19.12.2012 Views

melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus

melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus

melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

theocratisch ideaal werd grotendeels onderbouwd met een beroep op het Oude<br />

Testament en het vond aansluiting bij de opvattingen die ook in Zürich en andere<br />

Zwitserse steden werden aangehangen. Toen Zwingli in 1529 in Straatsburg preekte<br />

tijdens zijn reis naar Marburg, had hij kerk en staat vereenzelvigd: 'Indien ergens hoop<br />

gekoesterd mag worden op een plaats ter herstelling <strong>van</strong> de ware vroomheid, dan<br />

geloof ik dat het zeker in Straatsburg /al zijn'. Zwingli kwam tot die overtuiging,<br />

omdat hij de indruk had, dat aldaar een christenmens niets anders was dan een<br />

getrouw burger, en dat de Christelijke stad niets anders was dan de christelijke kerk.<br />

De christelijke stad niets anders dan de christelijke kerk: ook Bucer koesterde dit<br />

ideaal. En hij lest wei eerde zeker <strong>van</strong>uit dit gezichtspunt de christelijke overheid en<br />

stimuleerde haar zo veel mogelijk met zijn collega's. Maar op dit punt zou de<br />

ontwikkeling verder gaan. Meer onder invloed <strong>van</strong> Oecolampadius kwam bij de<br />

Straatsburgers een visie tot ontwikkeling, die aan de eigen aard <strong>van</strong> de kerkelijke taak<br />

grote betekenis zou hechten, tegenover die <strong>van</strong> de staat.<br />

Avondmaalsstrijd<br />

Zo heeft het conflict met de Dopersen in Straatsburg aan de Reformatie een eigen<br />

profiel gegeven. Dit laatste liep parallel met de ontwikkelingen tijdens de<br />

Avondmaalsstrijd. Deze laatste kan hier niet geschetst worden. Wel moet vermeld, dat<br />

ook na de mislukking <strong>van</strong> het Avondmaalsgesprek in Marburg (1529) de<br />

Straatsburgers hun taak niet als afgedaan beschouwden. Men heeft zorgvuldig getracht<br />

de middenpositie te behouden. En mocht Bucer al de indruk vestigen, dat hij al te<br />

gemakkelijk weer een ándere formule kon vinden om de verschillen te overbruggen,<br />

het kan aan geen twijfel onderhevig zijn, dat hij in zijn bemoeiingen de zaak <strong>van</strong> het<br />

rijk <strong>van</strong> Christus op het oog had.<br />

Tot in zijn laatste levensjaar toe was zijn overtuiging, dat de strijd slechts liep over<br />

woorden en dat er ten diepste gezien niet zulke geschillen aan de orde waren, dat een<br />

schisma daar<strong>van</strong> het gevolg zou moeten zijn. In zijn colleges te Cambridge vertelde<br />

hij aan zijn studenten, hoe hij lange reizen had moeten maken om broeders bij elkaar<br />

te brengen. Natuurlijk hebben in de Avondmaalsstrijd ook politieke zaken een rol <strong>van</strong><br />

betekenis gespeeld, omdat de veiligheid <strong>van</strong> de e<strong>van</strong>gelische beweging gebood, dat<br />

men zich nauwer aaneensloot. Er is inderdaad sprake <strong>van</strong> een relatie tussen politieke<br />

verbintenissen en kerkelijke belijdenissen. Maar toen de Wittenberger Concordie tot<br />

stand kwam (1536), was dit voor Bucer geen kwestie <strong>van</strong> louter kerkpolitieke<br />

onderhandelingen. Het was een resultaat waaraan innerlijke overtuiging ten grondslag<br />

lag. Deze hing samen met de bovengenoemde sterkere waardering voor kerk, ambt en<br />

instituut. In de derde uitgave <strong>van</strong> zijn commentaar op de e<strong>van</strong>geliën heeft Bucer<br />

daar<strong>van</strong> getuigenis afgelegd. Wat hij aan Luther te danken heeft omschrijft hij met<br />

deze woorden: 'Ik heb intussen meer orthodox over deze dingen leren gevoelen.<br />

Aangezien de dingen die ik eerder op deze plaats over het heilig ambt in de kerk heb<br />

geschreven misbruikt kunnen worden om zowel het heilig ambt te verachten als ook<br />

hen, die daarover goed en vroom gevoelen en prediken, heb ik hier opnieuw in<br />

behandeling willen nemen en aanvullen wat ik vroeger geschreven heb.'<br />

Bucer verklaart nu dat hij bevreesd was, dat men aan het ambt op zichzelf te veel zou<br />

toekennen. Bijgeloof hecht zich aan de uiterlijke ceremoniën. Daar<strong>van</strong> had hij Luther<br />

vroeger ook verdacht. Maar nu overwoog hij, dat men ook op een vrome manier de<br />

nadruk kan leggen op de middelen die God pleegt te gebruiken. Aan de belijdenis <strong>van</strong><br />

het geloof, gaat immers altijd de prediking, <strong>van</strong> het geloof vooraf.<br />

Dit is ongetwijfeld te beschouwen als een winst <strong>van</strong> de Avondmaalsstrijd. Ook al zou<br />

men moeten toegeven, dat de grondnoties altijd wel aanwezig zijn geweest in Bucers<br />

90

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!