Curio_magazine_PB_v16

Magazine
N.01

Inhoud
Hoofdredactie
Sigrid van Iersel
Eindredactie
Jacqueline Buijsrogge, Helmi Geeve,
Eric Went
Redactie
Renée ter Berg, Helmi Geeve,
Sigrid van Iersel, Saskia Ridder,
Rob Neutelings, Marina Smits,
André van Veen
Beeld en vormgeving
Studio Dumbar (Part of Dept)
Fotografie
Erik Borst, Gijs Proost (foto Barry Jacobs),
Studio Lighthouse (foto Paul Depla)
Drukwerk
Drukkerij Van Deventer
Oplage
5.000 exemplaren
Copyright Curio 2019

5
Pagina 8
Vmbo-leerlingen moeten de wereld buiten
de schoolmuren leren kennen. Redenen
genoeg voor Curio Steenspil om actief
de beroepspraktijk op te zoeken.
Pagina 12
Curio zet in op onderwijs dat voorbereidt
op de arbeidsmarkt van de toekomst. Vijf
directeuren laten hun licht schijnen op trends
in het onderwijs en de arbeidsmarkt.
Pagina 32
Van horeca tot toerisme en van zorg tot retail:
de arbeidsmarkt smacht naar medewerkers die
gastvrijheid in hun vezels hebben. Curio start
daarom met het House of Hospitality.
Pagina 10
Van ‘nieuwsgierig’ naar Curio
Pagina 20
Startcollege: Iedereen is
welkom voor een nieuw begin
Pagina 24
Lotte van Kempen: ‘Op je bek
gaan hoort erbij’
Pagina 26
Anna komt tot bloei
Pagina 30
Jeroen Thoolen: ‘Docenten die
je uitdagen zijn goud waard’
Pagina 36
Daphne regelt haar eigen
taaltraining
Pagina 38
Barry Jacobs en Paul Depla:
‘Geen enkel talent mag buiten
de boot vallen’
Pagina 42
Nieuwe opleiding Food &
Future verbindt vakgebieden
Pagina 44
Feiten en cijfers

6
Beroepsonderwijs
maak je samen

7
Op een van onze mbo-locaties
voor Economie & Ondernemen
ontmoette ik laatst twee
studentes die voor bakker
opgeleid worden. ‘Zijn jullie
hier wel aan het goede adres?’,
vroeg ik verbaasd. ‘Ja hoor,
want wij doen een module
ondernemerschap’, kreeg ik als
antwoord.
De ene studente wil een bakkerswinkel starten
met producten voor mensen met een allergie,
zoals glutenintolerantie. De andere wil met haar
business plan inspelen op de trends rond foodtrucks
en festivals. Zij hebben individuele leerwensen,
waar wij met ons aanbod op inspelen. Dat gaf me
een enorm trots gevoel.
Van leerling tot expert
Nieuwsgierigheid is de beste drijfveer om te leren.
Iemand die gemotiveerd is om zich te ontwikkelen,
stelt vragen en stelt zich open. Nieuwsgierigheid,
en ook deskundigheid en zelfbewustheid: dat is
precies waar we voor staan met onze opleidingen.
Vervat in een nieuwe strategie, waarvan onze
nieuwe naam Curio het zichtbare resultaat is.
Van concurreren naar samenwerken
We hebben te maken met een teruglopend aantal
jongeren in onze regio, simpelweg omdat er minder
kinderen worden geboren. En aan de andere kant
hebben we een arbeidsmarkt die schreeuwt om
goed opgeleid personeel. Dat betekent dat onze
opleidingen moeten samenwerken om voor de regio
goed beroepsonderwijs overeind te houden. Als je
elkaar in een krimpende markt gaat beconcurreren,
pakt dat negatief uit. We nemen daarom afscheid
van de merknamen van onze mbo-scholen.
Combinaties maken
Met 400 verschillende mbo-opleidingen, acht
stevige vmbo-scholen en het Startcollege hebben
we een heel breed aanbod. Uitdaging is om in
mogelijkheden te denken, niet in ‘schotten’. We
willen een samenhangend antwoord geven op de
vragen van bedrijven en andere partners.
Juist op de snijvlakken van disciplines ontstaan
nieuwe vragen vanuit de samenleving. Daar gaan
we op inspelen. Zo is de nieuwe opleiding Manager
Transport en Logistiek niveau 4 een samenwerking
tussen de technieklocaties in Bergen op Zoom en
Breda én de economielocatie in Roosendaal.
Ook zijn er mooie voorbeelden van vmbo-scholen
die samenwerken met het mbo om de leerling optimaal
te begeleiden naar een beroepsopleiding en
uiteindelijk een passende baan. De leerlingen van
vmbo-school De Rotonde bijvoorbeeld oriënteren
zich breed in het mbo. Of neem de samenwerking
tussen vmbo’s van andere besturen zoals Da Vinci
in Roosendaal (vmbo en Praktijkonderwijs) op het
gebied van zorg en techniek met ons mbo.
Opleiding en nascholing in één
Goed beroepsonderwijs breng je samen tot stand.
Op onze technieklocatie in Bergen op Zoom heeft
de sector Installatiewerk het warmtepompcentrum
van Brabant-Zeeland ingericht. Werknemers
kunnen hier terecht voor bijscholing, maar onze
studenten kunnen hier ook meteen de nieuwste
technieken leren. Een hele mooie combinatie van
reguliere opleiding en nascholing, want Curio is er
voor alle beroepsopleidingen voor mensen van 12
tot 67 jaar.
Individuele leerwensen
Als studenten zelf bedenken wat ze willen leren,
dan groeit hun motivatie. En als docenten kunnen
aansluiten bij deze leerwensen, zien zij een hoger
rendement. Het is voor ons geweldig om daaraan
een bijdrage te leveren. We willen onderwijs dat
past bij de individuele leerwens van leerlingen
en studenten én dat tegelijkertijd inspeelt op de
vragen van de arbeidsmarkt. We willen dat werkgevers
zeggen: ‘Je moet de studenten van Curio
hebben’. En we willen dat docenten het fantastisch
vinden om hier te werken. We hebben hart voor het
onderwijs en voor de vakspecialisten van morgen.
Welkom bij Curio!
Rob Neutelings
Bestuursvoorzitter Curio

