Ik heb me vooral ingezet

voor Serious Gaming (SG).

Waarom ben je een student assistent geworden?

Omdat ik zelf een leuke ervaring had met SG,

leek het mij ook heel erg leuk om het van de andere

kant te kunnen zien. Het werk is ook prima

te combineren met een minor. Ik kon zelf aangeven

welke dagen ik beschikbaar was. Wat ook

leuk is, is dat er een vergoeding tegenover staat.

Wat waren jouw taken als student assistent

allemaal?

Een student- assistent doet veel verschillende

dingen en dit kan van dag tot dag verschillen.

Zo moet de casuïstiek voor SG worden verstuurd

naar de aankomende groepjes. Dit jaar waren er

6 student- assistentes waardoor iedereen één

modaliteit verstuurde. Ik deed MRI. Ook moet er

een planning worden gemaakt voor de patiënten.

Dit hoort ook bij de taken van de studentassistent,

dit is echt even een puzzel voor sommige

dagen. Als je zelf aanwezig bent tijdens een

SG-dag is jouw voornaamste taak de praktijkbegeleiders

ontvangen, wegwijs maken en zorgen

dat zij een goed verzorgde dag hebben. Daarbij

hoort ook het regelen van reiskostenvergoeding

en cadeaubonnen. Soms is dit heel erg leuk, omdat

je een klik hebt met iemand en kan praten

over ervaringen vanuit het werkveld. Soms is dit

ook heel erg lastig omdat er ook Duitse praktijkbegeleiders

bij zijn. Als er een tekort is aan

patiënten, moet je ook veel invallen. Dat hoort er

gewoon bij.

Hoe bevalt het werk als student assistent?

Ik vind het werk heel erg leuk, maar het is wel

veel geregel. Je moet altijd op tijd bedenken dat

je casuïstiek moet versturen, ook al heb je op dat

moment eigenlijk les of ben je aan het werk. Het

is een goede ervaring om beter te worden met

plannen. De gamedagen zelf zijn soms heel druk,

omdat er veel praktijkbegeleider zijn en er veel

patiënten niet komen opdagen. Maar andere dagen

verlopen heel soepel en heb je veel tijd om te

werken aan je eigen schoolwerk. Dat is wel heel

erg fijn. De afwisseling daartussen is ook leuk.

Zou je een ander ook aanraden om student

assistent te worden?

Ja ik zou het zeker aanraden, als je de tijd ervoor

hebt. Het is een goede manier om bezig te zijn

met school, het is gezellig met de docenten en je

leert veel situaties kennen die ik kan gebruiken

voor mijn laatste stage op de radiologie.


11

BRUSSEL

Brussel ligt op de grens van Vlaanderen en Wallonië.

Daarom waren de patiënten vaak Franstalig.

De meeste Vlamingen kunnen Frans spreken,

alleen de Franstalige Belgen spreken meestal

geen Nederlands. Een groot deel van de Franstalige

patiënten was moslim. Deze patiëntengroep

kan vaak geen Vlaams en ze spreken Frans met

een dialect. Meestal verliep het onderzoek gewoon

normaal. Zelden heb ik meegemaakt dat

een patiënt niet wilde meewerken wegens geloofsovertuiging.

Brussel zelf is een hele leuke

stad! Je kan er goed shoppen en uitgaan. Helaas

zijn sommige winkelketens In België duurder dan

in Nederland en in de meeste clubs draaien ze

wel veel Franstalige muziek. De highlights van

Brussel zoals het Atomium en Manneke Pis moet

je wel eens gezien hebben als je stage loopt in

Brussel. Verwacht alleen niet te veel van het beroemde

Manneke Pis beeld, hij is nogal klein ;)

Eline Schreurs, eindredactrice Altius.

GENT

In Gent wordt overal Vlaams gesproken. Af en

toe kom je een Franstalige patiënt tegen, maar

gelukkig wordt er niet verwacht dat je Frans kan

spreken in het UZ Gent. Het kennen van wat standaardzinnetjes

is wel handig, maar tijdens je stage

leer je die snel genoeg! Vlaams is goed te volgen

wanneer er zonder dialect gesproken wordt.

Soms zal je denken, hè wablief? Maar dan hebben

ze gewoon weer een apart/grappig woord

voor iets, die je na een paar weken waarschijnlijk

overgenomen hebt. In het UZ Gent heerst bijna

geen hiërarchie, doctoren zijn erg aardig en willen

je graag dingen bijleren! De patiëntengroep

is erg gevarieerd met mensen van verschillende

achtergronden.

ROESELARE

Roese-wat? Ja, wij hadden er ook nog nooit van

gehoord. In de stad Roeselare is niet zoveel te

beleven naar onze mening. Je hebt een grote

winkelstraat en dat is het eigenlijk ook wel weer.

Dan kun je beter een treinkaartje kopen en andere

steden ontdekken, de treinkaartjes zijn overigens

ook niet zo duur in België. Buiten de steden

tripjes om loop je natuurlijk de hele week in

het ziekenhuis rond. Wij dachten: “Och, wat fijn

dat we in het deel van België zitten waar gewoon

Nederlands wordt gepraat!” Tot wij op de eerste

stagedag aankwamen en gemiddeld zo’n 50

keer op een dag “Sorry, wat zei je?” moesten vragen

aan collega’s en patiënten. Ze spreken hier

namelijk met een West-Vlaams dialect en dat is

lastiger te begrijpen dan je denkt. Ze praten heel

erg plat, je zou het eigenlijk een beetje met het

‘Twents’ van België kunnen vergelijken.

Sanne Huisken, derdejaars MBRT

Nynke de Zee, derdejaars MBRT

S T A

Kiki Stamou, derdejaars MBRT


MÜNCHEN

Mijn naam is Jilda en afgelopen semester heb ik een halfjaar stage gelopen in München, en hier

heb ik alles behalve spijt van. Deze stage vond plaats in het Klinikum Rechts der Isar op de afdeling

Radiologie. Op mijn stageplek zelf heb ik natuurlijk veel geleerd; de Duitse taal, het werken op de

afdeling Radiologie, de Duitse cultuur, zoals hiërarchie tussen verpleegkundigen en doktoren en

nog veel meer. Verder kom je veel verschillende ziektebeelden tegen, omdat het een erg groot

ziekenhuis is, bijvoorbeeld veel trauma. Naast de dingen die ik op de afdeling heb geleerd, heb ik

ook veel van de Beierse cultuur en omgeving gezien. Het twee weken lang durende Oktoberfest,

het hiken in de mooie omgeving van München, het skiën op een uurtje rijden afstand en de gezellige

kerstmarkten tot in de late uurtjes.In het begin kan het lastig zijn om de Duitse taal onder de

knie te krijgen, maar na een aantal weken merk

je al dat het veel gemakkelijker gaat. Daarna kan

je je wagen aan het Beiers dialect, dat ook veel

voorkomt in München. Alles bij elkaar is München

zeker een aanrader om voor een halfjaar

heen te gaan.

Jilda Greidanus, vierdejaars MBRT

G E S

12

QUAKENBRÜCK

Hoi! Mijn naam is Nagesh Amatsaleh en ik zit in het derde

jaar van de opleiding. In het eerste semester van het

derde jaar heb ik mijn eerste 20-weekse stage afgerond.

Dit heb ik in het ‘Christliches Krankenhaus Quakenbrück’

gedaan, op de afdeling Radiologie. Voordat ik aan mijn

stage begon, vond ik het erg spannend en keek ik er eerlijk

gezegd toch een beetje tegenop. Ondanks dat kan ik

nu met zekerheid zeggen dat ik terugkijk naar een bijzondere,

positieve en erg leerzame stageperiode!

Als het gaat om een stage in Duitsland, dan komen de

onderwerpen ‘hiërarchie’ en ‘Duitsers zijn wat stugger’

al snel aan het licht. Toch hoeft dit niet gelijk negatief te

zijn. Binnen het ziekenhuis in Duitsland is inderdaad duidelijk

een bepaalde vorm van hiërarchie aanwezig. Echter

was dat niet ding om bang voor te zijn of waar je je aan

gaat storen. Het enige vervelende was om constant rekening

te houden met hoe je collega’s gepast aanspreekt.

Toch mocht ik veruit de meeste collega’s met ‘je’ aanspreken.

Na ongeveer een maandje zal je merken dat het

communiceren in het Duits ook al stukken beter gaat en

het minder afstandelijk wordt. Quakenbrück ligt ook nog

eens redelijk dichtbij Nederland. Net als dat wij in het

noorden gewend zijn om elkaar op elk moment van de

dag met ‘moi!’ te begroeten, deden de Duitser dat in het

plaatsje Quakenbrück met ‘moin!’. Een stukje cultuur in

het buitenland waar ik snel aan kon wennen.

Nagesh Amatsaleh, derdejaars MBRT


13

Altius. | 2020

KNF-STAGES

De eerste ervaringen

Vorig jaar is voor het eerst de minor KNF,

Klinische Neurofysiologie, van start gegaan.

Klinische neurofysiologie is een medisch specialisme

die zich bezighoudt met het registratie

en de beoordeling van de functies van de

zenuwbanen, spieren en de hersenen. Tijdens

deze minor leer je de KNF relevante anatomie,

pathologie en fysiologische processen, patiëntencategorieën,

fysica, beeldvorming en de

onderzoeken die uitgevoerd worden op een

afdeling KNF zoals EEG, EMG en echografie

van zenuwen en spieren. Naast het volgen van

deze minor is er ook een mogelijkheid tot het

uitstroomprofiel. Dit houdt in dat je na je radiologie

stage en de minor KNF, twee keer een

half jaar stage gaat lopen op twee verschillende

KNF-afdelingen. Door het volgen van het

uitstroomprofiel ben je na je afstuderen ook

bevoegd als KNF-laborant. Om een indruk te

krijgen van deze KNF-stages, hebben wij Iris

Geverinck en Fenna Muller gevraagd naar hun

ervaringen.

