De clerici hebben hun publiek, <strong>van</strong> welks bijval zij zeker zijn en waaruit zij hun rechters kiezen. Ook ik beroep mij op de oordelen der Kerk, d.i. op alle vrome en ontwikkelde mensen, die, wie ze ook zijn, deze twisten veroordelen. Want deze strijdquaesties worden op een andere manier beslecht dan gewone processen. Terecht heeft Basilius geoordeeld: 'maar er zijn bisschoppen, laten zij tot verhoor geroepen worden; er is een clerus, laten in elke parochie Gods de voornaamsten bijeengebracht worden, laat met vrijmoedigheid spreken wie wil, opdat het proces een reëel onderzoek zij en geen laster'. Moge op de juiste wijze het kerkelijk oordeel vastgesteld worden! Maar gij past wel op, gij stelt <strong>van</strong> te voren bij u zelf vast, wat voor rechter gij wilt, nl. iemand <strong>van</strong> uw partij. Talrijk zijn de verdedigers die waarschuwen, dat onbillijke oordelen vermeden moeten worden, maar ik zal een nog vers in het geheugen liggend aller- geestigst voorbeeld noemen, dat ik gelezen of gehoord heb. Er zijn in Frankrijk twee uitnemend geleerde mensen, Castellanus en Bigotius. Omdat de geleerde disputaties <strong>van</strong> Castellanus dikwijls door de koning aangehoord werden, drong iemand uit de adel er op aan, dat ook Bigotius een keer gehoord werd. De koning vraagt in welk vak hij bedreven is. Terwijl de anderen hem met een eervol getuigenis sieren, valt eindelijk Castellanus, omdat hij niet wilde dat het oordeel over hem nog mooier werd, hen in de rede en zegt: wat vertelt gij met zoveel omslag? Hij is Aristotelicus. De koning vraagt wat dat inhoudt. Dat zal ik u vertellen, zegt Castellanus. Aristoteles verzekert, dat de aristocratie een beter stelsel is dan het koningschap. Met dit woord wist hij bij de koning alle gezag aan Aristoteles en diens wetenschappelijke aanhangers onttrokken te hebben. En toen dan de koning navroeg of Aristoteles dit geschreven had en de anderen het bevestigden, en gehoord had dat Bigotius Aristoteles' uitspraken verdedigde, zei hij dat Aristoteles raasde, en weigerde een verdediger <strong>van</strong> deze ongehoordheden aan te horen. Gemakkelijk behaalde Castellanus bij zulk een rechter de overwinning. Dit verhaal is een voorbeeld <strong>van</strong> het oordeel dat de clerici in hun boek geven. Ook wij onttrekken ons niet aan een verhoor, maar wij wensen vooral, dat door een waarlijk kerkelijk oordeel de waarheid verbreid worde en op een juiste wijze de rust der Kerk versterkt worde. Maar hoe weinig deze zorg de machthebbers raakt, dat toont het geval zelf aan. Intussen echter vormen de vromen hun oordeel en zij kennen de regel, nl. de leer <strong>van</strong> profeten en apostelen en de getuigenissen <strong>van</strong> de vroege Kerk, zoals ik boven gezegd heb. Zij weten, dat de Kerk gebouwd is op het fundament <strong>van</strong> profeten en apostelen. Zij weten, dat de stem <strong>van</strong> dezen gehoord moet worden en de voorkeur verdient boven een slechte gewoonte, hoe oud deze ook zij. Indien zij waarlijk oordelen, dat God Zich heeft doen kennen in deze ene leer, die Hij aan profeten en apostelen toevertrouwd heeft, is het ook noodzakelijk deze als norm te volgen. Maar vele goddelozen denken tegenwoordig, dat de kerkelijke orde een politieke zaak