8
Op vmbo-school Curio Steenspil leer je vooral buiten de schoolmuren
Place to be voor
ondernemers
van de toekomst
Vmbo-leerlingen moeten de wereld
buiten de schoolmuren leren kennen.
Curio Steenspil zoekt daarom actief de
beroepspraktijk op.
Tijdens de richting Zorg en Welzijn kregen
leerlingen geen enkel bejaardentehuis of kinderopvang
van binnen te zien. En in de leerboeken
van de richting Mobiliteit & Transport was niets te
vinden over hybridetechniek.
Curio Steenspil koos drie jaar geleden voor
ondernemend onderwijs om daar drastisch
ver andering in aan te brengen. Sindsdien
bestaat de helft van het beroepsgerichte onderwijs
uit projecten voor en met het bedrijfsleven.
Belangrijk, want veel leerlingen van Curio
Steenspil zijn de onder nemers van de toekomst.
Ondernemend onderwijs leert leerlingen zichzelf
presenteren, na te denken over het leven en over
hoe ze regie houden. Dat gaat veel verder dan
kennis vergaren en een diploma halen. Het gaat
over wat weet ik, wat kan ik, wat wil ik, en wie wil
ik zijn. Het gaat dus over het leren vormgeven van
je toekomst.
NIET AFWACHTEN
Deze visie daagt docenten van uit om buiten de
bestaande onderwijsmethodes te werken. Veel
docenten van Curio Steenspil gaan die uitdaging
ook aan. Marian van Zuilen, docent Economie en
Ondernemen, bemerkte tijdens de opdrachten
bijvoorbeeld weinig eigen initiatief bij haar
leerlingen. Ze benaderde een expert en vroeg
naar handvatten hoe ze deze jongeren beter
kon aansporen.
Niet afwachten, niet tevreden zijn met de
status quo, maar zoeken naar verbeteringen.
Daarmee wil Curio Steenspil stap voor stap het
onderwijs verbeteren.
MAAK FOUTEN
De afgelopen jaren is er hard gewerkt op Curio
Steenspil. Het is bruggen bouwen en er tegelijkertijd
op lopen. Fouten maken hoort er ook bij, zowel
voor leerlingen als voor docenten. Dit betekent
balanceren, afscheid nemen van wat niet werkt,
experimenteren, vallen en weer opstaan. Zo
ontwikkel je en leer je.

Nicolette Kraay van Ricoh Europe, docent Marian van
Zuilen van Curio en HR-manager Maaike van de Spijker
van DHL Supply Chain. Nicolette is namens Ricoh Europe
de initiatiefnemer van deze samenwerking.
9
LOGISTIEK IN DE PRAKTIJK
Ricoh, specialist in onder andere
printers en kopieermachines,
benaderde Curio Steenspil
met het verzoek om samen
te werken. De school heeft
de samenwerking inmiddels
uitgebreid met DHL Supply
Chain, dat de warehouse
activiteiten voor Ricoh uitvoert.
Maaike van de Spijker, HR-manager
DHL Supply Chain: Leerlingen als
mystery guests
“Logistiek is voor de meeste leerlingen
nogal abstract en weinig sexy. En
dat terwijl we interessante banen te
bieden hebben. Met onze gastlessen,
rondleidingen en meeloopstages, laten
we dat zien. En het werkt: iedere keer
als leerlingen door het magazijn lopen,
of als ik vertel dat we ook met robots
en drones werken, zie ik ze enthousiast
worden. We hopen een zaadje te
planten en hun oriëntatie te verbreden,
zodat ze wellicht een opleiding in de
logistiek overwegen
Sinds dit jaar laten we leerlingen als
mystery guests de veiligheid in ons
warehouse toetsen. Wij zetten scenario’s
uit: er loopt iemand zonder veiligheidsschoenen,
een collega tilt verkeerd,
draagt z’n veiligheidsgordel niet of wijkt
bijvoorbeeld af van het voetpad. De
leerlingen beoordelen de situaties en
schrijven een verbetervoorstel. Daarna
komen ze dit presenteren bij Ricoh/DHL.
Zo’n levensechte situatie activeert
leerlingen, meer dan een verhaal op
papier of op film. Het thema veiligheid
hebben we gekozen omdat dit in
ieder bedrijf een belangrijk thema is.
Daardoor hebben ze echt iets aan de
les. We zijn blij met de samenwerking en
hopen het in de toekomst uit te breiden
naar het mbo.”
Marian van Zuilen, docent Economie
en Ondernemen: Leerlingen mogen
fouten make
“We vinden dat onze leerlingen ook de
echte wereld buiten de school moeten
ontdekken. Ondernemen leer je immers
niet uit de boeken. Daarom halen we
graag het bedrijfsleven binnen en gaan
we naar bedrijven toe.
De samenwerking met RICOH/DHL
is een van onze succesverhalen. Zij
investeren echt in de samenwerking,
we denken met elkaar mee. Het is wel
een tijdrovend proces, want het is niet
zomaar een bezoekje dat je aflegt of
een leerling die je een paar dagen laat
meedraaien. Het moet passen in het
leerproces. Je verwerkt de eindtermen,
de inspectie moet tevreden zijn.
Een flinke puzzel, maar ik zie wat
het onze leerlingen oplevert. Met dit
ondernemend onderwijs ervaren ze
hoe de echte wereld draait. Ze leren om
samen te werken en welke eisen aan je
worden gesteld als werknemer.
En wat ik heel belangrijk vind, is dat
leerlingen fouten mogen maken. Een
groepje vergat pennen bij een test met
pizza’s. Het werd snel opgelost, maar
het was een belangrijk leermoment.
Zoiets vergeten ze nooit meer. Net als
de groep die ontdekte dat hun checklist
niet klopte. En als je ziet hoe een
leerling groeit van de complimenten
en succeservaringen, is het al het
werk waard.”
Amir, liep stage bij RICOH/DHL:
Geen gestotter meer bij stageplek
“Ik was eigenlijk niet nieuwsgierig naar
m’n stage bij RICOH/DHL. Ik dacht:
‘Het is gewoon een grote loods met
veel dozen.’ Maar ik was verrast dat er
zoveel mensen werken en dat ik veel
verschillende dingen mocht doen: in- en
uitladen van pallets met de pompwagen,
dozen verplaatsen en stapelen,
pallets sealen, etc. En de pakketten
gaan echt over de hele wereld, dat was
leuk om te zien.
Ik wil niet verder in de logistiek, maar
ik was wel blij met deze stage. Want
het is ook goed om te weten wat ik
niet wil. Ook heb ik veel complimenten
gekregen. Dat ik goed kon omgaan met
de anderen in de groep, dat ik trouw
ben en hard werk. En het grappige
was, dat ik daar helemaal niet hoefde
te stotteren, zo erg voelde ik me op m’n
gemak. Door deze fijne stage ben ik
nieuwsgieriger geworden naar andere
werkplekken. Maar het allerliefst begin ik
voor mezelf.”