Iris is in september begonnen met haar eerste

stage in het SEIN in Zwolle, dit is een derdelijns

kliniek voor epilepsie en slaapgeneeskunde. Hier

heeft ze EEG- en PSG-onderzoek uitgevoerd.

Op dit moment is ze bezig met haar tweede

KNF-stage in het Martini ziekenhuis in Groningen.

Hier richt ze zich vooral op het EMG- EEGen

Duplexonderzoek.

Fenna daarentegen is in september begonnen in

het Martini ziekenhuis en loopt op dit moment

stage in het Radboudumc in Nijmegen.

Keuze voor de ziekenhuizen

Toen Iris en Fenna een stageplek mochten kiezen,

konden zij uit een aantal plekken kiezen. Iris

was geïnteresseerd in het SEIN, omdat ze na een

meeloopdag onder de indruk was van de werkwijze

van de afdeling en de patiëntengroep én

het haar leuk leek om een half jaar lang intensief

met het EEG-onderzoek bezig te gaan. Het Martini

ziekenhuis sprak haar aan, omdat je daar als

laborant KNF meer mogelijkheden hebt om onderzoeken

te leren en zelfstandig (onder begeleiding

van een collega) uit te voeren. Ook is het

naar verhouding best een grote afdeling met

veel verschillende onderzoeken en laboranten.

Het groot aantal onderzoeken die worden uitgevoerd

sprak ook Fenna aan. En in het Radboud,

vertelt ze, hebben ze weer veel andere onderzoeken

en is het meer een gespecialiseerd ziekenhuis.

“Ik vind het een

goede aanvulling op de

MBRT-opleiding.”

Onderzoeken per ziekenhuis

Het Martini Ziekenhuis heeft veel EMG, EEG, duplex,

VNG, kieptafel/autonoom functieonderzoek

en OK bij carotis desobstructie.

In het SEIN wordt voornamelijk uitgebreid

EEG-onderzoek uitgevoerd. De meeste patiënten

blijven daar een dag én een nacht. Hierdoor

wordt er van elke patiënt bijna 24 uur EEG geregistreerd.

Als een patiënt (vermoedelijk) lichtflitsgevoelig

is wordt er meestal de volgende

ochtend een uitgebreid flitsprotocol uitgevoerd

om de bandbreedte te bepalen. Verder wordt er

af en toe de kanteltafeltest (Syncope) of Vasalva

uitgevoerd. Tijdens Iris haar stage in het SEIN is

ze ook aan het werk geweest in het slaap-waakcentrum,

hier worden ambulante en klinische polysomnografieën

uitgevoerd.

En in Nijmegen hebben ze veel EMG, EEG, spierzenuwechografie,

OK orthopedie en neurochirurgie,

veel onderzoeken buiten de afdeling (IC,

NICU) en heel veel kinderen.


14

Het zelfstandig uitvoeren van onderzoeken

Tijdens Iris haar stages worden alle onderzoeken

altijd onder begeleiding van een collega uitgevoerd.

Bij het EEG-onderzoek wordt bijvoorbeeld

altijd de tekening gecontroleerd.

Naarmate de stage vorderde en ze zich qua uitvoering

van de verschillende onderzoeken ontwikkelde

kon en mocht ze meer zelfstandig uitvoeren.

Tijdens haar huidige stage in het Martini

Ziekenhuis verwacht ze dat het ook zo zal gaan.

Het is dus wel zo dat er altijd een collega bij is óf

dat er achteraf gecontroleerd wordt hoe je het

onderzoek uitgevoerd hebt. Hierdoor kan een

collega feedback geven als iets anders gedaan

moet worden en kunnen er eventuele gemaakte

fouten verholpen worden.

Fenna voegt hier aan toe dat het per patiënt wisselt,

bij (jonge) kinderen ben je namelijk standaard

met 2 laboranten en met het EMG ook.

Hier kan ze al wel een laborant vervangen maar

ze blijft dus altijd onder supervisie. Er wordt wel

gestreefd naar zoveel mogelijk zelfstandig werken

maar dit is bij veel onderzoeken niet haalbaar

i.v.m. de patiëntengroep.

Begeleiding tijdens de stage

Beiden zijn ze erg tevreden over de begeleiding.

De afdelingen zijn heel enthousiast en ze willen

je veel leren. Nu Fenna vanwege corona-maatregelen

thuis zit, heeft ze veel thuiswerk mee gekregen

en heeft ze dagelijks contact met stage

wat ze kan doen en hoe het gaat. Zo hoopt ze zo

min mogelijk stage achterstand op te bouwen.

Daarnaast, vertelt Iris, wordt er regelmatig geëvalueerd

en hierdoor kunnen er afspraken worden

gemaakt en eventuele aandachtspunten worden

besproken. Ook vindt ze het fijn dat ze altijd bij

iemand terecht kan met vragen of problemen en

dat er dan ook tijd voor wordt gemaakt om dit

te bespreken.


15

Altius. | 2020

Aansluiting van de minor op de stage

De aansluiting van de minor op de stage was prima.

Zo gaf Iris aan dat het een voordeel was dat

ze al kennis gemaakt had met het vakgebied KNF,

hierdoor had ze al een algemene kennis over het

EEG, de patronen en het 10-20 systeem. En dit

heeft haar wel geholpen om bijvoorbeeld sneller

achtergrond patronen te kunnen beschrijven en

stapsgewijs het 10-20 systeem aan te kunnen tekenen.

Verder hielp het ook dat ze al enige praktijkervaring

had met het uitvoeren van een EMGen

Duplexonderzoek. ze vond het soms wel lastig

om de theorie om te zetten naar de praktijk.

Hierdoor is het wel goed om de geleerde theorie

te herhalen aan het begin van je stage. Fenna

voegde hieraan toe dat ze misschien het tekenen

en plakken van het EEG wat meer had willen

oefenen tijdens de minor en de spier-anatomie

iets beter had willen kennen voordat ze aan haar

stage begon. Dit was echter geen belemmering

maar het had er wel voor gezorgd dat alles net

iets makkelijker aansloot.

Tips voor de studenten die volgend jaar beginnen

met hun KNF-stage

Het is belangrijk dat je een goede motivatie hebt

en interesse hebt in verschillende KNF onderzoeken,

voordat je begint met het uitstroomprofiel.

Daarnaast is het verstandig om na te denken of

jij jezelf daadwerkelijk ziet werken op de KNF-afdeling.

Probeer tijdens je stage op verschillende

KNF-afdelingen mee te kijken qua onderzoeken

en qua grootte van het team. De afdelingen verschillen

namelijk heel erg waardoor je er op je

stage goed achter kan komen wat het beste bij je

past. Maak hier dus goed gebruik van. Als laatst

is het belangrijk om de geleerde theorie aan het

begin van je stage te herhalen.

Hilde Scholten,

Redactrice Altius.

“Als je de minor interessant vindt dan is het

zeker een aanrader om voor het uitstroomprofiel

te kiezen.”


16

HONOURS

Hoi! Ik ben Janneke en ik zit in het 3e jaar van de

studie MBRT en hiernaast doe ik ook het Honours

talentprogramma Healthy Ageing.

Honours onderwijs is een mogelijkheid om je

verder te verbreden buiten de opleiding, dit verbreden

kan binnen de gezondheidszorg blijven

maar bijvoorbeeld ook ver daarbuiten zoals de

rechten- of psychologiekant. Het hele programma

duurt 3 jaar en daarmee kan je 30 EC’s verdienen

die bovenop je diploma erbij komen, plus

nog een aantekening van excellente student! Dat

is natuurlijk hartstikke mooi maar Honours draait

eigenlijk het meest om jezelf uit te dagen in gebieden

die de opleiding je niet bieden.

Over het algemeen doe je verschillende projecten

waar je je bij aangesloten hebt, of waar je

zelf mee gestart bent. Zo heb ik me aangesloten

bij TransplantLines, een project in het UMCG als

student-onderzoeker en hierbij ben ik deel van

een team die testen bij patiënten doet die een

orgaantransplantatie hebben ondergaan, of bij

patiënten die een orgaan hebben gedoneerd.

Verder doe ik nu voor de tweede keer mee aan

de Global Classroom waarbij we via BlackBoard

Collaborate contact hebben met de University

of Central Missouri in Amerika en daarmee verschillende

opdrachten uitvoeren op gebied van

HealthCare.

Om toegelaten te worden tot het Honours talentprogramma

HA hoef je zeker niet de ‘perfecte

student’ te zijn wat velen vaak denken. De

eisen zijn niet gebaseerd op je cijfers of hoe slim

je bent, meer op je motivatie waarom je Honours

wilt gaan doen en de enige strenge eis is

dat je in je eerste jaar direct je propedeuse moet

hebben gehaald. Goede motivatie toch? ;) Honours

is echt voor studenten die meer willen en

meer kunnen dan het reguliere onderwijs hen

biedt. Verder horen er bij de selectie een aantal

opdrachten waaronder een motivatiebrief en een

interview met een zorgprofessional over Healthy

Ageing. Ook worden er korte kennismakingsgesprekjes

gedaan met een Honoursdocent en

-student. Wanneer je eenmaal toegelaten bent

en alles kan gaan beginnen is het vaak nog een

met Janneke Speetjens

beetje zoeken wat de bedoeling is en wat er van

je verwacht wordt. Om de week is er op woensdag

om 17.30 is er een meeting voor de hele

groep om met elkaar te zitten en bijvoorbeeld te

delen waar iedereen mee bezig is, dit is ook een

goede mogelijkheid om je bij nieuwe projecten

aan te sluiten of met je medestudenten zelf iets

op te zetten.

