Editie 2-2012 - Biobased Economy Magazine
Editie 2-2012 - Biobased Economy Magazine
Editie 2-2012 - Biobased Economy Magazine
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
SEPT <strong>2012</strong> • BIOBASED ECONOMY MAGAZINE • EDITIE 2-<strong>2012</strong><br />
Start Bioeconomy Innovation<br />
Cluster Oost-Nederland<br />
Special over biobased economy in Provincie Gelderland<br />
‘Wij willen met iedereen die wil<br />
participeren het gesprek aangaan’<br />
Directie TKI <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> geeft duidelijkheid<br />
Project Agrobiopolymeren<br />
verbindt Nederland met Duitsland<br />
Noord-Nederland maakt zich op voor driedaagse van Emmen<br />
<strong>Biobased</strong> Business Brainport:<br />
Agro & Food meets Technology<br />
Oost-Brabant aan de slag met biobased economy
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•
INHOUDSOPGAVE<br />
Directie TKI <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> (TKI-BBE) geeft helderheid 10<br />
Column Annita Westenbroek - De haalbaarheid van de biobased economy 13<br />
Bos- en houtsector acteert al jaren succesvol in biobased economy 15<br />
2Dingen - Huub de Groot en Fokko Pentinga spreken zich uit 16<br />
De Start-up - TopAlg 18<br />
Special <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> in Gelderland S1<br />
Bioeconomy Innovation Cluster Oost-Nederland van start S4<br />
Gelderse papierindustrie omarmt biobased economy S5<br />
‘Bedrijfsleven heeft wél tienduizend biobased specialisten nodig’ S7<br />
Regio Achterhoek geeft Biogas Infrastructuur Oost-Nederland vorm S10<br />
Achterhoek aan de slag met eendenkroos, mest en biogas S11<br />
Roos (Bioprocess Pilot Facility) ontmoet Soetaert (Bio Base Europe Pilot Plant) 19<br />
‘Mestverwaarding kan tot meest intensieve groene economie leiden’ 22<br />
Column Alain Dirven - Terug naar de basis van biobased succes 24<br />
Project Agrobiopolymeren verbindt Nederland met Duitsland 25<br />
TNO van start op Green Chemistry Campus: 31<br />
<strong>Biobased</strong> Business Brainport van start: Agro & Food meets Technology 32<br />
Activiteitenkalender 33<br />
In de schijnwerpers<br />
Sinds het uitkomen van de eerste editie van <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />
in de eerste week van mei, is er ontzettend veel gebeurd in de wereld<br />
van de biobased economy. Zo werd de TKI <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> officieel<br />
opgericht met Kees de Gooijer als directeur en werden de Bioprocess Pilot<br />
Facility en het Bio Base Europe Training Center officieel geopend. Verder<br />
sloot de in Nederland demissionaire minister Verhagen twaalf nieuwe<br />
Green Deals die betrekking hebben op de biobased economy, werd Jeroen<br />
van der Veer aangesteld als boegbeeld van de <strong>Biobased</strong> Delta en werkt<br />
de provincie Gelderland aan het Bioeconomy Innovation Cluster Oost-<br />
Nederland. Kortom, de biobased economy staat zowel in Nederland als in<br />
Vlaanderen volop in de schijnwerpers.<br />
Eens te meer toonden de afgelopen maanden dan ook de potentie aan<br />
die de biobased economy aan beide kanten van de grens heeft. Als uitgever<br />
werden wij na onze eerste uitgave overstelpt met vragen en verzoeken<br />
vanuit de politiek voor informatie over de biobased economy, vanuit het<br />
bedrijfsleven voor interviews en vroegen vele honderden (!) mensen via<br />
onze website een abonnement aan. Maar zoals altijd bij een tijdschrift,<br />
bestaan er ook verbeterpunten. Zo willen wij de verschillende regio’s in<br />
Nederland en Vlaanderen nog beter met elkaar verbinden. Als eerste wapenfeit<br />
treft u daarom in het hart van dit magazine een special aan over<br />
de biobased economy in de provincie Gelderland. Door in de komende<br />
edities de verschillende regionale initiatieven zoals die in Gelderland<br />
uitgebreid in beeld te brengen, willen wij een bijdrage leveren aan het<br />
voorkomen van het tweemaal uitvinden van het spreekwoordelijke wiel.<br />
Innovatie dient immers uniek te zijn!<br />
Met innovatie is direct een magisch woord genoemd. Het staat voor<br />
vernieuwing, beweging, kansen, vooruitgang. Maar, innovatie betekent<br />
ook geduld hebben, kansen afwachten en omgaan met weerstand en<br />
tegenslag. Dat is moeilijk, maar ook razend interessant. De redactie<br />
van <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> sluit zich dan ook aan bij de oproep<br />
van de directie van de TKI <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> aan het nieuwe kabinet:<br />
wees geduldig en kies voor een langetermijnvisie gericht op krachtige<br />
innovatie in de biobased economy!<br />
Edwin van Gastel | Uitgever en hoofdredacteur<br />
<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 3
Ondertussen bij<br />
Van Harten volgt Willems op als<br />
boegbeeld Topsector Chemie<br />
Gerard van Harten is op 1 september <strong>2012</strong> gestart als boegbeeld<br />
van de Topsector Chemie en als voorzitter van de Regiegroep<br />
Chemie. Van Harten, opvolger van Rein Willems, is momenteel<br />
voorzitter van de raad van bestuur van Dow Benelux en gaat dit<br />
jaar met pensioen. Sinds 2009 zet hij zich al in voor de Regiegroep<br />
Chemie.<br />
<strong>Biobased</strong> mogelijkheden MIA\Vamil vaak onbenut<br />
De MIA\Vamil-regeling biedt<br />
ondernemers volop mogelijkheden<br />
ter ondersteuning van biobased projecten.<br />
In de praktijk weten bedrijven<br />
de regelingen echter nog nauwelijks<br />
Op de cover<br />
ECN sloot afgelopen zomer een<br />
licentieovereenkomst met het<br />
Indiase bedrijf Thermax om<br />
MILENA biomassa-vergassingsinstallaties<br />
te bouwen en te<br />
verkopen. Thermax is een van<br />
de grootste Indiase bedrijven<br />
dat technologie levert aan de<br />
elektriciteitssector. ECN werkt<br />
bij de export samen met het<br />
Nederlandse bedrijf Royal<br />
Dahlman, dat onder ander<br />
fi lters en gasreinigingsinstallaties<br />
verkoopt.<br />
4 | <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />
te vinden. De MIA (Milieu Investeringsaftrek)<br />
en Vamil (willekeurige<br />
afschrijving milieu-investeringen) zijn<br />
twee fi scale stimuleringsregelingen<br />
die zich richten op marktintroductie<br />
SEPT <strong>2012</strong> • BIOBASED ECONOMY MAGAZINE • EDITIE 2-<strong>2012</strong><br />
Start Bioeconomy Innovation<br />
Cluster Oost-Nederland<br />
Special over biobased economy in Provincie Gelderland<br />
ʻWij willen met iedereen die wil<br />
participeren het gesprek aangaanʼ<br />
Directie TKI <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> geeft duidelijkheid<br />
Project Agrobiopolymeren<br />
verbindt Nederland met Duitsland<br />
Noord-Nederland maakt zich op voor driedaagse van Emmen<br />
<strong>Biobased</strong> Business Brainport:<br />
Agro & Food meets Technology<br />
Oost-Brabant aan de slag met biobased economy<br />
Commissie Corbey publiceert nota<br />
‘Sturen op minder CO2’<br />
De Commissie Corbey heeft de notitie<br />
‘Sturen op minder CO2’ opgesteld<br />
om inzicht te geven in de effectiviteit<br />
van bestaande instrumenten<br />
voor de reductie van CO2. Er zijn<br />
momenteel verscheidene Europese<br />
richtlijnen en nationale maatregelen<br />
en instrumenten die tot doel hebben<br />
broeikasgasemissies te reduceren.<br />
Deze instrumenten bewandelen<br />
verschillende wegen om dat doel te<br />
bereiken. Bovendien gaan de instrumenten<br />
op een verschillende manier<br />
om met de berekening van CO2effi<br />
ciëntie. Hierdoor is het lastig om<br />
de precieze werking en overlap van<br />
Download het rapport van de Commissie Corbey via het tabblad<br />
Downloads (Achtergrond) op www.biobasedeconomymagazine.nl<br />
en marktverbreding. De regelingen<br />
bieden daarmee de mogelijkheid voor<br />
met name midden- en kleinbedrijven<br />
om daadwerkelijk te investeren in<br />
technologie na de ontwikkelingsfase.<br />
Legenda <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />
Bij de verschillende artikelen in dit magazine treft u rechtsboven op de pagina<br />
één of meerdere sectoraanduidingen aan. Deze fi guren symboliseren<br />
de volgende setoren die betrokken zijn bij de biobased economy:<br />
Agro & Food<br />
Chemie<br />
Logistiek<br />
de sturingsmechanismen te overzien.<br />
Bovendien bestaan er zorgen over de<br />
duurzaamheid van biobrandstoffen.<br />
Deze zorgen vonden weerklank in de<br />
Tweede Kamer, wat heeft geleid tot<br />
een aantal aangenomen moties en<br />
beleidsaanpassingen. De notitie van<br />
de Commissie Corbey geeft inzicht in<br />
de effectiviteit van de verschillende<br />
instrumenten voor de reductie van<br />
CO2. Bovendien heeft de commissie<br />
een punt op de horizon willen<br />
schetsen: welke sturingsmechanismen<br />
gericht op bio-energie kunnen<br />
broeikasgassen verminderen en<br />
tegen welke kosten?<br />
Zo kunnen ondernemers met steun<br />
van MIA\Vamil investeren in bioraffi<br />
nage, biochemie, mestverwerking<br />
en teelt en verwerking van natuurlijke<br />
vezels, algen, wieren en kroos.<br />
Farma<br />
Energie<br />
Europa
Tien miljoen euro voor <strong>Biobased</strong> Brabant Fonds Avans treedt toe tot Center for <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong><br />
De provincie Noord-Brabant heeft<br />
tien miljoen euro toegekend<br />
aan de Brabantse Ontwikkelings<br />
Maatschappij (BOM) voor het<br />
<strong>Biobased</strong> Brabant Fonds. Bert Paul<br />
(gedeputeerde Economische Zaken<br />
en Bestuur) en Jan Pelle (directeur<br />
BOM) tekenden half september een<br />
overeenkomst voor de start van<br />
het investeringsfonds. Doel van het<br />
fonds is om het vestigingsklimaat<br />
voor nieuwe bedrijvigheid en kenniswerkers<br />
op het gebied van de<br />
groene chemie te bevorderen. Het<br />
fonds richt zich op startende, snelgroeiende<br />
bedrijven en kennisintensieve<br />
bedrijven. <strong>Biobased</strong> economy<br />
is - naast solar, elektrisch rijden en<br />
slimme netwerken - één van de drie<br />
speerpunten uit de provinciale energieagenda<br />
waar vanuit de eerste<br />
trance middelen voor zijn gereser-<br />
Waterschap tekent intentie-<br />
1 verklaring voor biobased Brabant<br />
De Brabantse Waterschappen en vertegenwoordigers<br />
van elf Brabantse bedrijven<br />
hebben de ‘Intentieverklaring Brabantse<br />
Bedrijven en Waterschappen werken samen<br />
aan innovatie voor een <strong>Biobased</strong> Brabant’<br />
ondertekend. Nog eens vier bedrijven hebben<br />
aangegeven deel te willen nemen en de<br />
verklaring later te ondertekenen.<br />
Starbucks gaat koffiedik<br />
2 verwerken tot bioplastics<br />
Starbucks boekt progressie in haar strijd<br />
tegen de 1,3 miljoen ton voedselafval die<br />
het bedrijf in haar winkels ‘vervaardigt’.<br />
De nieuwste oplossing? Verwerk de eigen<br />
koffiedik en etensresten tot bioplastics.<br />
Wetenschappers zullen de mogelijkheid van<br />
bioraffinage onderzoeken om de reststoffen<br />
veerd via de investeringsagenda. De<br />
BOM verstrekt het geld in de vorm<br />
van risicokapitaal aan startende<br />
en snelgroeiende bedrijven op<br />
het gebied van groene chemie in<br />
Brabant. Pelle: ‘Buiten risicokapitaal<br />
worden de bedrijven door de BOM<br />
gesteund met marktkennis, een<br />
uitgebreid netwerk en ervaring. Het<br />
fonds heeft een duidelijke aanjaagfunctie<br />
en moet uiteindelijk leiden<br />
tot grootschalige investeringen<br />
van derden. Dit kan leiden tot een<br />
versteviging van het klimaat voor<br />
vestiging van nieuwe bedrijven en<br />
kenniswerkers op het gebied van<br />
groene chemie. De focus van het<br />
fonds ligt op de gebieden waar de<br />
meeste waarde wordt toegevoegd,<br />
namelijk chemicals, coatings,<br />
performance materials, food & feed<br />
en pharma.’<br />
Meest geklikt in onze nieuwsbrief<br />
van Starbucks om te zetten in huishoudelijke<br />
producten zoals wasmiddel.<br />
Agro-food industrie en akkerbouw<br />
3 samen in terugwinning mineralen<br />
‘De ideale situatie? Dat we losse stromen<br />
krijgen voor stikstof, kalium en fosfaat, met<br />
daarnaast een ‘schone’ stroom organische<br />
stof.’ BioNPK heet het project van het Dutch<br />
Biorefinery Cluster dat technologische concepten<br />
ontwikkelt om mineralen te winnen uit<br />
reststromen van de agro-food industrie.<br />
Delta wil één miljard subsidie<br />
4 voor realisatie biomassacentrale<br />
Energiemaatschappij Delta wil de kolencentrale<br />
in Vlissingen-Oost ombouwen naar een<br />
biomassacentrale. Het bedrijf wil echter wel<br />
een subsidie van maar liefst één miljard euro<br />
van de Rijksoverheid. Het een en ander heeft<br />
Avans is, als eerste brede hogeschool, toegetreden tot het Center<br />
for <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> (CBBE) van Wageningen UR en de vier<br />
HAS’sen. Daarmee is de link tussen het chemische (sommigen<br />
hebben het over ‘grijs’) en het groene onderwijs gelegd en is het<br />
gemakkelijker om projecten op te pakken op het snijvlak van<br />
chemie en agro. Voor Avans is het een prima mogelijkheid om de<br />
kennis van de groene sector ook beschikbaar te maken voor de<br />
studenten van de opleidingen bij Avans Hogeschool en natuurlijk<br />
is dat ook omgekeerd de bedoeling.<br />
Attero verdrievoudigt productie met<br />
Biogas Plant of the Future<br />
Afvalverwerker Attero gaat de<br />
komende jaren in Wijster de productie<br />
van biogas verdriedubbelen.<br />
Momenteel wordt er jaarlijks zo’n<br />
vier miljoen kubieke meter biogas<br />
geproduceerd uit de oude vuilstort,<br />
daar komt tien miljoen kubieke<br />
meter gas bij. Attero werkt aan een<br />
nieuwe gasfabriek – Biogas Plant<br />
of the Future getiteld – waarin<br />
het biogas wordt opgewaardeerd<br />
tot aardgaskwaliteit. Die nieuwe<br />
gasfabriek krijgt overigens een<br />
wervende werknaam.<br />
President-Commissaris Daan van Doorn verklaard<br />
tijdens de aandeelhoudersvergadering.<br />
Green Deal voor<br />
5 <strong>Biobased</strong> Innovations<br />
NV REWIN West-Brabant heeft voor <strong>Biobased</strong><br />
Innovations een Green Deal gesloten met de<br />
Rijksoverheid. Het doel is het opzetten van diverse<br />
vraaggestuurde R&D-werkprogramma’s,<br />
die aansluiten bij de bestaande toplocaties:<br />
Green Chemistry Campus, Nieuw Prinsenland<br />
en Moerdijk. De hiermee opgedane kennis en<br />
kunde worden benut bij de ontwikkeling van<br />
interdisciplinair onderwijs voor de transitie<br />
naar de biobased economy.<br />
Via het tabblad ‘Abonneren’ op<br />
www.biobasedeconomymagazine.nl kunt<br />
u zich inschrijven als ontvanger van onze<br />
tweewekelijkse digitale nieuwsbrief.<br />
<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 5
Biof litsen<br />
AOC Friesland heeft een nieuwe naam: Nordwin<br />
College. Een nieuwe koers en profilering zijn de<br />
aanleiding voor de naamswijziging. Nordwin College<br />
stuurt aan op duurzaamheid en vergroening<br />
en wil mensen inspireren en leren om met passie en<br />
vakmanschap te werken aan een duurzame wereld.<br />
De Waalwijkse tapijtfabrikant Desso en de<br />
Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO)<br />
onderzoeken samen de haalbaarheid van de<br />
bouw van een vergistingsinstallatie voor de<br />
levering van biogas aan de Desso-fabriek.<br />
Yparex heeft aangekondigd als eerste leverancier<br />
van extrudeerbare hechtmiddelen (zogenaamde<br />
tie resins) voor de verpakkingsindustrie<br />
een biogebaseerd hechtmiddel voor meerlaagse<br />
verpakkingen te hebben ontwikkeld.<br />
Om een lokale energie-infrastructuur op te<br />
zetten heeft Warmtenet Hengelo één miljoen<br />
euro subsidie gekregen van de Europese<br />
Commissie. Warmtenet Hengelo heeft de<br />
subsidie gekregen voor het BOWEN-project<br />
dat gebruikmaakt van bio-energie.<br />
Stedin is gestart met de proef Smart Green Gas<br />
Grid in de omgeving van Bunschoten-Spakenburg.<br />
Groen Gas Nederland meldt dat Stedin extra<br />
invoedingsruimte ten behoeve van groen gas wil<br />
creëren in het reguliere gasnet via het smart grid.<br />
Essent heeft een geslaagde brandstoftest in haar<br />
biomassacentrale in Cuijk uitgevoerd. De eerste<br />
test met nieuwe groene brandstoffen voerde<br />
het energiebedrijf eerder dit jaar uit. Naar nu<br />
blijkt uit onderzoek zijn bermgras, papierslib<br />
en snoeihout geschikt voor het opwekken van<br />
duurzame elektriciteit.<br />
DLV en Arcadis melden in een gezamenlijke verklaring<br />
dat de Dairy Campus in Leeuwarden eind<br />
2014 opgeleverd zal worden. De twee partijen<br />
tekenden samen voor het ontwerp van de campus<br />
en begeleiden bovendien de realisatie ervan.<br />
Op de Dairy Campus concentreert Wageningen<br />
UR haar melkveeproefbedrijven.<br />
Energy Business School, Energy Delta Institute<br />
(EDI) en Stichting Groen Gas Nederland (GGNL)<br />
hebben een samenwerkingsovereenkomst<br />
gesloten waarmee wordt ingezet op een nauwe<br />
samenwerking op het gebied van groen gas. De<br />
partijen zullen zich samen in gaan zetten op het<br />
ontsluiten van informatie rondom groen gas;<br />
6 | <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />
onder andere via internet, door het organiseren<br />
van seminars en events en door het samenstellen<br />
van onderwijsmateriaal.<br />
Jus de Pommes is in de afgelopen decennia uitgegroeid<br />
tot een kwaliteitsmerk, dat bestaat uit een<br />
breed assortiment vruchtensappen. Jus de Pommes<br />
onderscheidt zich door het natuurlijke karakter en<br />
de lange houdbaarheid van een jaar zonder enige<br />
toevoeging van geur- kleur of smaakstoffen Momenteel<br />
is het bedrijf op zoek naar een biobased<br />
alternatief voor haar glazen flessen.<br />
Ingenieursbureau Witteveen+Bos en het Rotterdamse<br />
bureau Pantanova hebben een samenwerkingsovereenkomst<br />
gesloten om onderzoek te<br />
doen naar het telen van vezelhennep of olifantsgras<br />
op braakliggend terrein. De teelt van industriegewassen<br />
kan hierin verandering brengen.<br />
De gemeente Westland, deelgemeente Hoek van<br />
Holland, Van Vliet Recycling, afval- en energienutsbedrijf<br />
HVC, afvalinzamelaar Avalex, telersvereniging<br />
FresQ en het Hoogheemraadschap<br />
van Delfland hebben een intentieverklaring<br />
om een onderzoek te doen naar de bouw van<br />
een vergistingsinstallatie in de regio Westland.<br />
Hiermee komt de realisatie van een BioBased<br />
Valorisatie Park een stap dichterbij.<br />
Cargill heeft gisteren in Bergen op Zoom een<br />
bio-ethanol fabriek in gebruik genomen. Cargill<br />
is producent van zetmeel en glucose voor de voedings-,<br />
diervoerder-, farmaceutische en papierindustrie.<br />
De bio-ethanol die Cargill gaat produceren<br />
is bedoeld om bij te mengen in benzine.<br />
Agentschap NL meldt dat de meeste methoden<br />
voor het opwekken van hernieuwbare energie<br />
uit biomassa in 2011 opnieuw enkele procenten<br />
gegroeid zijn. Afvalverbranding en de productie<br />
van biogas groeiden bovengemiddeld.<br />
Het Kluyver Centre (TU Delft) heeft samen met<br />
Deltares de educatieve online game <strong>Biobased</strong><br />
<strong>Economy</strong> ‘Green Island’ gelanceerd. Het idee voor<br />
de game voor vmbo-scholieren kwam van Patricia<br />
Osseweijer in samenwerking met Herman van<br />
Wechem, voorzitter van BE-Basic.<br />
CSM heeft besloten tot een opsplitsing van het<br />
bedrijf. De Noord-Amerikaanse en de Europese<br />
bakkerij-activiteiten worden verkocht en met<br />
het vrijgemaakte kapitaal investeert CSM in<br />
biobased ingrediënten. CSM gaat zich daarbij<br />
richten op de combinatie Purac, het onderdeel<br />
voor de productie van melkzuur, en Caravan Ingredients<br />
dat speciale ingrediënten produceert.<br />
In nauwe coöperatie werken NV Economische<br />
Impuls Zeeland en Zeeland Seaports op dit<br />
moment hard aan de opzet van een marktplaats<br />
voor biomassa. De virtuele marktplaats zal naar<br />
verwachting vanaf eind <strong>2012</strong> worden ingezet als<br />
hulpmiddel om vraag en aanbod van biomassastromen<br />
met elkaar te verbinden.<br />
De VNCI heeft gemeld dat verffabrikanten en<br />
hun grondstofleveranciers een branche-innovatiecontract<br />
hebben gesloten met kennisorganisatie<br />
TNO. Dit moet leiden tot meer kennis in<br />
de keten over coatings op basis van biologische<br />
grondstoffen. De verfindustrie streeft ernaar<br />
dat in 2030 in Nederland de helft van alle<br />
coatings op biomateriaal is gebaseerd.<br />
Wageningen UR Food & <strong>Biobased</strong> Research, coördinator<br />
van het EU-PEARLS project, heeft een extractieproces<br />
ontwikkeld om rubber uit de wortelen<br />
van Russische paardenbloemen (Taraxacum koksghyz)<br />
te extraheren. Analyses van het verkregen<br />
rubber toonden aan, dat het natuurrubber uit deze<br />
bloem een goede kwaliteit heeft. Apollo Vredestein<br />
heeft de eerste banden met het natuurrubber uit<br />
Europa geproduceerd. In de komende maanden<br />
ondergaan de banden diverse testen.<br />
Met de toekenning van subsidie uit de IPCregeling<br />
is het innovatieproject BioEnable<br />
officieel gestart. Twaalf kleine en middelgrote<br />
hoogtechnologische midden- en kleinbedrijven<br />
- gespecialiseerd in biomassa en<br />
bioraffinage - nemen deel aan het project.<br />
De netwerken <strong>Biobased</strong> Business Accelerator<br />
(BbBA) en het Institute for Sustainable<br />
Process Technology (ISPT) zijn penvoerders en<br />
initiatiefnemers van BioEnable.<br />
BASF, Cargill en Novozymes hebben een<br />
overeenkomst ondertekend om gezamenlijk<br />
technologieën te ontwikkelen voor de productie<br />
van biobased acrylzuur uit hernieuwbare<br />
ruwe grondstoffen.<br />
De Amsterdamse haven verwacht in <strong>2012</strong> de<br />
overslag licht te laten groeien in het energiesegment<br />
door een toenemende vraag naar<br />
biobrandstoffen en biomassa. De overslag in de<br />
Amsterdamse haven steeg in 2011 nog naar<br />
74,8 miljoen ton.
API Institute en Pezy ontwikkelen<br />
biologisch afbreekbare ballonlinten<br />
API Institute (Emmen) en Pezy (Groningen)<br />
hebben in een innovatietraject<br />
volledig biologisch afbreekbare<br />
ballonlinten en sluiters ontwikkeld.<br />
De eerste prototypes zijn recent met<br />
succes vervaardigd. Deze degraderen<br />
in enkele maanden, afhankelijk van<br />
de omgeving waar ze terechtkomen.<br />
Volgens de twee organisaties is het<br />
een grote verbetering ten opzichte<br />
van de huidige materialen die tientallen<br />
jaren in de natuur aanwezig blijven.<br />
Op dit moment wordt gewerkt<br />
aan het verder verbeteren van het<br />
materiaal, zodat de degradatie in de<br />
natuur nog sneller verloopt.<br />
Wageningen UR organiseert Biorefinery<br />
for Food, Fuel and Materials 2013<br />
Van 7 tot 10 april 2013 organiseert Wageningen UR het internationale<br />
event Biorefinery for Food, Fuel and Materials (BFF).<br />
BFF2013 zal technologische innovaties adresseren, de implementatie<br />
in de productieketen bespreken en ruimte bieden<br />
aan het publieke debat over de duurzame ontwikkeling van de<br />
biobased economy. Er zal bijzondere aandacht zijn voor de synergie<br />
tussen food en non-food applicaties. In het symposium<br />
wordt de gehele bioraffinage-keten belicht, van biomassateelt<br />
tot de verwerking in nieuwe producten en de uiteindelijke<br />
recycling van reststromen. Het evenement verbindt ook stakeholders<br />
uit alle sectoren die betrokken zijn bij de biobased economy,<br />
van agro en food tot chemie en energie. Tot 1 november<br />
hebben geïnteresseerden de tijd om zich te melden voor het<br />
geven van een presentatie. Kaarten voor het evenement kunnen<br />
tot 1 maart met een vroegboekkorting besteld worden.<br />
BFF2013 zal onderzoekers, industriële vertegenwoordigers en<br />
eindgebruikers vanuit de gehele wereld aantrekken. Niet alleen<br />
uit Europa, maar ook uit Azië, Amerika en Afrika.<br />
Limburg ondertekent intentieverklaring<br />
voor biobased economy<br />
Op initiatief van de Limburgse<br />
ontwikkelingsmaatschappij<br />
LIOF hebben Greenport Venlo,<br />
Chemelot, Universiteit Maastricht<br />
en de Provincie Limburg vandaag<br />
tijdens het <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong><br />
Event Limburg op de Floriade een<br />
intentieverklaring getekend om<br />
nauw te gaan samenwerken aan<br />
een biobased economy. Het uiteindelijke<br />
doel is meer bedrijvigheid,<br />
een toename van het aantal banen<br />
en het behoud van aanwezige kennis<br />
in de gehele provincie, kortom<br />
streven naar een sterke Limburgse<br />
biobased economie.<br />
Jeroen van der Veer ambassadeur <strong>Biobased</strong> Delta<br />
Jeroen van der Veer is aangesteld als ambassadeur van de<br />
<strong>Biobased</strong> Delta. Van der Veer is een van de sprekers op het<br />
congres van <strong>Biobased</strong> Delta op 24 oktober in het Zeeuwse<br />
Goes. De benoeming van de voormalig Shell-topman tot ambassadeur<br />
is een volgende stap naar (inter)nationale profilering<br />
van de <strong>Biobased</strong> Delta. In Zuidwest-Nederland en Vlaanderen<br />
werken overheden, kennisinstellingen en bedrijven onder het<br />
motto ‘Agro meets Chemistry’ samen aan de totstandkoming<br />
van de biobased economy. <strong>Biobased</strong> Delta brengt alle activiteiten<br />
onder één naam samen om zo de groei en aantrekkingskracht<br />
van een groene economie in de regio te versterken.<br />
Productschap Tuinbouw lanceert<br />
platform BBE en MVO<br />
Door middel van een toost met een<br />
glas biobased tomatensap heeft het<br />
Productschap Tuinbouw het ondernemingsplatform<br />
<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong><br />
en MVO gelanceerd. Zestien enthou-<br />
siaste ondernemers gaan daarmee<br />
aan de slag met het benoemen van<br />
de huidige knelpunten op het gebied<br />
van de <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> en MVO<br />
en de kansen voor de toekomst.<br />
Vlaams DURBIO-project officieel gestart<br />
Flanders Plastic Vision en het Vlaams Kunststofcentrum organiseerden<br />
begin september bij Centexbel de kick-off van het recent gestarte<br />
project DURBIO. DURBIO, dat staat voor duurzame biogebaseerde<br />
plastics, streeft naar de toepassing van biogebaseerde kunststoffen<br />
in extrusieprocessen. Een succesvolle omschakeling van oliegebaseerde<br />
polymeren naar biopolymeren vereist dat de eigenschappen<br />
kunnen wedijveren met die van synthetische polymeren.<br />
<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 7
<strong>Biobased</strong> in Beeld<br />
Het biobased netwerk leeft! Er gaat geen week voorbij of beslissers uit het<br />
bedrijfsleven, onderwijs, bestuur, politiek en intermediaire organisaties ontmoeten<br />
elkaar tijdens congressen, borrels, lezingen, workshops of andere bijeenkomsten. In deze<br />
rubriek doet <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> verslag in beeld...<br />
Lector Hans Derksen spreekt inaugurele rede uit<br />
Hans Derksen sprak voor de zomer zijn inaugurele rede uit als lector <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong><br />
aan de Hogeschool van Hall Larenstein uit. Daarbij ging hij in op twee hoofdvragen.<br />
Allereerst hoe richting het jaar 2030 op duurzame wijze een toename in het gebruik<br />
van biomassa gerealiseerd kan worden en ten tweede welke knelpunten er zijn rond de<br />
biobased economy en hoe deze weggenomen kunnen worden.<br />
Lubbers: ‘Groene groei<br />
niet langer luxe of links’<br />
‘Groene groei is namelijk niet langer luxe of links,<br />
maar de mogelijkheid tot economische groei.<br />
Bovendien leidt groene groei tot banen. Groen<br />
moet in de missie van een bedrijf zitten.’ Dit<br />
stelde voormalig premier Ruud Lubbers tijdens<br />
een bijeenkomst in Rotterdam rond de biobased<br />
economy van het Nederlands Kennis Centrum voor<br />
Commissarissen (NKCC).<br />
8 | <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />
Connecting CO2: afvangen<br />
CO2 technisch mogelijk<br />
Ontmoeting DNHK: biosector gaat voor functionaliteit<br />
In het Graphic Museum MOTI kwamen half juni<br />
zo’n vijftig ondernemers bijeen om kennis te delen<br />
rond het Pieken in de Delta-project ‘Connecting<br />
CO2 the next step’. Het project dat afloopt richtte<br />
zich op het afvangen en hergebruiken van koolstofdioxide.<br />
Doelstelling was om twee pilots met<br />
state-of-the-art CO2 afvang- en zuiveringstechnieken<br />
te realiseren. Deze vonden plaats bij Total<br />
Raffinaderij Nederland (Zeeland Refinery) in het<br />
Sloegebied en bij Ardagh Glass in Moerdijk.<br />
Het label ‘biologisch’ alleen is niet voldoende om een product met succes in de markt<br />
te zetten. Producenten van biologisch afbreekbare verpakkingen en plantaardige kunststoffen<br />
hebben alleen bestaansrecht wanneer ze hun klanten van de functionaliteit van<br />
hun materialen kunnen overtuigen en concurrerende prijzen kunnen aanbieden. Dat<br />
benadrukten Nederlandse en Duitse producenten tijdens de internationale branchebijeenkomst<br />
in mei van de Nederlands-Duitse Handelskamer (DNHK).