10
Van ‘nieuwsgierigheid’
naar Curio
Vertaal de nieuwe kernwaarden van de nieuwe
school in het Latijn en je komt al snel uit bij de
nieuwe naam voor ROC West-Brabant: Curio. De
naam werd bedacht door Deveny van den Berg
(secretarieel student van Florijn) en HR-adviseur
Nicolle Heijmerikx. Zij wonnen daarmee de
namenwedstrijd voor leerlingen, studenten
en medewerkers.
Curio vervangt alle namen van de mbo-colleges
van ROC West-Brabant en is het nieuwe merk. De
namen van de vmbo-scholen worden voortaan
voorafgegaan door de naam Curio.
Aan de namenwedstrijd die aan deze keuze
vooraf ging, deden meer dan vierhonderd
leerlingen, studenten en medewerkers mee.
Zo ook Deveny. Zij vertaalde de kernwaarden
‘nieuwsgierig, deskundig en zelfbewust’ naar
het Latijn. Zo kwam ze al snel bij curiositas, de
Latijnse naam voor nieuwsgierigheid. “Curio was
de beste. Het was in een uurtje gepiept!”
SHORTLIST
Bij Nicolle ging dat net zo. “Eerst ging ik iets
zoeken met beroepsonderwijs, maar ik kon niets
vinden. Toen ging ik iets bij de kernwaarden
zoeken. Curio was de sterkste.”
Na een eerste selectie bleven er zo’n twintig namen
over. De jury besprak elke naam uitvoerig en
benoemde de voor- en nadelen. De best beoordeelde
namen kwamen op de shortlist. De Raad
van Bestuur maakte daaruit een definitieve keuze.
PRIKKEL OM TE LEREN
“Curio staat voor het prikkelen van nieuwsgierigheid
en ondernemendheid, voor kennismaken
met het beroepenveld, innovatieve
ontwikkelingen en arbeidsmogelijkheden in de
regio”, zegt bestuursvoorzitter Rob Neutelings.
“Voor de school waar nieuwsgierigheid dé
prikkel is om te leren, voor medewerkers én
leerlingen én studenten.”

11
OVERAL OP DE GEVELS
Jurylid Joost van Es (docent mediavormgeving)
vond het erg leuk om mee te doen aan de selectie
van de beste namen. “Het viel me op dat de
betrokken studenten een sterke voorkeur hadden.
Dat heeft me uiteindelijk ook gemotiveerd in
mijn stemgedrag. De samenwerking tussen
docenten en leerlingen kwam hier heel goed
tot z’n recht. De gekozen naam kan zowel door
medewerkers als studenten en leerlingen breed
gedragen worden.”
En de winnaars? Zij zijn opgetogen dat hun naam
als beste uit de bus is gekomen. Nicolle: “Heel
bijzonder dat de naam die wij hebben verzonnen
overal op de gevels staat.”

12

13
Vijf directeuren, vijf trends
Klaarstomen
voor de
arbeidsmarkt
van de toekomst
Curio zet in op onderwijs dat voorbereidt op de
arbeidsmarkt van de toekomst. Vijf directeuren
van de opleidingen laten hun licht schijnen op
trends in het onderwijs en de arbeidsmarkt.
Hoe stomen zij Curio en daarmee de leerlingen
en studenten klaar voor de toekomst?

14
TREND 1.
LEERLINGEN EN STUDENTEN WILLEN
HUN INDIVIDUELE LEERWENSEN VOLGEN
Een Syrische man is in zijn eigen land opgeleid
tot loodgieter en wil nu in Nederland voor zichzelf
beginnen. Zijn loodgietersdiploma heeft hij
al, dus hij wil bij Curio kennis opdoen van het
Nederlandse pijp- en fittingensysteem. Ook heeft
hij behoefte aan een cursus om zijn taalachterstand
weg te werken. En het zou fijn zijn als hij
tegelijkertijd zijn ondernemersdiploma kan halen.
“Voorheen zou hij zich dan op drie verschillende
scholen moeten inschrijven”, zegt Remko
Ouwehand, sectordirecteur bij Curio. Hij heeft
bijgedragen aan de nieuwe onderwijsvisie.
“Nu gaan we deze student bedienen door
zijn individuele leerwensen als uitgangspunt
te nemen.” Dat betekent minder standaard
onderwijs en meer mogelijkheden voor een
breed en flexibel aanbod. De student stelt
daarbij zelf zijn eigen opleiding samen en kan
onderdelen combineren. Daarbij krijgt hij begeleiding.
Leren in eigen tempo of in een bepaalde
omgeving, die horen hierbij.
Cambridge-diploma
In een contextrijke leeromgeving kan de leerling of
student zelf ontdekken wat bij zijn talenten past
en hoe hij zijn stage daarop kan afstemmen. Voor
Ruud Engelse (als directeur verantwoordelijk voor
een deel van de vmbo-scholen) is dit maatwerk
hard nodig, omdat leerlingen in het traditionele
onderwijs vaak te weinig worden uitgedaagd en
gemotiveerd. “Hun niveau wordt vaak bepaald
door het vak waar ze niet goed in zijn”, zegt hij.
“Daag je ze uit op het onderdeel dat ze juist wél
goed kunnen, dan vinden zij het onderwijs een stuk
leuker. Een vmbo-leerling die heel goed is in één
of meerdere vakken zou bij ons die vakken op een
hoger niveau moeten kunnen volgen en afronden.
Een leerling met een talenknobbel kan bijvoorbeeld
dan ook een Cambridge-diploma halen.”
Van links naar rechts: Joost de Jongh, Lisan van
Beurden, Remko Ouwehand en Emmy Bakker.
Ruud Engelse ontbreekt op de foto.