Zoals ik eerder al schreef bestaat het hele traject

uit 30 EC’s, welke onderverdeeld zijn in 20 EC’s

voor de onderzoekslijn, 6 EC’s voor de interdisciplinaire

lijn (hierbij krijg je te maken met andere

schools, zoals bijvoorbeeld Rechtenstudies of de

dansacademie Lucia Marthas) en 4 EC’s voor de

community lijn. Dit klinkt erg streng maar het is

vrij soepel welke uren je waar invult. Zo is er ook

een project gaande met Revalidatie Friesland

waarin studenten een project doen moet de patiënten

die daar in behandeling zijn. Dit valt binnen

de gezondheidszorg dus daarvoor zouden

de uren voor de onderzoekslijn gerekend kunnen

worden, maar je werkt dan bijvoorbeeld ook

samen met fysiotherapie en voeding en diëtetiek

waardoor je ze ook als interdisciplinaire uren kan

noteren. Veel vrijheid dus!

Het verschilt sterk per week hoeveel tijd je kwijt

bent. Soms is er een evenement waar je bij kunt

helpen, waar je heel veel tijd kwijt bent, en andere

weken heb je even wat minder te doen. Het

is heel variabel maar een grove schatting is wel

ongeveer 10-15 uur per week. Dit is ook een van

de zaken waar Honours voor staat, jij bepaalt hoe

je deze 3 jaar invult. Er zijn geen verplichtingen,

geen cijfers, geen beoordelingen of toetsen, alleen

de verplichting (en vrijheid) om zelf je keuzes

te maken en te bepalen welke richting je op

gaat. Het gaat er echt om dat je de dingen doet

die jij leuk en interessant vindt en daarnaast leer

je er ook nog een heleboel van!

Mocht je aan de hand van deze vragen nog

iets van onduidelijkheden hebben of iets meer

informatie willen, kan je mij of Inge (‘het Honours-hoofd’)

altijd mailen!

Mijn mailadres: j.speetjens@st.hanze.nl

Inge haar mailadres: j.s.wijkamp@pl.hanze.nl


17

Altius. | 2020

De low-dose CT bij tibia fracturen

Geachte lezer,

Het is voor mij een eer om iets te schrijven in jullie vakinhoudelijk blad, en dan voornamelijk

vanuit het idee dat ik jullie iets moet vertellen over de CT-scan, terwijl jullie hier meer verstand

van hebben dan ik. Het doel is om een klinische touch mee te geven in de wereld van de

techniek achter de beeldvorming.

Binnen de orthopedische traumachirurgie wordt

veel gebruik gemaakt van CT-scans. Zoals jullie

waarschijnlijk al weten is een fractuur met multipele

botfragmenten lastig te beoordelen op een

standaard röntgen. De CT biedt dan uitkomst als

het gaat om bijvoorbeeld peroperatieve planning.

Verder wordt de CT ook veelvuldig gebruikt

om het postoperatieve resultaat te kunnen beoordelen.

Je kan bijvoorbeeld goed zien of een

schroef in het gewricht is geplaatst, terwijl je

daar misschien op de röntgen twijfels over had.

Specifiek op het gebied van extra-articulaire tibia

fracturen (afbeelding 1.) wordt de CT-scan sporadisch

gebruikt. Tibia fracturen zijn één van de

meest voorkomende fracturen binnen de traumachirurgie

en het gros van de tibia fracturen

wordt geopereerd middels een intra-medullaire

pen (afbeelding 1.). Deze operatie geniet vaak

eerste keus vanwege de minimaal invasieve benadering

(kleine incisie). Ook is het geen ingewikkelde

operatie en patiënten herstellen vlot.

Het nadeel van deze techniek is dat er kans bestaat

op malrotatie. Dat houdt in dat de geopereerde

zijde een rotatie afwijking vertoond van

>10° vergeleken met de contralaterale zijde. In

onze eerste studie hebben we gevonden dat in

meer dan 30% van de patiënten de tibia geroteerd

staat. Helaas is er nog weinig klinische data

beschikbaar, maar hypothetisch hebben deze patiënten

een hogere kans op het ontwikkelen van

slijtage en loopproblemen in de toekomst.

Om deze afwijking in een vroeg stadium te kunnen

detecteren is de CT-scan een zeer bruikbare

tool. Indien vroeg gedetecteerd bestaat er nog

ruimte voor revisiechirurgie binnen dezelfde opname.

Het betreft een low-dose CT, waar alleen

maar de proximale- en distale tibia worden gescand.

De gehele schacht wordt overgeslagen.

Op deze manier minimaliseer je de radiatie. Wij

hebben berekend dat de blootstelling aan straling

ongeveer gelijk staat aan een standaard

AP/L X-Thorax. De patiënt ligt in de CT-scan met

een neutrale stand van de heup en de knie.

Op basis van deze CT-scan kan zeer nauwkeurig

de rotatie berekend worden (zie afbeelding 2.).

Je selecteert de eerste axiale coupe proximaal

het tibiofibulaire gewricht. Vervolgens teken je

een raaklijn langs de dorsale zijde van de tibia

en deze maakt een hoek met de horizontale referentie

lijn. Een negatieve waarde illustreert interne

rotatie en een positieve waarde illustreert

externe rotatie. Ditzelfde doe je distaal. Kies de

coupe net proximaal het tibiaplafond en teken

een lijn door het anatomische midden van de fibula

en tibia. Deze methode herhaal je aan de

contralaterale zijde en zodoende kan het verschil

in rotatie worden berekend.

Afbeelding 1 - Tibia schacht fractuur

met een intra-medullaire pen.


18

Afbeelding 2 - De CT-metingen.

Afbeelding 3 - De anatomische

landmarks.

Bij een patiënt met verdenking op malrotatie kan

dus laagdrempelig, veilig en zeer nauwkeurig de

rotatie worden bepaald. Helaas bestaat er nog

geen manier om rotatiefouten tijdens de operatie

te voorkomen en wordt er voornamelijk gevaren

op het klinische beeld postoperatief. Wij zijn

nu een studie aan het opzetten om anatomische

landmarks te ontwikkelen, die wij met jullie hulp

op de OK kunnen beoordelen (afbeelding 3.).

Eerst gaan we het testen op menselijke kadavers

alvorens we de stap maken naar de kliniek.

Samenvattend komt tibia malrotatie zeer frequent

voor na intra-medullaire penfixatie van

tibia fracturen. Deze complicatie wordt vaak onderschat.

De low-dose CT heeft bewezen een

betrouwbare gouden standaard te zijn om deze

afwijking in een vroeg stadium te detecteren. De

metingen zijn relatief eenvoudig en gemakkelijk

toepasbaar.

NilsJan Bleeker,

Geneeskunde student (co-schappen)


19

Altius. | 2020

OPTIMAX

Onderzoeken in het buitenland,

wie wil dat nou niet?!

De MBRT Research Summer school. Ooit begonnen

in een samenwerkingsverband tussen vijf

University’s of Applied Sciences in Europa. Als

Universiteiten wilde we graag studenten in het

Radiologie domein samenbrengen. Het doel was

om van elkaar te leren, zowel op onderzoek vlak

maar ook op cultureel vlak. Wat zijn onze overeenkomsten

en onze verschillen?

Gedurende drie weken in een gemixte groep van

studenten en docenten uit Europa samenwerken

en wetenschappelijk onderbouwd oplossingen

zoeken naar vragen die er zijn in ons domein.

De focus ligt vooral op hoe kun je zo weinig mogelijk

dosis gebruiken om toch het perfecte plaa

tje te creëren.

Naast alle “werk” voordelen is het natuurlijk een

super ervaring tijdens je studie. Om eens drie weken

totaal op een andere Universiteit te zitten in

een andere stad in een ander land. Naast het “serieus”

onderzoek doen bestaat OPTIMAX ook uit

een zeer sociaal component. Ieder deelnemend

land en ondertussen zijn dit landen over de hele

wereld nemen je mee in hun historie cultuur enz.

Wil je nog meer info rond OPTIMAX? Zie de webstie

www.hanze.nl/optimax of volg ons op social

media.

Carst Buissink,

Docent MBRT

Met elkaar in een soort snelkookpan zorgen dat

je na drie weken alle stappen van onderzoek hebt

doorlopen en tot een artikel komt.

De studenten die deelnemen aan OPTIMAX doen

aan het einde een presentatie rond hun bevindingen.

Net zoals het ook gaat bij grote congressen.

Uiteindelijk proberen we met elkaar een E-book

te maken en zullen we proberen alle artikelen zo

te optimaliseren dat we ze ook werkelijk kunnen

presenteren tijdens grote congressen. Meestal

halen de artikelen de criteria van het Europese

congres Radiologie (ECR) in Wenen. Dit is voor

studenten super natuurlijk. Je eerste echte publicatie!

Daarnaast hebben OPTIMAX studenten door

deelname aan OPTIMAX een (internationaal)

netwerk en vrienden voor het leven. Nog steeds

hebben studenten uit de eerste jaren contact met

elkaar, worden verliefd, krijgen OPTIMAX baby’s

maar attenderen elkaar ook op leuke functies in

ons werkveld. Er zijn enkele voorbeelden van Nederlandse

studenten die na hun OPTIMAX experience

een master zijn gaan doen in het buitenland.