Smit’s Uien onderzoekt<br />
opwaardering uienreststroom<br />
Het Haagse bedrijf Smit’s Uien verwerkt wekelijks<br />
ruim driehonderd ton uien tot blokjes en ringen.<br />
Bij het proces van pellen en snijden ontstaat een<br />
reststroom van circa vijfenzeventig ton. Samen<br />
met Syntens Innovatiecentrum oriënteert directeur<br />
Jan Smit zich op de mogelijkheden om deze afvalstroom<br />
op te waarderen. ‘Wij hebben samen met<br />
Innovation in Food onder meer onderzocht wat<br />
de mogelijkheden zijn om quercitine en andere<br />
interessante inhoudsstoffen te winnen uit de uienschillen’,<br />
aldus Smits. Quercitine is een natuurlijke<br />
oxidant. Vanwege de veronderstelde positieve<br />
effecten op ontsteking, stofwisseling en ongewenste<br />
celgroei, is quercitine een veelbelovend<br />
voedingsmiddel om de hart- en vaatgezondheid te<br />
bevorderen. ‘Ondanks de verwachte opbrengstprijs<br />
van tien euro per kilo, bleken de investeringen echter<br />
nog niet op te wegen tegen de opbrengst aan<br />
quercitine.’ Op dit moment richt het onderzoek om<br />
de berg met uienschillen tot waarde te brengen,<br />
zich op twee verschillende sporen. Weehuizen:<br />
‘Een optie is om de uienschillen af te zetten als<br />
voedsel voor larven van huisvliegen. Deze worden<br />
gekweekt met als doel het produceren van dierlijke<br />
eiwitten. Dit is zo interessant omdat de voedingsconversie<br />
naar eiwitten bij insecten veel efficiënter<br />
is dan bij conventioneel vlees. Het tweede onderzoekspoor<br />
richt zich op de mogelijkheden om de<br />
uienschillen met behulp van biovergisting om te<br />
zetten in energie.’<br />
Project ‘Groen Gas’ ontvangt<br />
zeven miljoen Europese subsidie<br />
De Provincie Groningen meldt dat het grensoverschrijdende<br />
project ‘Groen Gas’ een subsidie<br />
heeft ontvangen van ruim zeven miljoen euro<br />
vanuit het INTERREG IV A programma Nederland-Duitsland.<br />
Binnen het project werken de<br />
komende drie jaar 63 partners uit het Noord-<br />
Nederlandse en Duitse bedrijfsleven, onderzoeks-<br />
en overheidslandshap samen. Zij gaan in achttien<br />
deelprojecten knelpunten in de waardeketen van<br />
groen gas oplossen.<br />
Wereldnieuws<br />
EBB klaagt over dumpen biodiesel<br />
De European Biodiesel Board (EBB) heeft<br />
namens Europese producenten van biodiesel<br />
een formele klacht ingediend tegen<br />
Argentinië en Indonesië die miljoenen<br />
tonnen biodiesel dumpen op de EU-markt.<br />
De dumping heeft ernstige gevolgen voor de<br />
Europese industrie die wordt geconfronteerd<br />
met faillissementen en beperkte afzet van<br />
de productie.<br />
Malmo Aviation kiest voor<br />
biogebaseerde ontbijtboxen<br />
De Zweedse luchtvaartmaatschappij Malmö<br />
Aviation heeft nieuwe ontbijtdoosjes geïntroduceerd<br />
die vervaardigd zijn uit certified<br />
composteerbaar karton. De nieuwe doosjes<br />
zijn gemaakt van het zogenaamde biobased<br />
materiaal Invercote Bio.<br />
Nestle-topman: ‘Geen voedsel<br />
voor biobrandstof meer’<br />
Als het aan Nestlé-topman Peter Brabeck<br />
ligt, wordt er geen voedsel meer aangewend<br />
voor de productie van biobrandstof. Volgens<br />
Brabeck ligt het gevaar van een onnatuurlijke<br />
relatie tussen voedsel- en olieprijzen momenteel<br />
op de loer.<br />
Franse BBE-topinstituten<br />
PIVERT en IFMAS gestart<br />
Het IA Netwerk in Parijs meldt middels een<br />
rapportage dat in Frankrijk twee belangrijke<br />
topinstituten op het gebied van plantaardige<br />
chemie in de biobased economy van<br />
start gaan: PIVERT en IFMAS. Beide hebben<br />
hun basis in het noorden van het land. De<br />
instituten kregen tientallen miljoenen euro’s<br />
financiering uit de pot van de ‘Investeringen<br />
van de Toekomst’.<br />
Biofuels Producers Coordinating<br />
Council opgericht<br />
Acht producenten van biobrandstoffen<br />
hebben de handen ineengeslagen in de<br />
‘Biofuels Producers Coordinating Council’. De<br />
acht willen gezamenlijk gaan pleiten bij de<br />
Amerikaanse overheid voor nationaal beleid<br />
ten bate van een betere continuïteit van<br />
de energievoorziening via de binnenlandse<br />
productie van biobrandstoffen.<br />
Global Bioenergies test<br />
vergistingsproces koolwaterstof<br />
De Franse start-up Global Bioenergies is begonnen<br />
met het testen van de haalbaarheid<br />
van haar innovatieve procedé om biomassa<br />
via een vergistingsproces in koolwaterstof om<br />
te zetten. Het bedrijf start met een pilot op<br />
laboratoriumschaal, gevolgd door de industriële<br />
pilot in 2013.<br />
Chinees normplatform voor biogas<br />
In samenwerking met internationale experts<br />
wil China in een nieuw ISO-platform<br />
mondiale normen ontwikkelen voor biogas<br />
thuis-applicaties, productie en producten, instrumentatie-<br />
en testmethodes, ontwerp- en<br />
bouwaspecten, exploitatie en management<br />
van biogasinstallaties.<br />
Energie <strong>2012</strong>: hét platform voor duurzame energie<br />
Duurzame energie en energie besparen is actueler<br />
dan ooit. De vakbeurs Energie pakt dit jaar nog<br />
groter uit dan voorgaande jaren. Met oog voor de<br />
laatste ontwikkelingen, brengt de beurs vraag en<br />
aanbod, in de brede zin van het woord, bij elkaar.<br />
Op Energie <strong>2012</strong> is een breed aantal energie-onderwerpen<br />
vertegenwoordig, zoals inkoop van energie,<br />
duurzaam bouwen, elektrische mobiliteit, biomassa<br />
en biobased economy, Dit jaar kunt u op de beurs<br />
ook terecht voor het thema elektrische mobiliteit.<br />
Duitse experts presenteren<br />
Roadmap Bioraffinage<br />
Het Duitse ministerie van Landbouw heeft<br />
een Roadmap Bioraffinage gepresenteerd.<br />
Met de door talrijke ’experts van naam’<br />
opgestelde roadmap wil de regering in Berlijn<br />
benadrukken dat zij in de raffinage van vernieuwbare<br />
grondstoffen de hoeksteen ziet die<br />
moet leiden tot de volledig op plantaardige<br />
materialen gebaseerde economie.<br />
Daarnaast is het aanbod in solar aanzienlijk groter<br />
dan voorheen. Behalve een breed exposantenaanbod,<br />
biedt de beurs ook een uitgebreid inhoudelijk<br />
programma. Waaronder het congres ‘Succes met decentrale<br />
energie’ (donderdag 11 oktober). Dit congres<br />
gaat in op de mogelijkheden voor decentrale<br />
elektriciteitsproductie. Van financiering tot juridische<br />
aspecten en van regelgeving tot praktisch advies.<br />
Toegang tot Energie <strong>2012</strong> is gratis na registratie via<br />
www.energievakbeurs.nl/registreren<br />
<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 9
Directie Topconsortium voor Kennis- en Innovatie <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> (TKI-BBE) geeft helderheid:<br />
‘Wij willen met iedereen die wil participeren het gesprek aangaan’<br />
Begin juni werd de directie voor het Topconsortium voor Kennis- en Innovatie <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> (TKI-BBE)<br />
offi cieel benoemd. Dit topconsortium gaat het cross-sectorale programma <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> uitvoeren dat<br />
de Topsector Chemie als penvoerder heeft. Kees de Gooijer is benoemd tot directievoorzitter, met de mededirecteuren<br />
Peter Paul Schouwenberg en Luuk van der Wielen. <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> organiseerde een<br />
driegesprek met de directieleden en sprak onder meer over de spreekwoordelijke ‘fi rst things to do’ en de<br />
wens om het midden- en kleinbedrijf op nog grotere schaal te laten participeren.<br />
Het bestuur van de TKI-BBE bestaat buiten de drie<br />
genoemde directieleden uit een raad van toezicht<br />
met daarin bekende namen als Hans Alders,<br />
Gerard van Harten, Mees Hartvelt en Roel Bol.<br />
‘Binnen de directie zijn de taken helder verdeeld’,<br />
opent De Gooijer het gesprek. ‘Peter-Paul Schouwenberg<br />
is verantwoordelijk voor de portefeuille<br />
industrie en pilot faciliteiten en programma’s. Op<br />
zijn beurt kent Luuk van der Wielen de portefeuille<br />
precompetitieve publiek-private samenwerkingen<br />
(PPS’en). Zelf ben ik verantwoordelijk voor de<br />
algemene leiding van de TKI.’<br />
Volgens de drie directieleden spelen de spreekwoordelijke<br />
‘fi rst things to do’ zich vooral af<br />
10| <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />
Kees de Gooijer<br />
rond het creëren van duidelijkheid. De Gooijer:<br />
‘Alleen door helder te communiceren naar de<br />
deelnemende partijen over wat de TKI-BBE<br />
gaat doen – het is immers een proces in wording<br />
– kunnen wij vooruitgang boeken. Men<br />
moet begrijpen wat de bedoeling is. Zo zijn de<br />
vijf werkpakketten één-op-één vertaald naar<br />
vijf thema’s: biobased materialen, bio-energie<br />
en chemie, bioraffi nage, teeltoptimalisatie en<br />
biomassaproductie en tenslotte terugwinnen<br />
en hergebruik van grondstoffen. Deze thema’s<br />
krijgen invulling in verschillende PPS’en.’<br />
Schouwenberg vult aan: ‘Begin september hebben<br />
wij het een en ander ook toegelicht op<br />
een bijeenkomst van de Topsector Energie. Wij<br />
merkten dat er daadwerkelijk behoefte was aan<br />
opheldering. Zo wist lang niet iedereen dat de<br />
‘tafel’ Biorenewables opgegaan is in de TKI-BBE<br />
en dus geen aparte TKI vormt.’ Van der Wielen<br />
voegt nog toe: ‘Nederland kent natuurlijk al<br />
een aantal sterke PPS’en, die deels aan de basis<br />
staan van het topsectorenbeleid. Ook binnen<br />
onze TKI geven wij de bestaande PPS’en de<br />
ruimte en daar waar mogelijk scherpen wij ze<br />
aan voor de noden van het bedrijfsleven.’<br />
Midden- en kleinbedrijf<br />
En verkiezingen en een nieuw kabinet of niet,<br />
het werk van de TKI-BBE gaat onverminderd<br />
door. ‘De basis van het hele topsectorenbeleid<br />
wordt immers gevormd door de industrie’, stelt<br />
Schouwenberg. ‘Wij gaan het toegezegde budget<br />
in de komende periode aanbesteden in projecten.<br />
Zoals bekend heeft de overheid middelen toegezegd<br />
voor de jaren <strong>2012</strong> en 2013 waardoor de<br />
TKI in deze twee jaren in totaal zo’n driehonderd<br />
miljoen euro aan projecten zal genereren die zo<br />
breed mogelijk gevormd worden.’<br />
‘Zoals gezegd wordt het budget evenredig verdeeld’,<br />
stelt Van der Wielen. ‘Of het nu om energie,<br />
agri en food of chemie gaat, er is behoefte aan<br />
een gebalanceerd pakket van projecten. Wij roepen<br />
daarom ook iedereen met een goed idee op<br />
zich te melden. Het leuke is dat de biobased economy<br />
namelijk nog geen gevestigde namen kent.’<br />
De Gooijer: ‘Wij gaan met iedereen het gesprek<br />
aan want het potentieel van de biobased economy<br />
en de TKI-BBE is veel groter dan wij tot dusver in<br />
beeld hebben. Daarom werken wij ook aan de<br />
verbinding met de verschillende regionale initiatieven.<br />
De vragen die bij loketten van provincies<br />
en gemeenten binnenkomen, dienen ook bij<br />
ons terecht te komen zodat centrale coördinatie<br />
kan plaatsvinden. De verschillende Nederlandse<br />
regio’s communiceren onvoldoende met elkaar<br />
en aan ons de schone taak om dit te verbeteren.’<br />
Schouwenberg: ‘En om het midden- en<br />
kleinbedrijf (mkb) nog meer te mobiliseren leggen<br />
wij momenteel ook contact met VNO-NCW.<br />
In dit licht is het ook belangrijk dat een nieuw<br />
verdienmodel voor het mkb ontwikkeld wordt.<br />
Tot op heden is het vaak zo dat grote bedrijven<br />
technologieën die ontwikkeld zijn door het mkb<br />
overnemen en het mkb vervolgens met lege<br />
handen achterblijft. Wij streven naar een model<br />
waarbij in de hele keten geld verdiend wordt. Een<br />
simpel voorbeeld: je kunt geen mestverwerkingsketen<br />
inrichten als de boeren er geen geld aan<br />
verdienen. En de criticasters die roepen dat het<br />
mkb onvoldoende betrokken is? Ik daag hen uit<br />
om ons te bellen. Zij roepen niet in de woestijn,<br />
wij willen met iedereen het gesprek aangaan.’<br />
Lange versus korte termijn<br />
‘Daar komt nog bij dat voor het lange termijnonderzoek<br />
het grootbedrijf een substantiële bijdrage
kan leveren, maar juist voor de korte termijnagenda<br />
het mkb een cruciale rol speelt’, aldus De<br />
Gooijer. Het mkb brengt in het innovatielandschap<br />
de benodigde dynamiek.’ Volgens Schouwenberg<br />
is het belangrijk dat deze ondernemers ‘pur sang’<br />
aansluiten. ‘Tegelijkertijd is het interessant om te<br />
zien of de kennisinstellingen in staat blijken te zijn<br />
in opdracht van het bedrijfsleven te opereren.’ Van<br />
der Wielen vervolgt: ‘Het model van de succesvolle<br />
PPS’en moet verder uitgebreid worden, daarbinnen<br />
werken kennisinstellingen immers al goed<br />
samen met bedrijven. De best practices zijn er, het<br />
wiel hoeft niet opnieuw uitgevonden te worden.’<br />
Als De Gooijer, Schouwenberg en Van der Wielen<br />
één ding moeten noemen dat hoog op hun wensenlijstje<br />
staat voor de TKI-BBE, is het het langjarig<br />
commitment van de Rijksoverheid. ‘Politici moeten<br />
over hun eigen schaduw – en daarmee over hun<br />
regering – heen stappen. Als de Rijksoverheid zegt<br />
de industrie is leidend, dat betekent dit dat je als<br />
overheid geen grote stempel moet drukken. Dat<br />
doet men vooralsnog wel door slechts voor twee<br />
jaar middelen toe te kennen. De ontwikkeling van<br />
een biobased economy vergt een lange adem.<br />
Xenofobe politiek met betrekking tot buitenlandse<br />
mogelijkheden helpt ons wat dat betreft niet. Bovendien<br />
zorgt meerjarig commitment van de overheid<br />
ook dat bedrijven gemakkelijker fi nanciering<br />
krijgen bij banken voor innovatieve activiteiten.’<br />
Onderwijs<br />
‘Verder is meer aandacht voor de onderwijsagenda<br />
niet alleen een wens, maar ook op zijn<br />
plaats’, stelt De Gooijer een naar zijn idee nog<br />
ongenoemd maar wel belangrijk onderwerp voor<br />
de totstandkoming van de biobased economy<br />
centraal. ‘Ondanks dat sommige rapporten het<br />
tegendeel beweren; het schreeuwend tekort aan<br />
Peter Paul Schouwenberg en Luuk van der Wielen<br />
professionals voor de biobased economy gaat er<br />
komen. De tijdshorizon ligt waarschijnlijk rond de<br />
zes à zeven jaar. En of er in die periode nu één,<br />
twee of tien opleidingen biobased economy komen<br />
maakt niet uit, als het speelt in de doelgroep<br />
(de scholieren) moet je het doen. Op dit moment<br />
weet de industrie echter nog niet of zij over enkele<br />
jaren biobased specialisten nodig heeft omdat zij<br />
de omschrijvingen van wat deze mensen moeten<br />
kunnen zelf nog niet hebben. Vergelijk het maar<br />
met Henry Ford. Die stelde ook niet de vraag<br />
of mensen snellere paarden wilden toen hij de<br />
auto introduceerde. Samenvattend: er is behoefte<br />
aan een education push.’ ‘Goed onderwijs voor<br />
de biobased economy is ook belangrijk voor de<br />
internationale marktwerking’, vult Van der Wielen<br />
aan. ‘Het Nederlandse onderwijs geniet in het<br />
buitenland nog altijd veel aanzien. Het creëren van<br />
dit type opleidingen is een van de vele kansen om<br />
Nederland internationaal op de kaart te zetten.’<br />
Wilt u meer lezen over de TKI-BBE of aansluiting<br />
zoeken bij de TKI-BBE? Surf dan naar www.tkibbe.nl<br />
voor meer informatie en contactgegevens<br />
van de TKI-BBE en de verschillende directieleden.<br />
De Gooijer, Schouwenberg en<br />
Van der Wielen in het kort<br />
Kees de Gooijer is sinds geruime tijd actief<br />
in de foodindustrie en momenteel de directeur<br />
van de Food & Nutrition Delta. Eerder<br />
gaf hij al leiding aan de Agrotechnology &<br />
Food Sciences Group van Wageningen UR.<br />
Peter-Paul Schouwenberg is binnen energiebedrijf<br />
Essent de founding father van<br />
het biomassaportfolio. Als programmamanager<br />
<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> heeft hij een<br />
belangrijke hand in de pilots en demonstratieprojecten<br />
die Essent uitvoert met<br />
verschillende soorten biomassa.<br />
Luuk van der Wielen is hoogleraar aan<br />
de TU Delft en al jaren werkzaam in de<br />
industriële biotechnologie. Circa tien jaar<br />
geleden werd hij benoemd als directeur van<br />
BE-Basic, een biobased en internationaal<br />
publiek-privaat samenwerkingsverband. Het<br />
initiatief beschikt met de Bio Process Facility<br />
bovendien over een gezamenlijke proeffaciliteit<br />
om demonstraties uit te voeren.<br />
<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 11
European Forum for<br />
Industrial Biotechnology &<br />
The <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>2012</strong><br />
Where business and policy meet<br />
the leading European Biotech event<br />
16–18 October <strong>2012</strong> Swissôtel<br />
Düsseldorf, Germany<br />
Gathering together<br />
high-level representatives<br />
from Europe’s industrial<br />
biotechnology community<br />
and the broader bioeconomy,<br />
EFIB <strong>2012</strong> will feature an<br />
unrivalled calibre of speakers<br />
from both policy and<br />
business, to debate and<br />
develop the way forwards for<br />
biobased industries.<br />
Don’t miss out, register now at www.efibforum.com
De haalbaarheid van de biobased economy<br />
De vraag of de biobased economy haalbaar is<br />
lijkt keer op keer en vanuit alle hoeken in de<br />
samenleving terug te keren. Het cliché ‘biobased<br />
producten zijn toch veel duurder dan<br />
hun fossiele tegenhangers’ passeert menigmaal<br />
de revue. Velen stellen ook de vraag ‘hoe maken<br />
we de biobased economy ooit haalbaar?’<br />
Wat men vergeet is dat vóór het fossiele tijdperk<br />
alles biobased en… betaalbaar was!<br />
Bovendien hebben vele producten nooit een<br />
fossiele grondstof gekend en zijn deze sinds<br />
jaar en dag biobased. Zo zijn er naast voeding<br />
en veevoer herkenbare alledaagse producten<br />
als hout, papier, zeep en textiel (van wol tot<br />
katoen, jute, hennep en vlas). Maar natuurlijk<br />
zijn er ook minder zichtbare biobased componenten<br />
en chemicaliën die al jarenlang<br />
worden verwerkt in alledaagse producten.<br />
Denk bijvoorbeeld aan houtvezels in asfalt en<br />
medicijnen, zetmeel in behangplaksel, plantaardige<br />
olie in linoleum enzovoorts. Kortom,<br />
genoeg voorbeelden dat biobased materialen<br />
duurzaam en betaalbaar zijn.<br />
Logischerwijs gaat de ‘nieuwe’ biobased<br />
economy veel verder en is er meer mogelijk<br />
dan wij tot nu toe doen met de waardevolle<br />
natuurlijke grondstoffen van het land. In de<br />
twintigste eeuw – die getypeerd kan worden<br />
als het tijdperk van onbeperkte energie- en<br />
olievoorraden – zijn nieuwe materialen en<br />
chemicaliën vooral ontwikkeld uit de oneindig<br />
beschikbaar lijkende grondstof olie… Wat<br />
nu als we olie nooit hadden gevonden? Dan<br />
zouden we voortgeborduurd hebben op de<br />
kennis van de natuurlijke grondstoffen. Hadden<br />
we nog steeds gebouwd met natuurlijke<br />
materialen, geverfd met natuurlijke kleurstoffen<br />
en onze medicijnen uit planten gehaald.<br />
Tegelijkertijd moeten wij niet vergeten dat tal<br />
van sectoren biobased zijn gebleven. Secto-<br />
ren die jarenlang het bewerken van het land<br />
en het oogsten en verwerken van biobased<br />
grondstoffen hebben geoptimaliseerd. Zij hebben<br />
dit zodanig georganiseerd dat er op duurzame<br />
wijze inkomsten worden gegenereerd<br />
in de gehele keten. Het zijn sectoren die ook<br />
al jarenlang voldoen aan certifi ceringsnormen<br />
en strenge controles op grondstofvoorziening.<br />
Sectoren die zorgvuldig opgebouwde recyclingketens<br />
kennen voor hun biobased materialen.<br />
Het zijn sectoren die nog jarenlang<br />
economisch zullen kunnen draaien, mits ze<br />
niet door ‘goed bedoelde incentives voor de<br />
stimulering van de biobased economy’ de nek<br />
om worden gedraaid…!<br />
Denk aan de boeren die opeens energiegewassen<br />
gaan telen, omdat dit hen meer<br />
oplevert vanwege stimulering van bio-energie.<br />
Of aan bedrijven die biobased grondstoffen<br />
verwerkten tot biobased producten, maar hun<br />
grondstoffen niet meer kunnen betalen omdat<br />
de energie- en brandstoffensector ongelimiteerde<br />
koopkracht heeft gekregen. Of omdat<br />
reststromen niet meer worden hergebruikt,<br />
maar worden vergist om als maatschappij zo<br />
veel mogelijk groen gas te hebben.<br />
Wij moeten zorgen dat dit alles niet leidt<br />
tot een verlies aan werkgelegenheid en een<br />
teruglopende economie, omdat we onze<br />
duurzame energiedoelstellingen willen halen.<br />
Een duurzame biobased economy vergt niet<br />
alleen het stimuleren van het nieuwe, maar<br />
ook het behouden en het doorontwikkelen<br />
