19.12.2012 Views

melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus

melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus

melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

zijn."12<br />

156<br />

2. De theologische nabijheid tussen de beide hervormers<br />

Ik wil hierover graag spreken, op zo'n manier dat ik de uitleg <strong>van</strong> de Galatenbrief<br />

naast elkaar leg: Luthers grote commentaar uit 1531/35 en Calvijns zeker kleinere<br />

exegese <strong>van</strong> deze tekst. Zij hadden geen kennis <strong>van</strong> de uitleggingen <strong>van</strong> de ander. Zij<br />

hadden alleen de paulinische verklaring voor zich. En zij verstonden deze zo, dat een<br />

Finse Lutheraan in een uitvoerige vergelijking tot de gevolgtrekking kwam: "Doordat<br />

Luther en Calvijn alert waren ten opzichte <strong>van</strong> de Bijbelse tekst, hebben zij principieel<br />

gelijksoortige inzichten rondom wezenlijke uitspraken in de Galatenbrief <strong>van</strong> Paulus<br />

gevonden. Hoewel er wel enige verschillen aanwezig zijn,<br />

10. Calvijn aan Martin Luther, [Januar 1545] (Lebenswerk, 1, Nr. 122; 288v = CR XI, 1874,<br />

Nr. 605; [6-8] 8: "Utinam isthuc mihi, quo saltem ad paucas horas tuo congressu fruerer,<br />

liceret advolare! Verum quod hic in terris non datur, brevi, ut spero, in regno Dei nobis<br />

continget. Vale, clarissime vir, praestantissime Christi minister ac pater mihi semper<br />

obser<strong>van</strong>de. Dominus te spirito suo gubernare pergat usque in finem, in commune ecclesiae<br />

suae bonum.").<br />

11. Calvijn aan Guillaume Farel, 26.2.1540 (Lebenswerk, 1, Nr. 45; [140-142] 140 = CR XI,<br />

1873, Nr. 211; [23-26] 24: "Uruntur boni viri, si quis Luthe ruin audet praeferre Zwinglio.<br />

Quasi e<strong>van</strong>gelium nobis pereat, si quid Zwinglio decedit. Neque tamen in eo fit ulla Zwinglio<br />

iniuria; nam si inter se comparantur, seis ipse quanto intervalo Lutherus excell at.").<br />

12. Calvijn aan Heinrich Bullinger, 25.11.1544 (Lebenswerk, I, Nr. 120; [285v] 285 = CR XI,<br />

1873, Nr. 586; [772-775] 774. 775: "Lutherus quidem ipse, praeter immodicam illam ingenii<br />

violentiam et proterviam, habet a consiliis Amsdorphinum, hominem prorsus insanum et<br />

nullius cerebri, a quo se regi vel potius abripi sinit. ... An fuerit aliquo vestro scripto lacessitus<br />

nescio: ut levi de causa tale ingenium non irratibile modo sed etiam acerbum impellitur, certe<br />

nulla illi ita insaniendi, vel saltem tumultuandi, natis iusta ratio esse potwit.... Saepe dicere<br />

solitus sum: etiam si me diabolum vocaret, ne tantum hoc illi honoris habiturum, ut insignem<br />

Dei servum agnoscam; ... Hoc igitur primum reputes, obsecro, cum tuis collegis, cum primario<br />

Christi servo, cui multum debemus omnes, vobis esse negotium.").<br />

9<br />

zijn deze toch in de regel onbeduidend."13<br />

Men kan met de Finse geleerde discussiëren, of hij zijn these precies genoeg naar<br />

voren brengt. Wel ligt daarin een onderscheid, dat Luther de Galatenbrief liefhad als<br />

zijn vrouw, terwijl Calvijn er goed rekening mee hield 'dat Paulus in zijn<br />

Romeinenbrief enige flinke overdrijvingen in zijn Galatenbrief corrigeert.' Het gaat<br />

hier met name om het verstaan <strong>van</strong> de goddelijke wet. In de Galatenbrief zijn Gods<br />

wet en menselijke zonde zo nauw ineen geschoven, dat daarom ook deze God-wet en<br />

Gods genade-e<strong>van</strong>gelie <strong>van</strong> elkaar gescheiden zijn. Daarentegen geeft dezelfde Paulus<br />

in de Romeinenbrief een rectificatie in de poging om "geen schaduw op de Thora (op<br />

Gods wet) te laten vallen — alle schaduw echter op de zonde" en hun dader "die zich<br />

<strong>van</strong> zijn zondig zijn niet distantiëren kan."14<br />

Toch steekt er waarheid in de uitspraak over de theologische nabijheid <strong>van</strong> Luther en<br />

Calvijn in het verstaan <strong>van</strong> de eerste Bijbelse brief. Daartoe enige voorbeelden.<br />

In Galaten 2:19v. spreekt Paulus erover, dat wij met Christus gekruisigd zijn — in de<br />

zin dat wij daarmee de wet gestorven zijn en nu met God leven.<br />

Luther zegt daarover: Waardoor zijn wij met Christus gestorven?<br />

Antwoord: "Door de genade en door het geloof. Wanneer ik door zo'n geloof<br />

gekruisigd word en aan de wet sterf, zo verliest de wet helemaal het recht ..., dat het<br />

altijd over mij gehad heeft ... Doordat ik door het geloof met Christus geestelijk

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!