Kortom alleen al voor je carrière perspectief

is OPTIMAX vaak een pre. Er zijn ziekenhuizen die

OPTIMAX zien als een extra bevestiging dat dit

de MBB’er is die hun afdeling zal verrijken.

Ervaring van een studente

Mijn naam is Charlotte Smit. Ik zit momenteel in

het 2e jaar van de opleiding MBRT. De reden dat

ik deel heb genomen aan Optimax is, omdat ik

internationaal georiënteerd ben en ik later wil

gaan werken in de ontwikkelingszorg. Hierdoor

is het belangrijk dat je een groot netwerk hebt

waar je op terug kan vallen. Dit was voor mij de

meerwaarde aan Optimax. Ook ga ik in september

naar Zuid- Afrika voor mijn 20-weekse stage.

Door Optimax heb ik verschillende mensen leren

kennen in Zuid-Afrika. Ook de ervaring leek mij

geweldig en natuurlijk het schrijven van een echt

artikel.


20

We zijn met een groep van 7 studenten en 3 docenten

naar Manchester afgereisd. De universiteit

waar we heengingen heette Salford University.

Toen we op de campus aankwamen wisten we

niet wat ons overkwam. Het was een heel groot

terrein met heel veel gebouwen en veel studenten.

De dag nadat we aankwamen zijn we als

Nederlandse groep Manchester ingegaan. Toen

hebben we een beetje de stad verkend zodat we

de volgende keer de weg al wat beter wisten. ’s

Avonds hadden we de Welcome Party met alle

studenten. De studenten kwamen van veel verschillende

plekken van over de hele wereld. Die

avond werden we ingedeeld in onze groepjes.

Mijn groepje was erg gezellig en heel divers. In

mijn groepje zat een Zwitserse jongen, een Zuid-

Afrikaans meisje, een Braziliaanse man, iemand

uit Saoedi-Arabië en onze tutor. Hij was een student

aan de Salford University. We hebben toen

een speurtocht gedaan en daarna was er eten en

drinken voor iedereen.

Op de eerste dagen van Optimax hebben we veel

theorie gekregen en verder deden we spellen om

elkaar goed te leren kennen. Na 2 dagen mochten

we eindelijk beginnen aan ons onderzoek.

Alles was natuurlijk in het Engels maar gelukkig

wende dat al snel. We hebben 2 dagen lang literature

study gedaan. Dit was belangrijk omdat

we op deze manier ons onderzoek en de uitkomsten

konden onderbouwen. Onze onderzoeksvraag

ging over het verminderen van de straling

bij het meten van scoliose bij meisjes van 10 jaar.

We gingen dan onderzoeken of de meting dan

nog wel accuraat was. Dit hebben wij onderzocht

bij een CT-onderzoek. Dit onderzoek is verder

nog nooit uitgevoerd dus daarom was literature

study wel heel lastig. De onderzoeksdagen duurde

vaak van 9:00 tot 17:00, het waren behoorlijk

lange dagen. Na zo’n dag gingen we dan vaak

nog Manchester in omdat we het een enorm leuke

stad vonden en je er goed kon shoppen.

Het eerste weekend hebben we vrij gehad. Toen

zijn we op eigen initiatief naar Liverpool gegaan

met de trein. Dit was een erg leuke stad. Op zondag

hebben we lekker rust gehad. Na het weekend

zijn we begonnen met het uitvoeren van de

CT-scans. Dit was nog een behoorlijke klus want

het waren ongeveer 200 scans. Nadat we die

hadden uitgevoerd was het de taak van de medestudenten

om de meting van de graden van

de scoliose uit te voeren. Je moest rekening houden

met alle aspecten, want het onderzoek moet

natuurlijk wel zo accuraat mogelijk en reproduceerbaar

zijn. Nadat we alle gegevens en uitslagen

hadden was het eindelijk weer weekend.

Daar was iedereen wel aan toe. In het weekend

zijn we gezellig met de Nederlandse docenten

uit eten gegaan in een Thais restaurant. De dag

erna zijn we met de hele Optimax groep naar

Wales gegaan. Eerst zijn we met een treintje door

een stuk natuur gaan rijden. Daarna zijn we nog

naar verschillende ruïnes gelopen en toen weer

de bus in. Na een stukje rijden kwamen we aan in

het stadje genaamd Caernarfon. Hier stond een

groot kasteel. Het was een heel groot kasteel en

je kon overal kijken. Het uitzicht was heel mooi.

Na dit weekend was het tijd om te beginnen met

het schrijven van het artikel. Het was natuurlijk

alweer de laatste week. In de laatste week hebben

wij als Nederland nog een spelletjesavond

georganiseerd met oudhollandse spelletjes. Dit

vonden de andere studenten erg leuk en ook wij

hebben heel erg gelachen. Deze week was hard

werken maar zeker de moeite waard. De een na

laatste dag moesten onze artikelen ingeleverd

zijn en moesten we onze PowerPoint af hebben.

Ik moest de volgende dag presenteren met de

Zwitserse jongen. Alles moest natuurlijk in het

Engels dus dat was wel spannend. Maar het ging

goed. Uiteindelijk heeft iedereen een mooi certificaat

ontvangen en een mooi artikel geschreven.

Na de presentaties zijn we nog snel Manchester

in gegaan om de laatste dingen te kopen en

om afscheid te nemen van deze geweldige stad.

Die avond was er een afscheidsparty. Dit was een

lastig moment, omdat je deze mensen niet snel

meer zal zien en toch heb je een enorme band

opgebouwd. Terug in Nederland besefte ik pas

wat voor enorme ervaring dit was en dat je deze

kans niet snel meer zal krijgen. Op dit moment is

ons artikel onder laatste review en gaat het geplaatst

worden. Ik kan niet wachten om te zien

dat mijn naam staat bij een wetenschappelijk artikel,

hopelijk zullen er nog velen volgen.

Charlotte Smit,

Tweedejaars student MBRT


21

Ontmoet de nieuwste

MBRT-docenten!

Marjan Sibma

Hallo, ik ben Marjan Sibma en per april werk ik 3 dagen voor

de MBRT. Toch ben ik al langere tijd aanwezig op school,

sinds april 2019 geef ik 1 dag per week lessen radiotherapie.

Dit combineerde ik met werken op de radiotherapieafdeling

van het RIF in Leeuwarden, maar lesgeven bij de MBRT

bevalt mij zo goed, dat ik besloten heb om volledig over

te gaan naar de Hanzehogeschool. Ik heb bijna 18 jaar gewerkt

op de afdeling radiotherapie. Het mooiste van het vak

radiotherapie vind ik de combinatie van de techniek en het

intensieve contact met de patiënten. Hoe vervelend het ook

voor een patiënt is om op de afdeling te moeten zijn, als

MBB’er heb je de kans om elk bezoek zo plezierig mogelijk

én kwalitatief zo goed mogelijk te laten verlopen. Ik vind het

super om hier met jullie over na te denken in alle facetten

van het vak. Op de afdeling radiotherapie is veel aandacht

voor kwaliteitszorg en in mijn taken als teamleider heb ik

hier veel mee te maken gehad, ook in dit vakgebied zal ik

lessen gaan verzorgen.

Nou, dit was wel genoeg werk gerelateerd schrijven. Ik

woon in Buitenpost, een dorpje tussen Leeuwarden en Groningen.

Mijn studie deed ik aan de MBRT in Groningen vanaf

1998, toen de opleiding nog maar net was gestart. Ik ben

getrouwd met Herman en we hebben 2 kinderen: Fenne en

Aise, zij zitten beide nog op de basisschool. Op dit moment

is mijn hobby verbouwen aangezien we net de sleutel van

ons nieuwe huis hebben gekregen en dit huis moet flink

verbouwd worden. Dus mocht je klus technische vragen

hebben, dan kun je ook bij mij terecht Normaal gesproken

steek ik mijn vrije tijd in muziek, koken, hardlopen, schilderen

en vrijwilligerswerk, maar dat moet nu even wachten. Ik

hoop jullie snel weer te zien allemaal!


22

Yvonne Boorsma

Mijn naam is Yvonne Boorsma en jullie kunnen mij tegenkomen

in het derde jaar als docent Klinische Neurofysiologie

(KNF). Nieuw voor jullie, maar ook nieuw voor mij, want ik ben

vorig jaar hier als docent begonnen. Het nieuwe uitstroomprofiel

moest opgezet en ingericht worden en deze ontzettend

leuke klus heb ik samen met Sharon en Michel gedaan.

Ik combineer het docent-zijn met een functie als laborant KNF

in het Martini Ziekenhuis, wat ik beschouw als een win-win-situatie.

Een duik in het verleden: ik ben afgestudeerd in de Gedrags-

en Neurowetenschappen (Biologie). Daarna heb ik 12

jaar bij KPN gewerkt als contentmanager, toen kwam de wens

om toch te kijken of er in het vakgebied van de neurologie iets

was voor mij, en dat werd de opleiding tot KNF-laborant. Dat

is nu 10 jaar geleden. De rode draad voor mij is de dienstverlening

en informatievoorziening, een heerlijke combi die dus

voor mij zowel in de commerciële sector, de gezondheidszorg

en het onderwijs werkt.

Privé vind ik het leuk om met mijn gezin op pad te gaan, vaak

weekendjes, maar ook langere reizen doen we graag. En met

mooi weer kamperen, ver weg, dichtbij, alles is prima. Ha, we

zetten zelfs de caravan regelmatig in Norg neer, en ik woon in

Roden! Haha, nog geen 10 km verder!

Tot slot, het is heerlijk om nieuwe studenten op te leiden en ik

hoop jullie gauw te ontmoeten!