van dat wat oud en goed is. Alleen dan is<br />
een duurzame biobased economy ook economisch<br />
haalbaar!<br />
Annita Westenbroek,<br />
Dutch Biorefi nery Cluster en<br />
Platform Agro-Papier-Chemie<br />
<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 13
14 | <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong>
Bos- en houts ector acteert al jaren in biobased economy:<br />
‘Hernieuwde aandacht voor biobased economy biedt kansen om<br />
toegevoegde waarde hout beter onder de aandacht te brengen’<br />
‘De houtketen is biobased avant la lettre.’ Aan het woord is Jaap van den Briel, secretaris van het<br />
Platform Hout. In dit tweede artikel in een reeks interviews met bedrijven en organisaties die bewijzen<br />
dat het al mogelijk is om bedrijvigheid en winst te creëren in de biobased economy, spreekt de redactie<br />
met het Platform Hout, vertegenwoordiger van de Nederlandse bos- en houtsector.<br />
Sinds jaar en dag is de Nederlandse bos- en houtsector<br />
verenigd in het Platform Hout. Dit orgaan<br />
representeert op die manier gebruikers van hout<br />
en houtvezels in de keten van productie tot en met<br />
eindgebruik en recycling. Het Platform Hout wordt<br />
voorgezeten door bestuurder Loek Hermans. Waar<br />
vroeger veelal individuele bedrijven lid waren van<br />
het platform, zijn het nu overwegend koepelorganisaties<br />
– alle weer met hun eigen leden – die als<br />
het ware een marktcoalitie vormen. De deelnemers<br />
lopen uiteen van boseigenaar tot energieproducent,<br />
oftewel van de Koninklijke Vereniging van<br />
Nederlandse Houtondernemingen en de Federatie<br />
Particulier Grondbezit tot de Koninklijke Vereniging<br />
van Nederlandse Papier- en Kartonfabrieken en<br />
Energie-Nederland. Verder zijn ook individuele<br />
organisaties als Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer<br />
aangesloten.<br />
Biomassa<br />
De Nederlandse bos- en houtsector speelt een<br />
cruciale rol in de biobased economy, al is het alleen<br />
maar vanwege de bijdrage die zij levert aan<br />
de productie van bio-energie. Zo was de energiesector<br />
in 2010 goed voor drieënveertig procent<br />
van het totale houtverbruik in de Europese Unie.<br />
De verwachting is dat dit houtverbruik zowel<br />
in volume als percentage nog verder zal toenemen.<br />
In 2030 verbruikt de energiesector naar<br />
verwachting vierenvijftig procent van het totale<br />
houtverbruik in de Europese Unie. Daarmee zou<br />
de energiesector in 2030 meer hout verbruiken<br />
dan de traditionele houtsector.<br />
‘Met de wetenschap dat de binnenlandse productie<br />
van biomassa beperkt is, zal veel houtige<br />
biomassa geïmporteerd moeten worden’, stelt<br />
platformsecretaris Van den Briel. Als platform zijn<br />
wij daarom groot voorstander van cascadering<br />
en het zuinig omgaan met de grondstof hout.<br />
Diverse Europese studies laten namelijk al zien<br />
dat in de periode 2020-2030 een substantieel<br />
houttekort voor de houtverwerkende industrie zal<br />
ontstaan met alle gevolgen van dien.’<br />
‘Hout is namelijk niet alleen voor de productie van<br />
bio-energie waardevol’, vervolgt Van den Briel.<br />
‘Meer en meer komt onze sector tot de ontdekking<br />
dat houtvezels hoger in de bio-cascadering terecht<br />
kunnen komen. Daarom is het ook zo interessant<br />
om met nieuwe en bestaande technologieën<br />
lignine en houtvezels via biorefi nery vroegtijdig<br />
te scheiden. Gezamenlijk werken wij binnen het<br />
Platform Hout dan ook aan het vergroten van het<br />
houtvezelaanbod, het verlengen van de gebruiksduur<br />
van hout en houtvezels en het versterken<br />
van het gebruik van hout en houtvezels in onder<br />
meer de bouwsector. Hout als duurzaam materiaal<br />
voor woning- en utiliteitsbouw biedt bijvoorbeeld<br />
een nieuw groeipotentieel voor bedrijvigheid in de<br />
bouwsector en verlengt de keten van opslag en<br />
klimaatneutrale toepassing van koolstof. Daarmee<br />
snijdt het mes aan twee kanten.’<br />
Duurzame houtketen<br />
Hout – een hernieuwbare grondstof pur sang – verdient<br />
volgens Van den Briel veel meer aandacht dan<br />
het nu krijgt. ‘Hout wordt vaak ambivalent tegemoet<br />
getreden door de binnenlandse politiek. Het is<br />
verbazingwekkend dat de duurzame houtketen die<br />
in Nederland de afgelopen jaren is ontstaan, politiek<br />
onopgemerkt blijft.’ De nieuwe koers van het Platform<br />
Hout – die recent is uitgezet – is dan ook het<br />
streven naar een hernieuwde en bredere profi lering<br />
van hout in de biobased economy. ‘De Nederlandse<br />
bos- en houtsector dreigt namelijk de aansluiting<br />
met de biobased economy te missen omdat ze<br />
erg heterogeen is’, stelt Van den Briel. ‘Om het<br />
Nederlandse bos- en houtconglomeraat goed<br />
georganiseerd te krijgen, willen wij als platform<br />
onze meerwaarde tonen. Die meerwaarde kunnen<br />
wij tonen door hout, maar ook houtvezels positief<br />
te positioneren in de biobased economy.’<br />
Persoonlijk ziet Van den Briel de opkomst van de<br />
biobased economy niet als een revolutie voor de<br />
bos- en houtsector, maar meer als het ontstaan van<br />
extra business kansen. ‘Hout en houtvezels kunnen<br />
immers een wezenlijke bijdrage leveren aan en<br />
als grondstof fungeren voor de groene economie.<br />
Bovendien kan het ook een grote rol spelen bij het<br />
terugdringen van de CO2-uitstoot. En, de bos- en<br />
houtsector heeft al veel ervaring in en kennis over<br />
duurzaamheidscertifi cering. Al met al biedt de biobased<br />
economy kansen om ons als sector en hout<br />
als product beter onder de aandacht te brengen.<br />
Duurzame productie, handel en toepassing moet<br />
daarbij zo snel mogelijk de norm worden.’<br />
Feiten over de bos- en houtsector<br />
Nederland telt zo’n 360.000 hectare bosoppervlak,<br />
wat neerkomt op 10,6 procent van<br />
het landoppervlak. Zo’n 159.000 hectare van<br />
het bosoppervlak is duurzaam gecertifi ceerd,<br />
wat neerkomt op 44 procent van het Nederlandse<br />
bos. Op wereldschaal is zeventien procent<br />
van het bos waaruit hout wordt geoogst<br />
gecertifi ceerd voor duurzaam bosbeheer.<br />
Het Nederlandse bos bestaat voor vierenvijftig<br />
procent uit naaldboomsoorten en zesenveertig<br />
procent uit loofboomsoorten. Jaarlijks<br />
wordt er in het Nederlandse bos 801.000<br />
kubieke meter industrieel rondhout geoogst.<br />
Van de jaarlijkse bijgroei wordt slechts vijfenvijftig<br />
procent geoogst. Dit zou tot vijfenzeventig<br />
procent kunnen stijgen, zonder dat de<br />
duurzaamheid in het geding komt.<br />
De Nederlandse bos- en houtsector telt zo’n<br />
3.500 à 4.000 bedrijven en telt zo’n vijfenveertig-<br />
tot vijftigduizend werknemers. De<br />
totale waarde van houtproducten die Nederland<br />
exporteert bedraagt zo’n 3,3 miljard<br />
euro, de waarde van import 4,8 miljard euro.<br />
<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 15
Huub de Groot en Fokko Pentinga spreken zich uit<br />
‘Biozonnecellen zijn het kloppend hart van de biobased economy’<br />
In de rubriek 2Dingen spreekt <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> ieder kwartaal met twee ondernemers<br />
of onderzoekers die elk een expliciete mening hebben over een specifiek thema. Dit keer professor<br />
Huub de Groot van de Universiteit Leiden en Fokke Pentinga, chief executive officer van Amtech<br />
Group; het moederbedrijf van solar equipment fabrikant Tempress Systems uit Vaassen. Beiden gaan<br />
zij in op het thema biosolar cells, systemen die met behulp van fotosynthese zonlicht omzetten in<br />
bruikbare energie zoals solar fuels.<br />
16 | <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />
Professor Huub de Groot is niet alleen hoogleraar<br />
Biophysical Organic Chemistry aan de<br />
Universiteit Leiden, maar is ook wetenschappelijk<br />
directeur van BioSolar Cells. Binnen dit vijfjarig<br />
onderzoeksproject werken kennisinstellingen<br />
en bedrijven samen. Zij doen onderzoek naar<br />
het optimaliseren van het fotosyntheseproces in<br />
planten, algen en bacteriën en het ontwikkelen<br />
van ‘kunstmatige bladeren’, een combinatie van<br />
biologische en kunstmatige componenten. De<br />
Groot propageert hartstochtelijk het verkopen van<br />
‘hoop’, een totaal andere route dan bijvoorbeeld<br />
de Verenigde Staten volgt.<br />
Huub de Groot: ‘De Amerikanen zijn op de<br />
denklijn terecht gekomen van ‘selling fear’. Met<br />
angstbeelden – in de strekking van: ‘als wij niet<br />
uitkijken dan…!’ – proberen zij een ommekeer<br />
te realiseren. Daar is an sich niets op tegen. Het<br />
is een keuze, mede te verklaren doordat men in<br />
Amerika in dit onderzoeksdomein veelal afhankelijk<br />
is van overheidsfinanciering. De Amerikanen<br />
hebben zodoende gepoogd van biosolar cells een<br />
soort ‘man on the moon’-project te maken: een<br />
massale exercitie die leidt tot het beschikbaar komen<br />
van technologieën om solar fuels te maken.<br />
Ook de Amerikaanse president Barack Obama<br />
noemde fotosynthese als expliciet voorbeeld voor<br />
een impulsprogramma voor duurzame energie. In<br />
Nederland kiezen wij een andere route. Wij verkopen<br />
als het ware hoop in plaats van vrees. Daarbij<br />
is het uiteraard weer zaak dat je geen valse hoop<br />
verkoopt. Wij werken met bedrijven en die kunnen<br />
geen angstbeelden aan klanten verkopen. Je moet<br />
werken met ideeën waar hoop achter zit.<br />
Die hoop is in Europa eigenlijk in 2008 ontstaan.<br />
Onder de vlag van de European Science Foundation<br />
zijn toentertijd in een white paper een<br />
aantal potentiële doorbraken in het vakgebied<br />
fotosynthese op papier gezet. Een groep wetenschappers<br />
is bij elkaar gekomen om te overleggen<br />
hoe kennis over zonne-energie te combineren<br />
valt met nieuwe kennis over fotosynthese met het<br />
doel om biozonnecellen te creëren die niet alleen<br />
zonnestroom maar ook brandstof kunnen maken.<br />
Naar aanleiding van de white paper zijn toen een<br />
aantal workshops georganiseerd met experts uit<br />
Europa en de Verenigde Staten. Op dat moment<br />
is door een sneeuwbaleffect de basis gelegd voor<br />
BioSolar Cells omdat onder meer Wageningen UR<br />
de leiding nam om dit onderwerp binnen Nederland<br />
naar een hoger plan te tillen. En, met Bio-<br />
Solar Cells is Nederland zelfs het eerste Europese<br />
land dat daadwerkelijk meters maakt.<br />
Biozonnecellen zijn in feite het kloppend hart van<br />
de biobased economy. Je kunt de ambitie hebben<br />
een biobased economy op te zetten, maar je<br />
wilt niet na een rondje om de kerk al tot stilstand<br />
komen omdat je energie te kort komt. Je hebt<br />
daarom brandstoffen nodig die zeer efficiënt<br />
zonlicht converteren. Die filosofie wordt inmiddels<br />
breedschalig opgepikt. Ook BioSolar Cells maakt<br />
onderdeel uit van het grotere geheel: de energietransitie.<br />
Die duurt naar alle waarschijnlijkheid wel<br />
dertig jaar. Wij willen als programma een belangrijk<br />
bijdrage leveren aan het realiseren van nieuwe<br />
technologieën. Juist omdat wij uit het verleden<br />
weten dat je vroeg moet beginnen met wetenschapswerk.<br />
Wij proberen onze onderzoekslijnen<br />
specifiek voor bedrijven in te zetten. Zij willen als<br />
eerste in de nieuwe markten zitten. Wij dagen hen<br />
uit om met onze technologie de stap te zetten op<br />
die nieuwe markten. Wij sluiten allianties. Niet<br />
vanuit de dogmatiek van onze eigen wetenschap,<br />
maar vanuit de dialoog met bedrijven.<br />
Kortom, wij verkopen hoop. Anderzijds is het wel<br />
cruciaal dat men beseft dat de tijd niet eindeloos<br />
opgerekt kan worden. Er is een grote urgentie<br />
om door te pakken. Onze lineaire economie trekt<br />
een te grote wissel op de aarde. Wij moeten er<br />
voor zorgen dat wij in de toekomst de kringlopen<br />
sluiten en daarvoor moet je tijdig over de juiste<br />
technologieën beschikken.’
Fokko Pentinga is chief executive officer van<br />
de Amerikaanse Amtech Group en lid van het<br />
Topteam Energie van de Rijksoverheid. Pentinga<br />
gaf de afgelopen jaren leiding aan het<br />
in Nederland gevestigde dochterbedrijf Tempress<br />
Systems. Dit bedrijf is actief in de solar<br />
industrie en wereldwijd marktleider in solar<br />
diffusieproductieapparatuur. Bovendien baarde<br />
de onderneming de afgelopen jaren opzien<br />
door samen met onderzoeksinstituut ECN de<br />
productiemachines voor het nieuwe N-type<br />
silicum zonnecel te introduceren bij de Chinese<br />
fabrikant Yingli Solar. Pentinga is een groot<br />
voorstander van het introduceren van meer<br />
duurzamere vormen van bio-energie, zoals<br />
solar fuels. Pentinga vreest wel dat Nederland<br />
onvoldoende investeert in de zogenaamde<br />
early deployment fase waardoor het gevaar op<br />
de loer ligt dat de boot gemist wordt.<br />
Fokko Pentinga: ‘Het verbranden van biomassa<br />
zoals dat nu overal ter wereld gebeurt is absoluut<br />
niet duurzaam en wij moeten hier zo snel mogelijk<br />
van af. Ik ben dan ook fervent voorstander<br />
van grootschalige onderzoeksprogramma’s naar<br />
onder meer solar fuels. Omdat het veelal om<br />
lange termijnonderzoek gaat is het ook logisch<br />
dat de bijdrage van het Rijk groot is.<br />
Tegelijkertijd ligt wel het gevaar op de loer<br />
dat Nederland de markt voor de komende tien<br />
jaar verliest. Dit hebben wij bijvoorbeeld in<br />
de markt van zonne-energie gezien. Er wordt<br />
in Nederland ontzettend veel onderzoeksgeld<br />
in dunne film zonnecellen gepompt, maar<br />
ondertussen heeft de grote concurrent – de<br />
silicium zonnecel – meer dan tachtig procent<br />
van de markt in handen. Nu de luchtbel uit de<br />
siliciumprijs is neemt de dominantie van dit<br />
type zonnecellen zelfs nog meer toe. Dit is een<br />
voorbeeld waar wij lering uit kunnen trekken.<br />
Het financieren van langetermijnonderzoek<br />
naar solar fuels is an sich dus wel goed, maar<br />
wij moeten de kortetermijnbusiness niet vergeten.<br />
Tegelijkertijd zal het besef dat de huidige<br />
vormen van bio-energie niet duurzaam zijn<br />
snel komen. Juist de meer duurzame vormen<br />
van bio-energie zullen in het spectrum van<br />
duurzame energie in het komend decennium<br />
aan belang en marktaandeel winnen. Het is<br />
belangrijk dat Nederland zonder discussie<br />
gedurende die periode ook investeert in deze<br />
markt. Als je niet met de huidige trend meegaat,<br />
loop je bedrijvigheid mis.<br />
Dit is overigens ook de kerngedachte van het<br />
topsectorenbeleid. Met het Topteam Energie<br />
proberen wij een positieve verandering teweeg<br />
te brengen door technologieontwikkeling te<br />
stimuleren en te financieren. De fase van toepassing<br />
en deployment is vervolgens voor de<br />
industrie. Deze dient zichzelf van de grond te<br />
trekken. In mijn optiek zou het een welkome<br />
verrijking zijn als bedrijven in de early deployment<br />
fase extra geholpen worden, dit gebeurt<br />
ook in andere landen.<br />
Wat dat betreft is het level playing field er<br />
niet. Individuele landen pompen immers fors<br />
geld in bepaalde industrieën. Amerika in de<br />
halfgeleiderindustrie, Duitsland in de automotive<br />
sector, China in de solar industrie en Korea<br />
in de wapenindustrie. Je moet als Nederlandse<br />
overheid daarom investeren in bepaalde sectoren<br />
anders krijg je het vliegwieleffect niet.<br />
Een van de oplossingen is om meer geld naar<br />
de grote Nederlandse kennisinstellingen te<br />
loodsen en hen die vervolgens laten investeren<br />
in pilot plants en zo bedrijven door de early<br />
deployment fase heen te helpen.’<br />
2DINGEN<br />
NADER UITGELEGD...<br />
Biosolar cells<br />
Letterlijk vertaald zijn ‘biozonnecellen’<br />
natuurlijke of op natuurlijke<br />
processen gebaseerde systemen<br />
die met behulp van fotosynthese<br />
zonlicht omzetten in bruikbare<br />
energie. Dat kan op veel verschillende<br />
manieren. In Nederland werkt men<br />
aan het optimaliseren van het<br />
fotosyntheseproces in planten, algen<br />
en bacteriën en het ontwikkelen<br />
van ‘kunstmatige bladeren’, een<br />
combinatie van biologische en<br />
kunstmatige componenten.<br />
<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 17
DE START-UP<br />
TopAlg wil met Spirulina één van de grootste<br />
‘waterboeren’ ter wereld worden<br />
In de rubriek de Start-Up spreekt de redactie iedere editie met een startende<br />
ondernemer die zijn kansen probeert te verzilveren in de biobased economy. In deze<br />
tweede editie spreken wij met één van de ondernemers achter het nieuwe bedrijf<br />
TopAlg, te weten Ruben van Maris. TopAlg legt zich toe op het kweken van Spirulina<br />
en bevindt zich momenteel in een opschalingsfase.<br />
Spirulina is een oeroude soort blauwgroene algen die van nature onder<br />
andere voorkomt in Mexicaanse meren en delen van Midden-Afrika. Daar<br />
is het wier al duizenden jaren een belangrijk voedingsbestanddeel. ‘Spirulina<br />
is in feite één van de oudste voedselsoorten van de planeet’, vertelt<br />
Van Maris. ‘Het bestaat al 3,6 miljard jaar. Wij kweken deze alg op zoet<br />
water. Ons belangrijkste onderscheidend vermogen ten opzichte van concurrenten<br />
is dat wij Spirulina kunnen maken die geur- en smaakloos is.’<br />
Voedingswaarde<br />
Circa tien maanden geleden startte Van Maris in samenwerking met een<br />
voormalige rozenkwekerij, proeven met het kweken van Spirulina. Dit<br />
gebeurde in vier reactors met een gezamenlijk oppervlak van duizend<br />
vierkante meter. Van Maris: ‘Door de gekweekte Spirulina te vriesdrogen<br />
houden wij momenteel twee tot drie kilo droge stof per reactor<br />
over. Deze stof bestaat voor vijfenzestig procent uit eiwit. Doordat het<br />
geur- en smaakloos is, kan deze zeer gemakkelijk bijgemengd worden<br />
in voedsel. Twee gram Spirulina bevat evenveel antioxidanten als één<br />
kilo spinazie. Dat is ook de grote kracht van deze alg; het heeft door de<br />
enorme hoeveelheid antioxidanten en omega 3-vetzuren een ongekend<br />
hoge voedingswaarde.’<br />
‘Wij willen over vijf jaar één van de grootste algenboeren ter wereld zijn<br />
en het neusje van de zalm aanbieden’, vervolgt Van Maris. ‘In verschillende<br />
delen van de wereld zullen wij ons product aanbieden. In een land<br />
als Indonesië oriënteren wij ons op een feed toepassing als voedsel voor<br />
koeien en vissen. Daarnaast trachten wij Spirulina ook aan de man te<br />
brengen via verzorgingsproducten, want je huid wordt jonger door het<br />
gebruik van antioxidanten. Tenslotte is Europa een zeer belangrijke markt.<br />
Hier kan de plant onder andere toegepast worden in het hogere voedingssegment<br />
zoals in sportdrank of als voedingssupplement. Spirulina kan<br />
gebruikt worden om het voedsel als het ware op te peppen.’<br />
Massaproductie<br />
Over twee tot drie jaar verwacht Van Maris met Spirulina voor de industrie<br />
zelfs een aantal E-nummers weg te kunnen nemen. ‘Met ons<br />
product kunnen wij straks in voedsel alle gewenste kleuren aanbrengen,<br />
van rood tot geel naar blauw. Het is echter eerst van belang om het<br />
productieproces te stabiliseren. Dit betekent dat wij in kassen zullen<br />
produceren. Wij gaan daarbij voor massaproductie in Nederland. Door<br />
een hoge mate van automatisering is dat ook kostentechnisch mogelijk.<br />
Na het oogsten van de Spirulina wordt deze gewassen en via vriesdrogen<br />
binnen vijf minuten naar een temperatuur van min dertig graden Celsius<br />
gebracht. Het is belangrijk om dit proces ook bij de opschaling van de<br />
productie stabiel te houden. De productie vergt geen grote hoeveelheden<br />
stroom en de benodigde warmte winnen wij uit een composthoop van<br />
groenafval die naast de productiefaciliteit gelegen is. Zoals aangegeven<br />
streven wij naar een paar kickstarts, bijvoorbeeld door twee tot drie<br />
grote voedingsproducenten te triggeren om de door ons geproduceerde<br />
Spirulina toe te voegen aan hun producten. Als de vraag vervolgens zal<br />
toenemen, is het mogelijk om in Nederland ook andere tuinders onder<br />
licentie te laten produceren.’<br />
Waar TopAlg nu in vier reactors produceert met ieder een oppervlak van<br />
tweehonderdvijftig vierkante meter, wordt dit binnen afzienbare termijn<br />
verhoogd naar tweeëndertig reactors. ‘En het fors verhogen van de productiecapaciteit<br />
is cruciaal’, besluit Van Maris. ‘Als wij nu in gesprek zijn<br />
met een aantal grote bedrijven stellen ze twee vragen: is het een schone<br />
technologie en kun je tachtig ton van je product leveren. Wij zijn voornemens<br />
deze twee vragen straks met ja te kunnen beantwoorden.’
