Editie 2-2012 - Biobased Economy Magazine

Editie 2-2012 - Biobased Economy Magazine Editie 2-2012 - Biobased Economy Magazine

biobasedeconomymagazine.nl
from biobasedeconomymagazine.nl More from this publisher
20.12.2012 Views

Gelderse papierindustrie omarmt biobased economy Meer dan een eeuw geleden telde Gelderland zo’n honderdtachtig papiermolens. Ook vandaag de dag staat een groot deel van de Nederlandse papierfabrieken in Gelderland. Stuk voor stuk omarmen zij momenteel de biobased economy. Een gesprek met Parenco, Papierfabriek Schut en DS Smith Packaging laat forse ambities zien. De papier- en kartonindustrie maakt al eeuwenlang producten uit biomassa. Wereldwijd is de papierindustrie zodoende de grootste producent van non-food biobased materialen. Ook in Nederland spelen zij een grote rol in de biobased economy. In Gelderland zijn er in samenwerking met de branchevereniging VNP en de provincie diverse initiatieven om dit te stimuleren, van het zoeken naar alternatieve grondstoffen tot het opwaarderen van biobased reststromen. Sleutelfunctie Op de overgang van de maanden juli en augustus werd bekend dat de Gelderse papierfabrikant Parenco overgenomen is door H2 Equity Partners. Norske Skog had de fabriek al geruime tijd in de verkoop staan. Als onderdeel hiervan werd in 2009 een van de twee grote papiermachines stilgelegd. Joris Spaan kreeg destijds de opdracht om nieuwe applicaties voor de stopgezette machine en de overbodige ruimte op de Parenco-site te onderzoeken. ‘Ik raakte hierbij al snel in een gezamenlijk ontwikkeltraject met Oost NV, de provincie Gelderland en de gemeente Renkum en op het spoor van de biobased economy’, blikt Spaan terug. ‘Wij beseften al snel dat wij over een unieke locatie beschikten om de energietransitie en ook bioraffi nage mogelijk te maken’. Veel van onze reststromen die wij gebruiken om duurzame energie te maken, kun je hoger verwaarden via bioraffi nage. Die wetenschap bedeelt ons bedrijf een sleutelfunctie bij het opstarten van de provinciale biobased economy.’ Ondanks dat de plannen voor het verwerven van een spilfunctie in de biobased economy snel gevormd werden, heeft Parenco - behoudens het inzetten van biomassa voor de energietransitie - nog geen grote slagen kunnen maken. ‘Zoals bekend lag de focus van het bedrijf de afgelopen twee jaar op het vinden van een nieuwe eigenaar. Met H2 is die afgelopen zomer gevonden en hopen wij snel aan de slag te kunnen met onze biobased agenda. Twee punten staan hierbij hoog genoteerd. Allereerst willen wij reststromen die onvoldoende verwaard worden, aanwenden voor de industrie. Daarnaast zien wij dat de vraag naar industriële suikers een enorme vlucht neemt. Dit is een kans voor de papierindustrie om haar machines voor deze toepassing aan te gaan wenden.’ Met subsidie van de provincie Gelderland heeft Parenco momenteel de mogelijkheid te onderzoeken hoe de machines in praktijk in te passen zijn in de biobased economy. Spaan: ‘Ik hoop volgend jaar zomer een consortium met kennisinstellingen en industriële bedrijven van de grond te hebben gekregen om bijvoorbeeld industriële suikers te vervaardigen. De biobased economy moet de tweede poot van de papierindustrie worden en ons helpen te overleven.’ Pilot plant Op enkele kilometers van de papierfabriek van Parenco ligt in Heelsum Papierfabriek Schut. De zogenaamde virgin fi ber papierfabriek – verrezen op een oude papiermolen – bestaat als sinds 1618 en nadert haar vierhonderdjarig jubileum. De productiecapaciteit is met drieduizend ton papier per jaar slechts een fractie van die van Parenco, maar toch weten wereldwijde spelers de papierfabriek te vinden. ‘De verklaring?’, vraagt mill manager René Kort. ‘Wij maken high specialty papier en staan internationaal bekend om onze capaciteit om watermerken 6 | Special Gelderland en markering in papier aan te brengen en om de vervaardiging van vergé papier. Zelfs vanuit Ghana komen ze papier halen.’ Het receptenboek van Papierfabriek Schut telt dan ook 1.850 recepten om papier te maken. ‘En de kennis die wij hierdoor hebben over cellulose en katoen is onze link met de biobased economy. Los van het feit dat de papierindustrie natuurlijk al sinds jaar en dag ‘biobased’ is’, stelt Kort. ‘Doordat onze fabriek klein en fl exibel is zijn wij als het ware een pilot plant om alternatieve en biobased grondstoffen voor de vervaardiging van papier te testen. Zo hebben wij een kunstenaarspapier van bagasse vervaardigd, restmateriaal van suikerriet. Bagasse wordt normaliter voor energiedoeleinden aangewend maar krijgt nu een hoogwaardigere toepassing. Het kunstenaarspapier is zo’n succes dat wij de opschaling van de productie met partners onderzoeken. Een ander voorbeeld is een olieverfpapier dat wij vervaardigen van vlas.’ En de mogelijkheden zijn volgens Kort nog lang niet uitgeput. ‘Zo zie ik veel potentie in een product als tomatenloof. Als het lukt om hier papier van te maken kun je er bijvoorbeeld tomaten in verpakken. Het leuke is dat het papier dan ook nog naar tomaat ruikt! En zo zie ik nog veel meer kansen. Ik denk dat wij over vijf jaar tevreden mogen zijn als wij in staat zijn geweest te groeien met alternatieve biobased grondstoffen en hier ook een afzetmarkt voor hebben weten te vinden.’ Afvalwater als energiebron Net als papierfabriek Schut, kijkt ook DS Smith Paper – tot de recente overname door DS Smith nog SCA Packaging de Hoop geheten – in toenemende mate naar de biobased economy. ‘Zoals eerder aangehaald is de papierindustrie natuurlijk al honderden jaren biobased. Bovendien gebruiken wij al sinds de jaren zeventig voor honderd procent oud papier als grondstof’, opent Henk Lingbeek het gesprek, managing director van DS Smith Paper. ‘Een van onze toonaangevende projecten in de biobased economy behelst het beter benutten van onze afvalwaterzuivering. Het industriewater dat wij lozen zit vol met biologisch afbreekbare materialen. Dit water zuiveren wij en wij wenden het proces vervolgens aan om biogas te produceren. Dit biogas - ongeveer vier miljoen kubieke meter - wordt nu met een rendement van vijfendertig procent omgezet in energie door middel van twee gasmotoren. Wij verwachten dit energierendement nog aanzienlijk te kunnen verhogen tot wel honderd procent door dit biogas terug te sturen naar de warmtekrachtcentrale van De Hoop en hier om te zetten in stroom en stoom.’ Maar er is meer. Zo onderzoekt Lingbeek met zijn bedrijf de mogelijkheden om met alternatieve vezelgrondstoffen uit natuurlijke gewassen papier te gaan maken. ‘Wij bekijken een breed scala aan producten, van bieten tot stro, en hopen daar binnen afzienbare tijd resultaten mee te boeken. Dit biedt tegelijkertijd kansen om de restmaterialen die bij dit productieproces overblijven op te werken tot bioplastics. Daarnaast zullen wij ook weer kijken welke stoffen – zoals laagwaardige vetzuren – tijdens de productie in het afvalwater achterblijven en proberen deze te isoleren. Over vijf jaar hebben onze investeringen in de biobased economy zich uitbetaald als er succesvolle voorbeelden zijn waarbij onder meer water niet als afvalstroom gezien wordt, maar als hernieuwbare grondstof.’

