melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus
melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus
melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
wesen' worden: vrucht <strong>van</strong> Luthers opmerkelijke verbinding tussen schepping en<br />
christologie.<br />
Men ziet aan dit alles, dat wat Luther betreft ongeveer de hele geloofsleer met de<br />
Avondmaalstrijd gemoeid was. De schepping, de leer <strong>van</strong> Christus, de leer <strong>van</strong> het<br />
heil, de leer <strong>van</strong> het Avondmaal, de Triniteit, de opvatting <strong>van</strong> wat een wonder is: dat<br />
is allemaal voor hem bij deze zaak betrokken en in het geding.<br />
Toen Oecolampadius het gebruik <strong>van</strong> het woord 'wonder' als aanduiding <strong>van</strong> Christus'<br />
aanwezigheid in het Avondmaal bestreed, omdat hij slechts een wonder wilde noemen<br />
wat in de Bijbel zo heette, kwam Luther ogenblikkelijk in het geweer en zei dat hij dit<br />
een ongeoorloofde beperking <strong>van</strong> het wonderbegrip vond. Voor hem vormde het<br />
wonder de schakel tussen schepping en Avondmaal. Christus de Logos is door het<br />
wonder als de Godmens aanwezig in de hemel én in het Avondmaal, in, met en onder<br />
de elementen.<br />
Zwingli die zegt, dat Christus met zijn vergoten bloed alles in hemel en op aarde<br />
tevreden heeft gesteld en niet door zijn lichaam en bloed lichamelijk te eten te geven,<br />
wijst de mensen op Golgotha en niet op het Avondmaal. 'Im leiblichen Essen' vindt<br />
volgens hem het gelovig geweten 'mit Nachlassung der Sünd.<br />
Maar Luther zegt: Zwingli weet niet dat de verdienste <strong>van</strong> Christus en de uitdeling <strong>van</strong><br />
die verdienste twee onderscheiden dingen zijn. Je mag de verlossing niet lot het<br />
gebeuren op Golgotha beperken. Wij weten, zo gaat hij voort, dat Christus eens voor<br />
ons gestorven is en dat sterven uitdeelt door prediken, dopen, Geest, lezen, geloven,<br />
eten en zoals Hij wil, waar Hij is en wat Hij doet. In dit alles is Christus Zelf<br />
aanwezig. Daarom zeggen wij dat de vergeving der zonden er in het Avondmaal is,<br />
niet <strong>van</strong>wege het eten of omdat Christus daar de vergeving der zonden verdient of<br />
verwerft (de offerhandeling in de mis wordt afgewezen), maar omwille <strong>van</strong> het<br />
Woord, waardoor Hij zulke verworven vergeving onder ons uitdeelt en spreekt: Dat is<br />
Mijn lichaam, dat voor u gegeven wordt.<br />
Bornkamm noemt dit de geestelijke samenhang, waarin voor Luther de schijnbaar zo<br />
massieve voorstelling <strong>van</strong> het ont<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> Christus' lichaam en bloed staat.<br />
Begrijpelijk dat in tegenstelling tot Zwingli voor Luther alles gelegen is aan de<br />
eenheid der naturen <strong>van</strong> Christus in zijn Persoon. Omdat Godheid en mensheid in<br />
Christus één Persoon zijn, ent de Schrift terwille <strong>van</strong> zulke persoonlijke eenheid ook<br />
aan de Godheid alles toe wat de mensheid overkomt, en omgekeerd. Wat hij met name<br />
bij Zwingli bestrijdt, is de oneigenlijkheid <strong>van</strong> diens christologische uitspraken.<br />
Zwingli vat de eenheid der beide naturen als manier <strong>van</strong> spreken (Redeweise), niet als<br />
werkelijke eenheid op. Dat verscheurt de hele Christus en doet Hem als Verlosser<br />
teniet.<br />
Voor Luther is het vooral onaanvaardbaar, wanneer Zwingli zegt, dat alleen de<br />
menselijke natuur geleden heeft, en hij geeft daarop als commentaar: 'So ist mir der<br />
Christus ein schlechter Heiland, so bedarf er wohl selbs eines Heilands'. Wij zien<br />
opnieuw, dat al Luthers uitspraken op dit punt een soteriologische spits hebben.<br />
Aan het eind <strong>van</strong> zijn geschrift formuleert Luther nog eenmaal kort de vrucht <strong>van</strong> het<br />
Avondmaal: 'Wie <strong>van</strong> deze beker drinkt, drinkt waarachtig het rechte bloed <strong>van</strong><br />
Christus en de vergeving der zonden of de Geest <strong>van</strong> Christus, die in en met de beker<br />
ont<strong>van</strong>gen worden, en hij zal hier niet alleen maar een gestalte (Figur) of teken <strong>van</strong> het<br />
Nieuwe Testament of <strong>van</strong> het bloed <strong>van</strong> Christus ont<strong>van</strong>gen. Want dat komt de Joden<br />
toe in het oude verbond.'<br />
Een en ander herinnert sterk aan wat Luther in zijn Vorrede zum Propheten Hesekiel<br />
(<strong>van</strong> 1530-31) schrijft over het judenzen of verjoodsen <strong>van</strong> het E<strong>van</strong>gelie: Velen <strong>van</strong><br />
ons hangen zo aan de rabbijnen en vertrouwen hen zo, dat ze meer verjoodsen dan de<br />
68