melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus

melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus

theologienet.nl
from theologienet.nl More from this publisher
19.12.2012 Views

14. MELANCHTON EN DE KERKELIJKE VISITATIE 172 Melanchton heeft zich ook bezig gehouden met de rechten en plichten van de kerk tegenover de Staat en de verhoudingen tussen kerkelijke leiders en leden, zowel als de kerken onderling. Allerlei voorschriften op diverse terreinen die hiermee te maken hebben heeft hij beschreven. Daaronder valt ook de kerkelijke tucht over de leer en leven. Luther had in het begin van de Reformatie andere gedachten hierover dan Melanchton. Luther vond in de beginjaren van de Reformatie, dat de tijd nog niet rijp was om kerkelijke tucht uit te oefenen. Dat heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat alles nog in de kinderschoenen stond. Luther beschouwde de prediking van het Evangelie als het voornaamste middel om tucht uit te oefenen over leer en leven van de leden van de gemeenten. Het Evangelie van Jezus Christus behelsd in zich al de geboden van de wetten door God gegeven, tenzij deze een ceremonieel karakter hebben wat met de komst van Christus is geëindigd. Alle leervoorschriften die in het Oude Testament voorkomen komen in het Nieuwe Testament voor als de wet van Jezus Christus. Deze eist liefde tot de Vader, zoals dat bij een rechtgeaard kind betaamt. Liefde tot God de Zoon, omdat Hij voor ons is Borg geworden. En liefde tot God de Heilige Geest, omdat Hij inwoning neemt in ons hart. Daaruit vloeit de liefde voort tot onze naasten, en de liefde tot onze medegelovigen omdat wij samen door de Vader geliefd worden. De visie van Melanchton is prachtig verwoord in: Philippus Melanchthon, Bruggenbouwer; Red. Dr. Frank van der Pol. Op blz. schrijft Dr. Henk van den Belt: "Melanchthon erkent dat er een onderscheid gemaakt kan worden tussen de morele, de juridische en de ceremoniële wet. Dit onderscheid is blijkbaar geen uitvinding van Ze reformatie. Maar Melanchthon ontkent wel dat alleen de juridische en ceremoniële wetgeving tot een einde zijn gekomen en niet de morele. De wet is helemaal vervuld. De christelijke vrijheid is een volkomen vrijheid van de eisen en de vloek van de wet inclusief de Tien Geboden, omdat Christus de vloek heeft weggenomen. Het christendom is vrijheid. Zij die de Geest van Christus niet hebben kunnen de wet niet houden, maar 'zij die vernieuwd zijn door de Geest van Christus leven nu vrijwillig zonder de wet in overeenstemming met wat de wet eist. De wet is de wil van God, de Heilige Geest is niets anders dan de levende wil van God. Vernieuwd door de Heilige Geest, de levende wil van God, doen christenen spontaan dat de wet van hen eist' (CR 21, 195). De Geest neemt nier de rol over van de wil (voluntas)." Ook de Heidelberger Catechismus spreekt over de twee sleutels van het Koninkrijk der hemelen. En noemt als eerste sleutel de prediking van het heilig Evangelie. In 1527 stelde Melanchton op raad van de Keurvorst Johann visitatie-artikelen op, die in 1528 werden gedrukt met een voorrede van Luther. De visitatie vond plaats van 1528-1529. De onkunde bleek onrustbarend groot. Luther gaf nu aan de predikanten een handleiding voor de prediking. Dit was de Grote Catechismus. Voor huiselijk gebruik gaf Luther een Kleine Catechismus. Tevens werd een Kerkenordening opgesteld, de Saksische. Er zouden consistories zijn, vergaderingen van geestelijke en wereldlijke personen, die de kerkelijke zaken moesten regelen. Aan het hoofd van de consistories stond de landvoogd als rummus episcopus. Dat was het z.g.n. consistoriaal systeem.