Theo Maats

Mijn naam is Theo Maats. Sinds dit schooljaar geef ik les in de Nucleaire Geneeskunde

op de MBRT. Dit doe ik zowel in de minor PET/CT/MRI en aan eerste en

tweedejaars studenten. Naast lesgeven werk ik in het Martini Ziekenhuis op de

afdeling Radiologie en Nucleaire Geneeskunde. Hier werk ik inmiddels 9 jaar met

veel plezier. De werkzaamheden op twee afdelingen maken mijn werk heel

afwisselend. Voor mij is het lesgeven een leuke uitdaging om de kennis en ervaring

uit de praktijk over te brengen op de studenten. Naast het werk houd ik van

sporten. Ik voetbal sinds mijn jeugd bij v.v. Noordwolde. Een klein clubje dichtbij

de stad. Naast voetbal vind ik tennis, tafeltennissen en mountainbiken ook leuk.

Verder ben ik op het moment veel aan het klussen in het huis dat ik samen met

mijn vriendin heb gekocht in Paterswolde. Helaas worden er op dit moment geen

fysieke lessen gegeven i.v.m. de corona crisis. Voor nu heel veel succes met jullie

thuisstudie, en hopelijk zie ik jullie snel weer.


23

Altius. | 2020

Het coronavirus

Als MBB’er op de afdeling Medische Beeldvorming van

het Ommelander Ziekenhuis Groningen ten tijde van

het coronavirus.

Toen het coronavirus in de week van 9 maart in

Brabant zich steeds heftiger begon te verspreiden

en de IC’s voller kwamen te liggen, zijn er

voor het eerst maatregelen genomen binnen het

Ommelander Ziekenhuis. Dit leidde tot bijvoorbeeld

strikte reisadviezen voor de werknemers.

Nog diezelfde week werd de eerste coronabesmetting

vastgesteld bij een patiënt in ons ziekenhuis.

Als je als werknemer symptomen had

moest dit gemeld worden bij de leidinggevende

en werd er samen besloten hoe ernstig de klachten

waren om eventueel thuis te blijven.

In de week van 16 maart werd de Medische

Beeldvorming klaargemaakt voor het coronavirus.

Iedereen moest maandag zoals normaal naar

het werk komen en tijdens ons dagelijks 8-uurtje

werd verteld welke maatregelen in werking zouden

treden:

- Verpleegafdeling 2B werd speciaal ingericht

voor de verpleging van coronapatiënten.

- Er werd een tweede spoed eisende hulp ingericht,

zodat de patiëntenstroom van verdachte en

niet-verdachte patiënten kon worden gescheiden.

- Er werd gekeken hoe deze patiëntenstroom

ook op de afdeling Medische Beeldvorming kan

worden doorgevoerd.

- Elke werknemer/bezoeker werd bij binnenkomst

getemperatuurd om te controleren op koorts.

Verder moesten wij voor de komende weken alle

onderzoeken afzeggen op spoed en oncologie

na. Er moest een hele nieuwe dienststructuur

worden opgezet. Waar je normaal in de avonduren

alleen zou werken, moesten er nu 2 collega’s

aanwezig zijn. Eén voor niet-corona patiënten en

een collega voor de coronapatiënten. Ook in het

weekend moesten er 2 collega’s zijn voor beide

patiëntenstromen, behalve tijdens de nacht. Als

je bij een patiënt moest zijn die verdacht werd

van het coronavirus, moest je je helemaal omkleden:

blauwe lange bescherm jas, mondmasker,

spatbril, meerdere paar handschoenen over

elkaar heen en een haarnetje. De mondmasker

moesten we in verband met landelijke tekorten

bewaren in een aparte emmer. Iedere keer dat

er een patiënt die verdacht wordt van het coronavirus

bij ons op de afdeling komt, moet de

hele kamer door de schoonmaakdienst grondig

worden gereinigd. We hebben daarom een aantal

kamers van de modaliteiten zo veel mogelijk

leeggehaald om het voor de collega’s van de

schoonmaak makkelijker te maken.

In het begin was het behoorlijk wennen. Wetende

dat de druk in Brabant heel hoog was, maakte

het best spannend en was het afwachten wanneer

de piek in Groningen zou komen. Om het

zuiden wat te ondersteunen werden er ook een

aantal coronapatiënten naar Noord-Nederland

overgeplaatst, zo ook in ons ziekenhuis. Verder

was het relatief rustig in het ziekenhuis. De poli’s

waren dicht en de meeste afspraken afgezegd.

Hierdoor was er soms niet zoveel te doen en

kregen veel collega’s extra vrij zodat ze konden

rusten voor een eventuele piek die nog zou komen.

Gelukkig reageren de reguliere patiënten

van wie de afspraak door deze situatie uitgesteld

wordt hier heel fijn op. Ze zijn vrijwel allemaal

erg begripvol voor deze situatie. Het is dan ook

erg fijn om te zien dat er veel steun is vanuit de

Nederlandse bevolking voor de zorg. Dit zien wij

terug in spandoeken die zijn gemaakt door de

inwoners van Scheemda en voor het ziekenhuis

zijn geplaatst en door acties van lokale ondernemers

zoals bosjes tulpen, lekkere zakken muesli,

chocolade paashazen en nog meer geschenken

voor de werknemers van het ziekenhuis.

Nick Loupatty,

MBB’er OZG Scheemda



25

Van afstudeeronderzoek...

...naar wetenschappelijk artikel

Een half jaar lang intensief samenwerken met je

afstudeerpartner, een onderzoek opstellen, met

een onderwerp in eigen interesse en het uitvoeren

in samenwerking met medisch specialisten,

is hoe ons afgelopen eerste semester eruit zag.

Het onderzoek hebben we met ons tweeën opgezet

en uitgevoerd. Wij zijn Akshay Biere en

Martijn Scheffer, twee vierdejaars studenten van

MBRT. Wij kennen elkaar sinds jaar 1 en hebben

altijd veel met elkaar opgetrokken, maar kunnen

naast sociaal vlak ook op zakelijk vlak erg goed

samenwerken. Wij hadden dezelfde interesses

qua onderwerpen voor ons onderzoek. Wij wilden

allebei een wetenschappelijk onderzoek

uitvoeren, waarbij de voorkeur uitging naar een

cardiovasculair of neurologisch onderzoek. Wij

wilden graag een wetenschappelijk onderzoek

doen, omdat wij allebei mogelijk door willen studeren

na de MBRT.

In jaar 3 heeft Martijn zijn eerste stage radiologie

in het UMCG gedaan. Hier heeft hij een groot

medisch netwerk opgebouwd. Met onze cardiovasculaire/neurologische

interesse heeft Martijn

specialisten met die differentiatie benaderd, met

de vraag of ze een onderzoek over deze onderwerpen

waar wij aan kunnen helpen voor onze

afstudeeronderzoek. Op deze manier zijn wij in

contact gekomen met een ervaren interventieradioloog.

Tip: Ga niet wachten tot een onderwerp

wordt aangeleverd voor je onderzoek. Ga

pro actief denken wat jij en je partner de

meest interessante onderwerpen vinden

en ga met je netwerk aan de slag om hierin

een onderzoek neer te zetten!

Tip: Zoek iemand waar je een

goede klik mee hebt en waarmee

je het leuk kan hebben. Daarnaast

moeten jullie zakelijk goed met

elkaar kunnen werken!

Uiteindelijk zijn wij op het onderwerp ‘The effect

of muscle alteration on long term survival

in ischemic stroke patients” gekomen. Patiënten

met een ischemische beroerte behoren zowel tot

de cardiovasculaire als neurologische groep. In

het onderzoek hebben we gekeken of de factoren

sarcopenie (spierverlies) en myosteatosis

(spiervervetting) invloed hebben op mortaliteit

in patiënten met een ischemische beroerte nahet

behandelen van de occlusie in de grote hersen

slagaderen door middel van intra-ateriële trombectomie

(IAT).

Patiënten die een ischemische beroerte hebben

gehad, hebben vaak een slechte levensverwachting.

Voor het bevorderen van de prognose na

een ischemische beroerte is het nodig om zogeheten

prognostische biomarkers te onderzoeken.

Dit zijn variabelen die invloed kunnen hebben op

een bepaald proces, in dit geval de mortaliteit.

In deze studie werd onderzocht of sarcopenie en

myosteatosis invloed hebben op de lange termijn

overleving bij patiënten die een ischemische

beroerte hebben gehad. Het secundaire doel van

deze studie was het onderzoeken of myosteatosis

invloed heeft op het verschil in neurologische

uitkomsten. Hiermee wordt bedoeld wat de

mate van uitval is bij de beschadiging van hersenweefsel.

Dit hebben wij geanalyseerd middels

de “modified Rankin Scale”.


26

Dit was een retrospectief van bijna 200 patiënten

met een gediagnosticeerde occlusie in een grote

craniale slagader, waarvan een CT angio scan van

de beroerte beschikbaar was. De onderzoeksgroep

hebben wij uit het PACS geëxporteerd

en vervolgens alle spieren op ter hoogte van de

derde cervicale wervel ingetekend met software

dat in het UMCG was ontwikkeld. Van die onderzoeksgroep

hebben we van de skeletspieren een

oppervlakte meting en een houndsfield-waarde

meting uitgevoerd. Daarna hadden wij genderspecifieke

afkapwaarden voor sarcopenie en

myosteatosis berekend met statistische analyses

en dit vergeleken met de literatuur. Vervolgens

hadden wij verschillende regressiemodellen gemaakt

om de impact op mortaliteit en neurologische

uitkomst te berekenen.