15
‘De leerling of student stelt
zelf – onder begeleiding – zijn
eigen opleiding samen en kan
onderdelen combineren.’
2. VAN KORTE TERMIJN EN INCIDENTEEL
NAAR CONTINU LEREN
Om relevant te blijven op de arbeidsmarkt
moeten werkenden een omslag maken van korte
termijn en incidenteel, naar continu leren. Curio
wil studenten zo goed mogelijk begeleiden om
dat leerproces zelf vorm te geven. En ook om te
versnellen als dat mogelijk is. Lisan van Beurden,
als directeur verantwoordelijk voor techniek
en technologie bij Curio: “Deze student is onze
medewerker van de toekomst. Hij moet leren het
eigen leerproces vorm te blijven geven.”
Doorlopende leerlijn
Ook de overgang tussen vmbo en mbo dient een
stuk soepeler te verlopen om de doorlopende
leerlijn waar te maken. Als één van de weinige
onderwijsinstellingen in Nederland verenigt
Curio beide soorten beroepsopleidingen in één
organisatie. Een mooie kans, vindt Ruud. “Onze
opleidingen gaan volgens dezelfde standaarden
werken, zodat we meer flexibiliteit mogelijk
maken. Als we goed met elkaar in contact zijn,
kunnen we snel en goed de leerling op de juiste
plek brengen. Ook gaan we een meer uniforme
overdracht organiseren tussen vmbo en mbo. Dat
is een warme overdracht: niet alleen op basis van
een diploma, maar ook met eigen begeleidingsvragen.
Met betere keuzes en betere begeleiding
werken we aan minder uitval.”
3. VAN BUITEN NAAR BINNEN
Leerlingen in het beroepsonderwijs moeten
breder en flexibeler worden opgeleid.
Anders lopen ze het risico niet mee te komen
op de arbeidsmarkt, die door robotisering en
verduur zaming snel aan het veranderen is.
‘Met betere keuzes en betere
begeleiding werken we toe naar
minder uitval.’
Voor Curio betekent dit dat er op allerlei
manieren intensief wordt samengewerkt met de
toekomstige werkgevers. Daarbij stemmen de
opleidingen het aanbod continu af op wat het
bedrijfsleven nodig heeft. Nu en in de toekomst.
“We halen de expertise naar binnen,” zegt
directeur Emmy Bakker, die binnen Curio de
opleidingen op het gebied van voedsel, groen en
gastvrijheid onder een vlag laat samenwerken.
“Levensechte opdrachten zijn van belang, net
als betekenisvolle stages, innovatieve projecten
en gastlessen.”
Einde aan navelstaren
Remko Ouwehand hoopt dat de nieuwe werkwijze
een einde maakt aan het navelstaren.
“We willen heel nadrukkelijk beter luisteren om
de werknemers voor de toekomst op te leiden.
Dat begint bij dialoog. Het bedrijfsleven wil
graag om de aansluiting met onze opleidingen
te verbeteren. Die interactie is kenmerkend voor
onze nieuwe onderwijsvisie.”
‘We halen de expertise
naar binnen.’
4. DE ARBEIDSMARKT VRAAGT OM
CROSS-OVERS
Huizenbouw gebeurt steeds vaker in de fabriek in
plaats van op de bouwplaats. De metselaar moet dus
ook wat verstand hebben van installatietechniek. Ook
andere sectoren laten vaker dwarsverbanden zien,
zoals techniek & zorg en teelt & voedselbereiding.
Vandaar dat Curio nieuwe opleidingen en andere
samenwerkingsverbanden opzet om daar op in te
spelen. “De vraag van de arbeidsmarkt komt niet
altijd een-op-een overeen met wat wij opleiden,”
zegt Lisan. “Juist over de muur blijken interessante
ontwikkelingen te zijn. Ik hoorde bijvoorbeeld het
verhaal van een machinebedrijf, dat bouwers
nodig heeft die ook kunnen programmeren. Wij
moeten breder kijken naar ons aanbod om aan
die vraag te voldoen.”
Sprintprogramma
“Bedrijven en organisaties willen niet alleen
een kandidaat met een diploma, maar ook een
toekomstige werknemer die extra onderdelen in
zijn pakket heeft,” signaleert directeur Joost de
Jongh, die zich bezighoudt met het Startcollege.

16
Zorgorganisaties willen bijvoorbeeld graag dat
een verzorgende ook verpleegkundige handelingen
kan doen. Ook zien werknemers graag
mbo-leerlingen die op onderdelen een hbo-denkniveau
laten zien. “Dit betekent dus maatwerk
leveren en alert zijn op wat de markt vraagt,”
zegt Joost. Ook is er met een sprintprogramma,
waarmee een uitgevallen vmbo-leerling versneld
het entreediploma kan halen en door kan stromen
naar een mbo-opleiding. Ook Nederlands
als tweede taal biedt meer niveaus om in te
stappen. Joost: “We hebben daarom meerdere
instapmomenten in het jaar en geen negen-tot
vijf-onderwijs.”
TREND 5:
PROFESSIONALS LEREN EN
ONTWIKKELEN SAMEN
In leergemeenschappen werken alle betrokkenen,
de leerling, student, docent en bedrijf, samen
om een gemeenschappelijk doel te bereiken: het
verbeteren van de motivatie en de leerprestaties.
De samenwerking binnen een leergemeenschap
is leerzaam voor iedereen.
‘We hebben meerdere
instapmomenten in het jaar en
geen negen-tot vijf-onderwijs.’
Op deze manier wil Curio meer ruimte geven
aan de professionals: de docenten. Zij dienen
het goede gesprek te voeren met studenten
en moeten hen zelf laten nadenken over hun
behoeften en leerwensen. “Dat vraagt een
andere instelling bij docenten”, zegt Lisan.
“We doen niet alles meer op de geijkte manier
in een ‘bus-opstelling’ van 24 zitplaatsen voor
studenten, maar we kijken wat verschillende
studenten nodig hebben.”
‘Dat vraagt een andere instelling
bij docenten.’
Nieuwsgierigheid volgens Emmy:
“Nieuwsgierig naar de omgeving en
naar elkaar. Zodat je achterhaalt wat
iemand drijft en hoe je elkaar verder
helpt. Daarmee ga je het contact aan
met je collega’s, studenten en de externe
partners. Hoe nieuwsgieriger, hoe beter
je verbindingen legt.”
Nieuwsgierigheid volgens Joost:
“Een gezonde portie nieuwsgierigheid
helpt ons in de begeleiding van
leerlingen. Wat zijn hun ambities, hun
dromen, wat zet hen in beweging, waar
liggen hun talenten? Met de goede
vragen vinden ze wellicht antwoorden,
waardoor we gerichter kunnen helpen.”
Nieuwsgierigheid volgens Remko:
“Ik probeer de zin der dingen te
begrijpen en de samenhang te zien,
zodat ik de dingen kan veranderen.
Nieuwsgierigheid is voor mij een
drijfveer; het zet dingen in beweging.”
Nieuwsgierigheid volgens Ruud:
“Mijn motto is: het kan elke dag beter.
We willen op die manier steeds kijken
hoe we het effectiever en beter kunnen
maken voor onze leerlingen. Daarom
vragen we ons voortdurend af of we de
goede dingen doen en of we die dingen
góed doen.”
Nieuwsgierigheid volgens Lisan:
“In de techniek ontkom je niet aan
nieuwe ontwikkelingen. Om opleidingen
up to date te houden moeten we dat
gesprek organiseren. We willen niet
alleen studenten prikkelen om een
volgende stap te zetten, maar ik geef
daar zelf ook voortdurend vorm gaan.
Want door nieuwsgierig te blijven,
blijven we weer iets leren.”
Op de handen zitten
Het vraagt ook ander gedrag van de leiders bij
Curio. “Als leidinggevenden moeten we vaker op
de handen blijven zitten,” zegt Remko. “Wij zetten
de kaders uit, maar daarbinnen is veel ruimte
voor eigen invulling van docenten. Ik houd me
dan vast aan een uitspraak van Jules Deelder:
de ruimte binnen de perken is net zo onbegrensd
als daarbuiten.”