SEPTEMBER <strong>2012</strong> • SPECIAL PROVINCIE GELDERLAND<br />
Gelderland stimuleert vorming<br />
Bioeconomy Innovation Cluster<br />
‘Oost-Nederland op de kaart zetten als hotspot’<br />
Tuinbouwsector Betuwe<br />
omarmt biobased economy<br />
Greenport Betuwse Bloem coördineert praktijkproeven<br />
Bedrijfsleven heeft wél behoefte aan<br />
tienduizend biobased specialisten<br />
René Wijffels voorspelt groeiende vraag naar studenten<br />
‘In 2020 misschien vijftig<br />
fabrieken voor torrefactie’<br />
Jules Kortenhorst over potentie van Topell Energy
DE VAKBEURS VOOR OPTIMAAL BESPAREN<br />
• Dé nationale energiebeurs<br />
• Alles over energie inkopen, duurzame<br />
energie en energiebesparing<br />
• • Laatste Laatste nieuws nieuws over over regelgeving,<br />
regelgeving,<br />
energiezuinige bouwconcepten<br />
en duurzame oplossingen<br />
NIEUW<br />
PASSIEF BOUWEN EVENT<br />
EXPOSITIEPROGRAMMA<br />
EXPOSITIEPROGRAMMA<br />
& & WORKSHOPS<br />
WORKSHOPS<br />
WORKSHOPS<br />
PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />
PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />
PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />
PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />
PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />
PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />
WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />
WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />
WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />
WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />
WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />
WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />
WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />
WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />
WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />
WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />
WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />
WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />
WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />
WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />
WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />
WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />
WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />
WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />
WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />
WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />
WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />
WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />
WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />
WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />
WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />
WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />
WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />
9 - 11 OKT <strong>2012</strong><br />
BRABANTHALLEN ‘S HERTOGENBOSCH<br />
REGISTREER MET CODE 10000372<br />
VIA WWW.ENERGIEVAKBEURS.NL<br />
VOOR GRATIS TOEGANG<br />
Energie vakbeurs & Energie <strong>2012</strong><br />
@Energievakbeurs (#energievakbeurs)
Gelderland werkt aan Bioeconomy Innovation Cluster:<br />
‘Oost-Nederland op de kaart zetten als hotspot voor biobased economy’<br />
Geen woorden, maar daden. Het is een credo dat de provincie Gelderland op het lijf is<br />
geschreven. En zo ook de biobased economy. Gelderland heeft zichzelf qua marketing tot<br />
dusver nog niet als hotspot onderscheiden, maar alle ingrediënten zijn aanwezig om dit<br />
zo snel mogelijk te veranderen. De Gelderse biobased economy draait namelijk op volle<br />
toeren: van de torrefactiefabriek van Topell Energy tot het AlgaePARC van Wageningen UR.<br />
‘De grote kracht is dat de ontwikkeling van de Gelderse biobased economy<br />
vanuit de samenleving zelf komt’, constateert de Gelderse gedeputeerde<br />
Annemieke Traag. ‘Want of het nu om bedrijven, gemeenten<br />
of kennisinstellingen gaat, zij werken gezamenlijk op grote schaal aan<br />
initiatieven in de biobased economy. Het leeft in de maatschappij en wij<br />
bieden hulp als provincie.’<br />
Icoonprojecten<br />
‘Jaren geleden lag het accent alleen op het stimuleren van de productie<br />
van bio-energie’, memoreert Traag. ‘Dit kwam voort uit het feit dat hier veel<br />
vraag naar was. Via het project Biogas Infrastructuur Oost-Nederland (BION)<br />
investeren wij in de Achterhoek samen met Alliander nog altijd fors in de<br />
productie en het transport van biogas, maar tegelijkertijd zijn onze inspanningen<br />
in de biobased economy fors verbreed. Het accent verschuift meer<br />
en meer naar hoogwaardige toepassing van biomassa.’<br />
Het vehikel waarmee de provincie Gelderland deze verschuiving wil faciliteren<br />
is het Bioeconomy Innovation Cluster (BIC) Oost-Nederland. ‘Het BIC<br />
gaat Oost-Nederland op de kaart zetten als innovatieve hotspot voor biobased<br />
economy’, stelt Traag overtuigend. ‘Het BIC Oost-Nederland verbindt<br />
namelijk de al gerealiseerde projecten als AlgaePARC met bioraffi nageprojecten<br />
die in ontwikkeling zijn.’ Met het BIC Oost-Nederland wordt de biobased<br />
economy langs drie sporen gestimuleerd: algen en verse biomassa,<br />
lignocellulose en vezels en tenslotte mest en slib. Traag: ‘Wij beschikken<br />
daarbij in alle drie de sporen over icoonprojecten met internationaal aanzien.<br />
Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan Topell Energy en het eendenkroosproject<br />
bij Groot Zevert Vergisting.’<br />
Groene economie<br />
‘Wij kunnen echter pas tevreden zijn als over enkele jaren de verschillende<br />
initiatieven daadwerkelijk tot successen hebben geleid. Successen voor de<br />
vergroening van de economie en er moet bovendien nieuwe bedrijvigheid<br />
en werkgelegenheid gegenereerd zijn’, vervolgt Traag. ‘Gelderland moet<br />
tegen die tijd in Den Haag en Europa ook erkend worden als voedingsbodem<br />
waar de biobased economy tot wasdom komt. Het BIC Oost-Nederland<br />
zie ik daartoe als de voor de regio benodigde koepel; gericht op onderling<br />
leren, samenwerken en afstemmen. Maar juist ook om het gezicht van de<br />
regio te zijn naar de (inter)nationale politiek.’<br />
En volgens Traag heeft Gelderland nog fl ink wat ijzers in het vuur voor de<br />
komende periode. ‘Waar wij in de tender Biobest Products – een subsidieregeling<br />
om nieuwe technologieën en producten het laatste zetje naar<br />
de markt te geven – anderhalf jaar geleden al ruim honderdvijftig projectideeën<br />
binnenkregen, willen wij dit in 2013 en 2015 overtreffen met twee<br />
nieuwe tenders. Het leuke is dat het vooral midden- en kleinbedrijven zijn<br />
die gebruik hebben gemaakt van de regeling. Verder zoeken wij de verbinding<br />
met de aangrenzende provincies Limburg, Noord-Brabant, Overijssel en<br />
het Duitse Nordrhein-Westfalen. Kortom, wij zoeken graag de aansluiting en<br />
ik hoop dat men ons weet te vinden.’<br />
Gedeputeerde<br />
Annemieke Traag<br />
Special Gelderland | 3
Kartrekker Wageningen UR over clustering in biobased economy:<br />
‘Bioeconomy Innovation Cluster Oost-Nederland<br />
moet een economische ontwikkeling zijn’<br />
In Oost-Nederland wordt hard gewerkt aan de oprichting van het Bioeconomy Innovation<br />
Cluster (BIC) Oost-Nederland. Het BIC Oost-Nederland gaat een koepel vormen voor de<br />
verschillende activiteiten die plaats vinden op het gebied van bioraffi nage van algen, andere<br />
verse biomassa, lignocellulose en mest en slib. ‘Bioraffi nage is de enabling technology van de<br />
biobased economy’, stellen Erik van Seventer en Gulden Yilmaz van Wageningen UR, een van de<br />
voornaamste kartrekkers van het BIC Oost-Nederland.<br />
‘Jaren geleden hebben wij als Wageningen UR al een<br />
formele samenwerking afgesloten met de provincie<br />
Gelderland voor de biobased economy’, memoreert<br />
Erik van Seventer, programmamanager <strong>Biobased</strong><br />
<strong>Economy</strong> bij Wageningen UR. ‘Een van de zaken die<br />
4| Special Gelderland<br />
hieruit voortgekomen is, is de ambitie voor het vormen<br />
van het BIC Oost-Nederland. Dit voelt als een<br />
samenwerking in eigen huis, maar het neemt niet<br />
weg dat wij als Wageningen UR natuurlijk een (inter)<br />
nationaal biobased netwerk hebben en stimuleren.’<br />
Concentratie<br />
Een van de succesvolle voorbeelden waar<br />
clustering toe kan leiden – en een van de onderdelen<br />
van het BIC Oost-Nederland – vormt<br />
het AlgaePARC (zie kader). Van Seventer: ‘Dit<br />
project heeft een internationale aantrekkingskracht<br />
en laat zien waar een concentratie van<br />
activiteiten toe kan leiden. Inmiddels hebben<br />
zich bijna twintig ondernemingen aan het<br />
initiatief gecommitteerd. Voor het BIC Oost-<br />
Nederland zou het fantastisch zijn als zich een<br />
dergelijke ontwikkeling rond bioraffi nage in<br />
de andere industrieën gaat vormen en zo nog<br />
meerdere hotspots ontstaan.’<br />
‘Bioraffi nage is immers de enabling technology<br />
voor de biobased economy’, vult Gulden<br />
Yilmaz aan, binnen Wageningen UR kartrekker<br />
van het BIC Oost-Nederland. ‘En voor het BIC<br />
Oost-Nederland geldt dat bioraffi nage meerdere<br />
invalshoeken kent: van algen – zoals gezegd fysiek<br />
geconcentreerd op het AlgaePARC – tot andere<br />
verse biomassa, mest en slib en lignocellulose dat<br />
onder meer in de papierindustrie gebruikt wordt.<br />
Met het BIC Oost-Nederland wordt een belangrijke<br />
koepel gecreëerd die partijen samenbrengt en de<br />
biobased economy uiteindelijk in Nederland op<br />
gang brengt. Economische en milieutechnische<br />
voordelen gaan daarbij hand in hand. Het levert<br />
immers niet alleen banen, nieuwe producten en<br />
markten maar ook enorme milieuwinst op.’<br />
Fysieke clustering<br />
Momenteel is Yilmaz samen met de verschillende<br />
partners druk doende om het BIC Oost-<br />
Nederland formeel op te richten. De belangrijkste<br />
pijlers zijn volgens Yilmaz gemeenschappelijk
onderzoek, effi ciënt toepassen van resultaten en<br />
het genereren van economische bedrijvigheid.<br />
‘Dit laatste zal plaatsvinden via fysieke clustering.<br />
Allereerst is er dus het AlgaePARC, verder wordt<br />
voor lignocellulose gekeken naar clustering bij<br />
een papierfabriek, voor verse biomassa is het<br />
Fresh Biomass Refi nery PARC in Wageningen<br />
in oprichting en voor mest en slib komt er een<br />
innovatiecentrum in de Achterhoek.’<br />
Tipping point<br />
Al met al verwachten Van Seventer en Yilmaz<br />
dat het BIC Oost-Nederland in eerste instantie<br />
grote impact gaat hebben op de Gelderse biobased<br />
economy. Yilmaz: ‘Het is zaak een tipping<br />
point te creëren door vanuit de verschillende<br />
invalshoeken een substantieel aantal partijen te<br />
betrekken. We beginnen in Gelderland en vanaf<br />
hier gaat het BIC verder groeien. ’ Van Seventer<br />
voegt toe: ‘Het BIC Oost-Nederland is het vehikel<br />
waarmee een ongekend groot aantal leads<br />
verzilverd kan worden. De biobased economy<br />
en bioraffi nage in het bijzonder zijn emerging<br />
thema’s. Daar horen ook tegenvallers bij, want<br />
onverwachte meevallers bestaan nog niet. Wij<br />
zijn echter optimistisch gestemd omdat steeds<br />
meer zaken tot succes leiden. Kijkend naar onze<br />
eigen positie in dit alles, kunnen wij als Wageningen<br />
UR vaststellen dat wij internationaal<br />
erkend zijn en vanuit China tot Brazilië, Amerika<br />
en Frankrijk gevraagd worden onderzoek naar<br />
de biobased economy uit te voeren. In Europa<br />
behoren wij daarmee in ieder geval tot de top<br />
drie en wereldwijd tot de top tien. Het is onze<br />
ambitie die positie minimaal vast te houden en<br />
daar waar mogelijk te versterken.’<br />
AlgaePARC volledig operationeel en gestart met onderzoeksprojecten<br />
Op het Algae Production And Research Centre (AlgaePARC) in Wageningen wordt sinds vorig jaar<br />
onderzoek gedaan naar de omstandigheden waaronder algen het beste groeien. Zij worden al<br />
enkele jaren bestempeld als dé toekomstige bron van ‘groene’ brandstof en duurzame productie<br />
van chemicaliën. ‘Maar het gaat zeker nog een aantal jaren duren voordat algen op grote schaal<br />
geproduceerd kunnen worden’, stelt René Wijffels, wetenschappelijk directeur van het AlgaePARC.<br />
‘Het is natuurlijk mooi dat iedereen roept dat algen een hoge potentie hebben, maar de stap naar<br />
commercialisering is tegelijkertijd moeilijk te maken. Ook als je snel werkt duurt het tien tot vijftien<br />
jaar alvorens je een commerciële schaal bereikt. Toch is het gelukt om de politiek en de industrie zich<br />
te laten committeren aan het AlgaePARC. Belangrijk, want het AlgaePARC is hét vehikel om de stap<br />
naar commerciële productie mogelijk te maken.’<br />
Inmiddels is het park een jaar operationeel. ‘Het eerste jaar was gepland om de zaak aan het draaien te<br />
krijgen en dat is inmiddels gelukt’, stelt Wijffels. ‘Bovendien zijn er op het terrein vier grote onderzoeksprojecten<br />
van start gegaan: BioSolarCells, het Europese SPLASH-project en een bilateraal en een industrieel<br />
project.’ In de projecten wordt onder meer onderzocht onder welke omstandigheden en in welke<br />
bioreactoren – zoals een buizen of ‘open zwembad’-systeem – algen het beste groeien. Algen groeien via<br />
fotosynthese en tijdens dit proces maken ze bijvoorbeeld eiwitten, vetzuren of enzymen die als voedsel,<br />
chemicaliën en brandstof kunnen dienen. ‘Wij willen toe naar het gericht sturen van algen zodat je bepaalde<br />
oliën, zetmeel, eiwitten of pigmenten kan maken’, vervolgt Wijffels. ‘Tot dusver worden die op basis<br />
van algen nog niet commercieel geproduceerd. Wij willen daarom een stabiel productieproces van algen<br />
creëren die deze producten aanmaken. Dit moet een van de grootste eyecatchers van het AlgaePARC<br />
worden. Verder moeten algen ook energiepositief worden, anders verdwijnt het duurzame karakter.’<br />
Special Gelderland | 5
Gelderse papierindustrie omarmt biobased economy<br />
Meer dan een eeuw geleden telde Gelderland zo’n honderdtachtig papiermolens. Ook vandaag de dag staat een<br />
groot deel van de Nederlandse papierfabrieken in Gelderland. Stuk voor stuk omarmen zij momenteel de biobased<br />
economy. Een gesprek met Parenco, Papierfabriek Schut en DS Smith Packaging laat forse ambities zien.<br />
De papier- en kartonindustrie maakt al eeuwenlang producten uit biomassa.<br />
Wereldwijd is de papierindustrie zodoende de grootste producent van non-food<br />
biobased materialen. Ook in Nederland spelen zij een grote rol in de biobased<br />
economy. In Gelderland zijn er in samenwerking met de branchevereniging VNP<br />
en de provincie diverse initiatieven om dit te stimuleren, van het zoeken naar<br />
alternatieve grondstoffen tot het opwaarderen van biobased reststromen.<br />
Sleutelfunctie<br />
Op de overgang van de maanden juli en augustus werd bekend dat de Gelderse<br />
papierfabrikant Parenco overgenomen is door H2 Equity Partners. Norske Skog<br />
had de fabriek al geruime tijd in de verkoop staan. Als onderdeel hiervan werd<br />
in 2009 een van de twee grote papiermachines stilgelegd. Joris Spaan kreeg<br />
destijds de opdracht om nieuwe applicaties voor de stopgezette machine en de<br />
overbodige ruimte op de Parenco-site te onderzoeken. ‘Ik raakte hierbij al snel<br />
in een gezamenlijk ontwikkeltraject met Oost NV, de provincie Gelderland en<br />
de gemeente Renkum en op het spoor van de biobased economy’, blikt Spaan<br />
terug. ‘Wij beseften al snel dat wij over een unieke locatie beschikten om de<br />
energietransitie en ook bioraffi nage mogelijk te maken’. Veel van onze reststromen<br />
die wij gebruiken om duurzame energie te maken, kun je hoger verwaarden<br />
via bioraffi nage. Die wetenschap bedeelt ons bedrijf een sleutelfunctie bij het<br />
opstarten van de provinciale biobased economy.’ Ondanks dat de plannen voor<br />
het verwerven van een spilfunctie in de biobased economy snel gevormd werden,<br />
heeft Parenco - behoudens het inzetten van biomassa voor de energietransitie -<br />
nog geen grote slagen kunnen maken. ‘Zoals bekend lag de focus van het bedrijf<br />
de afgelopen twee jaar op het vinden van een nieuwe eigenaar. Met H2 is die<br />
afgelopen zomer gevonden en hopen wij snel aan de slag te kunnen met onze<br />
biobased agenda. Twee punten staan hierbij hoog genoteerd. Allereerst willen wij<br />
reststromen die onvoldoende verwaard worden, aanwenden voor de industrie.<br />
Daarnaast zien wij dat de vraag naar industriële suikers een enorme vlucht neemt.<br />
Dit is een kans voor de papierindustrie om haar machines voor deze toepassing<br />
aan te gaan wenden.’ Met subsidie van de provincie Gelderland heeft Parenco momenteel<br />
de mogelijkheid te onderzoeken hoe de machines in praktijk in te passen<br />
zijn in de biobased economy. Spaan: ‘Ik hoop volgend jaar zomer een consortium<br />
met kennisinstellingen en industriële bedrijven van de grond te hebben gekregen<br />
om bijvoorbeeld industriële suikers te vervaardigen. De biobased economy moet de<br />
tweede poot van de papierindustrie worden en ons helpen te overleven.’<br />
Pilot plant<br />
Op enkele kilometers van de papierfabriek van Parenco ligt in Heelsum Papierfabriek<br />
Schut. De zogenaamde virgin fi ber papierfabriek – verrezen op een oude<br />
papiermolen – bestaat als sinds 1618 en nadert haar vierhonderdjarig jubileum.<br />
De productiecapaciteit is met drieduizend ton papier per jaar slechts een fractie<br />
van die van Parenco, maar toch weten wereldwijde spelers de papierfabriek te<br />
vinden. ‘De verklaring?’, vraagt mill manager René Kort. ‘Wij maken high specialty<br />
papier en staan internationaal bekend om onze capaciteit om watermerken<br />
6 | Special Gelderland<br />
en markering in papier aan te brengen en om de vervaardiging van vergé papier.<br />
Zelfs vanuit Ghana komen ze papier halen.’ Het receptenboek van Papierfabriek<br />
Schut telt dan ook 1.850 recepten om papier te maken. ‘En de kennis<br />
die wij hierdoor hebben over cellulose en katoen is onze link met de biobased<br />
economy. Los van het feit dat de papierindustrie natuurlijk al sinds jaar en dag<br />
‘biobased’ is’, stelt Kort. ‘Doordat onze fabriek klein en fl exibel is zijn wij als het<br />
ware een pilot plant om alternatieve en biobased grondstoffen voor de vervaardiging<br />
van papier te testen. Zo hebben wij een kunstenaarspapier van bagasse<br />
vervaardigd, restmateriaal van suikerriet. Bagasse wordt normaliter voor<br />
energiedoeleinden aangewend maar krijgt nu een hoogwaardigere toepassing.<br />
Het kunstenaarspapier is zo’n succes dat wij de opschaling van de productie<br />
met partners onderzoeken. Een ander voorbeeld is een olieverfpapier dat wij<br />
vervaardigen van vlas.’ En de mogelijkheden zijn volgens Kort nog lang niet<br />
uitgeput. ‘Zo zie ik veel potentie in een product als tomatenloof. Als het lukt<br />
om hier papier van te maken kun je er bijvoorbeeld tomaten in verpakken. Het<br />
leuke is dat het papier dan ook nog naar tomaat ruikt! En zo zie ik nog veel<br />
meer kansen. Ik denk dat wij over vijf jaar tevreden mogen zijn als wij in staat<br />
zijn geweest te groeien met alternatieve biobased grondstoffen en hier ook een<br />
afzetmarkt voor hebben weten te vinden.’<br />
Afvalwater als energiebron<br />
Net als papierfabriek Schut, kijkt ook DS Smith Paper – tot de recente overname<br />
door DS Smith nog SCA Packaging de Hoop geheten – in toenemende mate naar<br />
de biobased economy. ‘Zoals eerder aangehaald is de papierindustrie natuurlijk<br />
al honderden jaren biobased. Bovendien gebruiken wij al sinds de jaren zeventig<br />
voor honderd procent oud papier als grondstof’, opent Henk Lingbeek het<br />
gesprek, managing director van DS Smith Paper. ‘Een van onze toonaangevende<br />
projecten in de biobased economy behelst het beter benutten van onze afvalwaterzuivering.<br />
Het industriewater dat wij lozen zit vol met biologisch afbreekbare<br />
materialen. Dit water zuiveren wij en wij wenden het proces vervolgens aan om<br />
biogas te produceren. Dit biogas - ongeveer vier miljoen kubieke meter - wordt<br />
nu met een rendement van vijfendertig procent omgezet in energie door middel<br />
van twee gasmotoren. Wij verwachten dit energierendement nog aanzienlijk te<br />
kunnen verhogen tot wel honderd procent door dit biogas terug te sturen naar<br />
de warmtekrachtcentrale van De Hoop en hier om te zetten in stroom en stoom.’<br />
Maar er is meer. Zo onderzoekt Lingbeek met zijn bedrijf de mogelijkheden om<br />
met alternatieve vezelgrondstoffen uit natuurlijke gewassen papier te gaan maken.<br />
‘Wij bekijken een breed scala aan producten, van bieten tot stro, en hopen<br />
daar binnen afzienbare tijd resultaten mee te boeken. Dit biedt tegelijkertijd<br />
kansen om de restmaterialen die bij dit productieproces overblijven op te werken<br />
tot bioplastics. Daarnaast zullen wij ook weer kijken welke stoffen – zoals<br />
laagwaardige vetzuren – tijdens de productie in het afvalwater achterblijven en<br />
proberen deze te isoleren. Over vijf jaar hebben onze investeringen in de biobased<br />
economy zich uitbetaald als er succesvolle voorbeelden zijn waarbij onder<br />
meer water niet als afvalstroom gezien wordt, maar als hernieuwbare grondstof.’
René Wijffels (Centre for <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong>) weet het zeker:<br />
‘Bedrijfsleven heeft wél tienduizend biobased specialisten nodig’<br />
‘In de komende tien jaar heeft de biobased economy tienduizend biobased professionals nodig. Deze<br />
professionals dienen in de komende jaren af te studeren aan het hoger of wetenschappelijk onderwijs.’<br />
Het zijn woorden opgetekend uit de mond van René Wijffels, directeur van het Center for <strong>Biobased</strong><br />
<strong>Economy</strong>. Onderzoeksrapporten die het tegendeel beweren zitten er volgens Wijffels faliekant naast.<br />
Als een van de eersten startte Wageningen UR – waar Wijffels aan verbonden<br />
is als hoogleraar – vorig jaar met een marktonderzoek rond het thema<br />
biobased professionals. ‘En in dat onderzoek hebben wij zowel de behoefte<br />
van studenten als het bedrijfsleven onderzocht. Wij hebben allereerst vastgesteld<br />
hoeveel mensen actief zijn op hoger en wetenschappelijk niveau in<br />
de drie belangrijkste sectoren die aan de basis staan van de biobased economy:<br />
de energie-, chemie- en landbouwsector. Dit aantal hebben wij vervolgens<br />
gekoppeld aan de duurzaamheidsdoelstellingen voor het jaar 2020<br />
van de drie sectoren; elke sector wil voor circa dertig procent verduurzamen.<br />
Uiteindelijk heeft dit tot een rekensom geleid met als uitkomst de behoefte<br />
aan tienduizend biobased professionals.’<br />
Productieschaal<br />
Uit het marktonderzoek bleek verder dat op middelbare scholen slechts<br />
vijf tot zes procent van de leerlingen de term biobased economy kent.<br />
Na uitleg van de term toonde echter dertig tot veertig procent van de<br />
leerlingen interesse om in deze richting te gaan studeren. Wijffels: ‘Er<br />
is dus een omvangrijk potentieel van leerlingen in de markt aanwezig.<br />
Om die reden hebben wij in samenwerking met het ministerie van Economische<br />
Zaken, Landbouw & Innovatie besloten een groene kennis- en<br />
onderwijsketen voor de biobased economy op te zetten in de vorm van<br />
het Centre for <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong>.’<br />
Toch ziet ook Wijffels ze voorbijkomen, onderzoeksrapporten die de behoefte<br />
aan biobased professionals naar het rijk der fabelen verwijzen. ‘Zij<br />
vergeten echter dat de biobased economy zich als sector nog niet op het<br />
niveau van productieschaal bevindt en dat je pas in die fase veel personeel<br />
nodig hebt. Des te belangrijker is het dan ook om vroegtijdig met de<br />
human capital agenda te beginnen. Een praktisch voorbeeld: Wageningen<br />
UR levert jaarlijks zestig tot zeventig biotechnologen af. Deze hebben stuk<br />
voor stuk in no time een baan gevonden. Willen wij in 2020 jaarlijks enkele<br />
honderden biotechnologen afl everen, dan moeten wij daarom nu al<br />
starten met opschalen. Dat kun je niet pas in 2018 doen.’<br />
Vakken<br />
Binnen het Centre for <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> werken Wageningen UR (als zogenaamd<br />
Center of Excellence) en de vier agrarische hogescholen in ’s-Hertogenbosch,<br />
Dronten, Leeuwarden en Delft (als zogenaamd Center of Expertise)<br />
aan een biobased onderwijsagenda. ‘De keuze is daarbij gevallen op het<br />
implementeren van nieuwe biobased economy-vakken in op de eerste plaats<br />
bestaande en later in nieuwe opleidingen’, stelt Wijffels. ‘Het opzetten van een<br />
nieuwe studie duurt namelijk vijf jaar en daar kunnen wij niet op wachten. Het<br />
Center for <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> is het vehikel dat het opleiden van de tienduizend<br />
studenten mogelijk maakt. Het orgaan heeft de fi nanciële mogelijkheden<br />
om elke agrarische hogeschool twee tot drie jaar fi nancieel te ondersteunen<br />
bij het creëren van de benodigde opleidingen.’ Wageningen UR werkt zelf inmiddels<br />
aan het creëren van twee nieuwe minoren (gericht op biobased tech-<br />
nologie en society) die geïmplementeerd worden in de bestaande opleidingen<br />
agrotechnologie, biotechnologie en plantenwetenschappen. ‘Binnen nu en<br />
twee jaar zijn die minoren voor al die studies geregeld’, stelt Wijffels. Volgens<br />
hem zijn de agrarische hogescholen momenteel uitstekend in staat het tempo<br />
van Wageningen UR te volgen. ‘Zo is men per school twee docenten aan het<br />
klaarstomen voor het doceren van de vakken. Deze docenten zullen bovendien<br />
in samenwerking met een midden- en kleinbedrijf een promotietraject afl eggen.<br />
Op die manier krijgen studenten ook de mogelijkheid om op hun eigen<br />
school onderzoek in de biobased economy te doen. Verder wordt het biobased<br />
economy-studiemateriaal waaruit aan Wageningen UR gedoceerd wordt ook<br />
geïmplementeerd bij de hogescholen.’<br />
Wijffels besluit: ‘Aan het eind van dit kalenderjaar hopen wij dat ook de<br />
Hogeschool Arnhem Nijmegen – net zoals Avans Hogescholen dit heeft<br />
gedaan – aansluit bij het Centre for <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong>.’<br />
Special Gelderland | 7
Tuinbouwondernemers Gelders Rivierengebied omarmen biobased economy<br />
‘De biobased economy is voor de tuinbouwsector een van de belangrijkste thema’s<br />
met het oog op de toekomst en biedt grote kansen.’ Aan het woord is Ferry Hollinger,<br />
voorzitter van het ondernemersplatform Greenport Betuwse Bloem.<br />
In het Gelderse Rivierengebied bevinden zich<br />
vijf belangrijke tuinbouwclusters; voor de teelt<br />
van champignons, laanbomen , fruit, groenten<br />
en bloemen en planten. De in totaal 1.590<br />
bedrijven hebben zich niet alleen verenigd in<br />
het ondernemersplatform Greenport Betuwse<br />
Bloem, maar ook via vijf verschillende pacten:<br />
het Glastuinbouwpact Bommelerwaard, het<br />
Laanboompact, het Paddenstoelenpact, het<br />
Fruitpact en het Glastuinbouwpact Arnhem-<br />
Nijmegen. Ondernemers en overheden willen de<br />
vijf tuinbouwclusters uit laten groeien tot een<br />
(inter)nationaal knooppunt van aan tuinbouw<br />
gelieerde activiteiten en efficiënte agrologistiek.<br />
De Greenport Betuwse Bloem, een initiatief<br />
van ondernemers en de provincie Gelderland,<br />
is erop gericht om dit proces aan te jagen en te<br />
versnellen. ‘Als ondernemersplatform Greenport<br />
Betuwse Bloem pakken wij ketenbrede projecten<br />
op’, duidt Hollinger. ‘De biobased economy is<br />
daarbij een van de belangrijkste thema’s met het<br />
oog op de toekomst en biedt grote kansen.’<br />
Praktijkproeven<br />
‘De biobased economy kwam twee jaar geleden<br />
voor het eerst op onze radar’, vervolgt Hollinger.<br />
‘Wij hebben destijds een onderzoek laten uitvoeren<br />
naar de kansen voor de tuinbouwsector in<br />
de biobased economy. In het rapport kwam onder<br />
meer naar voren dat de kansen ten aanzien<br />
van biomassa voor onze sector zeer divers zijn.<br />
Bij champignonkwekers gaat het om champost<br />
EcoXtrusion werkt aan introductie bio-afbreekbare bindbuis<br />
Wilma Rutenfrans startte in 2009 haar eigen bedrijf EcoXtrusion op. Sindsdien vervaardigt de onderneming<br />
bindbuizen en boomstambeschermers voor de tuinbouwsector. Deze producten worden normaliter<br />
via extrusie van kunststof vervaardigd. EcoXtrusion maakt niet alleen gebruik van gerecyclede materialen,<br />
maar is ook druk doende biologisch afbreekbare producten van biopolymeren te introduceren.<br />
‘De eerste stap die wij hiertoe hebben gezet is het samen met Rodenburg Biopolymers ontwikkelen<br />
van de BioBoomStamBeschermer op basis van zetmeel,’, vertelt Rutenfrans. ‘Via een innovatievoucher<br />
ingediend bij Wageningen UR zijn daarnaast nog andere bioplastics uitgetest. Afgelopen jaar hebben<br />
wij samen met PPO en FBR van Wageningen UR van de provincie Gelderland via de Biobest-productregeling<br />
subsidie gekregen om de biologisch afbreekbare bindbuis te ontwikkelen.’<br />
8 | Special Gelderland<br />
Inmiddels vindt voor het ontwikkelde product<br />
bij negentien laanboomkwekers in de regio<br />
Opheusden een veldproef plaats. De praktijk<br />
is vooralsnog weerbarstig. ‘Recent is gebleken<br />
dat het materiaal te snel afbreekt’, licht<br />
Rutenfrans toe. ‘Samen met Wageningen UR<br />
hebben wij een vermoeden waar dit probleem<br />
vandaan komt en zijn wij drukdoende dit op<br />
te lossen. Door versnelde klimaattesten uit te<br />
voeren en het materiaal net iets anders samen<br />
te stellen, denken wij dat het lukt om de bindbuis<br />
in 2013 op de markt te brengen.’<br />
Ferry Hollinger, voorzitter Greenport Betuwse Bloem<br />
dat interessant is en boomkwekerijen<br />
kunnen op hun beurt onderzoeken<br />
of het snoeihout interessante<br />
stoffen bevat. De Taxus baccata<br />
bevat bijvoorbeeld een stof die<br />
aangewend kan worden voor<br />
kankerbestrijding.’<br />
‘Kortom, het onderzoeksrapport<br />
heeft de kansen uitgebreid<br />
in beeld gebracht’,<br />
vervolgt Hollinger. ‘Dit<br />
heeft er onder meer al<br />
toe geleid dat wij op<br />
drie verschillende<br />
plekken biomassa<br />
inzamelen,<br />
Rotterdam<br />
Amsterdam<br />
Glastuinbouwcluster<br />
Fruitcluster<br />
Paddenstoelencluster<br />
Laanboomcluster<br />
Utrecht ech<br />
Tiel<br />
’s Hertogenbosch<br />
Arn Ar A<br />
N
hem<br />
ijmegen ijmege i eg<br />
die in een biomassacentrale gaan opwerken tot<br />
bio-energie en dit lokaal terug gaan leveren aan<br />
energiegebruikers. Bovendien zijn er al boeren<br />
die het initiatief hebben genomen om de tuinbouwers<br />
te voorzien van CO2 en restwarmte.<br />
Er zijn dus verschillende wisselwerkingen. Een<br />
ander noemenswaardig traject speelt zich af<br />
rond algen. Momenteel wordt een proef uitgevoerd<br />
waarbij men algen in de schermen van<br />
kassen laat groeien. Daarbij dienen de algen<br />
in de kas niet alleen als zonwering, maar<br />
kunnen er ook nuttige stoffen<br />
uit gewonnen worden<br />
voor hoogwaardige<br />
toepassingen. Dit<br />
Groningen<br />
alles doen wij in<br />
nauwe samenwerking<br />
met<br />
kennisinstellingen<br />
als Wageningen<br />
UR en het Productschap<br />
Tuinbouw dat<br />
de praktijkproeven<br />
coördineert.’<br />
Energie en afval<br />
Een van de andere<br />
organisaties die ondernemers<br />
in de Gelderse<br />
tuinbouwsector ondersteunt<br />
bij het inspelen<br />
op de biobased economy,<br />
is het Regionaal Centrum voor<br />
Technologie (RCT) Rivierenland. Recentelijk<br />
creëerde de provincie Gelderland<br />
nog een innovatiekredietfonds met een<br />
budget van twee miljoen euro voor de<br />
ontwikkeling van het tuinbouwcluster<br />
Betuwse Bloem. ‘En voor dit cluster is<br />
de biobased economy inderdaad een van<br />
de grote thema’s waar innovatiekansen<br />
aanwezig zijn’, stelt Eleonora Swart, innovatiemakelaar<br />
bij RCT Rivierenland. ‘Het<br />
benutten van de biomassa die bij vrijwel elk<br />
tuinbouwbedrijf ontstaat, gebeurt bij de ondernemers<br />
vanuit meerdere drijfveren. Enerzijds<br />
willen zij duurzaam ondernemen, anderzijds is<br />
het een kans om kosten te verlagen en tenslotte<br />
kan het zelfs opbrengsten genereren.’ Hoe dan<br />
ook, het beter organiseren van de verschillende<br />
productieprocessen is volgens Swart de<br />
rode draad. ‘Want of je nu komkommerteler of<br />
champignonverwerker bent, eigenlijk moet je in<br />
je hele bedrijf kijken of je goed met energie en<br />
afval omgaat. Op alle niveaus in de sectoren is<br />
het interessant om te kijken of zaken verbeterd<br />
kunnen worden. Als RCT Rivierenland proberen<br />
wij daarbij ondernemers te ondersteunen als ze<br />
vragen hoe zij onder meer actief kunnen worden<br />
in de biobased economy.’<br />
Champost<br />
Inmiddels heeft RCT Rivierenland samen met de<br />
in het werkgebied actieve ondernemers meerdere<br />
biobased innovatietrajecten geïnitieerd. Zo<br />
bleek het helaas in eerste instantie commercieel<br />
nog niet haalbaar om champost – productieafval<br />
dat ontstaat bij de champignonteelt – energiezuinig<br />
te drogen. ‘Dit wordt echter verder<br />
onderzocht met alternatieve droogmethoden’,<br />
licht Swart toe. ‘Daarnaast wordt naar de mogelijkheden<br />
gekeken om bacteriën in te zetten<br />
voor de bewerking van champost. Champost<br />
is immers de grootste massa afval in het Rivierenland.<br />
Het is een grote uitdaging hier een<br />
oplossing voor te vinden in de vorm van gebruik<br />
als kunstmest en/of biobrandstof. In een ander<br />
traject onderzoeken wij de mogelijkheden voor<br />
het persen van onder meer bermgras om het<br />
sap te gebruiken als aanvulling op mest. Bij al<br />
deze voorbeelden zoeken wij de samenwerking<br />
met kennisinstellingen. Om ondernemers te blijven<br />
inspireren is het belangrijk dat de innovatiesnelheid<br />
hoog is en een grote eyecatcher zich<br />
voordoet. De retailers vragen namelijk wel om<br />
een duurzamere teelt, maar logischerwijs moet<br />
het voor tuinbouwers binnen afzienbare tijd ook<br />
commercieel een haalbare kaart zijn.’<br />
Thatchtec pakt voor tuinders<br />
worsteling met bodemziektes aan<br />
Herman Feil en Bert Tournois geven sinds<br />
2001 leiding aan TDI. Onder TDI zijn de twee<br />
ondernemers inmiddels tal van dochterondernemingen<br />
gestart waaronder Thatchtec.<br />
Dit bedrijf legt zich toe op biogebaseerde<br />
methoden voor de bestrijding van ongewenste<br />
micro-organismen. ‘Het bestrijden van<br />
bodemziekten is een van de grootste worstelingen<br />
van de tuinbouwsector. Wij helpen hen<br />
dit aan te pakken’, stelt Feil.<br />
Thatchtec biedt heeft samen met Wageningen<br />
UR de ‘Bodem Resetten’-technologie<br />
ontwikkeld; een nieuwe methode van biologische<br />
grondontsmetting zonder de tussenkomst<br />
van chemicaliën of stomen. ‘Onze<br />
methode bestaat uit het onderwerken van<br />
specifi ek materiaal in de grond, gevolgd door<br />
het afdichten van de grond. Wij verrijken zo<br />
de bodem via een ‘Yakult’-benadering en<br />
creëren een explosie van het bodemleven via<br />
goede bacteriën. Wij doden niet alleen de<br />
ziektes, maar maken ook de bodem rijker en<br />
minder gevoelig voor ziektes.’<br />
In de komende periode hoopt Feil de technologie<br />
verder te verbeteren. Feil: ‘Zo willen wij<br />
de inwerkingstijd terugbrengen van vier naar<br />
twee weken. Ook het verder regisseren van<br />
de supply chain staat hoog op de agenda.<br />
Wij willen qua marktvolume binnen enkele<br />
jaren vergelijkbaar zijn met de concurrerende<br />
stoomtechnologie. Binnen Nederland wordt<br />
jaarlijks zo’n duizend hectare gestoomd. Wij<br />
hebben tot dusver voor zeventig telers tussen<br />
de vijftien en twintig hectare bodem ontsmet.<br />
Eind <strong>2012</strong> willen wij veertig hectare bodem<br />
hebben gereset en in binnen- en buitenland<br />
over salespartners beschikken.’<br />
Special Gelderland | 9
Regio Achterhoek, provincie Gelderland en Alliander<br />
geven Biogas Infrastructuur Oost Nederland vorm<br />
In de Achterhoek werken regionale overheden, de provincie Gelderland en Alliander aan de realisatie<br />
van de Biogas Infrastructuur Oost Nederland (BION). De provincie sloot hiertoe onder meer een Green<br />
Deal met de Rijksoverheid en wil met BION de productie van biogas in Gelderland versnellen. Meer dan<br />
de naam doet vermoeden, draait het project juist ook om het realiseren van ‘niet-fysieke’ infrastructuur<br />
zoals het genereren van nieuwe business modellen en het beschikbaar stellen van fi nanciering.<br />
Het BION-project speelt met name in de mestrijke regio’s Stedendriehoek en<br />
Achterhoek. Zo heeft de regio Achterhoek de doelstelling op termijn energieneutraal<br />
te zijn. Zij wil dat bereiken door in te zetten op zonne-energie,<br />
maar vooral ook op biomassa. Het doel is om op termijn honderd miljoen<br />
kubieke meter groen gas te produceren.<br />
Duurzaamheidsambities<br />
‘Als netbeheerder willen wij dergelijke regio’s waarin wij actief zijn graag<br />
helpen om hun duurzaamheidsambities te realiseren’, stelt Pieter van der<br />
Ploeg, beleidsadviseur strategie bij Alliander. ‘Wij zien het daarbij als onze<br />
taak om te informeren over de consequenties van bepaalde keuzes. Het is<br />
belangrijk om te informeren zodat de regio’s de kansen en mogelijkheden<br />
goed in beeld hebben. Zo beseft men vaak niet dat de keuze voor duurzame<br />
energie ook invloed heeft op het landschap. Fossiele energie wordt veelal<br />
ondergronds gegenereerd, terwijl duurzame energieopwekking veelal bovengronds<br />
plaatsvindt. Dit kan leiden tot een spanningsveld.’<br />
Gelderland beschikt over veel mestafval en volgens Van der Ploeg is het<br />
maken van biogas een goede optie. ‘Biogas kent een hoge aaibaarheidsfactor<br />
omdat het zich veelal aan het gezichtsveld van de burger onttrekt.<br />
Opwekking vindt immers plaats op het terrein van agrariërs.’ Dat het<br />
daarbij niet altijd fi nancieel interessant is om biogas op te werken tot<br />
aardgaskwaliteit hoeft volgens Van der Ploeg geen probleem te zijn. ‘Wij<br />
kijken naar zogenaamde end-of-pipe ontwikkelingen. De eindpunten van<br />
10 | Special Gelderland<br />
het aardgasnetwerk vergen namelijk een bepaalde gaskwaliteit en wij<br />
willen fabrikanten bewegen om bijvoorbeeld CV-ketels te ontwikkelen die<br />
ook kunnen opereren met biogas dat geen aardgaskwaliteit heeft. Voor<br />
het succes van duurzame energie is het nu eenmaal nodig af te wijken van<br />
standaarden. Het omzetten van duurzaam opgewekte energie in de ‘grijze’<br />
standaarden kost vaak onnodig geld.’<br />
Instrumenten<br />
‘En bovendien is het een kwestie van het bij elkaar brengen van vraag en<br />
aanbod’, vult Roland Bus aan. Bus is bij de Provincie Gelderland projectleider<br />
van BION. ‘Zo is het zeer goed mogelijk om biogas dat niet opgewerkt<br />
is tot aardgaskwaliteit te gebruiken bij industriele bedrijven.’ Waar de regio<br />
Achterhoek de ambitie heeft om in de toekomst honderd miljoen kubieke<br />
meter gas te produceren, streeft de provincie volgens Bus naar een totale<br />
productie van tweehonderd miljoen kubieke meter biogas in 2020. ‘Door te<br />
faciliteren en belemmeringen weg te nemen willen wij het mogelijk maken<br />
dat dit doel bereikt wordt’, stelt Bus. ‘De belangrijkste uitdaging is logischerwijs<br />
het rendabel maken van de biogasproductie. Vergisters waar mest,<br />
slib en gft-afval ingevoerd worden produceren biogas en digestaat. Waar<br />
het biogas geld oplevert, kost het afzetten van digestaat geld. Dat is een<br />
van de problemen die aangepakt moeten worden.’<br />
Bus licht toe dat de provincie aan zes instrumenten werkt – die tezamen BION<br />
vormen – om de productie van biogas te stimuleren. ‘Het eerste instrument<br />
bestaat uit het collectief bundelen van de biogasproductie door vergisters<br />
aan elkaar te koppelen en het geproduceerde gas op een centrale plaats te<br />
verzamelen. Hierdoor kan er decentraal geproduceerd worden en rechtstreeks<br />
gebruikt dan wel opgewerkt worden tot aardgas of transportbrandstof.’<br />
First movers<br />
Het tweede en derde instrument behelzen allereerst het vergroten van de<br />
biomassa-input door meer biomassareststromen te gebruiken. Ten tweede wordt<br />
bekeken of digestaat opgewerkt kan worden tot een kunstmestvervanger. Bus:<br />
‘Het vierde instrument is een nieuw business model voor de veehouderij. Het opnemen<br />
van een biovergister in een agrarisch bedrijf leidt in de praktijk regelmatig<br />
tot problemen. Door een integratieproces te ontwikkelen willen wij agrariërs<br />
helpen het te organiseren en ook andere doelen bereiken, zoals emissiereductie.<br />
Het vijfde instrument bestaat uit het stimuleren van de vraag naar biogas door<br />
transportbedrijven die op biogas kunnen rijden te koppelen aan biogasproducenten.<br />
Het laatste instrument is tenslotte de inzet van fi nanciële middelen.’<br />
‘Deze zes instrumenten stellen ons in staat om in de komende periode samen<br />
met het bedrijfsleven, de regio’s en Alliander meters te maken op weg naar de<br />
2020-doelstelling’, vervolgt Bus. ‘Door met fi rst movers als Groot Zevert Vergisting<br />
en FrieslandCampina succesvolle business cases te realiseren, hopen<br />
wij bovendien een vliegwieleffect te creëren.’
