Almanak Gezelschap Leeghwater 2018-2019
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
RECTOR MAGNIFICUS
Tijdreizen is al heel lang een geliefd thema in de wereld van literatuur en film. In 1895
publiceerde de Britse schrijver HG Wells zijn sciencefictionroman The Time Machine, in
de jaren 1980 hadden we de filmtrilogie Back to the Future en meer recent hadden we
natuurlijk Game of Thrones. Maar herinneren jullie je Hermione Granger nog? Die kon in
het derde Harry Potter-boek met een zogenaamde Tijdverdrijver (een Time-turner) terug
in de tijd om zo alle schoolvakken te volgen, ook als die tegelijkertijd gegeven werden. Dat
lijkt me nou een geweldige toepassing. Niet om mijn schooldagen nog eens over te doen,
maar omdat er nu eenmaal in de meeste dagen net te weinig uren zitten om alles te doen
wat je had willen doen.
Maar is tijdreizen puur sciencefiction of ook science fact? Daar lopen de meningen
over uiteen, maar zolang het bij gedachte-experimenten blijft, hoeven we ons in ieder
geval geen zorgen te maken om de mogelijke gevolgen ervan. Toch werd het in 2011
even spannend toen meetresultaten van de Large Hadron Collider erop leken te duiden
dat neutrino’s sneller dan het licht kunnen bewegen; daarmee zou tijdreizen in theorie
mogelijk zijn. Uiteindelijk bleek dat de opzienbarend metingen veroorzaakt werden door
een matige glasvezelkabelverbinding tussen een GPS- ontvanger en een computer. Niet
zo spannend als sommigen gehoopt hadden, maar intussen wel een overwinning voor de
wetenschappelijke methode: in plaats van hun ‘ongewenste’ meetresultaat te verbergen,
gaven de onderzoekers volledige openheid van zaken, en stonden open voor mogelijke
verklaringen.
Toch zouden we de TU Delft niet zijn, als we niet op zijn minst een paar praktische aspecten
van het tijdreizen mogelijk gemaakt hadden. Zo hebben we een geocentrifuge waarmee
we bodemprocessen die normaal 27 jaar duren in een dag in kaart kunnen brengen door
de ‘zwaartekracht tot’ 300 keer te versnellen. En met onze nieuwe Hexapod kunnen we
binnen een maand vermoeiingsverschijnselen van scheepsconstructies nabootsen die in
de praktijk pas na twintig jaar aan het licht komen. Met zulke quasi-tijdmachines kunnen
we in de toekomst bijvoorbeeld betere ontwerpen maken. En dat is belangrijk, want
tenslotte zijn we – tijdmachine of niet – allemaal op reis naar de toekomst.
Prof. Dr. Ir. Tim van der Hagen
XXIII