melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus
melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus
melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
170<br />
voor een herwaardering <strong>van</strong> het begrip aequitas.<br />
Vooral zijn visie op het natuurrecht heeft een dusdanig grote en langdurige invloed<br />
gehad via de Europese rechtsfaculteiten, dat met recht gezegd kan worden dat hij<br />
daarmee de basis heeft gelegd voor zeker twee eeuwen protestants rechtsdenken.<br />
Daarnaast was er nog een derde faculteit aan de Europese universiteiten, namelijk de<br />
faculteit medicijnen. Zowel gebrek aan onderzoek als aan directe gegevens maken het<br />
nu nog onmogelijk een beeld te geven <strong>van</strong> Melanchthons relatie tot dit vak. Het is<br />
echter wel bekend dat hij zich als 'Universalgelehrter' en humanist met deze discipline<br />
bezig heeft gehouden. Hij bestudeerde de werken <strong>van</strong> Hippokrates en Galenus en nam<br />
in zijn in 1540 verschenen Commentarius de anima ook een hoofdstuk over anatomie<br />
op. Terwijl hij in de editie <strong>van</strong> 1540 nog de klassieke opvattingen <strong>van</strong> Galenus<br />
aanhing, verwerkte hij in de uitgave <strong>van</strong> 1552, die onder de titel Liber de anima<br />
verscheen, de nieuwere anatomische inzichten. Deze editie werd direct na de<br />
verschijning aan meerdere artesfaculteiten gebruikt en er werd niet alleen college over<br />
gegeven, er verschenen ook commentaren op dit werk.<br />
Minder bekend maar even belangrijk is Melanchthons inzet voor het vak<br />
geschiedenis, dat hij tevens als basisvak voor de theologische studie zag. Zijn<br />
argumentatie is daarbij niet de gebruikelijke humanistische - dat de geschiedenis de<br />
magistra Vitae is - maar dat God de kerk door de geschiedenis leidt en dat Hij gezorgd<br />
heeft dat de leer der kerk de eeuwen door bewaard is gebleven. Kennis <strong>van</strong> hoe dat<br />
gegaan is, is nodig om die leer steeds weer door te kunnen geven en dwalingen af te<br />
leren. Zo is geschiedenis de magistra ecclesiae. In 1558 is Melanchthon nog getuige<br />
<strong>van</strong> het feit dat de reorganisatie <strong>van</strong> de universiteit waar hij zelf gestudeerd had ertoe<br />
leidde dat in Heidelberg in de filosofische faculteit een leerstoel 'poësin et historias'<br />
werd ingericht. Hoewel het niet direct tot een bloei <strong>van</strong> het vak kwam, verbond een<br />
leerling <strong>van</strong> Melanchthtm, Victorin Strigel 1568/69, zijn behandeling <strong>van</strong> de<br />
Nikomachische Ethiek met colleges over het Chronicon Carionis <strong>van</strong> Melanchthon.<br />
De universiteit <strong>van</strong> Heidelberg heeft vooral in haar Gereformeerde periode een<br />
wezenlijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling <strong>van</strong> het historisch onderzoek en met<br />
name <strong>van</strong> de beoefening <strong>van</strong> de kerkgeschiedenis.<br />
Johan Jakob Gryneaus leverde een bijdrage aan de bezinning op het vak geschiedenis<br />
door naast zijn theologische ook historische colleges te geven. In zijn eerste college<br />
over de geschiedenis <strong>van</strong> de wereld stelde hij allereerst de vraag naar het doel <strong>van</strong><br />
geschiedenis aan de orde. De rede is gevuld met citaten <strong>van</strong> Griekse en Latijnse<br />
klassieke schrijvers en ook de boodschap <strong>van</strong> de rede toont de humanistische bedding<br />
<strong>van</strong> zijn gereformeerde visie op de geschiedenis. Studie <strong>van</strong> de geschiedenis opent het<br />
oog voor Gods leiding <strong>van</strong> elke gebeurtenis en zij spoort aan tot navolging Gods, tot<br />
zelfkennis en tot een goede omgang met de 'medemens. Na het vertrek <strong>van</strong> Gryneaus<br />
in 1586 kwam in november 1588 het verzoek <strong>van</strong> de studenten bij de universiteit<br />
binnen een leerstoel geschiedenis in te stellen. In het verzoek werd onder andere<br />
verwezen naar hetgeen Gryneaus op dit gebied al had gedaan en naar het feit dat hij<br />
ook voor zo'n leerstoel had gepleit. Een maand later kwam er een vervolgbrief,<br />
ondertekend door vijfenveertig studenten uit verschillende landen, waarin de wensen<br />
ten aanzien <strong>van</strong> deze leerstoel nader gedefinieerd werden. Men had een gesprek gehad<br />
met Franciscus Junius en dat was voor hen de aanleiding duidelijk te maken dat het bij<br />
zo'n leerstoel om meer ging dan om alleen Griekse en Latijnse geschiedenis. Resultaat<br />
<strong>van</strong> deze acties was er pas in 1592, toen Jan Gruterus tot <strong>hoogleraar</strong> geschiedenis<br />
werd benoemd. Deze vrucht <strong>van</strong> MelanchthOns inzet kwam pas tweeëndertig jaar na