melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus
melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus
melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
151<br />
En inderdaad, hetgeen zeer te prijzen is, ik zie dat de schrijver, die een man is <strong>van</strong><br />
grondige wetenschap, niet in fijnzinnige disputen heeft willen treden, en de zaken niet<br />
met zulk een hoge kunstvaardigheid heeft willen behandelen als het hem gemakkelijk<br />
gevallen zou zijn te doen, maar hij is zoveel neergedaald als hij kon, daar hij geen<br />
ander oogmerk had dan alleen om te stichten. Dat is zeker de wijze en de stijl,<br />
waaraan wij ons allen moeten houden, - tenzij de tegenstanders ons dwingen door hun<br />
spitsvondigheden die weg te verlaten. Het is zeker dat de grootste eenvoudigheid de<br />
grootste deugd is voor het behandelen <strong>van</strong> de Christelijke leer. Dat is ook de reden<br />
waarom hij er zich <strong>van</strong> onthouden heeft sommige punten zeer nauw te onderzoeken<br />
om er een beslissing in te nemen, wat velen wel begeerd zouden hebben. Want hij<br />
heeft er zich mee tevreden gesteld er<strong>van</strong> te zeggen wat hij noodzakelijk oordeelde<br />
voor het heil der mensen, onbeslist latende, of weglatende datgene waar<strong>van</strong> de<br />
onwetendheid of de onzekerheid niet gevaarlijk is.<br />
Gelijk in de zaak <strong>van</strong> de vrije wil; ik weet wel dat hij er geen volkomen oplossing <strong>van</strong><br />
geeft om iedereen te voldoen. Want het schijnt wel dat hij iets voor de mens<br />
overhoudt. De reden is, dat nadat hij het voornaamste aangetoond heeft, hij liever wil<br />
ophouden, dan redetwisten over zaken die hem niet zozeer vereist schijnen voor het<br />
heil <strong>van</strong> de Christenen. Hij houdt voor uitgemaakt, dat het menselijk verstand blind is,<br />
- zodat onze rede ons niet tot God kan leiden of tot het kennen <strong>van</strong> Hem, totdat God<br />
ons verlicht heeft door de genade <strong>van</strong> Zijn Heilige Geest. Alsook, dat de wil <strong>van</strong><br />
zichzelf verdorven en zondig is, zodat er anders niet uit kan voortkomen dan kwade<br />
neigingen, opstandig tegen God en Zijn gerechtigheid, en die Hem daarom mishagen,<br />
totdat de Heilige Geest hem vernieuwt. Wij zien dus dat al het geestelijk goede, dat<br />
betrekking heeft op onze zaligheid, door hem wordt toegeschreven aan de genade <strong>van</strong><br />
God alleen, zonder dat de mens zich op iets beroemen kan. Intussen staat hij aan de<br />
mens enige vrijheid toe in hetgeen het aardse leven niet te boven gaat, zoals opstaan<br />
en gaan slapen, te reizen, zeker spoor te volgen, hetzij bij het werk, of de studie, of<br />
<strong>van</strong> koopmanschap. Waarom? Aangezien hij zich tevreden stelt met het voornaamste,<br />
dat is de mens vernederd te hebben, door hem aan te wijzen, dat hij <strong>van</strong> zichzelf niets<br />
doen kan dan dwalen, en zondigen, om in verwarring te geraken; en dat alle vermogen<br />
dat hij heeft ten goede, niet <strong>van</strong> zijn natuurlijke aard is, maar <strong>van</strong> de genade <strong>van</strong> God.<br />
Hoewel hij ook aan die vrijheid, die hij de burgerlijke noemt, een toom aanlegt om<br />
haar terug te houden, als hij zegt dat God altijd daar boven heerst. Daar blijft dus niet<br />
veel te wensen over. Maar toch is het goed geweest de lezers dienaangaande te<br />
onderrichten, opdat niemand zich aan een kleinigheid zal stoten, gezien de bedoeling<br />
<strong>van</strong> de schrijver.<br />
Evenzo is het met de predestinatie; omdat hij tegenwoordig zoveel lichtvaardige<br />
geesten ziet, die zich maar al te veel aan nieuwsgierigheid overgeven, en daarin geen<br />
maat houden; omdat hij dit gevaar wil voorkomen, heeft hij liever alleen maar willen<br />
aanroeren wat nodig was te weten, terwijl hij het overige als begraven laat, - dan bij<br />
het uiteenzetten <strong>van</strong> alles wat hij wel had kunnen zeggen, de teugel te laten vieren aan<br />
vele ontstelde en verwarde disputen, waar<strong>van</strong> intussen geen vrucht <strong>van</strong> goede<br />
onderrichting komt. Ik belijd dat <strong>van</strong> alles wat het God behaagd heeft ons te<br />
openbaren door de Schrift, niets weggelaten moet worden, wat er ook <strong>van</strong> komt. Maar<br />
wie zoekt te onderwijzen ten voordele <strong>van</strong> de lezers, verdient wel verontschuldigd te<br />
worden als hij blijft staan bij hetgeen hij weet dat het meest dienstig is, terwijl hij licht<br />
heengaat over of achterwege laat datgene waar<strong>van</strong> hij niet zulk een voordeel<br />
verwacht.<br />
Wat de Sacramenten aangaat, is zijn bescheidenheid de oorzaak geweest om, nadat<br />
hij de Doop en het heilig Avondmaal genoemd heeft, er als derde de absolutie bij te