Achterhoek aan de slag met eendenkroos, mest en biogas<br />
In de Gelderse Achterhoek draait de biobased economy al op volle toeren. Zowel op het gebied van<br />
aquatische biomassa als mestvergisting en -raffi nage worden volop meters gemaakt. Een van de nieuwste<br />
activiteiten is de oprichting van het Innovatiecentrum voor Mest(verwerking) en Biogas.<br />
Arjan Prinsen en Jan Groot Zevert (Groot Zevert Vergisting),<br />
Leon Marchal (ForFarmers), Theo Bijman (Nijhuis<br />
WaterTechnology) en Hayo Canter Cremers (CC Advies)<br />
ForFarmers omarmt aquatische biomassa<br />
ForFarmers R&D-manager Leon Marchal is duidelijk: aquatische biomassa<br />
– en eendenkroos in het bijzonder – geniet de volle aandacht van<br />
ForFarmers. Zo ziet het bedrijf onder meer een grote toekomst weggelegd<br />
voor eendenkroos als alternatieve eiwitbron. De Achterhoekse veevoederfabrikant<br />
heeft de biobased economy eigenlijk al decennia lang op haar<br />
netvlies staan. ‘Agrogrondstoffen zijn in essentie altijd hernieuwbaar’,<br />
vertelt Marchal. ‘Bovendien verwerken wij als feedbedrijf meer en meer<br />
zijstromen. Aquateelt is daarbij relatief nieuw. Eendenkroos is een van de<br />
eerste vormen die wij onderzoeken vanwege positieve eigenschappen als<br />
snelle vermenigvuldiging, de hoge eiwitconcentratie en kansen voor combinatie<br />
met waterberging en mestverwerking.’ ForFarmers gelooft heilig in<br />
co-innovatie en is blij dat het consortium EDV gevormd is om te komen tot<br />
commerciële eendenkroosproductie en de bijbehorende verwerking van de<br />
aanwezige eiwitten. ‘Zoals gezegd zijn wij druk doende om in 2013 de pilotvalidatie<br />
af te ronden. Een aantal van onze klanten gaan in de komende<br />
periode aan de slag om de theorie ook in de praktijk te testen. De opzet<br />
is dat wij de eendenkroos niet zelf gaan verwerken in veevoer, maar dat<br />
de eendenkroos lokaal geproduceerd wordt door onze klanten en lokaal<br />
geconsumeerd wordt door hun rundvee. Eendenkroos bestaat namelijk<br />
voor 92 procent uit water en het zou te veel energiekosten met zich meebrengen<br />
om het te drogen. Wij geloven daarom in het sluiten van de lokale<br />
keten.’ Marchal besluit: ‘Als eendenkroos eenmaal succesvol geteeld en<br />
verwerkt wordt door onze klanten, zullen wij ook andere plantensoorten<br />
onderzoeken om zo aquatische biomassa optimaal te benutten.’<br />
‘Twee jaar geleden kwam de biobased economy voor het eerst in het zicht<br />
van het Achterhoeks Centrum voor Technologie (ACT)’, vertelt ACT-directeur<br />
Martin Stor. ‘Een van de actuele thema’s in de Achterhoek is mestverwerking,<br />
eveneens een thema in de biobased economy. Deze regio valt op door<br />
haar ‘doen’-mentaliteit. Hier test men daadwerkelijk innovatieve technologieën<br />
in de praktijk. Een van de nieuwste ontwikkelingen is de oprichting<br />
van het Innovatiecentrum voor Mest(verwerking) en Biogas dat gevestigd<br />
wordt op het duurzame bedrijvenpark Laarberg in Groenlo. Het innovatiecentrum<br />
is gesticht door Achterhoekse bedrijven en moet nieuwe ideeën<br />
bedenken en uitproberen. Het wordt voorlopig gefi nancierd vanuit de bedrijven,<br />
maar wij kijken naar aanvullende fi nancieringsmogelijkheden.’<br />
Haalbaarheidsstudie<br />
Hayo Canter Cremers van CC Advies verrichtte de haalbaarheidsstudie<br />
naar het innovatiecentrum. Canter Cremers: ‘De raffi nage van vergist mest<br />
gebeurt tot op heden met onbetrouwbare technieken. Hierdoor is nog onvoldoende<br />
rendabel. Door in het innovatiecentrum de krachten van ondernemers<br />
te bundelen kunnen wij gezamenlijk stappen voorwaarts maken.’<br />
Met de naam van CC Advies is direct ook het onderwerp aquatische biomassa<br />
in zicht. Samen met Groot Zevert Vergisting en ForFarmers (zie kader)<br />
vormt CC Advies namelijk het consortium EDV. EDV is bezig eendenkroos op<br />
een mengsel van water en mest te kweken als veevoer voor de aanwezige<br />
eiwitten. Bij Groot Zevert Vergisting in Beltrum staat een proefi nstallatie<br />
voor het automatisch kweken en oogsten van eendenkroos.<br />
Erkenning<br />
‘De laatste stap die wij moeten zetten is de Europese erkenning krijgen<br />
om eendenkroos te mogen voeren’, vertelt Arjan Prinsen van Groot Zevert<br />
Vergisting. ‘Dit is de laatste stap naar de daadwerkelijke verkoop van<br />
eendenkroos. Het is natuurlijk fantastisch dat iets wat in 2009 als een<br />
haalbaarheidsstudie begon, nu in de praktijk blijkt te werken. Als Groot<br />
Zevert Vergisting hebben wij een belangrijke bijdrage geleverd door tachtig<br />
procent van de technologie te leveren. Maar onderaan de streep geldt dat<br />
geen deelnemer in het consortium zonder de ander kan.’<br />
‘Een van de laatste drempels die wij gezamenlijk slechten is het op zijn<br />
plaats houden van de eendenkroos op grote wateroppervlakten’, voegt<br />
Canter Cremers toe. ‘Het concept heeft zich verder bewezen. Wij beschikken<br />
over een uitstekende concurrentiepositie, zowel door onze geheime<br />
receptuur als door drie jaar ervaring. De ultieme droom is om uiteindelijk<br />
als dé volledige eiwitbron voor de veevoederindustrie in heel Nederland te<br />
fungeren. Persoonlijk ben ik tevreden als wij binnen vijf jaar produceren op<br />
een oppervlakte van duizend hectare.’<br />
‘Daarbij hopen wij komend jaar eendenkroos als product voor het eerst te<br />
verkopen’, besluit Prinsen. ‘Wij zullen in een vijver van een halve hectare<br />
starten met de productie. In 2013 hopen wij nog vier à vijf van dergelijke<br />
vijvers operationeel te krijgen. Eendenkroos is namelijk een perfect product<br />
om de agrarische kringloop te sluiten.’<br />
Special Gelderland | 11<br />
| 9
7-10 April 2013<br />
Wageningen | The Netherlands<br />
Invitation<br />
1-daagse conferentie<br />
Register now<br />
www.bff2013.org<br />
Biomassa als grondstof<br />
voor de Industrie<br />
Krijg inzicht in de technische kansen van de BioBased <strong>Economy</strong>:<br />
q Toepassing biomassa in industrie en materialen<br />
Met praktijkcases van o.a.:<br />
q Overzicht soorten, verwerkingsprocessen en technieken van<br />
- Orgaworld<br />
biomassa tot industriële grondstof en eindproduct<br />
-<br />
-<br />
Dun Agro<br />
Bioproces Pilot Facility (BPF)<br />
q Samenwerkingscombinaties en technische ketenontwikkeling;<br />
wie worden elkaars leverancier en afnemer?<br />
- ECN<br />
- Parenco<br />
q BioBased <strong>Economy</strong>: de lange termijn focus vanuit Den Haag en Brussel<br />
Meld u nu aan via www.iir.nl/biobased of info@iir.nl | Datum: 18 december <strong>2012</strong> | Locatie: WTC Rotterdam
Jules Kortenhorst van Topell Energy over de potentie van torrefactie-technologie:<br />
‘In 2020 misschien wel vijftig fabrieken onder licentie gerealiseerd’<br />
He t Gelderse bedrijf Topell Energy maakt als eerste bedrijf ter wereld de grootschalige verwerking<br />
van biomassa tot biobrandstof mogelijk via torrefactie. In Duiven heeft het bedrijf sinds ruim een jaar<br />
de beschikking over haar eerste fabriek die laagwaardige biomassa transformeert in een homogene<br />
en energierijke brandstofkorrel die bijvoorbeeld probleemloos gebruikt kan worden als vervanger van<br />
steenkool in energiecentrales. De potentie van Topell Energy werd afgelopen juni nog eens bevestigd<br />
toen het bedrijf bij een groep investeerders dertien miljoen euro wist op te halen.<br />
‘Torrefactie is in feite ontleend aan het oorspronkelijke idee van het roosteren<br />
van koffi e’, opent ceo Jules Kortenhorst het gesprek. ‘Tien jaar geleden<br />
schreef ECN de eerste paper ter wereld over de torrefactie van biomassa.<br />
Torrefactie van biomassa leidt tot drie belangrijke effecten. Allereerst wordt<br />
het vocht uit de biomassa gedreven. Ten tweede ontsnappen de zogenaamde<br />
korte koolstofketens, deze vangen wij in onze fabriek af en gebruiken<br />
dit als brandstof voor onze fabriek. Een derde effect is het doorbreken van<br />
de hemicelluloseketen. Hierdoor is de biomassa na de torrefactie makkelijk<br />
voor te bereiden voor bio-energiedoeleinden.’<br />
Licentie<br />
De eerste fabriek van Topell Energy kan op jaarbasis zeker zestigduizend ton<br />
duurzame brandstof produceren uit biomassa. Met deze hoeveelheid brandstof<br />
kan de gemiddelde energiecentrale elektriciteit produceren voor zo’n tweeënveertigduizend<br />
huishoudens. De fabriek in Duiven draait momenteel op vijftig<br />
procent. ‘Aan het eind van het kalenderjaar hopen wij de volledige capaciteit<br />
te benutten’, stelt Kortenhorst. ‘Het is logisch dat een baanbrekend proces een<br />
opstartperiode kent. En die tijd krijgen wij ook, want met onze technologie<br />
kunnen inconsistente biomassastromen gestandaardiseerd worden. Wij creëren<br />
een eenduidig product dat in de gehele waardeketen ingezet kan worden.’<br />
De ambitie voor dit jaar behelst meer dan het volledig operationeel krijgen<br />
van de fabriek in Duiven. Kortenhorst: ‘Wij willen minimaal één fabriek onder<br />
licentie laten bouwen. Deze zal niet noodzakelijkerwijs in Nederland gereali-<br />
seerd worden. Naar het zich laat aanzien wordt er één elders in Noordwest-<br />
Europa en hopelijk nog een fabriek op een verderaf gelegen locatie gerealiseerd.<br />
Ik zie op termijn ook ruimte voor het onder licentie laten verrijzen van<br />
fabrieken in Noord-Amerika, Zuid-Afrika en Brazilië.’ In de fabriek in Duiven<br />
is het vooral (snoei)hout dat het proces van torrefactie ondergaat. Kortenhorst<br />
ziet ook opties om gebruik te gaan maken van stro en maïsafval. ‘Wij<br />
hebben in onze onderzoeksfaciliteiten in Duitsland inmiddels driehonderd<br />
verschillende vormen van biomassa getorrefi ceerd. Hieruit is gebleken dat het<br />
mogelijk is allerlei smaken van biomassa te torrefi ceren. In feite is bijna alles<br />
mogelijk als de grootte van de biomassa maar consistent is. Wij verwerken in<br />
een fabriek bijvoorbeeld óf houtzaagsel óf blokjes hout. Beide vormen verwerken<br />
is een stuk kostbaarder en complexer.’<br />
Hoe groot de marktpotentie van torrefactie is, valt volgens Kortenhorst nog<br />
moeilijk te zeggen. ‘Met de wetenschap dat Europa meer en meer werkt<br />
aan het realiseren van de CO2- en energiedoelstellingen voor het jaar 2020,<br />
staat ons een stormachtige groei te wachten. Misschien hebben wij in 2020<br />
wereldwijd wel vijftig fabrieken gelicenseerd.’ Grootste uitdaging is daarbij<br />
volgens Kortenhorst het overtuigen van de energie- en chemiesector. ‘Zij zijn<br />
vrij conservatief met het opnemen van nieuwe grond- en brandstoffen. Tegelijkertijd<br />
zijn het belangrijke afzetmarkten, want als zij eenmaal met je product<br />
opereren gaat het direct om grote volumes.’<br />
NADER UITGELEGD...<br />
Torrefactie<br />
Torrefactie is een technologie om<br />
biomassa dusdanig te veranderen dat<br />
het beter te gebruiken is bij verbranding<br />
en vergassing. Het is een milde vorm<br />
van pyrolyse waarbij de biomassa<br />
wordt veranderd van structuur bij<br />
een temperatuur tussen de twee- en<br />
driehonderd graden. Via torrefactie<br />
kan biomassa niet alleen tot een zeer<br />
effi ciënte en effectieve vorm van<br />
bijvoorbeeld brandstof verworden,<br />
maar ook makkelijk vervoerd worden.<br />
Special Gelderland | 13
PaperFoam wil verkrijgbaar zijn in elk verpakkingscentrum ter wereld<br />
‘De olie-gebaseerde plastics zullen ooit verdwijnen. De milieubelasting wordt<br />
simpelweg te groot. Regelgeving en bewustwording gaan bijdragen aan het<br />
tot standaard verworden van bioplastics. Al ruim voor die tijd willen wij dat<br />
PaperFoam verkrijgbaar is in elk verpakkingscentrum ter wereld.’ Deze ambitie<br />
wordt uitgesproken door Mark Geerts, directeur van het Barneveldse PaperFoam.<br />
De geschiedenis van PaperFoam gaat terug naar 1993. Vertis, destijds it-dochter<br />
van aardappelzetmeelverwerker Avebe, experimenteerde met het omzetten<br />
van zetmeel in bioplastics. Het bedrijf bleek de toekomst vooruit en Avebe riep<br />
de testen een halt toe. Eigenwijs genoeg besloot Vertis op eigen kracht de<br />
experimenten door te zetten. Dit leidde uiteindelijk in 1998 tot de oprichting<br />
van PaperFoam. Sinds 2008 geeft Mark Geerts leiding aan het bedrijf.<br />
Diversifi catie<br />
‘In 1998 was het bedrijf eigenlijk te vroeg met de vermarkting van bioplastics’,<br />
blikt Geerts terug. ‘Alleen experts zagen het toekomstpotentieel.<br />
Destijds is men daarom op zoek gegaan naar een nichetoepassing. Die<br />
werd gevonden in de vorm van cd- en dvd-verpakkingen. Al snel was het<br />
14 | Special Gelderland<br />
een groot succes en werden zo’n vijftien miljoen stuks afgezet. Helaas<br />
gooide de opkomst van internet roet in het eten, want de verkoop van cd’s<br />
en dvd’s liep hierdoor sterk terug.’ Tijd om lang te treuren was er voor PaperFoam<br />
niet. Om een crisis af te wenden, koos men voor een strategie van<br />
diversifi catie. ‘Onder meer de medische markt, foodindustrie en de markt<br />
van consumentenelektronica werden als speerpuntsectoren aangewezen’,<br />
blikt Geerts terug. ‘Grote voordelen van deze markten zijn de relatief zekere<br />
afzet. Met name food en medical zijn minder conjunctuurgevoelig. Nadeel is<br />
echter dat de producten vocht- en stralingsbestendig moeten zijn. Iets wat<br />
bij cd- en dvd-verpakkingen niet het geval is.’<br />
Receptuur<br />
Via Agentschap NL wist PaperFoam een innovatiesubsidie te bemachtigen<br />
om de PaperFoam-verpakkingen met een ‘nieuwe’ receptuur vocht- en stralingsbestendig<br />
te maken. Met een mengsel van aardappelzetmeel, houtvezel<br />
en nog een geheim ingrediënt à la Coca Cola verovert het bedrijf inmiddels<br />
de wereldwijde verpakkingenmarkt. ‘Vandaag de dag fl oreert ons bedrijf<br />
als nooit tevoren en dit alles door de strategiewijziging die jaren geleden is<br />
ingezet’, stelt Geerts. ‘Wij hebben echter een lange weg af moeten leggen<br />
om hier te komen. Het is niet zo eenvoudig om nieuwe klanten te werven<br />
zoals de grote namen in ons portfolio doen vermoeden. Philips hebben wij<br />
bijvoorbeeld pas in 2008 binnen weten te halen als klant, terwijl wij vanaf<br />
1998 voor hen al testtrajecten uitvoerden.’<br />
‘Sindsdien is Philips natuurlijk wel een eyecatcher’, vervolgt Geerts. ‘Net als<br />
Microsoft waarvoor wij verpakkingen voor de Xbox produceren. Ook in de<br />
foodindustrie is de eerste grote klant aanwezig: wij vervaardigen eierdoosjes<br />
van Rondeel voor verkoop door Albert Heijn.’<br />
Groeimarkten<br />
Niet alleen Europa, maar juist ook Amerika en Azië worden voor PaperFoam<br />
steeds belangrijkere afzetmarkten. Een opvallende trend is dat klanten meer<br />
en meer naar hun afnemers duiden dat hun verpakkingen biobased zijn. ‘Op<br />
termijn wil ook de consument weten of een verpakking biobased is’, voorspelt<br />
Geerts. ‘De groep mensen die zich bewust is van het vervuilingsprobleem van<br />
verpakkingen groeit namelijk met de dag. Terugkomend op de groeimarkten;<br />
China staat met stip op één. Het is het verpakkingscentrum van de wereld.<br />
Door de omvang van China wordt het voor ons ook steeds belangrijker en<br />
mogelijk om vanuit onze vestiging in Maleisië de wereld te veroveren.’<br />
De ambitie van Geerts en zijn team is daarbij fors. ‘Wij willen dat Paper-<br />
Foam in elk belangrijk verpakkingscentrum ter wereld in de toekomst<br />
verkrijgbaar is. Zo hoeven onze producten straks niet meer dan duizend tot<br />
vijftienhonderd kilometer af te leggen. Logischerwijs zullen wij in het komend<br />
decennium partners verwerven om deze droom waar te maken. Grote<br />
uitdaging is het vinden van ‘stabiele’ klanten zonder al te steile groeicurves.<br />
Ook het voldoende snel doorlopen van goedkeuringstrajecten voor nieuwe<br />
marktsegmenten is een ferme uitdaging.’
