melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus
melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus
melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
worden.<br />
'Maar waarom', zeggen zij, 'wanneer gij erkent, dat vele dingen <strong>van</strong> de Kerk<br />
aangenomen moeten worden, neemt gij niet alles aan, waarom verwerpt gij bepaalde<br />
punten?' Het juiste antwoord luidt: Geen enkel dogma der Kerk verwerpen wij, maar<br />
alleen nieuwe dwalingen, die in de Kerk in strijd met het E<strong>van</strong>gelie en het oordeel <strong>van</strong><br />
de zuivere Kerk zijn binnengeslopen, verwerpen wij; kortom, om Keulse woorden te<br />
gebruiken, niet <strong>van</strong> de Kerk maar <strong>van</strong> de lagere, d.i. <strong>van</strong> de onechte en ontaarde clerus<br />
zijn de valse meningen, die wij bestrijden. Wat daarentegen bij de anderen <strong>van</strong> hun<br />
partij gaande is, kan ik nauwelijks vermoeden.<br />
Zoals immers in de Psalm gezegd wordt: zij haten mij zonder oorzaak, (Ps 35:19), zo<br />
zijn die lieden er op uit het weder opkomende licht <strong>van</strong> het E<strong>van</strong>gelie zonder enige<br />
reden te onderdrukken. Sommigen, die er<strong>van</strong> op de hoogte zijn, beweren dat de<br />
bestaande kerkelijke orde met kracht verdedigd moet worden: dat het altijd de zaak<br />
<strong>van</strong> wijze regeerders is geweest veranderingen in de wetten tegen te gaan. Maar indien<br />
ze naar de waarheid zouden willen oordelen, zouden ze begrijpen, dat door de<br />
verbetering <strong>van</strong> fouten de kerkelijke orde niet verscheurd doch veeleer bevestigd<br />
wordt. Er zou misschien minder uiterlijke glans zijn maar meer waarachtige sieraad<br />
<strong>van</strong> leer, vroomheid en gezag. Hun strijd gaat derhalve over glans, weelde, genoegens,<br />
niet over de orde [in de Kerk].<br />
Deze soort strijd is gebruikelijk in de Kerk, maar zal [eenmaal] door God beslist<br />
worden. Hoe de strijd tussen de apostelen en de Joodse priesters beslecht is, weten<br />
wij. Maar toen konden de priesters zich er nog met kracht op beroepen, dat zij<br />
voorvechters waren <strong>van</strong> een door God ingestelde orde. Thans verdedigt de clerus<br />
secundarius door mensen ingestelde, verkeerde en nieuw-bedachte wetten en gebreken<br />
<strong>van</strong> een kerkelijke orde, die in het begin <strong>van</strong> de Kerk veel schoner was dan ze nu is,<br />
nl. toen de vernietiging <strong>van</strong> het Avondmaal des Heeren en andere misbruiken nog niet<br />
aanvaard waren, maar de kapittels nog bestonden uit de meest eerwaarde en vrome<br />
doctoren en discipelen. Steeds hebben volkrijke kerken zulke kapittels gehad. Zoals<br />
scharen <strong>van</strong> toehoorders de profeten vergezelden om getuigen <strong>van</strong> de leer der profeten<br />
en verkondigers daar<strong>van</strong> te zijn, zo hadden de apostelen, als zij kerken gesticht<br />
hadden, uitgelezen scharen <strong>van</strong> leerlingen, die hen in kleine kring aanhoorden en zich<br />
geheel wijdden aan het onderzoek der leer om bij het nageslacht getuigen te zijn <strong>van</strong><br />
de ware bedoeling der apostelen en hen op te volgen in het ambt <strong>van</strong> het onderwijzen.<br />
Zo hebben Polycarpus en vele anderen Johannes aangehoord. En dat er vóór de tijden<br />
der Goten dergelijke kerken en leerscholen in Germanië geweest zijn, bewijzen vele<br />
oude gedenkstukken. Maar nadat barbaarse volken Europa verwoest hadden, toen<br />
Germanië, zeer laat, nauwelijks gepacificeerd was en de oude leer reeds door heel wat<br />
bijgeloof was verduisterd, is langzamerhand deze nieuwe orde tot stand gekomen, die<br />
echter op haar beurt bij het ouder worden er weer slechter op geworden is, zoals het<br />
nu eenmaal met alle instellingen gaat in de loop der geschiedenis. Misschien zal God<br />
deze strijd om de orde [in de Kerk] wel door grote veranderingen in het openbare<br />
leven tot een goed einde brengen.<br />
Intussen brengt Hij door het Woord <strong>van</strong> het E<strong>van</strong>gelie de overblijfselen der Kerk<br />
bijeen, als wrakstukken uit een schipbreuk, zoals Hij vóór de Babylonische<br />
ballingschap de overgeblevenen bijeenbracht door Jeremia, vóór de verwoesting <strong>van</strong><br />
Jeruzalem door de Doper, Christus en de apostelen, en vóór het uiteenscheuren <strong>van</strong><br />
het Romeinse rijk door de apostelen en hun leerlingen. Op wonderbare wijze immers<br />
regeert God Zijn Kerk, herstelt Hij haar uit het verval en bewaart haar, de goddeloze<br />
massa intussen straffend met vele rampen, zoals het verloop <strong>van</strong> de geschiedenis <strong>van</strong><br />
alle eeuwen geregeld doet zien. Hierover predikten de profeten dikwijls. Ofschoon<br />
25