melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus
melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus
melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
127<br />
door de heilige Paulus en Luther geleerd en gepredikt."<br />
Het kwam zover dat een synode (Eisenach 1556) deze merkwaardige uitspraak deed:<br />
1. De stelling dat goede werken noodzakelijk zijn tot het heil, is in de leer <strong>van</strong> de wet,<br />
abstract en naar haar idee genomen, weliswaar te dulden, maar om vele gronden te<br />
vermijden;<br />
2. Met betrekking tot het artikel <strong>van</strong> de rechtvaardiging en verlossing dient zij<br />
afgewezen te worden;<br />
3. Bij de nieuwe gehoorzaamheid ná de verzoening zijn goede werken niet<br />
noodzakelijk tot het heil, maar <strong>van</strong>wege andere gronden;<br />
4. Alleen het geloof maakt zalig, in het begin, midden en einde;<br />
5. Goede werken zijn ook niet noodzakelijk ten einde het heil te behouden.<br />
Deze stellingen konden ook de gnesio-lutheranen niet in alle opzichten bevredigen,<br />
maar ze kregen toch een bepaalde betekenis. De Majoristische strijd kwam tot een<br />
natuurlijk einde door het overlijden <strong>van</strong> de partijen.<br />
Maar in zekere zin schoof de problematiek door in de z.g. Antinomistische strijd.<br />
Deze strijd raakt het probleem <strong>van</strong> het z.g. derde gebruik <strong>van</strong> de wet. Luther<br />
onderscheidde tweeërlei gebruik <strong>van</strong> de wet, de usus politicus, waal onder hij de<br />
uiterlijke tucht zoals deze door de overheid wordt gehandhaafd verstond en daarnaast<br />
de usus theologicus sive spiritualis, het theologische of geestelijke gebruik <strong>van</strong> de wet,<br />
ook de usus praecipuus genoemd, n.l. het voornaamste gebruik <strong>van</strong> de wet. Gods wet<br />
treft de mens in zijn innerlijk en overtuigt hem <strong>van</strong> zonde en schuld. In later tijd<br />
noemde men dit 'tweede gebruik' ook wel de usus elenchticus, de overtuigende kracht<br />
<strong>van</strong> de wet.<br />
De strijd die nu uitbrak over het derde gebruik, usus tertius raakte de vraag <strong>van</strong> de<br />
betekenis <strong>van</strong> de wet in het leven <strong>van</strong> Gods kinderen. Uitspraken <strong>van</strong> Luther deden de<br />
ronde, losgerukt uit het verband: Het is de hoogste kunst een christen om de wet niet<br />
te kennen, de werken te ontkennen en de gehele actieve gehoorzaamheid. Die stelling<br />
werd geparafraseerd: de wet heeft voor de rechtvaardigen geen enkele betekenis meer.<br />
In deze situatie raakte de school <strong>van</strong> Melanchthon in verdenking <strong>van</strong> grove<br />
onrechtzinnigheid. In het Examen ordinandorum (1552) werkte hij de gedachte uit dat<br />
vooral het e<strong>van</strong>gelie de zonde [hoofdzonde <strong>van</strong> ongeloof] aan het licht bracht; het<br />
e<strong>van</strong>gelie is eigenlijk de genadige vrolijke prediking <strong>van</strong> de Zoon <strong>van</strong> God, Jezus<br />
Christus, die in de wonderbaarlijke raad <strong>van</strong> Gods majesteit tot Middelaar en<br />
Verzoener en tot onze gerechtigheid en onze Zaligmaker is verordend. Deze prediking<br />
straft allereerst alle zonde en voornamelijk deze grote zonde in het ganse menselijke<br />
geslacht dat ook nadat de belofte gegeven is, de wereld de Zoon <strong>van</strong> God niet wil<br />
erkennen.<br />
In de synergistische strijd kwamen de meest fundamentele vragen omtrent de vrije en<br />
gebonden wil aan de orde. Melanchthon had, om de vrije prediking <strong>van</strong> het e<strong>van</strong>gelie<br />
te verzekeren de stelling verdedigd dat de mens in zijn bekering in zekere zin<br />
meewerkte. Drie oorzaken grijpen in elkaar, het Woord, de Geest, de wil <strong>van</strong> de mens.<br />
Men had zich daaraan niet zozeer gestoten, omdat men deze samenvoeging <strong>van</strong><br />
drieërlei oorzaak psychologisch opvatte. Maar nu de hele zaak theologisch doordacht<br />
moest worden stuitte men op de grote Reformatorische grondvragen. Flacius en<br />
Strigel werden in deze strijd de voornaamste partijen.<br />
Osiander had een eigenaardige opvatting <strong>van</strong> de rechtvaardiging. Hij was een <strong>van</strong> de<br />
belangrijkste Zuidduitse theologen die samen met Brenz geruime tijd de leiding had.