17

18 18

19

20
Joost de Jongh over het nieuwe Startcollege:
‘Iedereen is
welkom voor
een nieuw begin’
Het Startcollege is vanaf schooljaar 2019-2020 dé plek in West-
Brabant voor iedereen die een nieuwe kans in het onderwijs
verdient. Daarmee maken ze een stap naar vervolgonderwijs of
naar een baan. Directeur Joost de Jongh: “Met het Startcollege
creëren we nieuwe mogelijkheden.”
Aandacht voor talenten
Een jongen wilde schipper worden,
maar werd op z’n oude school niet
gehoord. Hij was dolblij toen een docent
van Curio voor hem een stageplaats in
Yerseke regelde. Een mooi voorbeeld dat
illustreert waar aandacht voor talenten
toe kan leiden, stelt Joost.
Hij heeft voorbeelden te over. Van die
Syrische jongen die met extra taallessen
niveau 4 haalde en nu werkt als
apothekersassistent. “De jongen voelde
dat z’n oude school hem liever kwijt dan
rijk was. Hij raakte weer gemotiveerd
door de tijd en aandacht die de docent
hem gaf.”
En wat te denken van die vrouw die
door het taalprogramma haar theorie-examen
haalde en eindelijk aan de
slag kon als taxichauffeur? Joost: “Onze
aanpak vergt vaak veel inzet van onze
docenten, maar nieuwsgierigheid naar
de mogelijkheden helpt ons om iedere
keer weer die stappen te zetten.”

21
Wie is er welkom op het Startcollege?
“Het Startcollege is bedoeld voor allerlei
mensen, jong en oud, die om een of andere reden
een nieuwe of tweede kans nodig hebben. Denk
bijvoorbeeld aan mensen zonder startkwalificatie,
laaggeletterden, jonge vluchtelingen, mensen met
een verblijfstatus, of leerlingen die in het volwassenonderwijs
bepaalde vakken willen halen. We helpen
mensen om een volgende stap te maken in hun
leven; dat kan een vervolgopleiding zijn, maar ook
toeleiding naar werk. Doel is dat zij meer zelfstandig
hun leven kunnen vormgeven. En als je het dan hebt
over sociale inclusie: iedereen is welkom voor een
nieuw begin.”
toegankelijker voor leerlingen. De kans dat we leerlingen
uit het oog verliezen neemt nog verder af in
de nieuwe constructie.”
‘Via de samenvoeging kunnen
we detacheringen beter regelen,
locaties slimmer gebruiken, extra
begeleiding bieden en kennis en
expertise delen.’
Wat is er bijzonder aan het Startcollege?
“Meer dan ‘gewoon’ onderwijs zijn we
gericht op begeleiding van onze leerlingen. Niet
zelden spelen er problemen op het gebied motivatie,
houding of gedrag. Ook de leefsituatie is niet
altijd bevorderend voor een positief leerklimaat. Dit
vergt extra zorg en begeleiding. Een vaste mentor
gedurende de hele schoolperiode biedt de nodige
continuïteit. De betrokkenheid van onze docenten
gaat heel ver, ook in de begeleiding van bedrijven
waar onze leerlingen stagelopen of komen te
werken. Dat doen ze ook nadat ze onze scholen
hebben verlaten.”
‘De kans dat we leerlingen uit het
oog verliezen, neemt nog verder
af in de nieuwe constructie.’
Wat is er nieuw aan het Startcollege?
“Onderwijs voor deze doelgroepen bieden
we met verschillende scholen en opleidingen al
jaren. Het nieuwe is dat we de verschillende typen
onderwijs voor deze specifieke doelgroepen onder
één noemer brengen. Die scholen werken nu al
nauw samen. Via de samenvoeging kunnen we
detacheringen beter regelen, locaties slimmer
gebruiken, extra begeleiding bieden en kennis en
expertise delen.”
Welke voordelen zijn er voor de leerlingen?
“Leerlingen kunnen straks sneller doorstromen
of afstromen naar opleidingen die
geschikter voor hen zijn. Ook wordt het makkelijker
om onderdelen of modules bij andere opleidingen
of op een ander niveau te volgen. Een diploma op
maat komt dichterbij. Daarnaast wordt begeleiding
Welke hobbels zijn er nog te nemen?
“We beginnen dit schooljaar en zijn er
klaar voor, maar het management is nog niet
op volle sterkte. Daarnaast zijn we straks wel één
Startcollege, maar hebben we ook nog te maken
met verschillende wettelijke kaders. Dat vergt nog
de nodige afstemming.”
Wat hoop je over vijf jaar bereikt te
hebben?
“Natuurlijk hoop ik dat veel leerlingen
een nieuwe start hebben kunnen maken; dat is
immers waar we het voor doen. Daarnaast streef
ik naar goede samenwerkingen met gemeenten
en bedrijfsleven.
Ik hoor nu al terug dat gemeenten de meerwaarde
zien van het Startcollege; dat het overzichtelijker
is, dat het fijn is om bij een loket aan te kunnen
kloppen. Ik wil dat we een betrokken partner zijn, die
meedenkt en meewerkt aan problemen als laaggeletterdheid
en jeugdwerkeloosheid. Dat we samen
nieuwe initiatieven ontwikkelen en snel passende
trajecten. En dat we goede begeleiding bieden voor
mensen die buiten de boot dreigen te vallen.”
Het Startcollege van Curio
Het Startcollege heeft acht vaste locaties in Bergen
op Zoom, Roosendaal en Breda. Daarnaast wordt
gebruik gemaakt van elf andere locaties zoals
bibliotheken. Het Startcollege bevat de volgende
vormen onderwijs:
• Curio Praktijkschool
• Curio Entree en mbo Breed
• Curio Internationale Schakel Klas, locaties
Breda en Bergen op Zoom
• Curio Basiseducatie en NT2
• Curio VAVO

