19.12.2012 Views

melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus

melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus

melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

onvriendelijk toespreekt, maar hen wel ernstig waarschuwt, omdat hun heil en dat <strong>van</strong><br />

wie aan hun zorgen zijn toevertrouwd, op het spel staat. Dit soort uitspraken bewijst,<br />

dat Luther de Avondmaalsstrijd heeft opgevat als een zaak, waarin beslissingen<br />

werden genomen in het hart <strong>van</strong> geloof en theologie.<br />

Johannes Brenz uit Zwaben, die in zijn Syngramma op het Avondmaal op een<br />

Lutherse wijze ingaat, heeft het hart <strong>van</strong> het geloof met het Avondmaal in verbinding<br />

gebracht, toen hij schreef: 'Het lichaam <strong>van</strong> Christus alleen is <strong>van</strong> geen nut, maar (het<br />

is) daarom (<strong>van</strong> nut), omdat Hij voor ons gegeven en het leven der wereld is. Evenzo<br />

doet het bloed <strong>van</strong> Christus alleen geen nut, wel echter zeer veel, omdat het tot onze<br />

reiniging vergoten is. En dat is de enige reden, waarom wij zijn lichaam en bloed in<br />

het Avondmaal ont<strong>van</strong>gen.'<br />

Wanneer dan vervolgens Brenz de aanwezigheid <strong>van</strong> Christus in het Avondmaal<br />

precies op de wijze <strong>van</strong> Luther voorstelt, dan is het duidelijk dat hij een direct verband<br />

legt tussen het heil en de Lutherse Avondmaalsopvatting. Luther was met deze actie in<br />

Zwaben erg blij, en toen er in Zuid-Duitsland in toenemende mate geschriften en open<br />

brieven tegen Zwingli, Karlstadt en Oecolampadius verschenen, reageerde hij erop<br />

met de woorden: 'Christus leeft. God verwekt zijn reservetroepen tegen de nieuwe<br />

ketters. We hebben goede hoop, dat Christus terrein wint.'<br />

Men heeft weleens geschreven, dat Zwingli door zijn toon in verschillende publicaties<br />

het strijdkarakter aan de ontmoeting heeft gegeven. Ik ben er niet zo zeker <strong>van</strong>, of het<br />

aandeel hiertoe alleen <strong>van</strong> Zwingli afkomstig was.<br />

De boven geciteerde woorden, afkomstig uit een brief <strong>van</strong> Luther januari 1526,<br />

bewijzen ten eerste, dat Luther in zijn Avondmaalsopvatting regelrecht de zaak <strong>van</strong><br />

Christus in het geding zag, en ten tweede dat hij de overgang <strong>van</strong> enigen tot zijn partij<br />

als een bewijs zag dat God Zelf opstond tot de strijd. Nu kan hij zich ook niet langer<br />

aan het krijgsgewoel onttrekken, zoals hij erop laat volgen.<br />

Wanneer dan Luther en Zwingli zelf op het strijdtoneel verschijnen, dan is het<br />

duidelijk dat althans Zwingli geen gevecht als <strong>van</strong> vijanden heeft verwacht of gezocht.<br />

In 1527 schrijft hij zijn Amica exegesis, zijn vriendelijke uitleg over het Avondmaal,<br />

waarin hij Luther allereerst met eerbetuigingen overlaadt, om vervolgens duidelijk te<br />

maken dat hij nu met hem in het strijdperk treedt. Hij herinnert hem aan <strong>'de</strong> vroege<br />

Luther', die toch niet anders dacht dan Oecolampadius en Zwingli nu. Hij belijdt een<br />

reële, maar geestelijke aanwezigheid <strong>van</strong> Christus in het Avondmaal (zie later Calvijn)<br />

en wijst vervolgens Brenz en de Zwabische Lutheranen af, die menen dat door het<br />

Woord - bedoeld zijn de woorden <strong>van</strong> instelling en consecratie - de zaak zelf of het<br />

geloof aan de zaak gegeven wordt.<br />

Dat is Zwingli te massief gedacht. 'Want ook na het horen <strong>van</strong> het Woord gaat<br />

niemand als gelovige weg, wanneer hij niet getrokken wordt door de adem <strong>van</strong> de<br />

Geest'.<br />

Reeds eerder kwam Zwingli's kritiek op Luthers woordtheologie ter sprake. In de<br />

Avondmaalsstrijd wordt die kritiek actueel. Slechts door de Geest en het geloof kan<br />

men Gods tegenwoordigheid, ook bij het Avondmaal, ervaren. Instellings- en<br />

consecratiewoorden doen daar niets af of voegen er aan toe. Wat de christologie<br />

betreft, zegt Zwingli: 'Uit de Godheid <strong>van</strong> Christus volgt niet de alomtegenwoordigheid<br />

<strong>van</strong> Christus' lichaam.'<br />

Weer een punt, dat later ook Calvijn en trouwens de hele Calvinistische Reformatie in<br />

Frans-Zwitserland, Frankrijk, de Nederlanden, Engeland en Schotland over zal nemen.<br />

Christus' Goddelijke en menselijke natuur zijn wat hun wezen betreft te scheiden, zo<br />

meende Zwingli. In een begeleidende brief, die zeer scherp <strong>van</strong> toon was en die door<br />

Luther als aanmatigend en onterend is ervaren, schreef Zwingli dat Luther op het punt<br />

66

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!