Uit ons onderzoek was gebleken dat sarcopenie

en myosteatosis geen significante invloed heeft

op mortaliteit binnen deze populatie. Ook heeft

het geen invloed op de neurologische uitkomst.

Het is wel van belang dat er meer onderzoek

gedaan wordt naar sarcopenie en myosteatosis,

omdat in meerdere cardiovasculaire ziektebeelden,

zoals perifeer vaatlijden en acute ischemie

in de ledematen wel een significante invloed was

aangetoond op de mortaliteit.

De insteek van het onderzoek was vanaf het begin

al om het te publiceren, omdat het deel uitmaakt

van een groter sarcopenie en myosteatosis

studie. Wij zouden als eerste auteur worden

vermeld van dit artikel. De weg naar een publicatie

is lang, zo ziet de weg er voor ons uit:

1. Manuscript afmaken.

2. Medeauteurs geven feedback en goedkeuring.

3. Het manuscript wordt opgestuurd naar de

taalkundige van de instelling.

4. Het manuscript wordt in de specifieke stijl van

het blad opgestuurd naar het wetenschappelijk

blad.

5. Vervolgens stuurt het blad het manuscript

naar deskundigen over dit onderwerp. Dit wordt

een peer-review genoemd en hier komt ook

weer feedback uit.

6. Indien dit allemaal verwerkt en correct is, kan

een artikel gepubliceerd worden. Dit duurt ook

enkele maanden.

Wij zijn momenteel bij stap 2, zodra de medeauteurs

hun goedkeuring hebben gegeven, gaan

de volgende stappen vrij snel. We hebben dus

nog even te gaan. Maak van de scriptie tijd een

super mooie tijd, met een leuk onderzoek, leuke

partner en wie weet wel je eerste publicatie!

Akshay Biere,

Vierdejaars student MBRT

Martijn Scheffer,

vierdejaars student MBRT

Tip: Denk voordat je het onderzoek uitvoert

al of je het onderzoek graag wilt publiceren.

Veel weten niet eens dat dit met een

MBRT scriptie mogelijk is, maar het is zeer

waardevol voor je CV en mogelijk vervolg.

Veel MBRT docenten hebben een master en

weten van publiceren af. Sommigen zijn zelfs

gepromoveerd. Die kunnen hier gegarandeerd

mee helpen!


27

Altius. | 2020

Werken bij ScoVas

Met John-Roy Veneberg,

Clinical sales specialist

Kun je jezelf voorstellen?

Mijn naam is John-Roy Veneberg en ik ben 25

jaar oud. Ik woon op dit moment in Houten nadat

ik deze zomer het mooie Groningen heb verlaten.

Ik ben in juni 2019 afgestudeerd van de

opleiding MBRT.

Welke minor heb je gevolgd?

Ik heb de honoursminor: Onderzoeksvaardigheden

gevolgd omdat ik zeker wist dat ik niet in het

ziekenhuis wilde werken waardoor de MBRT-gerelateerde

minors mij niet aanspraken. Met de

minor onderzoeksvaardigheden hield ik mijn

optie voor het volgen van een pre-master open.

Gedurende de minor worden vakken gegeven

waar je veel aan kunt hebben wanneer je kiest

voor een pre-master.

Waar heb je stage gelopen?

Ik heb mijn RD stage gelopen in Noord-Duitsland

in Oldenburg. Ik liep stage op de radiologie van

het Klinikum Oldenburg. Mijn andere 20-weekse

stage was een gecombineerde NG stage in de

ziekenhuizen van Assen en Drachten.

Wanneer ben je erachter gekomen dat je niet

in een ziekenhuis wou werken?

In mijn bestuursjaar bij S.V. Exploratio hebben wij

als een bestuur een symposium: ‘Werken Buiten

Het Ziekenhuis georganiseerd’. Op dat moment

realiseerde ik mij dat ik andere beroepen interessanter

begon te vinden dan het werk als MBB’er

in een ziekenhuis.

Waarom zag je werken in een ziekenhuis niet

zitten?

Ik voelde mij tijdens mijn stages een beetje belemmerd

omdat ik elke dag naar dezelfde plek

toe moest. Daarnaast vond ik het werk niet uitdagend

genoeg.

“Werken buiten het

ziekenhuis”


28

“Oriënteer je op de arbeidsmarkt”

Hoe ben je bij ScoVas terecht gekomen?

(waarom ScoVas)

Zoals eerder aangegeven heb ik samen met mijn

bestuur een symposium georganiseerd. Eén van

de bedrijven die kwam spreken was ScoVas Medical.

De informatie die de spreker gaf heeft mij

dusdanig geïnteresseerd dat ik ScoVas ben blijven

onthouden. De voornaamste reden dat ik mij

interesseerde in het beroep was het doelgericht

werken en de vrijheid die het beroep met zich

mee brengt. Ik ben bijna elke dag in een ander

ziekenhuis. Op het moment dat ik in mijn afstudeerperiode

zat, zag ik een vacature van ScoVas

voorbij komen. Ik heb mijn CV opgestuurd en nu

werk ik voor ScoVas.

Kun je uitleggen wat voor een bedrijf ScoVas

is?

ScoVas is een sales agent of distribiteur voor internationale

bedrijven. Internationale bedrijven

ontwikkelen de mooiste producten, maar zij hebben

meestal niet de connecties om de producten

te verkopen. Op deze markt speelt ScoVas in.

Wat is jouw functie in het Bedrijf?

Er zijn heel veel termen voor mijn functie maar

de meest gebruikte term is: Vertegenwoordiger.

Ik ga langs de ziekenhuizen om met artsen te

praten over onze producten. Daarnaast ondersteun

ik artsen bij het gebruiken van onze producten

op de angiokamer of OK en ik organiseer

klinische lessen over onze producten voor het

ziekenhuispersoneel.

Hoe ziet een werkdag er voor jou uit?

Een normale werkdag valt eigenlijk niet uit te

leggen, elke dag is namelijk anders. Zoals ik net

aangaf bestaat mijn functie uit meerdere werkzaamheden.

Soms heb ik dagen dat ik langs een

arts ga om het product te laten zien omdat de

arts misschien geïnteresseerd is in het gebruik

van onze producten. Het kan ook zijn dat een

arts onze producten al gebruikt bij procedures

en dat ik op de angiokamer of OK aanwezig ben

om de arts te ondersteunen bij het gebruik van

onze producten. Af en toe verzorgen wij ook nog

trainingen/klinische lessen voor artsen of ander

ziekenhuispersoneel zodat zij meer van onze

producten gaan weten en begrijpen. Daarnaast

hebben wij ook nog een kantoor in Almere waar

ik naar toe ga om administratieve zaken te regelen.

Op het kantoor hebben wij ook wekelijkse en

maandelijkse meetings.

Zijn er mogelijkheden om door te groeien

binnen het bedrijf en zou je dat willen?

Er zijn altijd mogelijkheden om door te groeien

binnen een bedrijf. Al moet ik zeggen dat ik daar

na een half jaar werken nog niet naar gekeken

heb.

Heb je nog een tip voor mensen die zichzelf

ook niet in een ziekenhuis zien werken?

Ja zeker, denk eerst na wat je niet leuk vindt

aan het beroep. Oriënteer je vervolgens op de

arbeidsmarkt en kijk vooral naar de titel van de

functies. Bedrijven zijn er tegenwoordig heel

goed in om de titel van de functie zo mooi mogelijk

te omschrijven.


29

Altius. | 2020

Physician assistent

cardiologie

Een veelzijdig vak

Ik ben mijn carrière als leerling radiodiagnostisch laborant begonnen in 1982. Dit was destijds

een “in service” opleiding, de MBRT bestond nog niet. Mijn ‘roots’ liggen dus in de radiologie,

maar ben uiteindelijk in de cardiologie terecht ben gekomen.

Van radiologie naar cardiologie

Na het voltooien van de opleiding tot radiodiagnostisch

laborant heb ik de opleiding tot echografist

gevolgd aan de Hoge School te Haarlem.

Ik werd al snel full time echografist, en deed

echografisch onderzoek op gebied van abdomen,

vaten, mammografie, obstetrie, neonatologie

en musculo-skeletal onderzoek. Daarnaast

deed ik nog werk als radiodiagnostisch laborant

in de avond- en weekend diensten. In het ziekenhuis

waar ik werkte waren destijds nog geen

cardiologen. We begonnen als echografisten samen

met een internist in 1989 echocardiografie

onderzoeken te doen. Dit was mijn start in de

cardiologie. De kennis over de cardiologie deed

ik op via vele cursussen en symposia. Ik ging samen

met een kindercardioloog uit Groningen

congenitale echocardiografie onderzoeken verrichten,

en deed later ook TEE’s (Trans Oesophageale

Echocardiografie) samen met de cardiologen

(die ondertussen hun intrede hadden

gedaan in het ziekenhuis). Eind jaren ‘90 werd

me gevraagd of ik werkzaamheden wilde gaan

doen als pacemakertechnicus. Ook in dit vak heb

je met medische techniek te maken. De techniek

wordt hier echter primair niet diagnostisch gebruikt

zoals we in de radiologie en echografie

gewend zijn, maar therapeutisch. Het verbetert

de kwaliteit van leven van patiënten met ritmeof

geleidingsstoornissen van het hart aanzienlijk.

Als pacemakertechnicus ben je dus deels behandelaar,

het welzijn van de patiënt hangt voor een

deel af van het functioneren van de pacemaker.