Subsidieregeling Biobest leidt tot dertien marktrijpe biobased producten<br />
Anderhalf miljoen euro subsidie voor dertien ondernemers om biobased producten te ontwikkelen.<br />
Het is in een notendop de kern van het Gelderse Biobest-programma. Een omvangrijk deel van de<br />
bedrijven mikt op de ontwikkeling van biogebaseerde verpakkingen. Zo kreeg Biopearls ruimte<br />
voor de ontwikkeling van een blisterverpakking voor wijnfl essen en AFP Holland subsidie om de<br />
productie van biobased fi lms te onderzoeken.<br />
Met biobased elastisch<br />
materiaal (boven) heeft<br />
BioPearls een nieuwe<br />
alternatieve dranken-<br />
verpakking gemaakt<br />
Remy Jongboom startte zeven jaar geleden het in biobased materialen<br />
gespecialiseerde Biopearls op. Twee jaar geleden ontstond het idee voor<br />
een nieuw verpakkingsconcept als alternatief voor de bekende blister. ‘Ik<br />
kwam op het spoor van een biobased elastisch materiaal dat na gebruik<br />
zijn oorspronkelijke vorm aanneemt. Uiteindelijk ben ik hierover met een<br />
slijter in Zetten in gesprek geraakt en is het idee van de cadeauverpakking<br />
ontstaan. De Biobest-subsidie was het laatste spreekwoordelijke zetje.<br />
Eind <strong>2012</strong> vindt de marktintroductie plaats en volgend jaar willen wij het<br />
product in minimaal één andere bedrijfstak introduceren.’<br />
Invloed<br />
De verpakking van Biopearls is een combinatie van golfkarton en de<br />
biobased folie en wordt in opdracht geproduceerd door twee Europese<br />
multinationals die actief zijn op het gebied van golfkarton en biopolymeren.<br />
‘Het belangrijkste voor de slijter is dat de verpakking mooi is’, stelt<br />
Jongboom. ‘Dat deze biobased is, is een mooi extraatje. Onze ambitie is<br />
om op wereldschaal actief te worden met dit product en te reiken tot de<br />
Bacardi’s van deze wereld. Wij kunnen en willen toe naar een universele<br />
verpakking die meegeeft. Op die manier hoeven fabrikanten niet voor elke<br />
fl es een andere verpakking te creëren. Ik ben zodoende overtuigd dat ons<br />
product banen creëert in de Gelderse biobased economy. De gehele biobased<br />
economy kan overigens voor Gelderland dezelfde positieve invloed<br />
hebben als de haven voor Rotterdam heeft gehad.’<br />
Bij het Apeldoornse AFP Holland is het Eddy Hilbrink die zich al ruim tien<br />
jaar bezighoudt met de ontwikkeling van biobased verpakkingsmateriaal.<br />
AFP ontwikkelt, produceert en vermarkt fl exibele verpakkingsconcepten.<br />
‘Vandaag de dag is er eigenlijk geen enkele kunststoffabrikant niet met<br />
groene chemie bezig, maar in 2001 waren wij een van de pioniers’, blikt<br />
Hilbrink terug. ‘Ik ben daarbij nooit een purist geweest, maar geloofde direct<br />
in het combineren van traditionele oliegebaseerde met biogebaseerde<br />
materialen. Wil je namelijk naar de grootschalige markten en toepassingen<br />
toegroeien, dan is een tussenstap met combinaties noodzaak.’<br />
Potentie<br />
Via deze route kwam Hilbrink enkele jaren geleden onder meer op het<br />
spoor van biocomposieten. ‘Zo wordt in Bangladesh kenav op plantages<br />
gekweekt en geoogst. Dit is een soort juten en deze wordt vermengd<br />
met kunststofvezels om het materiaal dat zo ontstaat te kunnen verwerken<br />
in automotive applicaties. BMW heeft het product bestempeld als<br />
‘the next premium material’ voor de automobielindustrie. Wij werken<br />
overigens via een roadmap aan de ambitie om het product ooit honderd<br />
procent biobased te vervaardigen.’<br />
Maar er is meer. Ook AFP kreeg namelijk subsidie vanuit Biobest.<br />
Het bedrijf deed hiermee onderzoek naar de mogelijkheid om met de<br />
NanoLayer-technologie – mede ontwikkeld door AFP – zetmeel in PLA<br />
en PLA in zetmeel in te steken. Hilbrink: ‘Waar zetmeel namelijk als te<br />
flexibel gezien wordt, kan dit met PLA opgestijfd worden en PLA – dat<br />
erg stug is – kan met zetmeel flexibeler gemaakt worden. Als onderdeel<br />
van Biobest zijn in ons pilotcenter op productieschaal de nodige<br />
proeven uitgevoerd. De data wordt momenteel bestudeerd en de bevindingen<br />
lijken positief te zijn. Wij hopen uiteindelijk biobased films in<br />
opdracht van derden te kunnen en mogen vervaardigen. Wij zijn inmiddels<br />
tien jaar bezig met biobased materialen en dit is een product met<br />
een grote commerciële potentie.’<br />
Het pilotcenter van AFP Holland<br />
Special Gelderland | 15
Orineo, Derbigum en BTG ontwikkelen samen<br />
BIOtumen als alternatief bitumen<br />
De meeste platte daken in Nederland zijn voorzien van een bitumineuze dakbedekking. De unieke<br />
eigenschappen van de gebruikte bitumen – zoals duurzame waterdichtheid, uitstekende hechting<br />
en eenvoudige verwerking – vormen de voornaamste redenen voor het grote marktaandeel. In een<br />
wooncomplex in Nijmegen wordt echter binnenkort het biogebaseerde alternatief BIOtumen in<br />
gebruik genomen om de uit aardolie afkomstige bitumen te kunnen vervangen.<br />
De uit Gelderland afkomstige ondernemer Bôke Tjeerdsma is al meer dan<br />
twee decennia actief in de biobased economy. Na een carrière aan de universiteit<br />
in Wageningen richtte hij drie jaar geleden zijn eigen bedrijf BioBased<br />
Applications op. ‘Ik wilde niet langer alleen als onderzoeker, maar ook als<br />
kennisleverancier en ondernemer acteren’, licht Tjeerdsma toe. ‘Uiteindelijk<br />
heb ik in Orineo de handen ineengeslagen met drie andere zelfstandige ondernemers<br />
die eveneens gericht zijn op vergroening met de vervanging van<br />
olie-gebaseerde grondstoffen door biogebaseerde alternatieven.’<br />
Biopolymeren<br />
Binnen de samenwerking tussen Orineo en Derbigum ontstond het idee om<br />
een hernieuwbare variant te ontwikkelen voor aardolie gebaseerde daken<br />
van bitumen. Tjeerdsma: ‘Wij hebben direct contact gelegd met BTG Biomass<br />
Technology Group, omdat wij in hun pyrolyse proces kansen zagen om met<br />
pyrolyse-olie een dakbedekking te ontwikkelen. Met pyrolyse maak je in feite<br />
heterogene biomassa homogeen voor onder andere energietoepassingen. In<br />
dit proces verander je de biomassa in een handzame en verwerkbare vorm.<br />
Naast energietoepassing kun je ook meer hoogwaardige toepassingen uit<br />
pyrolyse-olie creëren. Een grote deelfractie uit de pyrolyse, de zogenaamde<br />
lignine biopolymeren, is geschikt voor de productie in dakmembranen.’<br />
Om het idee verder te ontwikkelen werd er een consortium met een viertal ondernemingen<br />
gevormd om de ontwikkeling van BIOtumen mogelijk te maken.<br />
Op de eerste plaats sloot de Belgische onderneming Derbigum aan, bekend<br />
16 | Special Gelderland<br />
van de duurzame dakoplossingen die zij ontwikkelt. Vanuit Nederland werden<br />
BTG Biomass Technology Group en dakbedekkingsbedrijf Weijers Platte Daken<br />
toegevoegd. Bovendien was woningcorporatie Talis bereid in Nijmegen een<br />
pilotlocatie beschikbaar te stellen. ‘Als klap op de vuurpijl hebben wij bij de<br />
provincie Gelderland subsidie weten te bemachtigen om het innovatietraject<br />
te versnellen’, aldus Tjeerdsma. ‘Inmiddels heeft Weijers Platte Daken op het<br />
wooncomplex van Talis in Nijmegen een groot deel van de BIOtumen aangebracht<br />
en in oktober wordt dit met een feestelijke ceremonie afgerond.’<br />
Rendement<br />
Volledig uitontwikkeld is het product BIOtumen echter nog niet. Volgens<br />
Tjeerdsma zijn er nog diverse haken en ogen. ‘Het is bijvoorbeeld een uitdaging<br />
om bij de opschaling te zorgen dat er een continue kwaliteit vervaardigd<br />
wordt. Samen met Derbigum richten wij ons verder op het doel om een hoger<br />
rendement te behalen in het productieproces. Ook zoeken wij nog naar een<br />
partner die op industriële schaal de pyrolyse-olie kan opwerken naar de voor<br />
BIOtumen geschikt biopolymeren. Met de bouw van hun nieuwe pyrolysefabriek<br />
zal BTG op industriële schaal pyrolyse-olie kunnen leveren. Al met al<br />
hopen wij eind volgend jaar de laatste hobbels genomen te hebben en de<br />
BIOtumen op industriële schaal in de markt te kunnen zetten.’<br />
NADER UITGELEGD...<br />
Pyrolyse<br />
Pyrolyse is het Griekse woord voor<br />
uit elkaar halen met vuur. Het is een<br />
techniek waarbij met behulp van<br />
zeer hoge temperaturen en zonder<br />
zuurstof biomassa kan worden<br />
ontleed. Het is zeer belangrijk dat<br />
er bij pyrolyse geen zuurstof wordt<br />
gebruikt, want de reactie met zuurstof<br />
leidt tot verbranding. In veel gevallen<br />
is bij pyrolyseprocessen bio-olie het<br />
eindproduct. Een van de bekendste<br />
Nederlandse pioniers op het gebied<br />
van pyrolyse is de BTG Biomass<br />
Technology Group uit Enschede.
Eric Roos (Bioprocess Pilot Facility) ontmoet Wim Soetaert (Bio Base Europe Pilot Plant)<br />
‘De huidige pilot plant vormt slechts het begin’<br />
‘De ambitie is niet een gigantische winstgevende onderneming worden, maar vooral fungeren als aanjager<br />
van de biobased innovatieketen.’ ‘Wij moeten de onwetendheid bij bedrijven wegnemen.’ ‘Bij pre-sale<br />
activiteiten kunnen wij één plus één is drie doen.’ Het zijn gedane uitspraken tijdens een ontmoeting in<br />
Roosendaal tussen Eric Roos (Bioprocess Pilot Facility) en Wim Soetaert (Bio Base Europe Pilot Plant).<br />
Zowel in Gent als in Delft staat een pilot plant<br />
(zie kaders) voor de biobased economy. De<br />
Vlaamse Bio Base Europe Pilot Plant is al bijna<br />
twee jaar operationeel en wordt geleid door Wim<br />
Soetaert. De Nederlandse Bioprocess Pilot Facility<br />
(BPF) opende afgelopen mei haar deuren en kent<br />
Eric Roos als directeur.<br />
Na gepromoveerd te zijn in Amsterdam startte<br />
Eric Roos zijn carrière als organisch chemicus<br />
bij DSM. Daar vervulde Roos tal van research en<br />
productiefuncties, waaronder (tot eind 2011) die<br />
als directeur van het DSM Biotechnology Center;<br />
een industriële biotech R&D-organisatie van zo’n<br />
vijfhonderd mensen. Vanuit deze functie was Roos<br />
actief betrokken bij de vormgeving en oprichting<br />
van de BPF. Sinds begin <strong>2012</strong> is hij volledig vrijgemaakt<br />
om de BPF te helpen op de weg naar succes,<br />
vanaf mei van dit jaar in de functie van directeur.<br />
Wim Soetaert is gepromoveerd als bio-ingenieur<br />
aan de Universiteit Gent. Hierna was hij jarenlang<br />
actief als onderzoeksdirecteur voor Europese<br />
bioraffi naderijbedrijven in Duitsland en Frankrijk.<br />
In 2004 werd Soetaert professor in de Industriële<br />
Biotechnologie aan de Universiteit Gent. In die hoe-<br />
danigheid ontstond bij hem het plan voor een pilot<br />
plant die geboren werd in de vorm van de Bio Base<br />
Europe Pilot Plant en waarvan hij directeur is.<br />
U krijgt één minuut de tijd om uw eigen<br />
pilot plant te pitchen tegenover uw collega.<br />
Soetaert: ‘In de eerste plaats zijn wij een zeer<br />
veelzijdige pilot plant. Wij zijn niet gespecialiseerd<br />
in één proces, maar hebben een brede waaier<br />
aan procesapparatuur en expertise: van witte<br />
biotechnologie zoals fermentatie en biokatalyse tot<br />
groene chemie en bioraffi nage. Dat alles bieden<br />
wij aan onder één dak en als een one-stop-shop.<br />
Dit is belangrijk voor processen die vaak uit diverse<br />
processtappen bestaan. Ten tweede is onze pilot<br />
plant nogal groot, bezoekers verbazen zich vaak<br />
over de omvang ervan. Wij kunnen zowel kleinschalige<br />
als grootschalige pilot tests uitvoeren en<br />
proefproducties uitvoeren tot circa duizend ton per<br />
jaar. Door onze locatie – in de haven van Gent –<br />
zitten wij logistiek gezien gunstig voor de aanvoer<br />
van biomassa. Bovendien hebben wij geen lastige<br />
buren: de dichtstbijzijnde ‘familie’ is gevestigd op<br />
drie kilometer afstand. Daardoor komen we niet<br />
direct in de problemen als we al eens stof, lawaai<br />
of stank maken. Het is per slot van rekening een<br />
pilot plant, er gebeurt wel eens iets wat je niet<br />
voorziet. Ten derde zijn wij volstrekt neutraal en<br />
onafhankelijk van industriële belangen. Dat is erg<br />
belangrijk om de confi dentialiteit van de processen<br />
van onze klanten te kunnen garanderen.’<br />
Roos: ‘De doelstelling van de BPF is het succesvol<br />
maken van klanten: de innovators in de biobased<br />
economy. Dit zijn zowel kleine start-ups als grote<br />
multinationals. Zij hebben hulp nodig bij een cruciale<br />
stap in de innovatieketen: opschaling. Bedrijven<br />
willen bijvoorbeeld fermentatieprocessen kunnen<br />
voorspellen of een fabrieksontwerp realiseren op<br />
basis van onderzoeksdata, maar ook omdat proefproducties<br />
nodig zijn waarmee materiaal wordt<br />
geproduceerd voor een preklinische studie of marketingstudie.<br />
BPF biedt de infrastructuur en ervaring<br />
met tal van soorten fermentatieprocessen. Voor<br />
individuele bedrijven vergen dergelijke faciliteiten te<br />
hoge investeringen. Wij maken de opschalingsstap<br />
kostentechnisch haalbaar en stimuleren zo innovatie<br />
in de biobased economy. De BPF bouwt voort<br />
op een jarenlange ervaring en is sinds mei dit jaar<br />
operationeel als ‘open-access’ faciliteit.<br />
>>><br />
<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 19
Er wordt nu geïnvesteerd in verdere uitbreiding<br />
van de capaciteit en – met name – functionaliteit<br />
van de pilot plants.’<br />
Wat zien jullie als de grote uitdaging voor<br />
jullie eigen pilot plant?<br />
Soetaert: ‘De pilot plant gevuld krijgen. Wij hebben<br />
vandaag de dag nog te weinig opdrachten.<br />
We moeten voldoende projecten binnenhalen om<br />
de winkel te doen draaien.’<br />
Roos: ‘Wij moeten beiden binnen afzienbare<br />
termijn onze kosten dekken en weten ook dat het<br />
gaat lukken. De vraag is vooralsnog even hoe.<br />
Het is onze gezamenlijke visie dat deze markt<br />
waarin wij actief zijn sterk groeiende is. In een<br />
groeiende markt moet je echter nodeloze investeringen<br />
vermijden. Meer en meer zien wij bedrijven<br />
die overwegen in een eigen pilot faciliteit te<br />
investeren. Het is aan ons om ervoor te zorgen<br />
dat men dit niet doet en gebruik maakt van onze<br />
20| <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />
Wim Soetaert<br />
faciliteiten. Wij moeten de onwetendheid – zoals<br />
het idee dat het intellectueel eigendom niet<br />
geborgd is als zij van onze faciliteiten gebruikmaken<br />
– wegnemen. Ook moeten wij zorgen dat zij<br />
de mogelijkheden kennen die wij bieden.’<br />
Soetaert: ‘Ik sluit mij erbij aan dat bedrijven nogal<br />
eens de neiging hebben om alles zelf te willen<br />
doen. En het opzetten van een eigen pilot plant<br />
kost ontzettend veel tijd en geld. Het wordt nog<br />
een hele gang om bedrijven dit af te leren. Het is<br />
veel effi ciënter en sneller om beroep te doen op<br />
een reeds bestaande ‘open innovatie’ pilot plant en<br />
zo neem je uiteindelijk ook veel minder risico.’<br />
Kunnen jullie inmiddels al best practices<br />
presenteren?<br />
Soetaert: ‘Wij zijn al bijna twee jaar operationeel<br />
en hebben reeds een aantal vaste klanten weten<br />
te overtuigen die inmiddels kind aan huis zijn. De<br />
periode tussen de eerste kennismaking en de eerste<br />
order – de snuffelfase – duurt in deze tak van sport<br />
al snel zes maanden. Onze beste reclame is dat<br />
sommige klanten na die eerste test de weg hebben<br />
gevonden en vandaag gewoon de telefoon oppakken<br />
en vragen of ze direct langs kunnen komen.’<br />
Roos: ‘Wij hebben natuurlijk een aantal aandeelhouders<br />
die behoefte hebben aan testcapaciteit.<br />
De meerderheid van de business moet echter van<br />
buitenaf gaan komen. Dit moet in de komende<br />
maanden gebeuren.’<br />
Soetaert: ‘Wat leuk is om te zien, is dat klanten<br />
slimmer naar buiten gaan dan ze binnenkwamen.<br />
Gewoonlijk zijn hun medewerkers aanwezig tijdens<br />
de uitvoering en het is dus ook een soort opleidingsproces.<br />
Seeing is believing. Ons eigen personeel<br />
bedient weliswaar de knoppen, maar onze<br />
klanten denken actief mee en leren ontzettend veel<br />
gedurende de pilot tests.’<br />
In feite zijn jullie concurrenten, hoe proberen<br />
jullie elkaar toch te versterken?<br />
Roos: ‘Door het maken van ‘lawaai’ en het adverteren<br />
van onze diensten. Beiden moeten wij op<br />
de plaatsen waar wij komen kenbaar maken dat<br />
de pilot plants er zijn. Dit helpt ons samen verder<br />
en vermijdt nodeloze investeringen bij bedrijven.<br />
Bij de pre-sale activiteiten kunnen wij in principe<br />
één plus één is drie doen.’<br />
Soetaert: ‘Wij moeten de koek gezamenlijk groter<br />
maken. Wij staan maar tot op zekere hoogte<br />
met elkaar in concurrentie. Als er iets is wat wij<br />
niet kunnen, zullen wij de klant niet teleurstellen<br />
maar proberen door te verwijzen naar de BPF.’<br />
Roos: ‘Dat geldt omgekeerd evenzo. En afhankelijk<br />
van de ontwikkelingen grootte van de koek<br />
zullen onze pilot plants ook een internationale<br />
aantrekkingskracht krijgen.’<br />
Soetaert: ‘En er zullen geen tientallen pilot plants<br />
ter wereld komen. Als er straks tien in de hele<br />
wereld zijn van dit niveau, is het al veel. Ik word<br />
bijna wekelijks gebeld door partijen die ook een<br />
pilot plant willen starten. Wie nu nog moet beginnen<br />
redt het niet. Wij hebben vier jaar voorsprong<br />
en die voorsprong gaan we ook gebruiken.’<br />
Als u een blik in de toekomst werpt; waarmee<br />
bent u over vijf tot tien jaar tevreden?<br />
Roos: ‘Als wij in de komende vijf jaar ons businessplan<br />
waarmaken en een situatie weten te creëren<br />
waarbij zonder al te grote effort bedrijven ons<br />
weten te vinden. De ambitie is niet zo zeer om van<br />
de BPF een gigantische winstgevende onderneming<br />
te maken, maar vooral om aanjager van de<br />
biobased innovatieketen te worden.’<br />
Soetaert: ‘In de eerste plaats moeten wij uit de<br />
kosten komen. Wij willen over vijf jaar ook een<br />
grote expansie achter de rug hebben. De pilot<br />
plant zoals die er nu staat, vormt slechts het begin.<br />
Onze ambitie ligt vele malen hoger en wij willen<br />
verder investeren in nieuwe procesapparatuur<br />
zodat onze mogelijkheden met een factor drie<br />
toenemen. Voor minder doen wij het niet.’<br />
Wat merken jullie van de politieke ambitie<br />
van de verschillende overheidsinstellingen?<br />
Soetaert: ‘Politici hebben het vandaag vooral over<br />
besparingen en over meer doen met minder. Wij<br />
hebben de ambitie om binnen nu en vijf jaar met
een factor drie te groeien, en ik moet vaststellen<br />
dat de overheid niet op de afspraak is. Politici hebben<br />
de mond vol van innovatie totdat het geld kost.<br />
En er heerst ook veel inertie: meer van hetzelfde is<br />
de gemakkelijkste beslissing om te nemen. Zo heeft<br />
onze overheid recent beslist om een miljard euro te<br />
investeren in onderzoek naar kernenergie! Is dat nu<br />
het grote toekomstgerichte innovatiebeleid?’<br />
Roos: ‘Wij hebben net een omvangrijke subsidie<br />
van de overheid mogen ontvangen. Dit toont<br />
aan dat er in Nederland bij de overheid behoorlijk<br />
veel politiek commitment is, dat zich uitstrekt<br />
tot op de lagere beleidsniveaus. Het verkiezings-<br />
en daaropvolgende formatieproces zal vrij<br />
bepalend zijn voor toekomstige ontwikkelingen.<br />
In Nederland heb je te maken met continu wisselende<br />
regeringen die allen starten met nieuwe<br />
plannen en inzichten maken. Vervolgens valt<br />
voordat je het weet het kabinet al weer.’<br />
Soetaert: ‘Het is zaak om te weten wat je wil, te<br />
blijven trekken aan de kar en de overheid tegen<br />
alle weerstand in te overtuigen. Uiteindelijk<br />
gaan ze wel overstag, want we hebben heel<br />
goede argumenten.’<br />
Wat staat er met stip op één op jullie<br />
wensenlijstje?<br />
Soetaert: ‘Geld voor bijkomende investeringen in<br />
nieuwe procesapparatuur. Daarvoor is overheidsgeld<br />
nodig. Als wij vanuit onze running business<br />
grote investeringen moeten doen, gaat het veel te<br />
traag vooruit. Er komen nu al veel bedrijven langs<br />
die ik niet kan helpen omdat ik bijvoorbeeld een<br />
bepaald apparaat niet heb. Het is jammer als je<br />
veel moeite doet om potentiële klanten over de<br />
vloer te krijgen en deze vervolgens moet teleurstellen.<br />
Je gaat ook niet naar de bakker om brood te<br />
kopen en het pas de volgende week te krijgen. Als<br />
de bakker geen brood heeft als je langskomt kom<br />
je daar nooit meer terug. Wij kunnen niet wachten<br />
tot de koeien eieren gaan leggen. De biobased<br />
economy is een fundamentele transitie die met een<br />
verschroeiende snelheid vooruit gaat. De overheid<br />
moet hierbij veel sneller anticiperen op toekom-<br />
Eric Roos<br />
stige veranderingen. Men denkt nog teveel dat de<br />
dingen langzaam evolueren, de ‘sense of urgency’<br />
ontbreekt. Als je ziet hoe ‘langzaam’ de olieprijs<br />
gestegen is, dan weet je hoe snel de wereld<br />
werkelijk verandert. Als we niet opletten worden<br />
we gewoon op snelheid gepakt en probeer een<br />
rijdende trein maar eens in te halen.’<br />
Roos: ‘Vanuit het perspectief van de BPF is mijn<br />
grootste wens is om op korte termijn een aantal<br />
klanten van buiten onze gewone aandeelhoudersgroep<br />
binnen te halen. Wij willen ons portfolio<br />
uitbreiden met nieuwe klanten. Mijn persoonlijke<br />
drijfveer is dat we daarmee een grote en herkenbare<br />
bijdrage aan de groei en het succes van de<br />
biobased economy leveren.’<br />
Hoe verloopt in jullie optiek de samenwerking<br />
tussen Vlaanderen en Nederland<br />
op het vlak van de biobased economy?<br />
Soetaert: ‘Vlaanderen en Nederland zijn twee kleine<br />
gebieden met beide dezelfde ambitie en die ook<br />
nog eens dezelfde taal spreken. Wij moeten samenspannen,<br />
anders delven wij het onderspit. De grote<br />
buurlanden Duitsland, Engeland en Frankrijk gaan<br />
met heel veel ambitie aan de slag in de biobased<br />
economy. Het is een illusie dat je kunt samenwerken<br />
met dergelijke grootmachten. Zowel Vlaanderen<br />
als Nederland blijven het kleine broertje, je krijgt<br />
hoogstens wat kruimels van de grote jongens. Als<br />
wij niet samenwerken, worden wij verpletterd door<br />
het bruut geweld van de buren. Tegelijkertijd is samenwerken<br />
gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het<br />
begint al met twee pilot plants… Onze bewindslieden<br />
belijden het met de mond, maar effectief<br />
samenwerken is heel wat moeilijker.’<br />
Roos: ‘Ik deel Wim Soetaert zijn mening, maar<br />
ik wil het een en ander wel als een positieve<br />
uitdaging neerzetten. Wij gaan niet bij de pakken<br />
neerzitten. Er zijn twee mooie pilot plants met<br />
zeer veel potentie.’<br />
Soetaert: ‘En wij hebben ook een voordeel. Wij<br />
hebben voorsprong opgebouwd terwijl de buurlanden<br />
nog maar pas zijn gestart. Dat betekent<br />
niet dat de overheid op haar lauweren mag rusten.<br />
Want als wij die voorsprong niet verder uitbouwen<br />
gaat hier vroeg of laat toch het licht uit. Blijven<br />
duwen aan de kar is de boodschap.’<br />
Bio Base Europe Pilot Plant<br />
in het kort<br />
Bio Base Europe is ontstaan uit een<br />
Vlaams-Nederlandse samenwerking en<br />
bestaat uit twee onderdelen: een pilot<br />
plant voor biogebaseerde producten en<br />
processen in Gent en een training center<br />
voor procesoperatoren in Terneuzen. De<br />
Bio Base Europe Pilot Plant is al bijna<br />
twee jaar operationeel. Het is een flexibele<br />
en polyvalente pilot plant die opereert<br />
op kilogram tot ton schaal, om zo de<br />
kritische fase tussen het laboratoriumproces<br />
en de industriële productie te overbruggen.<br />
De Bio Base Europe Pilot Plant<br />
richt zich op zowel procesoptimalisatie,<br />
opschaling en proefproductie van nieuwe<br />
biogebaseerde producten zoals bioplastics,<br />
biobrandstoffen, biomaterialen, biodetergenten,<br />
levensmiddelingrediënten,<br />
cosmetica en neutraceuticals.<br />
Bioprocess Facility in het kort<br />
Ruim twee jaar geleden maakte een Nederlandse<br />
cluster van overheids- en kennisinstellingen<br />
en bedrijven bekend ruim honderd<br />
miljoen euro te investeren in de Bioprocess<br />
Pilot Facility; een proefinstallatie voor onderzoek<br />
naar biotechnologische processen. In de<br />
faciliteiten van de BPF in Delft kan inmiddels<br />
opschalingsonderzoek uitgevoerd worden<br />
met betrekking tot de volgende werkgebieden:<br />
voorbehandeling van biomassa, fermentatie<br />
en opzuivering. De pilot plant werd<br />
afgelopen mei officieel geopend.<br />
<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 21
ZLTO-voorzitter Hans Huijbers:<br />
‘Mestverwaarding kan Nederland meest<br />
intensieve groene economie ter wereld bezorgen’<br />
‘Voor elk vraagstuk van de samenleving is er in de natuur een oplossing. Wij kennen haar meestal<br />
nog niet en dat is de uitdaging van de biobased economy: de oplossingen leren kennen. De biobased<br />
economy is een verzamelnaam van al deze oplossingen en het is de kunst om verbindingen te leggen.’<br />
Aan het woord is Hans Huijbers, voorzitter van de Zuidelijke Land- en Tuinbouw Organisatie (ZLTO).<br />
In Noord-Brabant, Zeeland en Zuid-Gelderland<br />
vertegenwoordigt de ZLTO bijna 18.000 leden.<br />
Samen met het Limburgse broertje LLTB en de LTO<br />
Noord vormt de ZLTO het landelijke samenwerkingsverband<br />
LTO Nederland. In totaal zijn daar<br />
zodoende bijna 50.000 agrarische ondernemers<br />
bij aangesloten. De statistieken liegen er niet om,<br />
want de agrarische sector vormt een substantieel<br />
deel van de Nederlandse economie. Zo levert de<br />
totale agrosector een bijdrage van zo’n tien procent<br />
aan de binnenlandse economie en voorziet<br />
deze ruim 660.000 Nederlanders van werk.<br />
Ver-van-mijn-bed-show<br />
ZLTO-voorzitter Hans Huijbers is al zo’n dertig jaar<br />
actief in de agrarische sector en heeft zelf in het<br />
Brabantse Wintelre nog altijd een melkveebedrijf.<br />
Naar eigen zeggen kwam hij aan het begin van de<br />
jaren negentig voor het eerst in aanraking met de<br />
term biobased economy. ‘In die periode was ik in<br />
Amerika voor een cursus en het begrip zong daar<br />
destijds al rond. Toen werd het onderbouwd vanuit<br />
thema’s als het winnen van stroom en koolstof<br />
uit afval. Dat de biobased economy nu als het<br />
ware een herintrede doet - los van het feit dat de<br />
agrarische industrie net als tal van andere sectoren<br />
al eeuwenlang biogebaseerd is – komt voort uit<br />
de bio-cascadering. Meer en meer zie je in de<br />
samenleving en bij het bedrijfsleven aandacht voor<br />
het sluiten van kringlopen en het opwaarderen van<br />
grondstoffen. Het is natuurlijk fantastisch als het<br />
straks mogelijk blijkt om niet alleen agro-producten<br />
maar ook agro-reststromen in een biobased economy<br />
hoger te verwaarden. Echter, vooralsnog is de<br />
kreet biobased economy voor agrariërs een vervan-mijn-bed-show.<br />
Anderzijds: wanneer het over<br />
de inhoud gaat, blijken al heel veel boeren geruime<br />
tijd met het onderwerp bezig te zijn.’<br />
Eind vorig jaar publiceerde de Brabantse denktank<br />
Agro & Co onder meer op verzoek van de<br />
22| <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />
ZLTO – die leden die actief voorsorteren op de<br />
biobased economy de helpende hand wil reiken<br />
– een visie op de huidige business kansen voorde<br />
agrarische sector. ‘Er zijn diverse paden interessante<br />
biobased paden naar voren gekomen’, licht<br />
Huijbers toe. ‘De agrosector kan bijvoorbeeld<br />
fungeren als toeleverancier van organische<br />
reststromen waaruit nieuwe specialty chemicals<br />
gemaakt kunnen worden. Ook de teelt van<br />
nieuwe gewassen zoals algen, de ontwikkeling<br />
van bioraffi nage en het opwaarderen van mest<br />
behoren tot het kansenpalet.’<br />
Front runners<br />
Toch staan agrariers volgens Huijbers nog niet<br />
massaal in de rij om zich volledig te storten op de<br />
biobased economy. De ZLTO-voorman vermoedt<br />
dat dit anders is zodra de eerste successen zichtbaar<br />
zijn. ‘Wij moeten op zoek naar geschikte<br />
partners en succesvoile business cases. Met front<br />
runners zoals de Essents, Nuons en DSM’s van<br />
deze wereld willen wij bijvoorbeeld kijken of er<br />
meer uit mest te halen valt dan energie. Zo kun<br />
je misschien natuurlijke enzymen isoleren. Als dat<br />
lukt, dan komt de volumineuze en bulkachtige<br />
grondstof mest ook in een positief daglicht te<br />
staan en kan het boeren geld gaan opleveren.’<br />
Met mest is een voor agrariërs – maar ook voor<br />
milieu- en duurzaamheidsdoelstellingen – belangrijk<br />
thema genoemd. ‘In het verleden was<br />
mest een boerenprobleem en nu zien steeds<br />
meer partijen mest ineens als een uitstekende<br />
grondstof’, stelt Huijbers. ‘Wij verkondigen dit al<br />
jaren. Als wij de helft van de Brabantse koeienmest<br />
op de juiste wijze zouden verwerken, zou<br />
Nederland zelfs in één klap een stevige bijdrage<br />
kunnen leveren aan de Kyotodoelstellingen van<br />
2050. Het is onze ambitie om weg te bewegen<br />
van de probleempolitiek en met mest op te<br />
schuiven naar een integrale duurzaamheidsoplos-<br />
sing. En door mest als een kans te zien en de<br />
economie hierop te ontwikkelen, kan Nederland<br />
de meest intensieve groene economie worden die<br />
wereldwijd bestaat. Wij moeten nog meer onze<br />
krachten bundelen en nieuwe coalities sluiten.’<br />
Volwaardige partner<br />
‘Maar het houdt voor de boer niet op bij mest’,<br />
vervolgt Huijbers. ‘Op en rond het erf is er veel<br />
te winnen. De boerderij is namelijk per saldo een<br />
kleine lokale biobased economy. Zoogdieren zijn<br />
misschien wel het beste voorbeeld. Zij maken<br />
op de boerderij de meest waardevolle producten<br />
der natuur: melk en vlees. Een product van een<br />
intrinsieke kwaliteit.’<br />
Volgens Huijbers is het van groot belang dat agrariërs<br />
voor de totstandkoming van een (inter)nationale<br />
biobased economy als volwaardige partners<br />
gezien worden. ‘Onze sector, plantaardig en<br />
dierlijk, speelt een cruciale rol in de keten van de<br />
biobased economy en dat wordt helaas nog lang<br />
niet altijd overal her- en erkend. De geschiedenis<br />
heeft geleerd dat grote multinationals dit ook pas<br />
beseffen als hun grondstoffenstromen dreigen op<br />
te drogen. Dus ja, alle voorspellers hebben gelijk<br />
als ze zeggen dat de biobased economy ook voor<br />
onze sector veel kansen biedt, maar het zou zo<br />
maar eens twintig jaar kunnen duren voor het een<br />
en ander tot wasdom komt. Hoe dan ook, voor de<br />
biobased economy is de landbouw de onmisbare<br />
schakel.’ Tegelijkertijd voorspelt Huijbers dat<br />
successen snel tot een grootschalige uitrol binnen<br />
de agrarische sector zullen leiden. ‘Als een boer<br />
eenmaal een succesje heeft of ziet, deelt hij dit<br />
ontzettend snel met zijn collega’s. In het onderling<br />
delen van dergelijke kennis zijn wij met onze sector<br />
wereldkampioen. Succesvoile business cases<br />
worden door boeren snel terugvertaald naar hun<br />
eigen erf. Dergelijke zaken gaan als een lopend<br />
vuurtje door de sector.’