22
Jeroen Thoolen
(internetondernemer)
Voormalig student:
“Als een bepaalde
oplossing niet wer
zo belangrijk dat
kunt overbrengen
klanten. Als het o
aandacht aan be
studenten echt ee

technische
kt, is het minstens
je dat ook goed
naar collega’s of
nderwijs hier veel
steedt, dan geef je
n voorsprong.”
23

24
Lotte van Kempen faciliteert innovatie met Pioniers en Leerlabs:
‘Op je bek
gaan hoort erbij’
“Als je wilt dat jouw organisatie
innoveert, vraagt dat tijd,
ruimte en vasthoudendheid.
En de bereidheid om op je bek
te gaan.” Lotte van Kempen
houdt van duidelijkheid. En van
faciliteren en ruimte bieden.
Want dat is precies wat deze
onderwijsinnovator doet met
de Pioniers en de Leerlabs.
Nieuwsgierigheid volgens Andries Boer:
'Werkgroeplid innovatie'
“Ik ben nieuwsgierig hoe Curio de komende jaren die
lerende en wendbare organisatie wordt. Natuurlijk
wordt er altijd geleerd, maar leren we ook van de
lessen die we krijgen? Kunnen we over de grenzen
van sectoren en diensten heen innoveren? En kunnen
we ook de stap naar buiten maken? Of vinden we
steeds opnieuw het wiel uit?
Met de leergemeenschappen, die altijd een kop en
een staart hebben, creëren we een aantal belangrijke
randvoorwaarden voor die lerende organisatie.
De toolkit bijvoorbeeld wordt een digitale plaats
waar leervragen gepubliceerd worden. Zoals: hoe
kan Curio anticiperen op de ontwikkelingen in
agrofood? Of wat betekent digitalisering voor het
(zorg)onderwijs? Verschillende opleidingen kunnen
hierop reageren, maar ook bedrijven, gemeenten of
onderzoeksinstellingen.
Ik hoop dat externe partijen gaan reageren en
ook onderzoeksvragen inbrengen. Je kunt dit soort
vraagstukken immers niet eenzijdig oplossen.
Vervolgens is het de kunst om het proces en de
antwoorden goed te documenteren, zodat we
hiervan leren.
Een andere uitdaging waar we voor staan is hoe
we die leergemeenschappen gaan aansturen en
inrichten; welke plek krijgen de leergemeenschappen
in de organisatiestructuur? Dat zal per geval
verschillen. We praten hier natuurlijk niet over iets
totaal nieuws; er zijn al vele initiatieven die we als
leergemeenschappen kunnen duiden, zoals de
Pioniers en de Leerlabs.”

25
Een organisatie waarin leren,
werken en innoveren met elkaar
verbonden zijn; dat was een van
de ambities in het visiestuk ‘De
richting is helder’. Op strategisch
niveau wordt hieraan gewerkt
met leergemeenschappen.
Lotte van Kempen is projectleider
van de Pioniers en de
Leerlabs. Zij is naar eigen
zeggen meer van het ‘doen’.
“De afgelopen drie jaar zijn
er al 36 groepen met goede
ideeën aan de slag gegaan. Het
laagdrempelige is heel prettig:
als iemand een innovatief plan
heeft, krijgt hij € 5.000 om
het uit te werken,” aldus de
onderwijsinnovator en docent
op Curio De Rotonde.
ENTHOUSIASTE PIONIERS
Lotte ziet dat er bij veel
docenten en medewerkers
behoefte is om te innoveren.
“Mensen willen samenwerken,
experimenteren, crossovers
maken. Ze hebben soms alleen
een duwtje in de rug nodig.
Bijvoorbeeld door ze te koppelen
aan anderen of met een
budget. Deze initiatieven van
de Dienst Onderwijs en Kwaliteit
kunnen dat duwtje zijn.”
Inmiddels heeft Lotte met
‘haar’ pioniers een flinke club
innovators verzameld. “Op een
terugkomavond stromen de
aanmeldingen binnen, ze zijn
enorm enthousiast. Je merkt de
veranderde houding: mensen
zetten deuren open en gaan
makkelijker op onderzoek uit bij
collega’s of buiten de onderwijsinstelling.
Die houding is belangrijk
als je wil innoveren; de
nieuwsgierigheid om te kijken
wat er buiten jouw domein of
vakgebied gebeurt.”
LEERLABS
De eerste drie Leerlabs gaan
over kritisch denken, sociale
veiligheid en formatief handelen. Daarnaast
worden voor 2020 nog eens drie thema’s verkend:
digitale activerende didactiek/Virtual Reality,
studenten aan zet en persoonsvorming. “Per
Leerlab zijn ongeveer twaalf mensen verbonden;
een ideale grootte voor zo’n ontwikkelgroep.
Alleen hebben we nu meer aanmeldingen, dus
daar moeten we nog iets op vinden om het goed
werkbaar te maken.”
De samenstelling van de labs is zo divers mogelijk;
intern en extern, medewerkers en studenten. De
aansluiting vanuit het bedrijfsleven bij de eerste
drie thema’s kan beter, weet Lotte. “Hier gaan
we bij de keuze van de thema’s goed op letten;
want we willen juist het bedrijfsleven betrekken bij
onze innovatievragen. Ook zien we dat het voor
studenten best een heftige stap is om op vaste
basis lid te zijn van zo’n lab. Daarom werken we
met opstappers.”
HOBBELIG PROCES
Een Leerlab kent drie ontwikkelingsdoelen. Lotte:
“Vanzelfsprekend is dat het persoonlijke ontwikkelingsdoel
van de deelnemer zelf, daarnaast
het teamdoel (wat gaat jouw deelname je team
brengen) en ten slotte het organisatiedoel. Teams
bepalen zelf hoe ze hun kennis overdragen naar
hun afdeling of de organisatie. Dit kan via een
conferentie zijn, maar ook met een (digitale)
uitgave of een spel of iets dergelijks.”
Kritiek dat een Leerlab een druppel op de gloeiende
plaat zou zijn, verwijst Lotte soepel naar de
prullenbak. “Mopperen is makkelijk, kom liever
in actie. Natuurlijk is het een hobbelig proces en
maak je fouten, maar op je bek gaan hoort erbij.
Als je er maar van leert. In de hele organisatie is
er behoefte om te vernieuwen en te verbeteren.
En dan is het zonde als men dat op eigen houtje
gaat doen, met beperkte input van buiten.”
CULTUURVERANDERING
De Pioniers en de Leerlabs zijn een klein begin.
Lotte: “Geef elkaar dus de ruimte om te experimenteren,
deel kennis, zet deuren open. En
vergeet niet dat het eigenlijk ook gaat om een
cultuurverandering. Er is tijd en ruimte nodig èn
we moeten vasthoudend zijn.”
Meer weten over De Pioniers, Leerlabs of
Leergemeenschappen? Kijk op www.rocwbpioniers.nl
en houd de Facebookgroep van ‘Collega’s
ROCWB’ in de gaten.