Verkeerd instellen van de pacemaker kan leiden

tot (ernstige) klachten, en in uiterste gevallen

tot overlijden. Omdat het verantwoordelijk zijn

voor welzijn van de patiënt mij wel aansprak, en

ik daar een grotere rol in wilde spelen, ben ik in

2012 de opleiding tot physician assistant gaan

volgen aan de Hanze Hogeschool. Ik heb de radiologie

toen geheel achter mij gelaten, en ben

volledig in de cardiologie gaan werken. De kennis

op het gebied van anatomie en pathologie

van diverse specialismen die ik in de loop der

jaren heb opgedaan in de radiologie en echografie,

kan ik echter nog steeds goed gebruiken.

Pacemakertechniek

Pacemakers zijn ontwikkeld om een te trage hartslag

te herstellen. De eerste indicatie voor het

implanteren van een pacemaker was een totaal

AV (atrio-ventriculair) blok, waarbij de geleiding

van de prikkel die in de sinusknoop ontstaat, onderbroken

wordt. Er is sprake van een geleidingsstoornis.

We spreken van een ritmestoornis als er

bijvoorbeeld een te traag werkende sinusknoop

is, ofwel een sinusbradycardie. In dat geval zal

pacemaker via de draad in het atrium pacing

pulsjes afgeven, zodat de hartfrequentie weer

sneller wordt.

Meestal worden er twee draden geïmplanteerd,

een in het rechter atrium, en een in de rechter

ventrikel. Dit zorgt er voor dat atrium en ventrikel

goed samen kunnen werken. De draden worden

aangesloten op de pacemaker. Die onder de

huid, net onder het sleutelbeen wordt geplaatst.


30

Hartfalen

Bij hartfalen is er vaak een verminderde pompfunctie

van de linker ventrikel (verminderde ejectiefractie).

De contractie kan in veel gevallen

verbeterd worden met Cardiac Resynchronisatie

Therapie (CRT). Dit is een pacemaker waarbij er

een derde draad in de sinus coronarius wordt geplaatst,

waardoor de linker ventrikel als het ware

tussen deze draad en de draad in de rechter ventrikel

komt te liggen. Door het myocard tegelijk

via beide draden te stimuleren, wordt daarmee

de contractie verbeterd. Het gaat er hierbij dus

niet om een te trage hartslag te herstellen, maar

om de pompfunctie van het hart te verbeteren.

ICD techniek

Een ICD (Implantable Cardiac Defibrillator) is een

apparaat wat niet zoals de pacemaker een te trage

hartslag probeert te herstellen, maar zal bij

levensbedreigende hartritmestoornissen (waarbij

de hartslag juist heel snel is) proberen die

ritmestoornis te stoppen met een shock. Dit is

vergelijkbaar met wat je doet bij het gebruik van

een externe defibrillator bij reanimatie, de ICD

geeft de shock echter via de draad die in het hart

ligt. Mensen met een verminderde pompfunctie

hebben in veel gevallen een verhoogde kans op

levensbedreigende ritmestoornissen. Er wordt

dan een ICD geïmplanteerd voor primaire preventie

(uit voorzorg, de patiënt heeft nog geen

ritmestoornis gehad). Vaak wordt de ICD dan

gecombineerd met een CRT pacemaker (in hetzelfde

apparaat). Ook na een succesvolle reanimatie

wordt meestal een ICD geïmplanteerd. Dit

noemen we dan secundaire preventie, patiënten

hebben dan een levensbedreigende ritmestoornis

gehad voordat ze een ICD krijgen.

Physician assistant

In mijn dagelijkse werk zie ik mensen met hartfalen

op de polikliniek. Ik geef ze voorlichting over

hartfalen, en stel de medicatie in. Doordat de

pompfunctie verminderd is, is de doorbloeding

oedeem in de benen ontstaan, of pulmonaal van

organen ook verminderd, en is de circulatie van

vocht in het lichaam gestoord. Er kan oedeem/

pleuravocht. De patiënt wordt hierdoor kortademig.

Vocht- en zoutbeperking zijn daarom van

groot belang. Ze mogen maar 1,5 liter per dag

drinken, en geen zout aan het eten toevoegen.

Medicatie die ik voorschrijf zijn er op gericht

het hart te ontlasten door de bloeddruk laag te

houden, de vochtbalans te reguleren met diuretica

(plasmedicatie), en de hartfrequentie laag

te houden. Daarnaast is er medicatie die de

pompkracht verbetert. Veel van deze medicijnen

hebben echter ook invloed op de nierfunctie en

elektrolyten balans. We doen dus regelmatig laboratoriumonderzoek

om dit te controleren. Er

kan een te lage bloeddruk en/of te lage hartslag

ontstaan als gevolg van de medicatie, hetgeen

ook klachten kan geven. Daarom moet de dosering

van de medicijnen stapsgewijs verhoogd

worden (optitreren). Ik zie hartfalen patiënten

dus regelmatig terug waarbij de medicatie wordt

opgetitreerd tot een dosering waarbij er geen

bijwerkingen of klachten optreden.

Na optimaal instellen van de medicatie wordt er

bepaald of de pompfunctie verbeterd is met een

echocardiografie of MRI. Indien de ejectiefractie

lager is dan 35% (60% is normaal), komen ze in

aanmerking voor een ICD , al dan niet in combinatie

met een CRT pacemaker. Deze mensen

komen na implantatie ook bij mij op de poli, de

pacemaker of ICD wordt jaarlijks gecontroleerd

op het functioneren, en op de aanwezigheid van

ritmestoornissen. Deze data zijn met een zogenaamde

programmer uit te lezen. De pacemakers-

en ICD’s slaan ook gegevens op over de

hartfrequentie die behaald wordt bij normaal

functioneren. Indien noodzakelijk kan aan de

hand van de diagnostische gegevens de medicatie

aangepast worden en/of instellingen van de

pacemaker/ICD gewijzigd worden.


31

Altius. | 2020

Patiënten met een ICD zijn vaak erg onzeker. Als je een ICD hebt omdat er een verhoogde kans is op

levensbedreigende ritmestoornissen (primaire preventie), weet je niet of iemand ze ook daadwerkelijk

gaat krijgen. Dit maakt mensen onzeker, maar ook als iemand een shock van de ICD heeft gehad

geeft dat veel vragen over hoe het verder zal gaan. Psychische begeleiding is dan ook een deel van

mijn werk.

Als radiodiagnostisch laborant en echografist was ik bezig met onderzoek verrichten bij mensen met

klachten. Mijn werk als physician assistant is een combinatie van onderzoek verrichten (anamnese

afnemen, lichamelijk onderzoek, maar ook controle van de pacemaker/ICD) en behandelen van de

patiënt, met als doel die klachten te verminderen. Ik ben zelfstandig behandelaar, maar samenwerken

is altijd zinvol. Ik heb supervisie van diverse cardiologen, waar ik op terug kan vallen indien

noodzakelijk. Bij de opleiding tot physician assistant word je breed opgeleid in het medisch domein

(interne geneeskunde, dermatologie, orthopedie, enz.), maar als PA werk je specifiek in het specialisme

waarvoor je tijdens de opleiding gekozen hebt. Binnen dat specialisme krijg je taken toebedeeld

afhankelijk van je kennis en belangstelling. Physician assistants kom je dus tegen bij vrijwel alle specialismen,

maar hun bevoegdheden zijn niet gelijk. Het is een boeiend vak, waarbij je deels taken

overneemt van de specialist, en hem ondersteunt.

Rufus Plomp,

PA cardiologie, Isala klinieken, Zwolle



33

Altius. | 2020

FORENSISCHE RADIOLOGIE

Goedendag Lieve lezers,

Mijn naam is Jacob Menzinga, 4e jaars MBRT student.

Mij is gevraagd wat te vertellen over mijn

ervaringen tijdens de minor forensische radiologie

en dat doe ik natuurlijk graag!

Forensische radiologie houdt zich bezig met de

radiologische onderzoeken en procedures die

nodig zijn in gerechtelijke procedures of wetshandhaving.

Dit wil zeggen, het scannen van lichamen

om vast te stellen waaraan de persoon

is overleden. Dit ga je tijdens de minor dan ook

veel doen, het is een zeer praktische minor, dit

komt doordat in het Zwitserse onderwijssysteem

wordt beschouwd als een stage van 10 weken.

Je wordt dus verwacht om elke werkdag in het

CURML aanwezig te zijn, de briefing bij te wonen

en dan aan de slag te gaan met de gevallen van

de dag.

M I N

De minor is een combinatie van de trainingsmodule

Forensische radiologie in Lausanne, Zwitserland

die 10 weken duurt en de minor PET, CT,

MRI waarbij je instroomt zodra je weer terug bent

in Nederland. Tijdens de 10 weken in Zwitserland

vindt het onderwijs plaats in het University Center

Romand Medicine Légale (CURML) waar veel

gebeurt, waaronder: toxicologisch onderzoek,

doping analyses, en natuurlijk de forensische

beeldvorming, waar de forensische radiologie bij

hoort. Klinkt heel spannend allemaal maar wat is

dat nou eigenlijk, forensische radiologie?

Dit begint allemaal bij aankomst van het lichaam,

deze wordt met body-bag en al door de

CT-scanner gehaald. Wel wordt er gecontroleerd

of er geen metalen op het lichaam aanwezig zijn.

Dit vereist een ‘hands-on’ aanpak en toch een

stuk meer tilwerk dan bij de patiënten die wij

normaliter zien als MBB’ers want: een lijk werkt

niet mee. Nadat het lichaam is gescand wordt

deze uitwendig onderzocht. Alle kleding, sieraden

en dergelijke worden ontdaan. Daarna wordt

het lichaam zelf van top tot teen onderzocht, alle

krasjes, blauwe plekken, verwondingen et cetera

worden gerapporteerd. Afhankelijk van de casus

wordt er daarna een autopsie en/of CT-angiografie

uitgevoerd. Omdat een lijk geen hartslag

heeft, hebben ze in het CURML een techniek ontwikkelt

om het contrastmiddel rond te pompen.