<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 23
Terug naar de basis van biobased succes<br />
‘<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong>’ is een ongelofelijk ruime<br />
term. Dat levert in de praktijk bij mij (en vele<br />
anderen) soms problemen op. Benamingen<br />
rondom datzelfde onderwerp worden door<br />
elkaar heen gebruikt en op verschillende manieren<br />
geïnterpreteerd, denk aan cleantech,<br />
bioraffinage en duurzaamheid. Het leidt soms<br />
tot komische situaties.<br />
Ik heb het daarom maar even opgezocht. De<br />
biobased economy is een economie waarin<br />
bedrijven – nationaal en internationaal – nonfoodtoepassingen<br />
vervaardigen uit groene<br />
grondstoffen (biomassa). Of mooier gezegd, het<br />
gaat over de overgang van een economie die<br />
draait op fossiele grondstoffen naar een economie<br />
met biomassa als grondstof voor non-food:<br />
van ‘fossil-based’ naar ‘bio-based’. We hebben<br />
het dan over bijvoorbeeld inhoudsstoffen, chemicaliën,<br />
materialen, elektriciteit en warmte.<br />
Persoonlijk heb ik sterk de behoefte aan helderheid.<br />
Als ik het al niet begrijp, mag ik dat<br />
dan van anderen verlangen? Wat zou het mooi<br />
zijn als de overheid ons een handje helpt bij<br />
het verhelderen en concretiseren van haar visie<br />
op de <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong>. Ondernemers krijgen<br />
daarmee een veel beter zicht op de aspecten<br />
van biobased business. Ik denk dat zij vrij pragmatische<br />
mensen zijn die best willen investeren<br />
in nieuwe activiteiten, omdat dat goed is voor<br />
het milieu én de economie. Door de eindigheid<br />
van fossiele brandstoffen zijn we ook min of<br />
meer gedwongen om dat te doen.<br />
Helaas hebben ondernemers door de veelomvattendheid<br />
van het begrip vaak onvoldoende<br />
zicht op waar het lonkend perspectief zit. Er<br />
worden door de overheid best veel biobased<br />
initiatieven ondersteund. De intentie is goed,<br />
dat is het niet. Maar een groot deel van deze<br />
initiatieven wordt niet opgepakt door het<br />
bedrijfsleven omdat ze breed opgezet en<br />
aanbodgestuurd ingericht zijn. Men kiest een<br />
24 | <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />
oplossingsrichting zonder na te denken over<br />
het uiteindelijke verdienmodel: wie gaat<br />
waarmee geld verdienen?<br />
Technologische innovatie is bovendien gecompliceerder<br />
dan binnen bestaande ketens,<br />
doordat de biobased economy sectoroverschrijdend<br />
is. Sectoren die voorheen weinig<br />
met elkaar te maken hadden worden bij<br />
biobased initiatieven geacht samen te werken.<br />
Verschillende werelden worden bij elkaar<br />
gebracht, terwijl niet helder is welke kennis<br />
elkaar versterkt. Alleen door het gestructureerd<br />
uitwisselen van bestaande en het ontwikkelen<br />
van nieuwe kennis kunnen nieuwe<br />
waardeketens gemakkelijker worden opgezet.<br />
Net als in andere sectoren vereist het opzetten<br />
van een nieuw verdienmodel financiële<br />
en technologische inspanningen, dat is<br />
duidelijk. Maar laten we niet vergeten dat<br />
juist in deze nieuwe biobased economy het<br />
meer moeite kost om totaal nieuwe waardeketens<br />
te bouwen. Elke schakel moet een<br />
stuk toegevoegde waarde leveren waardoor<br />
een succesvol eindproduct kan ontstaan.<br />
Biodiesel uit schimmels? Bouwmateriaal<br />
uit paprikasteeltjes? Mono-vergisting van<br />
varkensmest? Ingrediënten uit afvalwater?<br />
Het betekent allemaal een nieuwe keten. Het<br />
is dan ook belangrijk om nu primair te focussen<br />
op de kracht van ketensamenwerking.<br />
Ik geloof dat daar de eerste slag ligt die we<br />
moeten maken om kansrijke, bruikbare biobased<br />
innovaties te realiseren.<br />
En tenslotte: natuurlijk zijn er al successen<br />
te noemen! Ik denk bijvoorbeeld aan BES<br />
Exploitatie in Sittard dat een biomassa-<br />
energiecentrale heeft gerealiseerd die als<br />
brandstof groenafval uit de regio gebruikt.<br />
Alain Dirven<br />
Innovatieadviseur Syntens
Noord-Nederland maakt zich op voor driedaagse van Emmen<br />
Project Agrobiopolymeren verbindt Nederland met Duitsland<br />
Vorig jaar zomer ging in Noord-Nederland en Noordwest-Duitsland het grensoverschrijdende<br />
samenwerkingsproject Agrobiopolymeren van start. Het project – dat ruim 2,4 miljoen Europese subsidie<br />
ontvangt vanuit het INTERREG-programma – richt zich op de ontwikkeling en toepassing van nieuwe<br />
biokunststoffen en vezels. Deze worden verwerkt in groene industriële en consumentenproducten.<br />
Daarbij wordt geprobeerd zo veel mogelijk gebruik te maken van regionale grondstoffen en organische<br />
reststromen. ‘Het project heeft inmiddels al de nodige spin-off gegenereerd zoals de ontwikkeling van<br />
een nieuwe oogstmachine voor hennep’, vertelt Errit Bekkering, die namens de Noord-Nederlandse<br />
investerings- en ontwikkelingsmaatschappij NOM betrokken is bij het project.<br />
Agrobiopolymeren speelt zich af in de Eems<br />
Dollard Regio (EDR), de noordelijkste Europese<br />
grensregio langs de Nederlands-Duitse grens.<br />
‘Het project verbindt niet allen regio’s maar ook<br />
verschillende sectoren’, licht Bekkering toe. ‘Zo<br />
wordt de agrosector verbonden met industriële<br />
partijen en kennisinstellingen. Al deze partijen<br />
hebben een belang om te investeren in de ontwikkeling<br />
van de markt van biopolymeren. Industriële<br />
partijen kunnen hun producten en ook hun<br />
afzet verduurzamen terwijl agrarische bedrijven<br />
de kans krijgen hun reststromen te verwaarden.<br />
Het mes snijdt zo aan twee kanten.’<br />
Toepassingsgebieden<br />
‘Biogebaseerde kunststoffen moeten in de<br />
toekomst de huidige op aardolie gebaseerde<br />
kunststoffen vervangen’, vervolgt Bekkering<br />
het gesprek. ‘Met Agrobiopolymeren proberen<br />
wij als regio die ontwikkeling te versnellen. In<br />
totaal nemen zo’n vijfentwintig bedrijven en<br />
instellingen deel aan het project en het scala<br />
aan producten is dan ook zeer breed.’ Het<br />
project Agrobiopolymeren is verdeeld in tien<br />
subprojecten die vier toepassingsgebieden<br />
kennen: composteerbare garens, tijdelijke<br />
netstructuren, afbreekbaar verpakkingsmateriaal<br />
en natuurlijke vezels. Samen zijn deze<br />
goed voor een breed scala aan producten: van<br />
vloerbedekking tot melkbekers en van deksels<br />
tot industriële garen.<br />
Een van de bijzondere aspecten aan het project<br />
is volgens Bekkering de intensieve samenwerking<br />
via de Triple Helix: ondernemers, onderzoekers<br />
en overheden. Vanuit het overheid- en<br />
onderzoekslandschap nemen naast de NOM in<br />
Groningen bijvoorbeeld ook Stenden Pré in Emmen<br />
en het Niedersachsen Netzwerk Nachwachsende<br />
Rohstoffe (3N) in Werlte deel. ‘Een leuk<br />
aspect is ook de kennisdeling’, stelt Bekkering.<br />
‘In het Kenniscentrum Akkerbouw Noord- en<br />
Oost Nederland (KANON) is een tentoonstellingsruimte<br />
ingericht waarin belangstellenden<br />
informatie kunnen krijgen over biogebaseerde<br />
kunststoffen en het verloop van het project. Hier<br />
worden de producten getoond die binnen het<br />
project worden ontwikkeld.’<br />
Community<br />
Een van de onderdelen van het project waar de<br />
NOM zich mee bezighoudt binnen is het samenbrengen<br />
van competentienetwerken. ‘Wij willen<br />
zoveel mogelijk belanghebbenden samenbrengen<br />
om zo synergie tot stand te brengen’, aldus<br />
Bekkering. ‘Via verschillende bedrijfsbezoeken,<br />
workshops en andere bijeenkomsten breidt het<br />
aantal deelnemers van het project zich voortdurend<br />
uit. Tijdens de driedaagse van Emmen<br />
(zie kader op pagina 27) zal op de tweede dag<br />
kennis uit het project gedeeld worden. Verder<br />
organiseren wij in de komende periode onder<br />
meer een bedrijfsbezoek naar melkveehouder<br />
Der Engelenhof. Samen met Ahrend probeert<br />
dit Duitse bedrijf een nieuw type melkbeker te<br />
ontwikkelen. In Duitsland wordt tussen de middag<br />
nog schoolmelk gedronken door kinderen<br />
en jongeren.<br />
>>><br />
<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 25
Duitse en Nederlandse<br />
projectpartners slaan handen ineen<br />
In het INTERREG-project Agrobiopolymeren<br />
nemen zowel Nederlandse als Duitse bedrijven<br />
en kennis- en overheidsinstellingen deel. In<br />
totaal zijn er circa vijfentwintig stakeholders.<br />
Vanuit Nederland nemen de volgende<br />
partijen deel: NV NOM, Bioclear, API<br />
Institue, Edel Backing, Business Center<br />
Klazienaveen, Queens Grass, Stenden University,<br />
Stichting Dienst Landbouwkundig<br />
Onderzoek, Landbouwbedrijf Dun, Hemp-<br />
Flax, Groengroep Eelde, BIONND, Breijn,<br />
Avantium en Horticoop.<br />
Vanuit Duitsland nemen de volgende<br />
partijen deel: 3N Kompetenzzentrum<br />
Niedersachsen Netzwerk Nachwachsende<br />
Rohstoffe, Propex Fabrics, Güth & Wolf,<br />
Der Engelenhof, Natura Verpackungs,<br />
Ap extrusion, Hochschule Bremen, Niedersächsische<br />
Rasenkulturen NIRA, RKW,<br />
Firma Andreas Kupke en Naftex.<br />
De projectdeelnemers (zie foto’s) van Agrobiopolymeren<br />
brachten deze zomer een bezoek aan het<br />
Duitse bedrijf Güth & Wolf dat bandweefsels produceert<br />
die te vinden zijn in hondenriemen, autogordels<br />
en gordijnen. Het bedrijf werkt binnen het<br />
project aan bandweefsel van een sterk PLA-garen.<br />
26 | <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />
>>><br />
Der Engelenhof levert die schoolmelk en wil<br />
deze laten serveren in plastic bekers die<br />
na gebruik in een biovergister<br />
verwerkt kunnen worden.<br />
Verder willen wij dit jaar<br />
ook nog een bezoek brengen<br />
aan Edel Backing.<br />
Dit alles om te zorgen<br />
dat de Nederlandse en<br />
Duitse ondernemers<br />
elkaar steeds beter<br />
leren kennen en elkaar<br />
weten te vinden. Het ideaal<br />
beeld is dat een grensoverschrijdende<br />
biobased<br />
community ontstaat.’<br />
Oogstmachine<br />
Een van de ondernemers<br />
die nu al zeer te spreken<br />
is over de resultaten<br />
van Agrobiopolymeren<br />
is Albert Dun van het in<br />
Oude Pekela gevestigde<br />
Hennepverwerkingsbedrijf<br />
Dun Agro. ‘Wij<br />
verrichten al jaren<br />
onderzoek naar de toepassing van hennepvezels<br />
in biopolymeren’, vertelt Dun. ‘Dit was voor ons<br />
ook aanleiding om mee te doen aan dit innovatieproject.<br />
Binnen Agrobiopolymeren zijn wij<br />
een grondstofleverancier. Het is onze taak om<br />
de hennepvezels op perfecte lengte en fijnheid<br />
aan te leveren bij de industriële partijen die<br />
deze vervolgens toepassen in hun producten.’<br />
Dun stelde zich vooraf ten doel middels Agrobiopolymeren<br />
zijn eigen productieproces te optimaliseren<br />
en daar waar nodig aan te passen.<br />
Uiteindelijk heeft deze ambitie geleid tot een<br />
nieuwe oogstmachine voor hennep.
‘Wij hebben binnen het project met een Duits<br />
mechanisatiebedrijf een machine ontwikkeld die<br />
het blad van de stengel scheidt’, vertelt Dun. ‘Zo<br />
kunnen beide delen van de plant apart geoogst<br />
en vermarkt worden.’ De specifi ek op het blad<br />
gerichte oogstmethode van Dun Agro is een<br />
unicum. De machine is uitgerust met een in<br />
hoogte verstelbare stengelstripper. Deze ontdoet<br />
ongeveer de bovenste zeventig centimeter<br />
van de hennepstengels van het blad. ‘Dit blad is<br />
vanwege het eiwitgehalte goed toepasbaar als<br />
veevoer’, aldus Dun.<br />
Korte vezels<br />
Dat Agrobiopolymeren voor Dun Agro tot een<br />
nieuwe oogstmachine heeft geleid is volgens<br />
Dun niet meer dan bijzaak. ‘Nogmaals ons<br />
hoofddoel was het verbeteren van het productieproces<br />
en dat is gelukt. Tot op heden<br />
werkten hennepverwerkers met omgebouwde<br />
vlasoogstmachines, dat is voor ons nu niet<br />
meer nodig. Het onderscheid is ook noodzaak<br />
want waar vlas lange vezels voor bijvoorbeeld<br />
textieltoepassingen kent, worden hennepvezels<br />
als korte vezels toegepast. Wij hebben deze<br />
oogstmachine enkel gebouwd omdat andere<br />
partijen daar onvoldoende kennis en kunde voor<br />
hebben of niet met het oogstproces bekend zijn.<br />
Wij willen als agrarisch bedrijf geen machinefabrikant<br />
worden. Via dit traject is het productieproces<br />
van hennep uiteindelijk met zo’n twintig<br />
procent verbeterd. Dit betekent dat wij nu op<br />
een rendement van negentig procent zitten. Een<br />
fantastisch resultaat!’<br />
Noord-Nederland maakt zich op voor driedaagse van Emmen<br />
Op woensdag 28, donderdag 29 en vrijdag 30 november vinden in Noord-Nederland de<br />
driedaagse van Emmen plaats. Het evenement is een logisch vervolg op de Noordelijke<br />
Conferentie <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> die eind vorig jaar in Heerenveen plaatsvond. ‘Gedurende<br />
deze dragen wordt ondernemend Noord-Nederland op de hoogte gebracht van alle actuele<br />
ontwikkelingen rond de biobased economy en de groene ambities van de regio’, vertelt Jaap<br />
Jepma van Noordtij, een van de organiserende partijen. ‘Groene chemie is in feite de rode<br />
draad en het moto is market meets policy.’<br />
De eerste dag van de driedaagse richt zich op het thema applied sustainable polymers. ‘Deze<br />
dag zoomt daarmee in op de recycling van kunststoffen. Het programma wordt momenteel<br />
samengesteld door de high tech kennisinstelling Mikrocentrum en productontwerp- en ontwikkelbureau<br />
Pezy. Dag twee staat in het teken van de <strong>Biobased</strong> Society. Hier ontvouwen<br />
overheids- en kennisinstellingen hun beleid en onderzoek, maar wordt ook uitgebreid stilgestaan<br />
bij een aantal innovatieprojecten. Achtereenvolgens komen de projecten Agrobiopolymeren,<br />
BIOCAB en BioBRUG aan bod. Tenslotte staan op de laatste dag van de driedaagse<br />
de groene ambities van Zuidoost-Drenthe en Emmtec Industry & Business Park centraal. Dit<br />
bedrijventerrein dat zestig jaar bestaat, herbergt procesindustrie en chemische industrie<br />
gericht op de productie van kunststoffen en geavanceerde materialen.’<br />
Jepma besluit: ‘Ons belangrijkste doel is om als organisators en wisselwerking tussen marktpartijen<br />
die concreet aan de slag zijn met de groene economy te verbinden met beleidsmakers<br />
en kennisontwikkelaars.’<br />
Meer informatie over de driedaagse van Emmen is binnenkort te vinden op de website van de<br />
Noordelijke <strong>Biobased</strong> Society: www.biobased-society.nl<br />
<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 27
De business van de Green Deals:<br />
Twintig procent van tweede ronde groene publiek-private<br />
overeenkomsten heeft betrekking op biobased economy<br />
In de zomerperiode sloot de Rijksoverheid zesenvijftig nieuwe Green Deals af. Twaalf van deze deals<br />
hebben betrekking op de biobased economy. In totaal speelt daarmee bijna twintig procent van<br />
de Green Deals zich op het domein van de biobased economy af. Maar wat moeten deze publiekprivate<br />
overeenkomsten aan bedrijvigheid opleveren? De redactie van <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />
analyseerde de twaalf nieuwste biobased deals.<br />
Bedrijven, maatschappelijke organisaties en burgers<br />
zien veel kansen voor groene groei, maar kunnen<br />
die vaak niet verwezenlijken. Met deze gedachte<br />
riep de Rijksoverheid de Green Deals inmiddels<br />
bijna een jaar geleden in het leven. De Green Deals<br />
moeten afspraken zijn die obstakels wegnemen.<br />
Bijvoorbeeld door eenvoudiger vergunningen te<br />
verlenen of door samenwerkingspartners bijeen<br />
te brengen. Zo dragen ze elk hun steentje bij en<br />
zijn het individueel kleine, maar wel betekenisvolle<br />
stappen op weg naar een duurzame economie. En,<br />
op de langere termijn moeten ze bijdragen aan het<br />
creëren van groene bedrijvigheid.<br />
Nova Lignum<br />
Een van de Green Deals die de potentie heeft om<br />
veel bedrijvigheid te creëren, werd afgesloten door<br />
Nova Lignum. Deze start-up wiens naam in het<br />
Latijns ‘nieuw hout’ betekent, is een initiatief van<br />
de West-Brabantse aubergineteler Green Brothers.<br />
28| <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />
Nova Lignum maakt ecologische gevelbekleding uit<br />
plantenvezels van de aubergine. Het bedrijf sloot een<br />
Green Deal voor het mogelijk maken van het (grootschalig)<br />
produceren van deze bouwmaterialen. De<br />
materialen van Nova Lignum bestaan voor negentig<br />
procent van het volume uit lignocellulosevezels van<br />
diverse oorsprong, gecombineerd met een geopolymeer.<br />
De vezels kunnen uit bronnen als naaldbomen,<br />
berm- en natuurgrassen, stengels van bloemen en<br />
glasgroenten komen. ‘De Green Deal moet niet alleen<br />
leiden tot een rendabele business case, maar tot<br />
contracten met partijen in de bouwwereld’, vertelt<br />
Johan Groenewegen van Nova Lignum.’<br />
De Rijksoverheid heeft zich met de overeenkomst<br />
verplicht om Nova Lignum te helpen met het tot<br />
stand brengen van verbindingen met kennisinstellingen<br />
en marktpartijen die actief zijn op het<br />
gebied van (biobased) bouwen. Groenewegen: ‘Wij<br />
beschikken onder meer al over de nagenoeg marktrijpe<br />
biobased gevelbekleding. In 2013 gaan we<br />
Patrick Groenewegen va Nova Lignum<br />
presenteert zijn biobased gevelbekleding<br />
in productie. Momenteel oriënteren wij ons op het<br />
selecteren van een productielocatie en het regelen<br />
van de fi nanciering. Wij starten in Nederland en<br />
verwachten hier binnen drie jaar rendabel te zijn.’<br />
<strong>Biobased</strong> Innovations<br />
Twee Green Deals die zich eveneens in het Westen<br />
van de provincie Noord-Brabant afspelen, zijn die<br />
van <strong>Biobased</strong> Innovations en de Green Chemistry<br />
Campus. <strong>Biobased</strong> Innovations is het businessplatform<br />
in Zuidwest-Nederland waar nieuwe initiatieven<br />
tussen bedrijven uit de agro- en chemiesector<br />
ontstaan en ontwikkeld worden. NV REWIN West-<br />
Brabant sloot voor het platform de Green Deal met<br />
als doel het opzetten van diverse vraaggestuurde<br />
R&D-werkprogramma’s die aansluiten bij de bestaande<br />
toplocaties in de regio: de Green Chemistry<br />
Campus, Nieuw Prinsenland en Moerdijk. De<br />
Green Deal zal niet direct tot veel nieuwe bedrijvigheid<br />
leiden, maar wel een goede basis creëren<br />
voor een succesvolle biobased economy. <strong>Biobased</strong><br />
Innovations wil via de deal namelijk onderwijs<br />
voor de transitie naar de biobased economy ontwikkelen.<br />
Verder beoogt men de drie toplocaties te<br />
verbinden en zo een Europese koploper binnen de<br />
biobased economy te worden.<br />
Een van de drie toplocaties – de Green Chemistry<br />
Campus – sloot ook zelf een Green Deal af. Net als<br />
bij Nova Lignum, heeft de overeenkomst met de<br />
overheid aardig wat potentie om nieuwe werkgelegenheid<br />
te creëren. De deal moet een belangrijke<br />
bijdrage leveren aan de ambitie om eind 2014 op<br />
de Green Chemistry Campus ongeveer veertien bedrijven<br />
gevestigd hebben, waardoor op basis van<br />
een business case, verantwoord geïnvesteerd kan<br />
worden in nieuwbouw en incubatieprogramma. In<br />
2020 moeten er uiteindelijk 270 banen zijn gecreëerd<br />
en een toename van het Bruto Nationaal<br />
Product van vijfenzestig miljoen euro.