René Wijffels (Centre for Biobased Economy) weet het zeker: ‘Bedrijfsleven heeft wél tienduizend biobased specialisten nodig’ ‘In de komende tien jaar heeft de biobased economy tienduizend biobased professionals nodig. Deze professionals dienen in de komende jaren af te studeren aan het hoger of wetenschappelijk onderwijs.’ Het zijn woorden opgetekend uit de mond van René Wijffels, directeur van het Center for Biobased Economy. Onderzoeksrapporten die het tegendeel beweren zitten er volgens Wijffels faliekant naast. Als een van de eersten startte Wageningen UR – waar Wijffels aan verbonden is als hoogleraar – vorig jaar met een marktonderzoek rond het thema biobased professionals. ‘En in dat onderzoek hebben wij zowel de behoefte van studenten als het bedrijfsleven onderzocht. Wij hebben allereerst vastgesteld hoeveel mensen actief zijn op hoger en wetenschappelijk niveau in de drie belangrijkste sectoren die aan de basis staan van de biobased economy: de energie-, chemie- en landbouwsector. Dit aantal hebben wij vervolgens gekoppeld aan de duurzaamheidsdoelstellingen voor het jaar 2020 van de drie sectoren; elke sector wil voor circa dertig procent verduurzamen. Uiteindelijk heeft dit tot een rekensom geleid met als uitkomst de behoefte aan tienduizend biobased professionals.’ Productieschaal Uit het marktonderzoek bleek verder dat op middelbare scholen slechts vijf tot zes procent van de leerlingen de term biobased economy kent. Na uitleg van de term toonde echter dertig tot veertig procent van de leerlingen interesse om in deze richting te gaan studeren. Wijffels: ‘Er is dus een omvangrijk potentieel van leerlingen in de markt aanwezig. Om die reden hebben wij in samenwerking met het ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie besloten een groene kennis- en onderwijsketen voor de biobased economy op te zetten in de vorm van het Centre for Biobased Economy.’ Toch ziet ook Wijffels ze voorbijkomen, onderzoeksrapporten die de behoefte aan biobased professionals naar het rijk der fabelen verwijzen. ‘Zij vergeten echter dat de biobased economy zich als sector nog niet op het niveau van productieschaal bevindt en dat je pas in die fase veel personeel nodig hebt. Des te belangrijker is het dan ook om vroegtijdig met de human capital agenda te beginnen. Een praktisch voorbeeld: Wageningen UR levert jaarlijks zestig tot zeventig biotechnologen af. Deze hebben stuk voor stuk in no time een baan gevonden. Willen wij in 2020 jaarlijks enkele honderden biotechnologen afl everen, dan moeten wij daarom nu al starten met opschalen. Dat kun je niet pas in 2018 doen.’ Vakken Binnen het Centre for Biobased Economy werken Wageningen UR (als zogenaamd Center of Excellence) en de vier agrarische hogescholen in ’s-Hertogenbosch, Dronten, Leeuwarden en Delft (als zogenaamd Center of Expertise) aan een biobased onderwijsagenda. ‘De keuze is daarbij gevallen op het implementeren van nieuwe biobased economy-vakken in op de eerste plaats bestaande en later in nieuwe opleidingen’, stelt Wijffels. ‘Het opzetten van een nieuwe studie duurt namelijk vijf jaar en daar kunnen wij niet op wachten. Het Center for Biobased Economy is het vehikel dat het opleiden van de tienduizend studenten mogelijk maakt. Het orgaan heeft de fi nanciële mogelijkheden om elke agrarische hogeschool twee tot drie jaar fi nancieel te ondersteunen bij het creëren van de benodigde opleidingen.’ Wageningen UR werkt zelf inmiddels aan het creëren van twee nieuwe minoren (gericht op biobased tech- nologie en society) die geïmplementeerd worden in de bestaande opleidingen agrotechnologie, biotechnologie en plantenwetenschappen. ‘Binnen nu en twee jaar zijn die minoren voor al die studies geregeld’, stelt Wijffels. Volgens hem zijn de agrarische hogescholen momenteel uitstekend in staat het tempo van Wageningen UR te volgen. ‘Zo is men per school twee docenten aan het klaarstomen voor het doceren van de vakken. Deze docenten zullen bovendien in samenwerking met een midden- en kleinbedrijf een promotietraject afl eggen. Op die manier krijgen studenten ook de mogelijkheid om op hun eigen school onderzoek in de biobased economy te doen. Verder wordt het biobased economy-studiemateriaal waaruit aan Wageningen UR gedoceerd wordt ook geïmplementeerd bij de hogescholen.’ Wijffels besluit: ‘Aan het eind van dit kalenderjaar hopen wij dat ook de Hogeschool Arnhem Nijmegen – net zoals Avans Hogescholen dit heeft gedaan – aansluit bij het Centre for Biobased Economy.’ Special Gelderland | 7

