melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus
melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus
melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
groot deel uw openbare en particuliere gebruiken afwijken <strong>van</strong> de gehele strekking der<br />
kanones, die met het goddelijk recht in overeenstemming zijn? Maar ook dit is de<br />
gewone manier bij huichelaars: de mug uit te ziften en de kameel door te zwelgen.<br />
(10) Gij, die aan het roer der Kerk zit, moest zoveel mogelijk de bediening <strong>van</strong> het<br />
E<strong>van</strong>gelie bevorderen en in orde brengen, zowel om de glorie Gods te verheerlijken<br />
als om voor het heil des volks te zorgen. U weet, dat dit de eigenlijke taak <strong>van</strong> de<br />
hogere geestelijkheid is. Maar wat doet gij?<br />
Het grootste deel <strong>van</strong> hen, die de Kerk op de hoogste post verheven heeft, geeft geen<br />
onderwijs. Op vele plaatsen ontbreken de pastores. De kanunniken, die niets<br />
uitvoeren, genieten intussen de salarissen. Verder zwerven er monniken rond om te<br />
onderwijzen, die of onbekend zijn met het E<strong>van</strong>gelie of in dienst <strong>van</strong> de belangen <strong>van</strong><br />
anderen de afgoderij bevestigen. De godsdienst ondertussen, en waarin deze voor het<br />
volk bestaat, dat tonen uw tempels aan, waar een hoe grote verscheidenheid <strong>van</strong><br />
beelden in staat! Hier wordt Anna vereerd, daar Maria, elders staat Servatius, aan<br />
wiens hals een beurs hangt omdat hij geacht wordt het geld te bewaren voor zijn<br />
vereerders; kortom, ontelbare dergelijke voorstellingen ziet gij vooral op deze<br />
plaatsen! Daarheen komt het volk in groten getale samen; deze handelingen houden ze<br />
voor godsdienst. Over de ware aanroeping, over Christus, over de ware plichten <strong>van</strong><br />
het godsdienstig leven, over de tucht <strong>van</strong> de Kerk wordt gezwegen. Intussen tracht gij,<br />
terwijl gij zelf de bediening <strong>van</strong> het E<strong>van</strong>gelie verwaarloost, nog de geschikte en<br />
deugdelijke doctores buiten dit zo nodige ambt te houden onder het voorwendsel <strong>van</strong><br />
een verouderde kanon die bezwaar maakt tegen een man, die na de dood <strong>van</strong> zijn<br />
eerste vrouw op rechtschapen en eerzame wijze een andere heeft getrouwd en deze als<br />
enige heeft.<br />
Maar wat strijd ik, daar gij immers niets eerlijk doet. Niet voor die kanon strijdt gij,<br />
maar het voorwendsel is door U alleen gezocht om op de een of andere manier Dr.<br />
Bucer te kunnen weren. Daar ik Bucer te Bonn gehoord heb, ben ik zijn getuige, dat<br />
hij zuiver en getrouw de ongeschonden summa <strong>van</strong> de Christelijke leer overgeleverd<br />
heeft.<br />
Melanchton beklaagt zich er ernstig over dat de clerici heftig te keer gaan over<br />
de kerkgoederen, en de reformatorische kerken met die der Anabaptisten<br />
verwarren en alle dwaasheden <strong>van</strong> alle anderen op de reformatoren<br />
overbrengen en, vergetend hun eigen misdaden, beweren dat om hunnentwil<br />
Duitsland door openbare rampen getroffen wordt.<br />
Herhaald wordt de klacht: <strong>'de</strong> tegenstanders vermengen ons met de Anabaptisten - en<br />
gaan heftig te keer, dat om ons, als om misdadigers, God op de hele natuur vertoornd<br />
is en dat hierom ziekten en Turkse oorlogen ontstaan.<br />
Gij hoort lezer, de gebruikelijke eretitels, waarbij vrome leraars door mensen zonder<br />
God gesierd worden. Niet alleen onze geschriften maar ook de hervormde landen<br />
tonen, dat wij niets moeten hebben <strong>van</strong> de Anabaptistische woelingen, die voor een<br />
groot deel juist in die plaatsen ontstaan zijn, waar het volk het Woord <strong>van</strong> het<br />
E<strong>van</strong>gelie niet mocht horen'.<br />
Melanchton zegt dan, dat eigenlijk de monniken dezelfde ongehoorde dingen<br />
als de Anabaptisten doen: afstand <strong>van</strong> hun bezit, in somber gewaad als het<br />
ware voortdurend rouw veinzen, de e<strong>van</strong>gelische gerechtigheid uit het geloof<br />
verachten en er de werkgerechtigheid voor in de plaats stellen. Hij vervolgt<br />
dan:<br />
37