melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus
melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus
melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
ingenomen, dat op die manier bij latere uitgaven <strong>van</strong> dezelfde stof niet meer<br />
opportuun was.<br />
Men kan bij de vraag naar de toe-eigening <strong>van</strong> het heil tot de rand <strong>van</strong> de ketterij gaan<br />
en het dogma scheeftrekken (Gunning sr.), terwijl men in de formulering <strong>van</strong> de<br />
belijdenis alleszins orthodox is. Zo zou het ook weinig moeite kosten om uit<br />
Kierkegaards wijsgerige geschriften een antropologie op te delven, die zich<br />
nauwelijks verenigen laat met de Lutherse orthodoxie. Terwijl bij dezelfde<br />
Kierkegaard plaatsen met handen te grijpen zijn, waar hij zijn verering voor Luther en<br />
diens leer ondubbelzinnig kenbaar maakt, ook in zaken die het zicht op de mens<br />
betreffen. Het waren juist de vragen <strong>van</strong> de heilstoe-eigening, die Luther zijn hele<br />
leven bezighielden. Ze gaven niet alleen in de beginjaren leiding aan zijn werk, maar<br />
evenzeer waren ze, zoals we nog zullen horen, de stimulansen in de Avondmaalsstrijd.<br />
Niet voor niets bestaat zo'n groot deel <strong>van</strong> Luthers oeuvre uit preken.<br />
Verder valt het te betwijfelen, of Luther zich <strong>van</strong> een discrepantie ten opzichte <strong>van</strong> het<br />
vroegkerkelijk dogma bewust is geweest. Toen Melanchthon <strong>hoogleraar</strong> werd in<br />
Wittenberg, was Luther de eerste die de jonge humanist hartelijk onthaalde, en hij<br />
besloot om bij hem Grieks te gaan leren. Zeer wel onderkende Luther de verschillen in<br />
uitgangspunten en invalshoeken tussen Melanchthon en zichzelf. Maar hij wist ook,<br />
aldus Kooiman, dat er één punt <strong>van</strong> overeenkomst was: het ging hen beiden om de<br />
zuivere inhoud <strong>van</strong> de Schrift. Dat overwon alle aarzeling, mocht die er tussen beiden<br />
zijn geweest. Wat dit betreft, hameren toch ook Luther en Zwingli op hetzelfde<br />
aambeeld. De Bijbel is bij alle waardering <strong>van</strong> kerkvaderteksten doorslaggevende<br />
autoriteit. Bovendien is het de vraag of Luther zich <strong>van</strong> afwijkingen <strong>van</strong> de begrippen<br />
der vroege Kerk inzake de leer bewust is geweest, omdat zijn verwoording <strong>van</strong> de<br />
christologie en het Triniteitdogma in een andere context stond dan in vorige eeuwen<br />
het geval was. Vanwege de nood <strong>van</strong> de tijd en het heil der mensen kregen de<br />
dogmata in de formuleringen andere accenten dan tevoren. Niet Luthers christologie,<br />
maar zijn soteriologie is mijns inziens de invalshoek, waaronder men het geheel <strong>van</strong><br />
zijn theologie moet beschouwen.<br />
Locher heeft dat onder woorden gebracht, toen hij in zijn eerder genoemde boek<br />
inging op de Triniteitleer en de christologie <strong>van</strong> Zwingli. Deze onderstreept immers<br />
juist de Godheid <strong>van</strong> God om de eenheid in de Drie-eenheid zeker te stellen. Daardoor<br />
staat Zwingli - evenals Calvijn - duidelijker in de lijn <strong>van</strong> de oikonomische<br />
triniteitsleer <strong>van</strong> Augustinus dan Luther,<br />
die de nadruk legt op openbaring en incarnatie en bijgevolg de 'drievoudigheid' der<br />
personen juist sterk uit laat komen.<br />
In de christologie houdt Zwingli vast aan het vroegkerkelijke 'waarachtig God,<br />
waarachtig mens', waarbij het Zoonschap <strong>van</strong> Christus slechts Trinitarisch en<br />
soteriologisch verstaan kan worden. Bij de aanneming <strong>van</strong> het vlees door de eeuwige<br />
Zoon <strong>van</strong> God benadrukt hij, dat de Godheid actief, de mensheid creatuurlijk-passief<br />
optreedt en dat de Godheid in de mensheid <strong>van</strong> Jezus ingaat zonder er in op te gaan.<br />
Terwijl Luther de nadruk legt op het wonder <strong>van</strong> de menswording, staat bij Zwingli de<br />
Godheid <strong>van</strong> de Godmens voorop. Anders gezegd: Luther benadrukt de openbaring<br />
<strong>van</strong> God, Zwingli legt de vinger bij de openbaring <strong>van</strong> God. Bij Zwingli blijven in<br />
onderscheid <strong>van</strong> Luther de beide naturen <strong>van</strong> Christus duidelijk onderscheiden, alleen<br />
verbonden door de persoon <strong>van</strong> Christus, die identiek is met Zijn Godheid. De scopus<br />
<strong>van</strong> Zwingli's christologie is de zekerheid, dat wij in de mens Jezus werkelijk God<br />
ont<strong>van</strong>gen.<br />
Voor Locher is dit alles niet een zaak <strong>van</strong> wezenlijk verschil tussen de beide<br />
64