Gelderse papierindustrie omarmt biobased economy<br />

Meer dan een eeuw geleden telde Gelderland zo’n honderdtachtig papiermolens. Ook vandaag de dag staat een<br />

groot deel van de Nederlandse papierfabrieken in Gelderland. Stuk voor stuk omarmen zij momenteel de biobased<br />

economy. Een gesprek met Parenco, Papierfabriek Schut en DS Smith Packaging laat forse ambities zien.<br />

De papier- en kartonindustrie maakt al eeuwenlang producten uit biomassa.<br />

Wereldwijd is de papierindustrie zodoende de grootste producent van non-food<br />

biobased materialen. Ook in Nederland spelen zij een grote rol in de biobased<br />

economy. In Gelderland zijn er in samenwerking met de branchevereniging VNP<br />

en de provincie diverse initiatieven om dit te stimuleren, van het zoeken naar<br />

alternatieve grondstoffen tot het opwaarderen van biobased reststromen.<br />

Sleutelfunctie<br />

Op de overgang van de maanden juli en augustus werd bekend dat de Gelderse<br />

papierfabrikant Parenco overgenomen is door H2 Equity Partners. Norske Skog<br />

had de fabriek al geruime tijd in de verkoop staan. Als onderdeel hiervan werd<br />

in 2009 een van de twee grote papiermachines stilgelegd. Joris Spaan kreeg<br />

destijds de opdracht om nieuwe applicaties voor de stopgezette machine en de<br />

overbodige ruimte op de Parenco-site te onderzoeken. ‘Ik raakte hierbij al snel<br />

in een gezamenlijk ontwikkeltraject met Oost NV, de provincie Gelderland en<br />

de gemeente Renkum en op het spoor van de biobased economy’, blikt Spaan<br />

terug. ‘Wij beseften al snel dat wij over een unieke locatie beschikten om de<br />

energietransitie en ook bioraffi nage mogelijk te maken’. Veel van onze reststromen<br />

die wij gebruiken om duurzame energie te maken, kun je hoger verwaarden<br />

via bioraffi nage. Die wetenschap bedeelt ons bedrijf een sleutelfunctie bij het<br />

opstarten van de provinciale biobased economy.’ Ondanks dat de plannen voor<br />

het verwerven van een spilfunctie in de biobased economy snel gevormd werden,<br />

heeft Parenco - behoudens het inzetten van biomassa voor de energietransitie -<br />

nog geen grote slagen kunnen maken. ‘Zoals bekend lag de focus van het bedrijf<br />

de afgelopen twee jaar op het vinden van een nieuwe eigenaar. Met H2 is die<br />

afgelopen zomer gevonden en hopen wij snel aan de slag te kunnen met onze<br />

biobased agenda. Twee punten staan hierbij hoog genoteerd. Allereerst willen wij<br />

reststromen die onvoldoende verwaard worden, aanwenden voor de industrie.<br />

Daarnaast zien wij dat de vraag naar industriële suikers een enorme vlucht neemt.<br />

Dit is een kans voor de papierindustrie om haar machines voor deze toepassing<br />

aan te gaan wenden.’ Met subsidie van de provincie Gelderland heeft Parenco momenteel<br />

de mogelijkheid te onderzoeken hoe de machines in praktijk in te passen<br />

zijn in de biobased economy. Spaan: ‘Ik hoop volgend jaar zomer een consortium<br />

met kennisinstellingen en industriële bedrijven van de grond te hebben gekregen<br />

om bijvoorbeeld industriële suikers te vervaardigen. De biobased economy moet de<br />

tweede poot van de papierindustrie worden en ons helpen te overleven.’<br />

Pilot plant<br />

Op enkele kilometers van de papierfabriek van Parenco ligt in Heelsum Papierfabriek<br />

Schut. De zogenaamde virgin fi ber papierfabriek – verrezen op een oude<br />

papiermolen – bestaat als sinds 1618 en nadert haar vierhonderdjarig jubileum.<br />

De productiecapaciteit is met drieduizend ton papier per jaar slechts een fractie<br />

van die van Parenco, maar toch weten wereldwijde spelers de papierfabriek te<br />

vinden. ‘De verklaring?’, vraagt mill manager René Kort. ‘Wij maken high specialty<br />

papier en staan internationaal bekend om onze capaciteit om watermerken<br />

6 | Special Gelderland<br />

en markering in papier aan te brengen en om de vervaardiging van vergé papier.<br />

