14.02.2020 Views

COL-2020-087

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

pas als je wilde

leeuwen zo

dichtbij ziet

voel je hun kracht, de

souplesse, de omvang

van een klauw

die hun leven niet zeker waren door deze vaak

ontheemde en agressieve mannetjesolifanten.

De droogte heeft een warzone gemaakt van de rivierbedding.

Zebra’s, wildebeesten, giraffen, kudu’s en

olifanten rotten weg in de brandende zon. Om de

honderd meter ruik je dat je een nieuw karkas nadert.

Maar daar tussendoor zie je de glans van de dieren die

het wel redden. Nijlpaarden draaien hun oren als kleine

radars rond boven het wateroppervlak in een poel,

impala’s vinden beschutting onder een acacia, olifanten

zoeken naar gras en blaadjes tussen de doornstruiken.

Hoe het ooit was

Voor 1970 was de Kalahari nog het toneel van een

van de grote migratiestromen van Afrika. Vanuit de

Kgalagadi nabij Namibië trokken duizenden wildebeesten

en zebra’s ongehinderd door de Kalahari naar

de vlakten van de Makgadikgadi. Daar verzamelde het

water zich uit Angola en de Okavango. Sinds de jaren

zeventig is die route onderbroken door een honderden

kilometers lang hek rond de C.K.G.R. De regering van

Botswana bouwde het hek om Europa te garanderen

dat de koeien niet in contact konden komen met de

wilde dieren en vooral de buffels die van nature

dragers zijn van het mond- en klauwzeervirus. Zo kon

de agrarische sector groeien, want rundvlees bracht in

het Westen meer op.

Bart Kramer ziet het liefst alle hekken verdwijnen

zodat de dieren weer vrije doorgang hebben. De drang

naar migratie is zo sterk bij de dieren, zegt hij. ‘Elk

jaar staan er in het begin van het regenseizoen weer

duizenden wildebeesten tegen de hekken in de noordoosthoek

van de C.K.G.R., hun instinct zegt ze dat ze

naar het noorden moeten, maar ze kunnen niet verder.’

Iets verderop, in de Makgadikgadi Pans, zagen wij

de eerste migrerende zebra’s aankomen. Zo gauw ze

die eerste regenbui zien, rennen ze honderden kilometers

naar de zoutpannen in de hoop dat er water is.

Op onze eerste dag zagen we misschien enkele honderden

zebra’s drinken uit de waterpoelen. Een dag later

stonden ze elkaar met duizenden te verdringen, de

Weggebruiker

Wat een beeld. Heel in de

verte zagen we een schim

van deze giraffe. Hij liep via

de weg naar ons toe, tot de

motorkap. Met een boogje

liep hij door de bosjes om

ons heen. Om vervolgens

aan de achterzijde

ongestoord zijn weg te

vervolgen.

vlakte was een deken van zwart-witte strepen, alsof

er een wereldwijde zebraconferentie gaande was.

Dood en verderf

Fotografe Malou en ik nemen afscheid van Berry.

Hij heeft net de lekke linker-achterband van onze

4x4 gerepareerd. Hij kijkt ons bezorgd aan, samen

met Knowledge. Hij vreest dat we eigenwijs zijn en

naar de C.K.G.R. rijden, terwijl we in zijn ogen

slecht zijn voorbereid. Dat klopt ook: we hebben

geen extra brandstof, geen tweede reservewiel,

niets om te overnachten mocht er iets misgaan.

Maar ik voel een prikkel, een itch. Ik moet de totale

wildernis zien waarover Mark en Delia Owens

schreven in Cry of the Kalahari – 32.000 vierkante

kilometer ongerepte natuur.

We zijn avonturiers en rijden naar de toegangspoort

bij Matswere. Malou betaalt de entree en de

wachtpost tipt ons om naar de Sunday Pan te rijden,

hij hoorde dat daar leeuwen liggen. We rijden anderhalf

uur door mul zand over kleine heuvels en

doorkruisen de beroemde Deception Valley, een

rivier bedding die al 16.000 jaar droog ligt. De naam

is een vertaling van een woord uit de taal van de

bushmen. Het verwijst naar bedrog doordat leigrijze

grond je blik vertekent. Als je onder de brandende

zon van ver de rivierbedding inkijkt, denk je dat er

water in staat. Zelfs vogels trappen erin.

In de C.K.G.R. is niemand te zien, niemand die

kan helpen als het tegenzit. We rijden in de buurt van

de Sunday Pan als we een mannetjesleeuw zien onder

een acaciaboom. Hij ligt lekker te slapen, zijn snuit

rust op zijn voorpoten. Zou hij alleen zijn, vragen we

ons af. Of zijn er nog vrouwtjes in de buurt?

We rijden verder naar de pan. Ze ligt droog, grijs

zand markeert wat in het regenseizoen een poel is.

Nu ligt er alleen in het midden een kleine waterpoel

met grondwater, een installatie met een zonnepaneel

pompt het water elektrisch omhoog. In deze droogte

hebben de wilde dieren een beetje hulp nodig.

De pan is een bloedig slagveld, de geur van rottend

vlees dringt de auto binnen. Vijftig gieren maken ruzie

om een onherkenbaar karkas. Twintig meter verderop

liggen twee vrouwtjesleeuwen tussen de bomen uit

te buiken. Naast hen liggen nog twee karkassen,

aan de gekrulde hoorns zie ik dat het ooit gezonde

kudu’s waren. Weer vijf meter zie ik de overblijfselen

van een leeuwin, kennelijk een rivaal of verbanneling

van de troep. Ik herken haar alleen aan de achterpoten.

Hier komt de rauwheid van de wildernis pas

echt naar voren. Van de knuffeligheid die ik de

leeuwen eerder nog toedichtte, is weinig over.

104

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!