melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus
melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus
melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
126<br />
Toen na het mislukken <strong>van</strong> de godsdienstgesprekken de oorlog uitbrak en voor de<br />
protestanten een zo verschrikkelijke afloop had, bleek eerst goed in welke crisis men<br />
terecht was gekomen. De bedoelingen <strong>van</strong> de keizer Karel V waren niet zo<br />
welmenend als hij had doen voorkomen en het compromis, dat men in het<br />
zogenaamde Leipziger Interim 1548 sloot, werd hard aangevochten. Mocht het zo zijn,<br />
dat de leer <strong>van</strong> de rechtvaardiging zou kunnen worden gepredikt, de invoering <strong>van</strong> de<br />
oude roomse riten riep heftig verzet op. Nu bleek wat het protestantisme waard was.<br />
De strijd om de adiaphora brak in volle hevigheid los. Merkwaardig blijft het, niet<br />
alleen in het Lutherse protestantisme maar ook in het latere gereformeerde<br />
protestantisme, hoe bij een gelijke beoordeling <strong>van</strong> sommige zaken als 'middelmatig'<br />
of 'onverschillig' de consequentie <strong>van</strong> zulk een beoordeling zo geheel ongelijk kan<br />
uitpakken.<br />
Ook Flacius Illyricus (1520-1575) beschouwde de bepalingen <strong>van</strong> het interim als<br />
onverschillig op zichzelf. Maar de omstandigheden waaronder zij werden geëist en<br />
ingevoerd maakten er totaal iets anders <strong>van</strong>. Hier was de belijdenis wel degelijk in het<br />
geding. Melanchthons onderscheiding tussen doctrina en uiterlijke dingen hielp hem<br />
niet aan de instemming <strong>van</strong> de tegenstanders. Zoals in Zuid-Duitsland gebeurde, waar<br />
het interim tot een andere situatie leidde, waarbij de geesten uiteen gingen, zo<br />
geschiedde in Saksen ook. Hier begon zich een breuklijn af te tekenen binnen het<br />
Lutherse protestantisme, waarbij de echte Lutheranen zich <strong>van</strong> de Philippisten onderscheidden.<br />
De eersten, ook wel gnesio-lutheranen genoemd, kwamen ongewild tot een<br />
ietwat verkrampte houding. De anderen gingen hier en daar door voor de meer<br />
gevormde en liberalere protestanten. De waardering <strong>van</strong> het humanisme en <strong>van</strong> de<br />
taak <strong>van</strong> de overheid speelde een rol mee, als ook de vraag <strong>van</strong> het gezag <strong>van</strong> Luther<br />
zelf. Het was sindsdien niet meer goed mogelijk om over Melanchthon een oordeel te<br />
hebben, dat geheel objectief was. Hij werd niet alleen door zijn opvattingen, maar ook<br />
door de handelwijze waarmee men hem bejegende in de richting <strong>van</strong> de Calvinisten<br />
gedrongen en mocht dit met hemzelf in die mate niet het geval zijn, dan gold het zeker<br />
voor zijn leerlingen.<br />
Hierna moesten allerlei kernpunten <strong>van</strong> het reformatorische belijden wel aan de orde<br />
komen. Luther had de leer <strong>van</strong> de rechtvaardiging gezien als het artikel waarmee de<br />
kerk staat of valt. Hij had overal in de Schrift deze prediking gehoord en zó ook de<br />
Schrift in haar geheel uitgelegd. Maar tot een systeem er<strong>van</strong> was hij niet gekomen en<br />
dit behoefde bij hem ook niet. De levendigheid <strong>van</strong> zijn prediking liet zonder enige<br />
onnatuurlijkheid ook de andere momenten uit de totaalboodschap <strong>van</strong> de Schrift<br />
meeklinken.<br />
Maar dit werd anders, toen de tweede generatie zich meldde. De eenzijdigheden<br />
bleven niet uit. In de Majoristische strijd ging het om het karakter <strong>van</strong> het 'sola' in de<br />
formule <strong>van</strong> de rechtvaardiging door het geloof. George Major betoogde goed<br />
reformatorisch dat goede werken noodzakelijk zijn voor de zaligheid. Hij bestreed het<br />
libertinisme dat zich in heel Duitsland breed maakte. Major had in de strijd om het<br />
Interim aan de kant <strong>van</strong> Melanchton gestaan. Hij hield nu staande, dat de werken te<br />
beschouwen waren als vrucht <strong>van</strong> het geloof: 'Dit belijd ik echter, dat ik voorheen<br />
geleerd heb en nog leer en voorts ook mijn leven lang wil leren, dat goede werken<br />
voor de zaligheid noodzakelijk zijn. Ik zeg openlijk met klare en duidelijke woorden,<br />
dat niemand door boze werken zalig zal worden en dat ook niemand zonder goede<br />
werken zalig zal worden en ik zeg verder, dat wie anders leert, al zou het een engel uit<br />
de hemel zijn, die zij vervloekt'.<br />
Tegen hem verdedigde Amsdorf bijzonder eenzijdig: "dat de voorstelling 'goede<br />
werken zijn tot zaligheid schadelijk' een rechte, ware en christelijke voorstelling is,