26
Anna komt
tot bloei
De liefde voor bloemen was niet te stoppen bij Anna van
Keeken, student Bloem & Styling bij Curio. Ze wist dat
ze haar hart moest volgen en verhuisde voor de juiste
opleiding van Maastricht naar Breda.
GEK OP BLOEMEN
“Als kind was ik al gek op bloemen. Ik maakte
bloemenkransjes, plukte bloemen en zette ze in
vaasjes. Toen wist ik nog niet dat ik er mijn beroep
van kon maken. Later wel, maar mijn oom en
tante, bij wie ik toen in huis woonde, dachten dat
het lastig zou zijn vanwege mijn dyslexie en de
Latijnse bloemennamen.”
VAN MAASTRICHT NAAR BREDA
“Ik deed een zorgopleiding, maar die paste niet
bij me. Bloemist worden leek me nog steeds wat.
Ik kon een stage doen bij een grote bloemenwinkel
in de buurt. Hoewel het geen zorglocatie
was, werd mijn stageplek wel goedgekeurd
omdat ik er ook met mensen werkte. Na drie
dagen meedraaien was ik aangenomen om op
zaterdag te komen werken.
Ik haalde mijn diploma voor de zorgopleiding,
en koos ervoor om daarna een bloemdesign-opleiding
te doen in Maastricht. Die opleiding sloot
echter niet genoeg aan bij mijn ambitie. Daarom
besloot ik om naar Breda te verhuizen, speciaal
voor de opleiding van Curio.”
WEDSTRIJDEN, COMPETITIES EN
EVENEMENTEN
“Ik wilde meer dan alleen werken in een
bloemenzaak; bloemstyling voor bruiloften en
evenementen bijvoorbeeld. Daarom doe ik naast
mijn opleiding mee aan wedstrijden. De eerste
wedstrijd scoorde ik een tiende plek, terwijl daar
zo’n 65 mensen aan meededen. De meesten
hadden meer ervaring dan ik. Dat voelde
geweldig! Ik doe nu vaak mee aan competities
in binnen- en buitenland. Via het netwerk dat ik
zo opbouw word ik gevraagd voor evenementen.
Mijn oom en tante vinden het prachtig wat ik
allemaal doe. Mijn leraren steunen me in mijn
doelen en geven me tips over wedstrijden
en evenementen.”
ZELF LERAAR WORDEN
“Door dyslexie en dyscalculie leer ik moeilijk. Ik
doe zes jaar over een opleiding waar iemand
anders drie jaar over doet. Maar ik wil het ontzettend
graag. Ik heb niveau 2 en 3 gedaan en ben
nu bezig met niveau 4. Het liefst doe ik hierna
ook nog het hbo, zodat ik zelf leraar kan worden
en mijn passie voor bloemstyling met anderen
kan delen.”
ONTZETTEND NIEUWSGIERIG
“Verder wil ik graag reizen om me nog verder te
ontwikkelen. Hawaï staat bijvoorbeeld bekend om
de bruiloften met prachtige bloemaankleding.
New York is de plek waar je als bloemstylist moet
zijn rond Valentijnsdag. In Japan zijn ze juist weer
heel goed in het fijnere bloemschikwerk.
Ik ben ontzettend nieuwsgierig en observeer
graag hoe anderen werken. Werken met bloemen
doe ik met veel liefde. Ik geniet ervan om iets
moois te maken met wat de natuur ons geeft en
wat mensen ook nog vrolijk maakt.”

28
Wist je dat...?
SCHOLIEREN NODIGEN
LID EERSTE KAMER UIT
De Tienerpartij van Curio Effent heeft het Oosterhoutse
Eerste Kamerlid Helmi Huijbregts-Schiedon (VVD)
uitgenodigd op hun school. Een leerzame en leuke
bijeenkomst waarin jeugdparticipatie, duurzaamheid en
vervoer de belangrijkste thema's waren.
De Tienerpartij is lokaal en landelijk actief. De scholieren
hadden veel vragen voor Helmi Huibregts-Schiedon, jarenlang
populair burgemeester van Oosterhout. Ze heeft ook
brede ervaring op provinciaal en landelijk niveau. Ze was
het met de tieners eens dat er op het gebied van openbaar
vervoer en fietsverkeer nog veel te verbeteren valt in Brabant.
OVERZICHT IN GELDZAKEN
VOOR LAAGGELETTERDEN
Hoe help je volwassenen om overzicht te houden over hun geldzaken? Met een
internationaal project ging de VAVO-afdeling van Curio op zoek naar lesmateriaal
dat deze groep kan ondersteunen overzicht te houden en financieel 'gezond' te
blijven. Met een app kan de gebruiker direct zien hoe hij ervoor staat.
Er is relatief veel materiaal voor het verbeteren van de financiële geletterdheid van
jonge mensen. Er is echter nauwelijks iets voor volwassenen en vooral niet als ze
ook nog eens laaggeletterd zijn. Met dit project voegt Curio iets toe aan de verdere
vorming en integratie van deze mensen in de samenleving. De ontwikkelde materialen
worden opgenomen worden in de lespraktijk van vakken als rekenvaardigheid,
digitale vaardigheden, wiskunde, economie en management en organisatie.