Als je geïnteresseerd bent om te zien hoe dit gaat

is er op youtube een instructievideo te vinden als

je zoekt naar “virtangio”.


34

O R

De zwaarste casus voor mij betrof een persoon

Het werken met lijken is natuurlijk iets ongewoons

voor ons. Het kan soms best wel aangrijpend

zijn. Tijdens de minor kom je van alles tegen,

moord, zelfmoord en ongelukken, bij jong

en oud, man en vrouw. Over het algemeen vond

ik het niet erg lastig om hier mee om te gaan. Ik

zag de lichamen waarmee wij werkte niet meer

als personen maar echt als lijken.

van ongeveer mijn leeftijd die verongelukt was.

Na het ongeluk is de persoon naar het ziekenhuis

gebracht en na overlijden direct naar het

CURML. Wat voor mij deze casus erg aangrijpend

maakte is dat het lichaam niet in een body-bag

werd aangeleverd maar in de lakens van het ziekenhuis

met op de brancard nog een knuffeltje

en een roos. Dit maakte het verschrikkelijk duidelijk

dat dit niet zomaar een lijk was maar een

persoon dat nét overleden was. Iemand die gemist

gaat worden.

Gelukkig is het niet alleen maar narigheid. Het

CURML zit in de buurt van de prachtige stad

Lausanne. Hier zal je, als je de minor volgt, dus

waarschijnlijk ook verblijven. De werkdagen houden

meestal redelijk op tijd op dus in de middagen

en avonden kan er heerlijk genoten worden

van het meer van Genève (lokaal Lac Léman genoemd),

waar Lausanne aan ligt. In de weekenden

en vrije dagen kan je bijvoorbeeld een dagje

naar Genève of per boot naar Evian, wat aan de

andere kant van het meer ligt. Verder heeft Zwitserland

ongelofelijk prachtige natuur met hoge

bergen met witte toppen. Hier heb ik zelf ongelofelijk

van genoten en mis ik nog regelmatig nu

ik weer terug ben in natte, vlakke land.

Als je aan het twijfelen bent om zelf een avontuur

in het buitenland aan te gaan heb ik het volgende

te zeggen: doe het! Het is spannend, overweldigend,

soms eenzaam en soms het mooiste

wat je ooit hebt gedaan. En dan na een tijd zal je

weer teruggaan naar Nederland. Zeg je gedag

tegen iedereen die je hebt leren kennen, ga je

mensen missen maar zal je weer blij zijn terug

te zijn in Nederland hoewel je zo nu en dan het

buitenland zal blijven missen.

Jacob Menizinga,

Vierdejaars student MBRT


35 Altius. | 2020

Toen ik in jaar 1 van de studie MBRT hoorde dat ik in het buitenland op stage moest,

werd ik direct enthousiast. Ik wist dat ik ver weg wilde en doordat ik in 2016 een kleine

rondreis heb gemaakt door een deel van Canada wilde ik hier het liefst naartoe. Het

was nog niet gemakkelijk om een stageplek in Canada te vinden. Ik had namelijk geen

contacten in Canada en wist daarom niet waar te beginnen. Eigenlijk had ik de hoop al

een beetje opgegeven toen ik in augustus 2019 tijdens Optimax in gesprek kwam met

Carst. We hadden het over buitenlandse stages en ik benoemde dat ik het liefst naar

Canada zou gaan. Carst gaf aan contact te hebben met iemand van de studie MBRT in

Halifax, de hoofdstad van de provincie Nova Scotia aan de oostkust van Canada. In de

maanden die volgden is er veel contact geweest tussen beide scholen en uiteindelijk

is er in december 2019 een contract tussen beide scholen opgesteld en werd duidelijk

dat ik in februari naar Halifax mocht om daar stage te lopen. Zelf ik snel vliegtickets en

huisvesting moeten regelen, aangezien ik binnen 2 maanden vertrok. In de weken voor

mijn vertrek heb ik een aantal vaccinaties, een dubbele TBC test en bloedtest gekregen.

Na mijn aankomst in Halifax ben ik fantastisch opgevangen door mijn begeleidster

vanuit de universiteit en mij in contact gebracht met medestudenten. Hierdoor had ik

direct een leuke groep vriendinnen. Omdat de stage vanuit de universiteit werd geregeld

in plaats vanuit een ziekenhuis, was de opzet van de stage anders dan ik had

verwacht. De universiteit werkt samen met meerdere ziekenhuizen en ik heb daarom

ook in verschillende ziekenhuizen stage gelopen, iedere week op een andere afdeling.

Ik heb deze afwisseling als erg prettig ervaren omdat ik de kans kreeg om veel verschillende

dingen te zien en leren.

S T A

Helaas moest ik, na ruim 3 weken stage te hebben gelopen, plotseling terug naar Nederland

in verband met het coronavirus. De korte tijd die ik stage heb mogen lopen heb

ik als heel leerzaam en prettig ervaren. Ik mocht al veel werkzaamheden zelf uitvoeren

en de MBB’ers waren erg vriendelijk en behulpzaam. Ik hoop mijn stage op een later

moment te kunnen vervolgen in Halifax. Ondanks het vele regelen heb ik geen moment

spijt gehad van mijn keuze om naar Halifax te gaan en ik zou het iedereen aanraden!

Danielle ten Kroode,

Derdejaars student MBRT


Dumelang, ofwel hallo! Ik liep stage op de radiotherapie

afdeling in Bloemfontein, Zuid-Afrika.

Na een stroef begin tijdens de heenreis met een

aantal annuleringen, wijzigingen en een uiteindelijke

vertraging van 36 uur begint nu echt het

avontuur. Twintig weken stage lopen in het ziekenhuis

en zoveel mogelijk zien van het land. De

patiënten die wij zien zijn vaak erg ziek, hebben

veel pijn en hebben grote (zichtbare) tumoren.

Dit was vaak toch wel even moeilijk, voornamelijk

wanneer de patiënten nog jong zijn. Doordat

het ziekenhuis van de overheid is, hoeven de patiënten

weinig tot niets te betalen voor hun behandeling

en is de voorraad op de afdeling vaak

onvoldoende en kwalitatief slecht. Elke vrijdag

gebeurde er iets bijzonders op de afdeling. De

fysiotherapeuten kwamen naar de wachtkamer

en gaven een ‘dansles’. Iedereen leek op dat moment

erg blij, het leek alsof zij even hun zorgen

en pijn konden vergeten. De meeste patiënten

spreken Zuid-Sotho. Dit zorgt ervoor dat je niet

altijd begrepen wordt. Gelukkig kent iedereen

de standaard woorden en kun je met handen en

voeten redelijk ver komen.

Iets waar je erg aan moet wennen is het verkeer;

je rijdt links, er zijn geen speciale stoplichten voor

links- of rechtsaf, je rijdt hard, iedereen neemt

voorrang, zijn vaak geen gordels in de oude taxi’s

en je moet erg goed uitkijken. Toch heb ik één

keer geprobeerd te fietsen, maar hier bleef het

dan ook bij. Door het COVID-19 virus zijn wij genoodzaakt

onze stage af te breken en terug te

keren naar Nederland, ook dit ging niet zonder

slag of stoot. Ik heb veel geleerd en heb erg genoten

van de korte tijd in Zuid-Afrika. Ik ga zeker

nog een keer terug, misschien niet voor school

maar zeker om te reizen.

36

Ik ben dit jaar op stage in Bloemfontein,

Zuid-Afrika. Elk semester worden er 6 MBRT

studenten geloot en geplaatst en dit jaar was

ik een van de uitverkorenen. Eenmaal aangekomen

in Zuid-Afrika merkte ik dat het een land is

wat erg verschilt met een gemiddeld Europees

land. De mensen zijn hier vaak open, vriendelijk

en behulpzaam. Ze vragen bijvoorbeeld waar je

vandaan komt, wat je in Bloemfontein doet en of

je het naar je zin hebt. Zuid-Afrika heeft ook zo

haar keerzijden. Zo is er nog steeds veel armoede,

op sommige plekken racisme en misdaad. Dit

vond ik aan het begin wel even wennen. Je hebt

de mogelijkheid om vrije dagen op te nemen en

het land te bekijken. Zo kan je bijvoorbeeld op

safari in de vele reservaten, naar het tropische

Durban, de Garden route doen in het zuiden of

naar de Drakensbergen. Dit is een handjevol van

de mogelijkheden. De stage in Universitas is vanaf

het begin al leuk. Ik kreeg bijvoorbeeld in de

eerste week al aardig wat vrijheid. De afdeling is

gezellig, iedereen kan het goed met elkaar vinden.

Op de afdeling staan twee PET/CT’s en het

aantal patiënten verschilt enorm per dag. Het is

een staatsziekenhuis dus zie je mensen van allerlei

culturen. Voor mij maakt dit elke werkdag

interessant omdat ik veel nieuwe dingen leer.

Ondanks dat mijn stage voortijdig is afgebroken

heb ik het erg naar mijn zin gehad en kan ik het

aan iedereen aanraden!

G E S

Jelmer Carsouw,

Vierdejaars student MBRT

Iris Zorgdrager,

Derdejaars student MBRT




Altius.

Studievereniging Exploratio

Petrus Driessenstraat 3

9714 CE Groningen

(050) 595 3587

redactie@sv-exploratio.nl

www.sv-exploratio.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!