173 Eind 1527 begon Melanchton met andere theologen een visitatiereis langs een aantal gemeenten. Melanchton en de andere broeders werden volkomen overtuigd dat er regels voorgeschreven moesten worden tot handhaving van de orde. De wet van God zoals die in de 10 Geboden is samengevat, is onder het Nieuwe Testament niet alleen een pedagoog of tuchtmeester tot overtuiging van zonden, maar ook een richtsnoer voor het Christelijk leven. In de Weimarse Kanselarij is nog voorhanden de instructie die aan de visitatoren of onderzoekers werd meegedeeld. Deze bevat voornamelijk: Om de adellijken, stadsraden, pastoors, (=predikanten) diakens, school-meesters en het gewone volk de grote weldaad voor ogen te houden die God in deze laatste tijd deze landen bewijst, doordat Hij het licht van Zijn heilig Woord ontsteekt en de gemoederen van de mensen beweegt om het aan te nemen. Daarom is een ieder verplicht zich in werken en woorden daarvoor Hem te danken. Daarentegen te klagen, dat velen aan de prediking van het reine Woord Gods en het recht gebruik der heilige Sacramenten geen plaats gaven, maar de oude misbruiken met verachting van God en het heilig Woord, bleven aankleven; alsook dat onder degenen die hetzelve hebben aangenomen, velen God een slechte dank bewijzen en hun pastoors en predikers hun verdiend levensonderhoud niet willen geven. Zodat het te duchten staat, dat God Zijn Woord vanwege deze ondankbaarheid zal wegnemen en de pastoors door gebrek van onderhoud niet kunnen bestaan; dat zij derhalve al deze grote gewichtige zaken terdege behoren gade te slaan en dit voornemen gewillig en gehoorzaam goed te keuren. Verder worden de visitatoren verzocht de leer en wandel van de predikers te onderzoeken. Als zij mochten bevinden dat sommigen wegens de pauselijke duisternis waarin zij verkeerd hebben, zo onbekwaam zijn dat men hen met goed geweten geen parochie kan toevertrouwen; of wegens ouderdom of anderszins buiten staat zijn om hun brood op een andere wijze te winnen, dezelve uit de inkomsten van de parochie zoveel te geven als zij, zolang zij leven tot hun onderhoud nodig hebben. Of hen met een eerlijke verering te ontslaan en niet leeg of gebrekkig te verstoten. En in hun plaats vrome en geleerden aan te stellen. Als zij echter zodanig een aantroffen die kwaad leerden, hadden de visitatoren bevel zodanigen af te zetten en naar bevind van zaken te straffen. Insgelijks hadden zij bevel de zodanigen af te zetten die wel recht leerden, maar een aanstotelijk leven voerden. Maar met degenen die beterschap beloofden, geduld te hebben of hen te verplaatsen. Degenen echter die bij hun ambt bleven, getrouw te vermanen Gods Woord in eenvoud, waarin het tot nu toe in deze landen geleerd was, voor te dragen. En degene die nadelige gevoelens hebben en verspreiden uit het land te verbannen. Want hoewel de Keurvorst niemand tot het geloof wilde dwingen, kon hij echter niet gedogen degene die oproer en onrust verwekten. En die zulks hardnekkig bleven doen moest men in hechtenis zetten en naar behoren straffen, enzovoort. De kosten die tot deze visitatie werden vereist, nam de Keurvorst alle op zich, zoals uit de nog voorhanden zijnde rekeningen blijkt; zodat Cochleus schandelijke liegt, als hij van die onkosten zoveel ophef maakt. Wat betreft de schikking waarnaar de pastoors voortaan moesten leven, deze werd in dit jaar ook met de druk gemeen gemaakt met de titel: Onderrichting der visitatoren aan de pastoors in het keurvorstendom Saksen. En voordat dit visitatieboekje, zoals het doorgaans wordt genoemd, uitkwam zond de Keurvorst het aan Luther, op 3 januari 1528, omdat Melanchton het opgesteld had; met bevel om het na te zien en een voorrede daarin te schrijven.

14. MELANCHTON EN DE KERKELIJKE VISITATIE<br />

172<br />

Melanchton heeft zich ook bezig gehouden met de rechten en plichten <strong>van</strong> de kerk<br />

tegenover de Staat en de verhoudingen tussen kerkelijke leiders en leden, zowel als de<br />

kerken onderling. Allerlei voorschriften op diverse terreinen die hiermee te maken<br />

hebben heeft hij beschreven. Daaronder valt ook de kerkelijke tucht over de leer en<br />

leven. Luther had in het begin <strong>van</strong> de Reformatie andere gedachten hierover dan<br />

