melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus
melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus
melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Tenslotte, hoewel de sacramenten zeer bepaalde handelingen zijn, dragen zij het brood<br />
rond, volstrekt in strijd met het voorschrift en buiten de eigenlijke sacramentshandeling<br />
om. Daar echter God aan geen enkel geschapen ding gebonden mag worden<br />
zonder Zijn Woord, is het volkomen zeker, dat het brood buiten de voorgeschreven<br />
handeling om niets te maken heeft met het sacrament. Het is zeker dat, wanneer een<br />
mens gedoopt wordt, de Heilige Geest in de handeling aanwezig is. Indien nu iemand<br />
het doopwater ronddroeg, als bleef daarin de Heilige Geest ingesloten, en gebood dat<br />
het aanbeden werd, dan zouden alle vromen deze dwaling verwensen. Zo moeten ook,<br />
wat het Avondmaal des Heren betreft, de gelovigen weten, dat de plechtigheid tijdens<br />
de verrichting het sacrament is, maar niet het brood met een ander doel rondgedragen.<br />
Indien Ambrosius en Augustinus tot het leven terugkeerden - om <strong>van</strong> de apostelen niet<br />
te spreken - en tot zulke schouwspelen kwamen, waarbij in een lange rij de<br />
offerpriesters schrijden, houten, zilveren en marmeren beelden dragend, en vervolgens<br />
de hogepriester met het brood, en de omstuwende menigte dit brood zagen aanbidden,<br />
dan zouden zij geheel verslagen zijn en vragen waar ter wereld zij zich bevonden en<br />
wat voor heidense ceremoniën er na hun tijd ontstaan waren: want zij zouden niet<br />
kunnen geloven op plaatsen <strong>van</strong> de Christenheid gekomen te zijn. En wanneer zij<br />
hoorden, dat het Avondmaal des Heren op deze manier was verworden, dan zouden zij<br />
in smart en verontwaardiging tegelijk ontsteken en met sterk bewogen gemoed het<br />
volk tot het ware gebruik <strong>van</strong> het sacrament terugroepen en de beoefening <strong>van</strong> de ware<br />
vroomheid te binnen brengen.<br />
In Perzië heeft oudtijds een vergelijkbaar gebruik bestaan; het heilige vuur werd<br />
rondgedragen, dat het volk aanbad en 365 priesters gingen voorop, zoveel als er dagen<br />
in het jaar zijn, en droegen zekere sieraden.<br />
Wanneer dus zo grote misbruiken voor ieders oog zijn, waarom bent u dan zo hard,<br />
dat u het zuchten <strong>van</strong> de vromen en hun zeer gerechtvaardigde klachten niet wilt<br />
horen? Ofschoon gij zelf deze verhardheden erkent, verontschuldigt gij ze toch bij het<br />
volk opdat de kerkelijke orde, zoals gij zegt niet wordt gestoord, gij voert<br />
getuigenissen <strong>van</strong> de ouden aan, kerkelijke bepalingen en synoden, om voor de<br />
ongeleerden een rookgordijn op te hangen en deze dwalingen te bekrachtigen.<br />
Ik herinner mij <strong>van</strong> ernstige mannen gehoord te hebben, dat er een offerpriester te<br />
Tübingen kwam, die ik weet niet wat voor relieken, zoals zij ze noemen, <strong>van</strong><br />
beenderen ronddroeg en deze aan het volk aanbeval met de bekendmaking dat er het<br />
gehele jaar geen enkel gevaar <strong>van</strong> pest zou zijn voor degene die slechts eenmaal deze<br />
relieken gekust hadden. De wijze en ernstige vorst Eberhard, die geen platte<br />
onbeschaamdheid in preken wenste te verdragen, bestrafte die priester hard. Deze<br />
antwoordt, dat hij de waarheid spreekt omdat het volk niet de relieken maar het glas<br />
kust. Zodanig zijn uw kleuren, waarmee gij thans de misbruiken wegverft om uzelf uit<br />
de strikken <strong>van</strong> vrome berispingen te bevrijden en toch onder het volk de slechte<br />
gewoonte en de dwaling te kunnen handhaven. Gij denkt dubbelzinnige en aanvechtbare<br />
verklaringen <strong>van</strong> het offer uit, en zegt vervolgens dat ze goed voor de doden<br />
zijn, indien niet als bescherming, dan toch als steun. Gij schrijft een verheven stijl in<br />
de kanon om de dwaasheden er in te verzachten, want gij bidt daarin dat God dit offer<br />
gunstig aanziet. Wat betekent dit, dat gij de Zoon ten offer brengt? Kortom, u hebt<br />
uitvluchten klaar in vele zaken, evenals de Joden.<br />
Onze [sacramenten] zijn eenvoudig en duidelijk. Het staat immers vast, dat bij de<br />
ouden 400 jaar lang één gemeenschappelijk Avondmaal bestaan heeft, zonder private<br />
[Missen]. Tegenover deze openbare en beproefde zede stelt gij het voorbeeld,<br />
helemaal uit Africa aangehaald, <strong>van</strong> de private Mis, waardoor ergens een spook is<br />
33