Zelfs vanuit Ghana komen ze papier halen.’ Het receptenboek van Papierfabriek<br />

Schut telt dan ook 1.850 recepten om papier te maken. ‘En de kennis<br />

die wij hierdoor hebben over cellulose en katoen is onze link met de biobased<br />

economy. Los van het feit dat de papierindustrie natuurlijk al sinds jaar en dag<br />

‘biobased’ is’, stelt Kort. ‘Doordat onze fabriek klein en fl exibel is zijn wij als het<br />

ware een pilot plant om alternatieve en biobased grondstoffen voor de vervaardiging<br />

van papier te testen. Zo hebben wij een kunstenaarspapier van bagasse<br />

vervaardigd, restmateriaal van suikerriet. Bagasse wordt normaliter voor<br />

energiedoeleinden aangewend maar krijgt nu een hoogwaardigere toepassing.<br />

Het kunstenaarspapier is zo’n succes dat wij de opschaling van de productie<br />

met partners onderzoeken. Een ander voorbeeld is een olieverfpapier dat wij<br />

vervaardigen van vlas.’ En de mogelijkheden zijn volgens Kort nog lang niet<br />

uitgeput. ‘Zo zie ik veel potentie in een product als tomatenloof. Als het lukt<br />

om hier papier van te maken kun je er bijvoorbeeld tomaten in verpakken. Het<br />

leuke is dat het papier dan ook nog naar tomaat ruikt! En zo zie ik nog veel<br />

meer kansen. Ik denk dat wij over vijf jaar tevreden mogen zijn als wij in staat<br />

zijn geweest te groeien met alternatieve biobased grondstoffen en hier ook een<br />

afzetmarkt voor hebben weten te vinden.’<br />

Afvalwater als energiebron<br />

Net als papierfabriek Schut, kijkt ook DS Smith Paper – tot de recente overname<br />

door DS Smith nog SCA Packaging de Hoop geheten – in toenemende mate naar<br />

de biobased economy. ‘Zoals eerder aangehaald is de papierindustrie natuurlijk<br />

al honderden jaren biobased. Bovendien gebruiken wij al sinds de jaren zeventig<br />

voor honderd procent oud papier als grondstof’, opent Henk Lingbeek het<br />

gesprek, managing director van DS Smith Paper. ‘Een van onze toonaangevende<br />

projecten in de biobased economy behelst het beter benutten van onze afvalwaterzuivering.<br />

Het industriewater dat wij lozen zit vol met biologisch afbreekbare<br />

materialen. Dit water zuiveren wij en wij wenden het proces vervolgens aan om<br />

biogas te produceren. Dit biogas - ongeveer vier miljoen kubieke meter - wordt<br />

nu met een rendement van vijfendertig procent omgezet in energie door middel<br />

van twee gasmotoren. Wij verwachten dit energierendement nog aanzienlijk te<br />

kunnen verhogen tot wel honderd procent door dit biogas terug te sturen naar<br />

de warmtekrachtcentrale van De Hoop en hier om te zetten in stroom en stoom.’<br />

Maar er is meer. Zo onderzoekt Lingbeek met zijn bedrijf de mogelijkheden om<br />

met alternatieve vezelgrondstoffen uit natuurlijke gewassen papier te gaan maken.<br />

‘Wij bekijken een breed scala aan producten, van bieten tot stro, en hopen<br />

daar binnen afzienbare tijd resultaten mee te boeken. Dit biedt tegelijkertijd<br />

kansen om de restmaterialen die bij dit productieproces overblijven op te werken<br />

tot bioplastics. Daarnaast zullen wij ook weer kijken welke stoffen – zoals<br />

laagwaardige vetzuren – tijdens de productie in het afvalwater achterblijven en<br />

proberen deze te isoleren. Over vijf jaar hebben onze investeringen in de biobased<br />

economy zich uitbetaald als er succesvolle voorbeelden zijn waarbij onder<br />

meer water niet als afvalstroom gezien wordt, maar als hernieuwbare grondstof.’

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!