is, zoals Attica of Laconië, gebouwd met menselijk overleg en dat daarom steeds haar tegenwoordige toestand terwille <strong>van</strong> de rust bewaard moet blijven. En velen, die aldus <strong>van</strong> oordeel zijn, worden als rechters over deze twistpunten gesteld en door deze overtuiging betoverd, trachten zij de duidelijkste waarheid te onderdrukken. Wij strijden echter niet over duistere of onoplosbare zaken. Over de hemelse leer oordelen geenszins eerbiedig zij, die <strong>van</strong> mening zijn dat deze onoplosbaar en dubbelzinnig is. God wil gekend en aangeroepen worden en Hij wil dat naar Zijn Zoon geluisterd wordt, die uit de schoot <strong>van</strong> de Vader het eeuwig E<strong>van</strong>gelie heeft gebracht en een vaste leer arn Zijn Kerk heeft geopenbaard. Wie Hem als leraar horen kunnen gemakkelijk in deze strijdkwesties tot een oordeel komen. 38
Op hen beroep ik mij. En ik bid de eeuwige God, de Vader <strong>van</strong> onze Heere Jezus Christus, dat Hij om Zijn Zoons wil ons door Zijn Heilige Geest en Zijn Kerk vermeerdere en beware. Gode zij lof. Bron: De vertaling berust op de Latijnse tekst: Responsio Philippi Melanchton is Ad Scriptum quorundam delectorum a Clero Secundario Coloniae Agrippinae, 1543 in: Melanchtons Werke in Auswahl, VI. Bd., herausg. v. R. Stupperich, Giitersloh 1955, blz. 381- 421; zie de inleiding en de verklarende aantekeningen daarbij. De tekst <strong>van</strong> de 'Keulse Reformatie', 1543, bij Ae. L. Richter, Die e<strong>van</strong>gelische Kirchenordnungen des 16. Jahrhunderts, Bd. II, Weimar 1846, no. LXXXI, blz. 30-54. 39
- Page 1 and 2: MELANCHTON 'DE HOOGLERAAR VAN DUITS
- Page 3 and 4: VOORWOORD Philippus Melanchton, wer
- Page 5 and 6: INLEIDING Melanchton was met Luther
- Page 7 and 8: soms al te toegeeflijk was; zeker t
- Page 9 and 10: Veel kerken zijn dood, veel theolog
- Page 11 and 12: op zodanige wijze, dat men algemeen
- Page 13 and 14: zijnen brachten door te grote toege
- Page 15 and 16: 2. MELANCHTON EN DE POGING VAN AART
- Page 17 and 18: hoofdstukken toe, die Bucer uit een
- Page 19 and 20: geargumenteerde reformatie als die
- Page 21 and 22: omstandigheden, de keur-vorst-aarts
- Page 23 and 24: antwoordde, maar toen de man eindel
- Page 25 and 26: worden. 'Maar waarom', zeggen zij,
- Page 27 and 28: onderscheid zijn, zeggen zij, tusse
- Page 29 and 30: natuur in haar zwakheid nu eenmaal
- Page 31 and 32: om God te binden aan dit beeld en h
- Page 33 and 34: Tenslotte, hoewel de sacramenten ze
- Page 35 and 36: wijze aan te roepen, en zich het ge
- Page 37: groot deel uw openbare en particuli
- Page 41 and 42: het grote, z.g. Konkordienbuch afge
- Page 43 and 44: niet aan Karel is opgedrongen zonde
- Page 45 and 46: die dansen, jagen zij niets dan law
- Page 47 and 48: Vastenpreken, en wel over I Petrus
- Page 49 and 50: hij een toelichting volgen en daarv
- Page 51 and 52: mocht leren kennen en uit de veelvu
- Page 53 and 54: verschenen die het gewaagd heeft te
- Page 55 and 56: jegens allerlei andere gezagdragers
- Page 57 and 58: van de christen niet aan de kerkeli
- Page 59 and 60: tegenstander gaat, duidelijk als vo
- Page 61 and 62: ijvoorbeeld tussen wet en Evangelie
- Page 63 and 64: verborgen zit. In de kloof tussen G
