melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus
melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus
melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
136<br />
De uitverkorenen, die eenmaal met het geloof zijn begiftigd en Christus door de<br />
Heilige Geest waarachtig zijn ingelijfd, kunnen het geloof niet meer verliezen en ook<br />
niet meer geheel en al <strong>van</strong> Christus worden afgesneden; en dit zowel <strong>van</strong>wege de<br />
belofte <strong>van</strong> God als <strong>van</strong>wege het gebed <strong>van</strong> Christus.<br />
In de uitverkorenen mens zijn twee mensen, een innerlijke en een uiterlijke. Wanneer<br />
hij zondigt, zondigt hij alleen met het uiterlijke onwedergeboren deel; immers volgens<br />
de innerlijke mens wil hij niet zondigen. Hij zondigt dan ook niet 'toto animo aut<br />
pleng voluntate', met heel zijn ziel of geheel gewillig. Voorbeeld is Petrus: hij<br />
verloochende Christus met de belijdenis <strong>van</strong> zijn mond maar niet met het geloof <strong>van</strong><br />
het hart.<br />
Ook voor de prediking waren deze opvattingen <strong>van</strong> betekenis.<br />
De beloften over de genadige barmhartigheid <strong>van</strong> God en over het zekere en eeuwige<br />
heil, hebben slechts betrekking op de uitverkorenen Gods ofschoon zij in het<br />
algemeen aan allen worden voorgesteld en gepredikt.<br />
Wanneer Paulus dus zegt, dat God wil dat alle mensen zalig worden, wordt dit beperkt<br />
tot alle uitverkorenen, waarbij allerlei soorten <strong>van</strong> mensen zijn. Wie de tekst uit 1<br />
Johannes 2, dat Christus een verzoening is voor de zonden <strong>van</strong> de gehele wereld<br />
verklaart met het oog op de uitverkorenen, die over de gehele wereld verstrooid en<br />
verspreid zijn, verdraait daarmee de Schrift niet.<br />
W. Neuser heeft in een zorgvuldige analyse <strong>van</strong> deze stellingen betoogd, dat we hier<br />
staan voor een verdere ontwikkeling <strong>van</strong> de leer <strong>van</strong> Calvijn (Handbuch der Dogmen-<br />
und Theologie-Geschichte, ed. C. Andresen, Bd. 2, Göttingen 1980, S. 303ff.),<br />
waarbij evenwel het pastorale motief voorop staat. Terecht stelt hij de vraag of de<br />
gelovige zo 'voelt' dat hij gelooft. Sprak Calvijn niet veel meer over de belofte? Ook<br />
kan de vraag niet vermeden worden, of de middelen der genade hier wel met die ernst<br />
benaderd worden, die past bij de goddelijke instelling. 'Noch bestimmt die<br />
seelsorgerliche Praxis Zanchis Lehrweise. Doch ist er deutlich auf dem Wege zum<br />
orthodoxen Denken im widerspruchslosen System'. (S. 305).<br />
Moltmann heeft in zijn studie over deze zaak (Priidestination und Perseveranz,<br />
Neukirchen 1961) een lijn aangewezen, die bij Bucer zou zijn begonnen: de lijn <strong>van</strong><br />
de 'habituele' genade. Wil men Bucer daar<strong>van</strong> beschuldigen, dan valt Calvijn onder<br />
hetzelfde oordeel. Wanneer Bucer incidenteel spreekt over het 'zaad' dat in de<br />
gelovigen blijft, dan doet hij niet anders dan de Schrift naspreken.<br />
Zo is het ook bij Calvijn. Zanchi heeft, in zijn eigen tijd en op zijn eigen manier<br />
uitdrukking gegeven aan wat de fundamentele overtuiging was in de begintijd <strong>van</strong> de<br />
Reformatie. Wat Bucer en Calvijn met hun woorden hebben gezegd, zegt hij in zijn<br />
eigen taal: het is de taal <strong>van</strong> de scholastiek, die bij Melanchthon reeds was<br />
teruggekeerd. Toch zegt hij in die taal andere dingen dan Melanchthon. Terwijl de<br />
laatste overhelde naar Erasmus, bleef Zanchi in het spoor <strong>van</strong> Luther en Bucer en<br />
Calvijn.<br />
Het kwam tot een compromis. De hoofdzaak daar<strong>van</strong> kan in de volgende stellingen<br />
worden samengevat:<br />
- "De leer <strong>van</strong> de verkiezing moet op een zodanige manier worden gepredikt, dat<br />
men er niet mee in strijd komt met de leer <strong>van</strong> de bekering en dat ook de<br />
bedroefde gewetens niet <strong>van</strong> hun troost worden beroofd. De verkiezing <strong>van</strong><br />
God moet nergens anders dan alleen in Christus gezocht worden, omdat zij een<br />
diepe afgrond is en afgedacht <strong>van</strong> Christus beschouwd, alleen naar de hel<br />
voert. Zoals het gehele menselijke geslacht door de zonde onder de toorn <strong>van</strong><br />
God is gekomen en in ongenade is geraakt, zo zullen zij, die in Christus de