19.12.2012 Views

melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus

melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus

melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

toebedacht. Daarbij werd een nauwe relatie gelegd tussen Geest en instituut. Terwijl<br />

de Dopersen erop uit waren om overal de charismatische leider te zoeken, creëerde<br />

Bucer met zijn ambtgenoten een instituut, waarbinnen het werk <strong>van</strong> de Geest zich<br />

doorzet.<br />

In theologisch opzicht was het klimaat daarvoor geschapen doordat het verband tussen<br />

Woord en Geest werd geaccentueerd. Op deze kwestie is Bucer vrij uitvoerig<br />

ingegaan in een nota die ter synode diende: Contra Bernh. Wacker. Om te voorkomen<br />

dat men <strong>van</strong> een uiterlijke ambtsbediening op zichzelf het heil verwacht en tegelijk<br />

om het gevaar te verhinderen <strong>van</strong> een beroep op het innerlijke woord onder verachting<br />

<strong>van</strong> de kerkelijke bediening er<strong>van</strong>, onderstreept Bucer het spreken Gods. God blijft het<br />

subject <strong>van</strong> zijn eigen Woord. Door zijn Woord, dat in de verkondiging gesproken<br />

wordt maakt God ons zijn wil bekend. Het is de Heilige Schrift waarin het Woord tot<br />

ons komt en het sereno vocalis, wanneer het ons bereikt in de prediking. Op velerlei<br />

manier kan het Woord worden gesproken en toegepast, maar altijd is het God zelf, die<br />

aan het woord is en die ook aan het Woord zijn kracht verleent. Daarom mogen de<br />

dienaren het Woord brengen en daarbij de hoorders vermanen dat wat hun wordt<br />

voorgesteld Gods eigen woorden zijn. Zonder gebed kan <strong>van</strong> werkelijke vrucht geen<br />

sprake zijn. Omdat God de voornaamste spreker is (principalis loquens) moet <strong>van</strong><br />

Hem de zegen verwacht worden. Dit gepredikte Woord moet in geloof worden<br />

ont<strong>van</strong>gen. Bucer maakt onderscheid tussen een innerlijk en een uiterlijk Woord,<br />

zonder het ene tegen het andere uit te spelen. Altijd moet het innerlijke Woord<br />

corresponderen met de Schrift en met de analogia fidei. De gewone regel is, dat God<br />

aan de volwassenen het innerlijke Woord geeft door middel <strong>van</strong> het uiterlijke.<br />

Wanneer ook Paulus spreekt op twee manieren over het werk <strong>van</strong> de prediker<br />

geschiedt dit om een ijdel vertrouwen op de mensen weg te nemen en tegelijkertijd het<br />

wettig karakter <strong>van</strong> de dienst des Woords te handhaven.<br />

Ambt en bemiddeling<br />

Hier kwam de volle ruimte voor het bemiddelend karakter <strong>van</strong> het ambt in de kerk.<br />

Terwijl de spiritualisten en ook vele Dopersen volgeling werden <strong>van</strong> een<br />

charismatische leider, vaak uit het volk, wendde de Reformatie zich hoe langer hoe<br />

meer tot een ambtsbeschouwing, die het werk <strong>van</strong> God door de mensen eerde. God<br />

deelt ons de zaligheid mee door zijn dienaren; het geloof is door liet gehoor. Bij deze<br />

tekst tekent Bucer aalt: 'Hij (Paulus) wist dat alle onderwijs, door mensen gegeven<br />

vruchteloos is tot zaligheid, wanneer God niet alle wasdom zou schenken. En toch<br />

schrijft hij eenvoudig: het geloof is uit het gehoor. Daarom zou het ondankbaarheid<br />

zijn, wanneer wij het Woord des levens zouden verachten, omdat de Heere het niet<br />

beneden zich acht om het te bedienen door stervelingen, door onze broeders, door ons<br />

vlees. Zozeer bemint de Heere onze (onderlinge) verbondenheid, zozeer verlangt Hij<br />

ons in Zijn goddelijke gemeenschap op te nemen, dat Hij besloot de eeuwige zaligheid<br />

mede te delen door óns als dienaren. Wanneer het e<strong>van</strong>gelie slechts zuiver bediend<br />

wordt, zal gemakkelijk verhoed kunnen worden, dat men aan het uiterlijk bediende<br />

Woord, óf aan de mens die het bedient, de zaligheid zou toeschrijven. Want wat is het<br />

e<strong>van</strong>gelie anders dan de aanbieding <strong>van</strong> het heil, dat de Heere zelf door Zijn eigen<br />

Woord aanbiedt, eisend dat wij Hem als enige zullen geloven? Laten wij daarom <strong>van</strong><br />

de kerk <strong>van</strong> Christus verre houden die spitsvondigheden, dat het niet het Woord des<br />

Heren is, dat de mens spreekt; dat de ziel slechts door de Geest en niet door een<br />

uitwendige stem onderwezen kan worden in de dingen Gods, en dergelijke dingen<br />

meer ...'<br />

Men veracht God in zijn spreken. Men verbreekt ook de broederband. Men verstoort<br />

88

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!