- Page 65 and 66: Reformatoren, maar een kwestie van
- Page 67 and 68: van 'ken uzelf' gekomen was en zich
- Page 69 and 70: oude Joden zelf hebben gedaan (…)
- Page 71 and 72: ewijzen dat ze het Evangelie niet v
- Page 73 and 74: Bekenntnis) en Bremen met Albert va
- Page 75 and 76: de objectiviteit van het heil in he
- Page 77 and 78: hij binnen de stad een vrij sterke
- Page 79 and 80: geestelijken met hun ambten door ee
- Page 81 and 82: tot de oude gebruiken, waarbij beda
- Page 83 and 84: Doop Wat de doop aangaat, ook hier
- Page 85 and 86: Maar heeft Luther mogelijk over het
- Page 87 and 88: Straatsburg een vrijhaven voor alle
- Page 89 and 90:
de gemeente van God: 'Onder voorwen
- Page 91 and 92:
denken, het is duidelijk dat ze nu
- Page 93 and 94:
In deze tijd komt met kracht een ni
- Page 95 and 96:
de zuidelijke Nederlanden. In 1538
- Page 97 and 98:
leek steeds meer dat het zwaartepun
- Page 99 and 100:
voorwendsel van evangelische vrijhe
- Page 101 and 102:
101 betere tijden zouden zijn aange
- Page 103 and 104:
103 geopend door de dood van Flaciu
- Page 105 and 106:
105 Gereformeerde leer is, dat Gods
- Page 107 and 108:
107 was ook in de Palts, toen daar
- Page 109 and 110:
109 voorkeur verdienden, en omdat s
- Page 111 and 112:
111 en wij in onze kerken teren er
- Page 113 and 114:
113 al meer aan de geestelijke pols
- Page 115 and 116:
115 Kettler een wereldlijk hertogdo
- Page 117 and 118:
117 een nieuwe uitgave van de Augsb
- Page 119 and 120:
119 noodzakelijk zijn ter zaligheid
- Page 121 and 122:
121 overtuigen. De Philippisten wer
- Page 123 and 124:
10. CALVINISME EN LUTERANISME, Prof
- Page 125 and 126:
125 gezag verleende moet men niet v
- Page 127 and 128:
127 door de heilige Paulus en Luthe
- Page 129 and 130:
129 rabies theologorum ging, om een
- Page 131 and 132:
131 Avondmaal verklaard. Menigeen e
- Page 133 and 134:
133 eeuwige dood in het hospitaal h
- Page 135 and 136:
135 Heidelberg en Bazel gezonden. M
- Page 137 and 138:
137 Zoon van God en de Zoon des men
- Page 139 and 140:
139 van de gezamenlijke ouderlingsc
- Page 141 and 142:
141 waar men beslist niet in deze r
- Page 143 and 144:
143 troepen door Frederik III van d
- Page 145 and 146:
145 Was het Calvinisme? Zoals bij D
- Page 147 and 148:
147 die niet in de Schrift genoemd
- Page 149 and 150:
149 de belijdenis van de Franse ker
- Page 151 and 152:
151 En inderdaad, hetgeen zeer te p
- Page 153 and 154:
12. CALVIJN EN LUTHER / MELANCHTON
- Page 155 and 156:
155 moest nemen. Zij mag haar orden
- Page 157 and 158:
157 gekruisigd word, word ik ook vo
- Page 159 and 160:
159 wijze komt het inderdaad tot "g
- Page 161 and 162:
161 27 Calvin, Der Brief an die Gal
- Page 163 and 164:
163 daarin, een overwinning van dez
- Page 165 and 166:
13. MELANCHTONS WIJSHEID EN INVLOED
- Page 167 and 168:
167 Hemmingsen studeerde van 1537-1
- Page 169 and 170:
169 werd. Dit werk is vooral bekend
- Page 171 and 172:
zijn dood. Toch heeft het wel navol
- Page 173 and 174:
173 Eind 1527 begon Melanchton met
- Page 175 and 176:
175 vruchtbaar gebruik kunnen maken
- Page 177 and 178:
177 Het Melanchthonjaar 2010 ging t
- Page 179 and 180:
179 Deze leefregel van de wet van d
- Page 181 and 182:
6. AAN JOHANN VON STAUPITZ, Wittenb
- Page 183:
8. MELANCHTHONS VOORREDE VOOR DE SA