melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus
melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus
melanchton 'de hoogleraar van duitsland' - Heidelberger Catechismus
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
110<br />
daartoe. Maar naast de Roomse ontstond nu de Gereformeerde en de Lutherse<br />
scholastiek. Het kan niet ontkend worden, dat daar naast veel haarkloverij ook veel<br />
ernstig nadenken en diep ingaan op allerlei kwesties wordt gevonden.<br />
De Lutherse beoefenaars der geloofsleer waren vooral Chemnitz, Gerhard, Hutter,<br />
Calovius, Quenstedt en Hollaz. Onder dezen onderscheidde zich Calovius te<br />
Wittenberg door zijn grote strijdvaardigheid. Gerhard hield vooral het verband met het<br />
leven vast; anderen deden dat niet zozeer.<br />
Een onderscheid tussen de Lutherse en de Gereformeerde scholastieken bestaat vooral<br />
daarin, dat bij de Gereformeerden meer de nadruk gelegd werd op het leven. Alleen<br />
het leven bij hen te stond veel naast de leer, vooral in tegenstelling met het<br />
reformatorische tijdperk. (W. á Brakel brengt in het bijzonder telkens een toepassing<br />
naast de leerstellige uiteenzetting.) Zo is in het bijzonder het gereformeerde<br />
Nederlandse volk theologisch, ook dogmatisch, opgevoed, veel meer dan het Lutherse<br />
volk. Men moge er over klagen, dat de opvoeding in ongezonde lijn is gegaan en dat<br />
er al minder <strong>van</strong> overblijft, zij is er toch geweest en heeft een stempel op ons volk<br />
gedrukt.<br />
De Duitse godgeleerden hebben in die tijd ook andere vakken <strong>van</strong> wetenschap<br />
beoefend dan de dogmatiek. Toch was de beoefening <strong>van</strong> de uitlegging der Schrift niet<br />
zo veelvuldig als bij de Gereformeerden. Dat hangt samen met het gebruik, om bij de<br />
prediking geen vrije teksten te kiezen, maar zich te houden aan de perikopen, die door<br />
het kerkelijk jaar aangewezen werden. Elke zondag heeft zijn E<strong>van</strong>gelie en ook zijn<br />
Epistel, evenals bij de Roomsen; daar worden de zondagen naar benoemd.<br />
Maar dit gebruik deed de behoefte aan de beoefening <strong>van</strong> de uitlegging der Schrift niet<br />
zo sterk naar voren komen. Nauwkeurig behandeld werden op de Hogescholen slechts<br />
die Bijbelplaatsen, welke dienen konden tot bewijs voor de ene of andere kerkelijke<br />
leerstelling. Dat was een achteruitgang, vergeleken bij de aan<strong>van</strong>g der hervorming,<br />
zelfs bij de Roomse tijd. Luther heeft vóór 1517 het gehele boek der Psalmen en de<br />
brief aan de Romeinen uitgelegd en vond daartussenin nog tijd om ook het boek der<br />
Richteren uit te leggen. Veelal was hij daarbij nog wel afhankelijk <strong>van</strong> Roomse<br />
uitleggers; maar het nieuwe inzicht begon door te breken Jammer, dat de uitlegging<br />
straks op de achtergrond trad. Toch is er in ons tijdvak wel verdienstelijk exegetisch<br />
werk te vinden, een verklaring <strong>van</strong> de Psalmen bijvoorbeeld <strong>van</strong> Geier, die ook heden<br />
ten dage nog waarde heeft.<br />
Kerklied<br />
Is de geloofsleer niet zo diep in het Duitse volk doorgedrongen, toch is de<br />
godsdienstige behandeling niet uit het Duitse volk verdwenen.<br />
Daar was de blijdschap over het E<strong>van</strong>gelie der genade, die zich in het kerklied uitte<br />
met een weldadige warmte. Ook toen de gruwzaamheid <strong>van</strong> Duitse en vreemde huurkrijgslieden<br />
stad na stad verwoestte en uitmoordde, toen de akkers tot woestenijen<br />
werden en de zeden op zo menige plaats verwilderden, gingen de harten in de nood uit<br />
tot die God, Die machtig was uitkomst te geven, al zag men Zijn bijstand niet. In het<br />
lied <strong>van</strong> zo vele zangers vond men woorden om Gode zijn nood te klagen en om moed<br />
te scheppen, als alles verloren ging.<br />
Dat lied zweeg niet, toen de eerste helden der hervorming waren heengegaan; zij<br />
spraken nog nadat zij gestorven waren, en hun woord bezielde niet alleen de<br />
nakomende godgeleerden om het erfgoed der reformatie te verdedigen, maar vooral de<br />
predikers om het E<strong>van</strong>gelie op de kansels <strong>van</strong> stad en dorp te midden <strong>van</strong> de<br />
puinhopen te verkondigen en in het bijzonder de zangers om aan de gemeente liederen<br />
te geven. Juist in de tijd, toen de wereldse litteratuur verstomde, bloeide het kerklied,