Noord-Nederland<br />
In het Noorden van het land sloten de Kamer van<br />
Koophandel en Noord-Nederland een Green Deal.<br />
Het doel? Het versterken van de mogelijkheden van<br />
technologische en economische ontwikkeling van<br />
de biobased economy in de regio Veenkoloniën-<br />
Eemsdelta. De Kamer van Koophandel werkt<br />
binnen de overeenkomst samen met het Rijk aan<br />
het wegnemen van belemmerende regelgeving op<br />
de bedrijfsvoering en bedrijfsontwikkeling in de<br />
sectoren agro, chemie, energie en bouw. Door het<br />
wegnemen van de belemmeringen moet uiteindelijk<br />
nieuwe bedrijvigheid kunnen ontstaan. Over de<br />
het effect van de deal op de regionale hoeveelheid<br />
banen en de bijdrage aan het Bruto Nationaal<br />
Product valt vooralsnog moeilijk wat te zeggen.<br />
Noordzeeboerderij<br />
Een Green Deal die met het oog op de toekomst<br />
wel de nodige hoeveelheid werkgelegenheid kan<br />
creëren is gesloten door de Stichting Noordzeeboerderij.<br />
Deze is begin dit jaar opgericht door<br />
Ecofys, Hortimare en ATO en heeft als doel een<br />
proefboerderij voor zeewierteelt op de Noordzee<br />
te realiseren. Om economisch renderende zeewierboerderijen<br />
mogelijk te maken zijn kennisontwikkeling<br />
en ervaring nodig. In de komende jaren wil<br />
Stichting Noordzeeboerderij daarom in nauwe<br />
samenwerking met onderzoeksinstituten, overheid<br />
en het bedrijfsleven een proefboerderij van één<br />
vierkante kilometer ontwikkelen op de Noordzee.<br />
Als zeewierteelt langs deze weg geoptimaliseerd<br />
wordt, komt er veel meer biomassa beschikbaar<br />
voor biobased toepassingen en voor voeding,<br />
voeder, farma, cosmetica, chemie en energie. De<br />
proefboerderij dient zo als incubator voor startende<br />
initiatieven en zal worden ingezet voor het onderzoeken,<br />
ontwikkelen, testen en demonstreren van<br />
onder meer de teelt van zeewier.<br />
Dutch Grown Polymers<br />
Het consortium Dutch Grown Polymers – bestaande<br />
uit Suiker Unie, Purac en Synbra – behoort uit de<br />
tweede reeks Green Deals tot een van de spreekwoordelijke<br />
toppers. Het samenwerkingsverband<br />
gaat met de Rijksoverheid in een haalbaarheidsstudie<br />
onderzoeken of in Nederland een productieketen<br />
van suikerbiet tot PLA-bioplastics kan worden<br />
gerealiseerd. Nadat de verkennende fase heeft<br />
plaatsgevonden, wordt in een tweede fase gekeken<br />
naar de opbouw van de productieketen. Het consortium<br />
beoogt de productie- en technologieontwikkeling<br />
te bewerkstelligen die in deze fase nodig zal<br />
zijn. De Green Deal levert zodoende een concrete<br />
bijdrage aan de versterking van de concurrentiepositie<br />
van Nederland in de biobased economy.<br />
Grondankers<br />
<strong>Biobased</strong> grondankers ontwikkelen ter ondersteuning<br />
van jonge bomen. Het is de basis van de<br />
Green Deal van Natural Plastics. Het bedrijf wil het<br />
systeem van grondankers in de markt zetten als<br />
alternatief voor boompalen. Omdat er tot nu toe<br />
erg veel boompalen worden gebruikt, kan de overgang<br />
naar het systeem van Natural Plastics niet<br />
alleen de materialenkringloop sluiten maar ook<br />
een grote CO2-reductie opleveren. Door boompjes<br />
te planten met dit systeem kan een kostenbesparing<br />
van twintig procent ten opzichte van de traditionele<br />
methode met houten boompalen worden<br />
bereikt. De Rijksoverheid biedt Natural Plastics<br />
marktondersteuning, want vooralsnog is er een gebrek<br />
aan afzetmarkt door de geringe bekendheid<br />
van veel partijen met het systeem. Het beoogde<br />
resultaat is dat meer bomen geplant gaan worden<br />
met behulp van Natural Plastics’ Keeper Systeem,<br />
dat zo niet alleen werkgelegenheid oplevert, maar<br />
ook een kostenbesparing in het planten en onderhouden<br />
van jonge bomen.<br />
De overige biobased Green Deals<br />
Equfec, Stichting iNSnet, Staal Agritech en<br />
Paard & Zo sloten onder de titel ‘De Winst<br />
van Paardenmest’ een Green Deal. De verschillende<br />
stakeholders willen bouwen aan<br />
een installatie die paardenmest en strooisel<br />
kan drogen en pelleteren. Uiteindelijk denkt<br />
het bedrijf maar haar partners circa zestig<br />
procent van alle paardenmest in Nederland<br />
met haar technologie duurzaam te kunnen<br />
verwerken. De Green Deal moet daartoe<br />
eerst een aantal knelpunten uit de weg<br />
ruimen op het gebied van de meststoffenwet<br />
en de verordening dierlijke bijproducten.<br />
In 2013-2014 bouwt het projectteam een<br />
pilotinstallatie. In Nederland is ruimte voor<br />
ongeveer honderd van dergelijke installaties.<br />
NRK – de branchevereniging voor de rubber-,<br />
recycling-, en kunststofi ndustrie – heeft een<br />
Green Deal gesloten voor de ontwikkeling en<br />
invoering van Groen Certifi caten voor (polymeer)chemische<br />
producten die bestaan uit<br />
hernieuwbare grondstoffen. Deze certifi caten<br />
moeten het gebruik van hernieuwbare grondstoffen<br />
stimuleren. In het project worden de<br />
certifi caten ontwikkeld en toegepast door een<br />
samenwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen<br />
en de overheid. Het Rijk is een belangrijke<br />
stakeholder omdat zij de neutraliteit en<br />
betrouwbaarheid kan borgen. Het NRK stimuleert<br />
haar leden actief deel te nemen.<br />
Branchevereniging Koninklijke VNP heeft<br />
mede namens Eska Graphic Board, Papierfabriek<br />
Schut en Smurfi t Kappa een Green<br />
Deal gesloten voor onderzoek naar alternatieve<br />
grondstoffen voor papierproductie. De<br />
papier- en kartonindustrie streeft ernaar een<br />
signifi cant deel van haar houtgebaseerde<br />
grondstoffen te vervangen door alternatieve<br />
nieuwe grondstoffen. Met deze grondstoffen<br />
worden proeven en experimenten uitgevoerd.<br />
<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 29
Green Chemistry Campus, Bergen op Zoom<br />
Accelerating <strong>Biobased</strong> Business<br />
www.greenchemistrycampus.com<br />
Plasticslaan 1, 4612 PX Bergen op Zoom<br />
tel. 076 5646770<br />
info@greenchemistrycampus.com<br />
Voordelen voor bedrijven<br />
• Locatie SABIC Bergen op Zoom: strategische ligging in de Vlaams-Nederlandse Delta en in logistieke hotspot<br />
• Aantrekkelijk vestigingsklimaat met bewezen track record in de Bio Based Business<br />
• Technicum voor proces- of productexperimenten na pilot plant fase en validering op semi-commerciële schaal<br />
• Co-siting mogelijk in overleg met SABIC<br />
• Unieke voorzieningen, inclusief laboratoria, utilities en veiligheid: uitstekende basis voor ontwikkeling & innovatie<br />
• Geïntegreerd businessprogramma rondom werklijnen voor 3 marktsegmenten<br />
• Toegang tot kennisinstellingen, o.a. WUR, TU/e, Avans Hogeschool (Expertise Centrum <strong>Biobased</strong>), Hogeschool Zeeland en Universiteit van Gent<br />
Green Chemistry Campus<br />
“Agro Meets Chemistry”<br />
ECONERGIE CONFERENTIE & BEURS A 29 & 30 JANUARI 2013 A INTRES HOEVELAKEN<br />
LOKALE DUURZAME ENERGIEOPWEKKING<br />
IN DE GEBOUWDE OMGEVING<br />
BOEK NU UW STAND<br />
ECONERGIE<br />
THEORIEËN, STRATEGIEËN EN PRAKTIJKOPLOSSINGEN<br />
A Zon- en windenergie A PV en warmte opwekking A<br />
Warmte kracht koppeling A Warmte- en koudeopslag<br />
DE NIEUWSTE DUURZAME PRODUCTONTWIKKELINGEN EN<br />
TECHNOLOGIEËN<br />
A Luister naar topsprekers uit bedrijfsleven en overheid<br />
tijdens de conferentie<br />
A Ontmoet beslissers, eindgebruikers en producenten<br />
Media partners: Organisator:<br />
SPONSOR WORDEN OF EEN STAND OP ECONERGIE? KIJK VOOR MEER INFORMATIE EN DE MOGELIJKHEDEN OP WWW.ECONERGIE.NU
TNO’er Jan Harm Urbanus over partnership met Green Chemistry Campus:<br />
‘Een internationaal cluster van bedrijven en<br />
kennisinstellingen is onze droom’<br />
TNO heeft zich begin juni offi cieel verbonden aan de Green Chemistry Campus. Waar TNO vooralsnog<br />
vertegenwoordigd wordt door drie medewerkers, ligt groei naar betrokkenheid en aanwezigheid van veertig<br />
TNO onderzoekers vanuit diverse disciplines in het verschiet. ‘Daartoe is het wel noodzaak dat een bloeiend<br />
en groeiend internationaal cluster van kennisinstellingen en kleine en grote bedrijven ontstaat’, stelt Jan<br />
Harm Urbanus, namens TNO verantwoordelijk voor de samenwerking met de Green Chemistry Campus.<br />
TNO verbond zich afgelopen juni offi cieel met de Green Chemistry Campus.<br />
Op de campus – gelegen op het terrein van kunststofproducent SABIC in<br />
Bergen op Zoom – doen bedrijven onderzoek naar het maken van biobased<br />
kunststoffen en andere producten uit onder meer landbouwresten. ‘Ongeveer<br />
een jaar geleden vonden de eerste gesprekken tussen de campus en TNO<br />
plaats’, blikt Urbanus terug. ‘Na de afronding van de inwendige renovatie van<br />
het onder andere door ons betrokken gebouw, is onze samenwerking met de<br />
campus in juni offi cieel geworden. Wij zien de campus als uitvalsbasis voor de<br />
rest van de regio Zuid-West Nederland, ook wel de BioBased Delta genaamd.’<br />
Drietrapsraket<br />
Volgens Urbanus werkt TNO via een drietrapsraket: het uitbreiden van het<br />
(inter)nationale netwerk, het initiëren van innovatieprojecten en tenslotte de<br />
ontwikkeling van een meerjarig innovatieprogramma. ‘Wij hebben het doel en<br />
de ambitie om de campus en haar partners te ondersteunen bij het bewerkstelligen<br />
van hun innovaties’, stelt Urbanus. ‘Dit betekent niet het schrijven<br />
van dikke rapporten, maar hen daadwerkelijk helpen een waardeketen te<br />
realiseren en kringlopen te sluiten. In de ketens wordt biomassa omgezet in<br />
producten die worden gebruikt door consumenten of bedrijven. Onze eerste<br />
belangrijke activiteit is het uitbreiden van ons bestaande netwerk om visie en<br />
strategie te delen en de boodschap te verkondigen dat wij organisaties kunnen<br />
ondersteunen bij het introduceren van hun innovaties.’<br />
De tweede pijler is projectontwikkeling, het gezamenlijk realiseren van<br />
showcases. De eerste projecten waarin TNO toegevoegde waarde levert zijn<br />
inmiddels opgestart. Urbanus: ‘Zo voeren wij samen met een aantal midden-<br />
en kleinbedrijven een project uit in de vorm van een technologiecluster<br />
dat de recycling van oplosmiddelen bekijkt. Een ander project is geënt op het<br />
genereren van groene bouwstenen uit suikers om uiteindelijk bioplastics te<br />
vervaardigen. Daarnaast zijn we met een fl ink aantal anderen in gesprek over<br />
toekomstige mogelijkheden tot samenwerking. Kortom: er zijn een aantal<br />
projecten opgetuigd en er zullen er nog meer volgen. Wij opereren hierbij<br />
niet vanuit een ‘push’-, maar een ‘pull’-gedachte. We werken vraaggestuurd,<br />
anders verdwijnt het resultaat in de la en werpt het onvoldoende vruchten<br />
af. Vanuit die fi losofi e is het aantal medewerkers dat op termijn vanuit de<br />
campus actief zal zijn, ook nog niet defi nitief vastgelegd. Wij willen met een<br />
substantiële groep mensen actief zijn – ook als commitment naar de regio –<br />
maar wel gebaseerd op de vraag vanuit overheid en bedrijfsleven.’<br />
Roadmap<br />
Naast het uitbreiden van het netwerk en het optuigen van innovatieprojecten<br />
hoopt Urbanus ook bij te kunnen dragen aan de totstandkoming van een<br />
grootschalig innovatieprogramma. ‘Een programma met internationaal toonaangevende<br />
bedrijven en kennisinstellingen, gefocust op groene bouwstenen.<br />
Op die manier verkrijg je continuïteit en consistentie in het onderzoek en lukt<br />
het bovendien om als campus iets van internationaal formaat neer te zetten.<br />
Het programma zal gericht zijn op implementatie. Dit programma moet nog<br />
verder worden vormgegeven in samenspraak met bedrijven, maar we hebben<br />
de eerste zogenaamde stepping stones al in gedachten.’<br />
Concentratie<br />
‘Wij willen zoals gezegd op de campus komen tot een internationaal sterk<br />
cluster, dat is onze droom’, vervolgt Urbanus. ‘Ons succes in de regio is hier<br />
ook van afhankelijk. Wij hopen dat een substantieel aantal andere Europese<br />
kennisinstellingen – zoals Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN), Fraunhofer,<br />
VITO en bijvoorbeeld Wageningen UR – naar Bergen op Zoom komen.<br />
In onze visie zit daar geen limiet op. Hoe meer kennisinstellingen, hoe sterker<br />
de concentratie op een bepaald thema kan worden. Dit zal ook weer leiden<br />
tot het aantrekken van grote bedrijven.’<br />
Urbanus besluit: ‘Eind <strong>2012</strong> zijn wij tevreden als er vijf of zes kleine bedrijfjes<br />
op de campus bijgekomen zijn, er minstens nog een kennisinstelling zich aan<br />
de campus verbonden heeft en er ver egaande gesprekken gevoerd worden<br />
over de vestiging van een of twee grote bedrijven.’<br />
Het gebouw waar TNO zich<br />
vestigt (zie inzet) op de<br />
Green Chemistry Campus<br />
<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 31
<strong>Biobased</strong> Business Brainport van start:<br />
Agro & Food meets Technology<br />
Oost-Brabant wil onder het credo ‘Agro & Food meets Technology’ de regionale biobased economy<br />
gaan stimuleren. Basisgedachte van het initiatief is de verwaarding van agrofoodreststromen in de<br />
nieuwe groene grondstoffeneconomie van Oost-Brabant.<br />
‘De in Oost-Brabant sterk aanwezige agrofoodsector kan als voedingsbodem<br />
dienen voor het ontwikkelen van de regionale biobased economy’,<br />
openen Paul Gosselink en Jan Westra het gesprek. Het Samenwerkingsverband<br />
Regio Eindhoven (SRE) en de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij<br />
(NV BOM) zijn de twee voornaamste trekkers van het initiatief <strong>Biobased</strong><br />
Business Brainport. De inspanningen worden ondersteund door Europese<br />
INTERREG IV B-middelen. ‘Wij beogen een agrofoodsector die niet alleen<br />
voedsel produceert, maar ook via het opwaarderen van reststromen hernieuwbare<br />
grondstoffen levert aan andere industrieën. Op die manier krijgt<br />
de agrofoodsector een kwaliteits- en duurzaamheidsimpuls door het tegelijkertijd<br />
sluiten van ketens, het genereren van extra business en het creëren<br />
van extra toegevoegde waarde naar andere sectoren.’<br />
Pioniers<br />
Een van de facetten die Oost-Brabant volgens Westra als gebied uniek<br />
maakt, is het overschot aan mineralen. ‘Zo is dit een van de weinige regio’s<br />
in de wereld die een mestoverschot heeft. Die mest kun je exporteren,<br />
maar buiten de vraag of dat wel duurzaam is kun je de mest ook aanwenden<br />
voor meer hoogwaardige toepassingen.’ ‘En logischerwijs herbergt<br />
Oost-Brabant dan ook pionierende ondernemers die, zoals bijvoorbeeld de<br />
Heydehoeve in Gerwen of Maris Projects in Schijndel, aan de slag gaan met<br />
mestverwerking en -bewerking’, stelt Gosselink. ‘Nadeel is echter dat de<br />
verschillende pioniers nauwelijks met elkaar in verbinding staan. Bovendien<br />
Schematische weergave van hoe zich Oost-Brabant concentreert op het omzetten van (moeilijk verwerkbare) zij- en reststromen van de<br />
food- en agro-industrie en in nutriënten en mineralen op specifi catie van de markt (industrie).<br />
Reststromen Nutriënten Markten<br />
• Agro<br />
• Food<br />
• GFT<br />
• Water<br />
• Mest<br />
• ...<br />
32 | <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />
• Fosfaat<br />
• Zwavel<br />
• Eiwitten<br />
• Vezels<br />
• Vetzuren<br />
• ...<br />
staan de bedrijven die bijvoorbeeld over schone verwerkingstechnologieën<br />
beschikken nog onvoldoende in contact met de agrariërs.’ Stuk voor stuk<br />
volgens Westra en Gosselink redenen om met <strong>Biobased</strong> Business Brainport<br />
te gaan zorgen voor clustering. ‘Het biedt niet alleen kans een gezamenlijke<br />
agenda op te stellen, maar ook de ruimte om via succesvolle business cases<br />
voor kennisdeling te zorgen. Het grote doel is om reststromen lokaal met<br />
slimme technologie en marktgedreven kennis van de foodindustrie in de<br />
markt te zetten. De slimme technologie vanuit de Brainport-regio kan door<br />
clean tech leveranciers aangeboden worden en de agrofoodindustrie beschikt<br />
over de te verwerken reststromen.’<br />
Sectoroverstijgend<br />
De focus binnen de regio is daarmee gericht op het verwaarden van het<br />
overschot aan mineralen. ‘En het gaat niet alleen om mest’, vervolgt<br />
Westra. ‘Maar ook om bijvoorbeeld slib, gf(t) van huishoudens, destructiemateriaal-<br />
en industriële reststromen zoals C-zetmelen of worteldopjes.<br />
Wij streven er naar om in de komende drie maanden acht sectoroverstijgende<br />
business cases op te tuigen en te ondersteunen. Deze voorbeeldprojecten<br />
vormen samen met de strategische agenda van Oost-Brabant en<br />
een ontwikkelservice om ondernemers te ondersteunen de drie pijlers van<br />
<strong>Biobased</strong> Business Brainport.’ En de grootste uitdaging? ‘De ondernemers<br />
uit de agrofoodsector verbinden met de high tech systeembedrijven die<br />
‘schone technologie’ kunnen leveren.’<br />
• Food<br />
• Feed<br />
• Farma<br />
• Chemie<br />
• Energie<br />
• ...
Activiteitenkalender<br />
Marktdag Biocomposieten | 10 mei – Wageningen<br />
6e editie Algae Biomass Summit | 24-27 september – Denver (VS)<br />
Deze zesde editie van de Algae Biomass Summit kent meer dan dertig wetenschappelijke<br />
presentaties van vooraanstaande wetenschappers en bedrijven.<br />
www.algaebiomasssummit.org<br />
BioEnergy Decentral <strong>2012</strong> | 1-2 oktober – Hannover (D)<br />
Internationaal evenement over het decentraal opwekken van bio-energie.<br />
www.bioenergy-decentral.com<br />
Kick-off event TKI <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> | 9 oktober – Den Haag<br />
In Madurodam vindt de kick-off van de Topconsortia voor Kennis en<br />
Innovatie (TKIs) van de Topsector Chemie plaats , waaronder ook de<br />
TKI BioBased <strong>Economy</strong>.<br />
www.tki-bbe.nl<br />
Marktdag biopolymeren | 9 oktober – Zwolle<br />
Marktdag biopolymeren georganiseerd door DPI en haar partners met<br />
het thema ‘Durables en industriële toepassingen’.<br />
www.dpi.nl<br />
ecomobiel <strong>2012</strong> | 9-10 oktober – Rotterdam<br />
De vierde editie van de vakbeurs ecomobiel besteedt volop aandacht<br />
aan duurzame mobiliteit.<br />
www.ecomobiel.nl<br />
Energie <strong>2012</strong> | 9-11 oktober <strong>2012</strong> – ’s-Hertogenbosch<br />
Energie <strong>2012</strong> is de enige nationale vakbeurs gericht op energiebesparing<br />
en duurzame energie.<br />
www.energievakbeurs.nl<br />
<strong>Biobased</strong> economy in het onderwijs | 10 oktober <strong>2012</strong> - Wageningen<br />
De provincie Gelderland en Wageningen UR organiseren een bijeenkomst<br />
over de biobased economy in het onderwijs op de Dag van de Duurzaamheid.<br />
www.gelderland.nl/eCache/DEF/21/225.html<br />
Biocat CO2-conference | 10-11 oktober – Essen (D)<br />
Conferentie over koolstofdioxide als grondstof voor chemie en polymeren.<br />
www.biocatconference.de<br />
EFIB <strong>2012</strong> | 16-18 oktober – Düsseldorf (D)<br />
Netwerkbijeenkomst van het Europese forum voor biotechnologie en de<br />
biobased economy met meer dan zestig internationaal gelauwerde sprekers.<br />
www.efibforum.com<br />
Biorefining Training School | 29 okt-1 nov – Wageningen<br />
Tweede editie van de Europese Training School voor bioraffinage.<br />
www.fbr.wur.nl/UK/about/Biorefinerytrainingschool/<br />
Solar Fuels Symposium | 1-2 november – Eindhoven<br />
Evenement rond biozonnecellen met aandacht voor het ‘BioSolar Cells’<br />
programma en het nieuwe programma NRSC-C ‘Solar Fuels’.<br />
www.nrsc-catalysis.nl<br />
Biomassa, Innovatie en Economie | 9 november – Lochem<br />
De Rabobank en het Achterhoeks Centrum voor Technologie organiseren dit<br />
event en reiken een award uit aan het beste ‘biomassabedrijf in de Achterhoek’.<br />
www.biomassasymposium.nl<br />
Bustech <strong>2012</strong> | 14-15 november <strong>2012</strong> – Vijfhuizen<br />
BusTech is een tweejaarlijks evenement in Nederland dat zich richt op<br />
duurzame oplossingen voor bussen.<br />
www.bustech.nl<br />
Congres <strong>Biobased</strong> Delta<br />
24 Oktober Goes<br />
Wilt u meer weten over businesskansen in een biobased economy?<br />
Kom dan naar hét biobased congres op 24 oktober <strong>2012</strong> in<br />
Theater de Mythe in Goes. Laat u inspireren door praktijkverhalen<br />
en ontmoet collega’s uit Vlaanderen en Zuidwest-Nederland.<br />
In de ochtend daagt Jeroen van der Veer, voormalig ceo van Shell<br />
en ambassadeur van <strong>Biobased</strong> Delta u uit en wordt duidelijk<br />
wat <strong>Biobased</strong> Delta voor u kan betekenen. In de middag kunt u<br />
deelnemen aan verschillende inspiratiesessies.verdiepen.<br />
Kijk voor meer informatie op www.biobaseddelta.nl<br />
Driedaagse van Emmen | 28-30 november – Emmen<br />
Driedaagse bijeenkomst onder het motto ‘Market meets Policy’ waarin<br />
de biobased economy in Noord-Nederland centraal staat.<br />
www.biobased-society.nl<br />
Marktdag biopolymeren | 29 november – Emmen<br />
Marktdag biopolymeren georganiseerd door DPI en haar partners met<br />
het thema ‘Vezels en textiel’.<br />
www.dpi.nl<br />
DETAF <strong>2012</strong> | 4-6 december – Venray<br />
DETAF staat voor Duurzame Energie Technieken en Agro Fuels en is dé<br />
vakbeurs voor de euregionale bio-energiewereld én de totale duurzaamheidsbranche.<br />
www.detaf.nl<br />
Biomassa als Grondstof voor de Industrie | 18 december – Rotterdam<br />
IIR organiseert IIR de conferentie Biomassa als Grondstof voor de Industrie.<br />
Dit is het eerste evenement in Nederland dat de technische kant van<br />
de biobased economy belicht.<br />
www.iir.nl/biobased<br />
Wilt u uw evenement op deze of onze digitale agenda laten opnemen?<br />
Stuur de gegevens van uw bijeenkomst naar het e-mailadres van de redactie<br />
via info@biobasedeconomymagazine.nl<br />
<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 33
<strong>Biobased</strong> Industry Register<br />
Door uw bedrijf en bedrijfsactiviteiten op te laten nemen in het <strong>Biobased</strong> Industry<br />
Register wordt u voor slechts 500 euro per jaar ieder kwartaal onder de aandacht<br />
gebracht bij duizenden biobased professionals, van bestuurders tot toeleveranciers,<br />
fabrikanten, onderzoekers en investeerders. Vul het ‘<strong>Biobased</strong> Industry Register’<br />
formulier digitaal in via www.biobasedeconomymagazine.nl/industryregister<br />
Biorenewables Business Platform<br />
Platform voor stimulering van duurzame<br />
ontwikkeling Nederlandse biobased economy<br />
T. 070 - 378 56 18<br />
I. www.biobasedeconomy.nl<br />
Dutch Biorefi nery Cluster<br />
Platform voor het vollediger tot<br />
waarde brengen van biomassa<br />
Postbus 424 9700 AK Groningen<br />
I. www.dutchbiorefi nerycluster.nl<br />
N.V. BOM<br />
Ontwikkelingsmaatschappij van<br />
de provincie Noord-Brabant<br />
Goirleseweg 15, 5026 PB Tilburg<br />
T. 088-8311120 / I. www.bom.nl<br />
34 | <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />
INVESTEREN IN ONTWIKKELING<br />
N.V. NOM<br />
Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij<br />
voor Noord-Nederland<br />
T. 050 - 521 44 44<br />
I. www.nom.nl<br />
Rotterdam Climate Initiative<br />
Klimaatprogramma van gemeente Rotterdam,<br />
Havenbedrijf Rotterdam, DCMR en Deltalinqs<br />
T. 010 - 267 21 23<br />
I. www.rotterdamclimateinitiative.nl<br />
Wageningen University & Research centre<br />
Universiteit en kennisinstelling gericht op<br />
de thema’s gezonde voeding en leefomgeving<br />
T. 0317 - 480100<br />
I. www.wur.nl<br />
Colofon<br />
Jaargang 1 - nr. 2 september <strong>2012</strong><br />
<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> is een onafhankelijk<br />
vakblad en verschijnt vier keer per jaar<br />
in een oplage van 5.000 exemplaren.<br />
Uitgever & Hoofdredacteur<br />
Edwin van Gastel (EG Media)<br />
(E). edwin@biobasedeconomymagazine.nl<br />
Vormgeving<br />
Bette van Loenen (EG Media)<br />
Fotografi e<br />
Vincent Knoops en Hollandse Hoogte<br />
Druk<br />
Roto Smeets<br />
Abonnementen & Advertenties<br />
www.biobasedeconomymazine.nl of<br />
info@biobasedeconomymagazine.nl<br />
Redactieadviesraadleden<br />
Ton Runneboom namens<br />
het Biorenewables Business Platform<br />
Paul Gosselink namens NV BOM<br />
Prof. Rudy Rabbinge namens Wageningen UR<br />
Pieter van Essen namens het<br />
Rotterdam Climate Initiative<br />
Eisse Luitjens namens NV NOM<br />
Annita Westenbroek namens het<br />
Dutch Biorefi nery Cluster<br />
INVESTEREN IN ONTWIKKELING<br />
© EG Media <strong>2012</strong> - Niets uit deze uitgave mag worden<br />
overgenomen zonder toestemming van de uitgever.<br />
Redactie en uitgever zijn zich volledig bewust van hun<br />
taak een zo betrouwbaar mogelijke uitgave te verzorgen.<br />
Niettemin kunnen zij geen enkele aansprakelijkheid<br />
aanvaarden voor eventueel voorkomende onjuistheden.
BEURS & CONFERENTIES:<br />
INNOVATIE EN DUURZAME MOBILITEIT<br />
14 EN 15 NOVEMBER <strong>2012</strong><br />
EXPO HAARLEMMERMEER<br />
VIJFHUIZEN<br />
<strong>2012</strong><br />
BusTech<br />
Totaalbeurs duurzaamheid voor<br />
OV-BUSSEN, TOURINGCARS en TAXI BUSSEN<br />
n De n ieuwste du u rza me tech n ieken on der één da k<br />
n Overdekt b u itenterrein voor demonstraties en ron dritten<br />
n Ontmoet beslissers, eindgebruikers en producenten<br />
n Blijf op de hoogte en sch rijf u in voor de conferenties :<br />
Duurzaam aanbesteden en Duurzame voertuigtechnieken<br />
REGISTREER U NU GRATIS VOOR DE BEURS EN/OF<br />
SCHRIJF U IN VOOR DE CONFERENTIES WWW.BUSTECH.NL<br />
Adviescommissie<br />
Instituut voor Duurzame Mobiliteit<br />
Media partners<br />
Organisator<br />
WORD SPONSOR OF BOEK DIRECT UW STAND OP WWW.BUSTECH.NL<br />
D
SEPT <strong>2012</strong> • BIOBASED ECONOMY MAGAZINE • EDITIE 2-<strong>2012</strong><br />
JA, ik neem een postabonnement op <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />
voor 49,95 per jaar exclusief btw<br />
en/of<br />
Start Bioeconomy Innovation<br />
Cluster Oost-Nederland<br />
Special over biobased economy in Provincie Gelderland<br />
ʻWij willen met iedereen die wil<br />
participeren het gesprek aangaanʼ<br />
Directie TKI <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> geeft duidelijkheid<br />
Project Agrobiopolymeren<br />
verbindt Nederland met Duitsland<br />
Noord-Nederland maakt zich op voor driedaagse van Emmen<br />
<strong>Biobased</strong> Business Brainport:<br />
Agro & Food meets Technology<br />
Oost-Brabant aan de slag met biobased economy<br />
JA, ik neem een digitaal en kosteloos abonnement<br />
op <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />
www.twitter.com/bbe_magazine www.facebook.com/<strong>Biobased</strong><strong>Economy</strong><strong>Magazine</strong>