Melanchton. Luther vond in de beginjaren <strong>van</strong> de Reformatie, dat de tijd nog niet rijp<br />

was om kerkelijke tucht uit te oefenen. Dat heeft ongetwijfeld te maken met het feit<br />

dat alles nog in de kinderschoenen stond. Luther beschouwde de prediking <strong>van</strong> het<br />

E<strong>van</strong>gelie als het voornaamste middel om tucht uit te oefenen over leer en leven <strong>van</strong><br />

de leden <strong>van</strong> de gemeenten. Het E<strong>van</strong>gelie <strong>van</strong> Jezus Christus behelsd in zich al de<br />

geboden <strong>van</strong> de wetten door God gegeven, tenzij deze een ceremonieel karakter<br />

hebben wat met de komst <strong>van</strong> Christus is geëindigd. Alle leervoorschriften die in het<br />

Oude Testament voorkomen komen in het Nieuwe Testament voor als de wet <strong>van</strong><br />

Jezus Christus. Deze eist liefde tot de Vader, zoals dat bij een rechtgeaard kind<br />

betaamt. Liefde tot God de Zoon, omdat Hij voor ons is Borg geworden. En liefde tot<br />

God de Heilige Geest, omdat Hij inwoning neemt in ons hart. Daaruit vloeit de liefde<br />

voort tot onze naasten, en de liefde tot onze medegelovigen omdat wij samen door de<br />

Vader geliefd worden.<br />

De visie <strong>van</strong> Melanchton is prachtig verwoord in: Philippus Melanchthon,<br />

Bruggenbouwer; Red. Dr. Frank <strong>van</strong> der Pol. Op blz. schrijft Dr. Henk <strong>van</strong> den Belt:<br />

"Melanchthon erkent dat er een onderscheid gemaakt kan worden tussen de morele, de<br />

juridische en de ceremoniële wet. Dit onderscheid is blijkbaar geen uitvinding <strong>van</strong> Ze<br />

reformatie. Maar Melanchthon ontkent wel dat alleen de juridische en ceremoniële<br />

wetgeving tot een einde zijn gekomen en niet de morele. De wet is helemaal vervuld.<br />

De christelijke vrijheid is een volkomen vrijheid <strong>van</strong> de eisen en de vloek <strong>van</strong> de wet<br />

inclusief de Tien Geboden, omdat Christus de vloek heeft weggenomen. Het<br />

christendom is vrijheid. Zij die de Geest <strong>van</strong> Christus niet hebben kunnen de wet niet<br />

houden, maar 'zij die vernieuwd zijn door de Geest <strong>van</strong> Christus leven nu vrijwillig<br />

zonder de wet in overeenstemming met wat de wet eist. De wet is de wil <strong>van</strong> God, de<br />

Heilige Geest is niets anders dan de levende wil <strong>van</strong> God. Vernieuwd door de Heilige<br />

Geest, de levende wil <strong>van</strong> God, doen christenen spontaan dat de wet <strong>van</strong> hen eist' (CR<br />

21, 195). De Geest neemt nier de rol over <strong>van</strong> de wil (voluntas)."<br />

Ook de <strong>Heidelberger</strong> <strong>Catechismus</strong> spreekt over de twee sleutels <strong>van</strong> het Koninkrijk<br />

der hemelen. En noemt als eerste sleutel de prediking <strong>van</strong> het heilig E<strong>van</strong>gelie.<br />

In 1527 stelde Melanchton op raad <strong>van</strong> de Keurvorst Johann visitatie-artikelen op, die<br />

in 1528 werden gedrukt met een voorrede <strong>van</strong> Luther. De visitatie vond plaats <strong>van</strong><br />

1528-1529. De onkunde bleek onrustbarend groot. Luther gaf nu aan de predikanten<br />

een handleiding voor de prediking. Dit was de Grote <strong>Catechismus</strong>. Voor huiselijk<br />

gebruik gaf Luther een Kleine <strong>Catechismus</strong>. Tevens werd een Kerkenordening<br />

opgesteld, de Saksische. Er zouden consistories zijn, vergaderingen <strong>van</strong> geestelijke en<br />

wereldlijke personen, die de kerkelijke zaken moesten regelen. Aan het hoofd <strong>van</strong> de<br />

consistories stond de landvoogd als rummus episcopus. Dat was het z.g.n.<br />

consistoriaal systeem.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!