29
TECHTALENTEN SPOTTEN BIJ
GAME ON REGIO BREDA
Techniek zien, doen en ervaren. Dat is het idee achter de
techniekmanifestatie Game On regio Breda, die in het voorjaar
plaatsvond op de ijsbaan in Breda. Hiermee zetten Curio en bedrijven
zich gezamenlijk in om toekomstige techtalenten te interesseren voor
een opleiding in de techniek.
1.300 Leerlingen van het voortgezet onderwijs uit de regio Breda
maakten kennis met (bouw)techniek en technologieën binnen de
verschillende werkgebieden. Bedrijven lieten de leerlingen dakpannen
leggen, stuken of een robot aansturen.
De techniekpleinen waren ingedeeld op sector, zoals maritiem,
machine- en apparatenbouw, logistiek en transport. Er was ook ruimte
voor de medische sector, energie en gebouwde omgeving, want ook in
deze sectoren speelt technologie een cruciale rol.
Joris van den Broek, project-ondersteuner Toptechniek in Bedrijf regio
West-Brabant en docent bij Curio De Rotonde, deed met plezier mee
aan Game On regio Breda. “De betrokkenheid van bedrijven, scholen en
instanties geeft aan dat we vanuit Toptechniek in Bedrijf op de goede
weg zijn binnen onze regio. Ik weet zeker dat er tussen al die leerlingen,
diverse techtalenten zijn ontdekt. Die leerlingen gaan hierdoor misschien
eerder nadenken over een toekomst in de techniek.”
STUDENTEN IN DEBAT
OP DEBATTLE LIVE
Wie kan het beste debatteren? Op het 'Debattle Live' gingen verschillende
mbo-scholen uit Noord-Brabant met elkaar de strijd aan onder leiding van
Angela Groothuizen.
Tijdens het groepsdebat debatteerden studenten over de stelling: 'Het zou
verboden moeten worden om een solliciterende stagiair te googlen'. Het leidde
tot een felle strijd tussen de deelnemers. Het laatste debat, waarin ieder voor
zich het woord voerde, ging het debat over de stelling: 'Social media draagt bij
aan de depressie onder kinderen'. Een studente Verpleegkunde van Curio uit
Roosendaal ging er met de winst vandoor.

30
Oud-Florijn student en internetondernemer Jeroen Thoolen:
‘Docenten die
je uitdagen zijn
goud waard’
Op hun zestiende blijven ze zitten in 4-havo en richten ze
Netvlies op. De een (Jochem Vlemmix) stopt z’n schoolcarrière,
de ander (Jeroen Thoolen) haalt z’n mbo-diploma op het Florijn.
Van een zolderkamer verkassen zij hun bedrijfsactiviteiten na
een tussenstop in papa’s loods naar een statig herenpand in
Breda, met 47 medewerkers. Succesvolle internetondernemer
Jeroen Thoolen over het belang van scholing en bijblijven.
Het is al ruim twintig jaar geleden, maar
wat weet je nog van je tijd op het Florijn?
“Het was natuurlijk niet geheel uit vrije wil
dat ik die opleiding mbo-ICT deed. Ik was in 4-havo
blijven zitten en mijn ouders wilden per se dat ik een
diploma zou halen. Maar nog eens een jaar 4-havo
kon ik niet opbrengen, dus het werd het mbo. Een
prima keuze achteraf, gezien mijn affiniteit voor
ICT. Ik haalde hoge cijfers, ook al was ik niet altijd
aanwezig. Ik was toen al druk met Netvlies. Ik
herinner me de docent die mij een tentamen over
Linux liet ontwerpen. Dat gaf mij meer uitdaging dan
gewone tentamens. En ik leerde er ook nog meer
van. Dat soort docenten zijn goud waard: ze zien je
kwaliteiten en dagen je uit. Hij had me namelijk ook
een 1 kunnen geven omdat ik te veel afwezig was.”
Wat voor bedrijf is Netvlies?
“’Een internetbureau met 47 communicatieve
vakidioten met een passie voor online’, zo
presenteren we ons op onze website. We zijn er voor
websites, webapplicaties, intranetten, e-business en
digitale transformaties. Dat communicatieve vinden
we heel belangrijk. Het bijzondere van ons bureau
is dat we heel intensief samenwerken met onze
klanten. Veel bureaus houden een presentatie en
gaan daarna met de feedback aan de slag. Klanten
krijgen bij ons een eigen werkplek en kunnen zo ieder
moment aanschuiven. Daarnaast zorgen we met
ons andere bedrijf Hello Workspace dat bedrijven
superhandig en snel kunnen samenwerken, zonder
constant te hoeven mailen.”
Wat zijn belangrijke vaardigheden voor
medewerkers?
“Als wij nieuwe medewerkers of stagiairs
aannemen, kijken we amper naar cijfers en papieren.
Veel belangrijker vinden we het dat iemand in een
multidisciplinair team kan werken, dat iemand zich
kan verplaatsen in een ander. Ontdekken dat een
bepaalde technische oplossing niet werkt is één
ding. Maar dit goed overbrengen naar collega’s
of klanten is minstens zo belangrijk. Als het onderwijs
hier veel aandacht aan besteedt, dan geef je
studenten echt een voorsprong.”
Wat wil je meegeven aan docenten?
“Ontwikkel jezelf, blijf bij! Het is in deze snel
veranderende wereld en zeker in deze sector ontzettend
belangrijk om je kennis up-to-date te houden. Ik
ben later nog een hbo-studie gaan doen, omdat ik
merkte dat m’n collega’s dingen slimmer aanpakten.
Als mbo-er was ik natuurlijk meer praktisch

31
Nieuwsgierigheid volgens Jochem Vlemmix:
‘Personaliseer het onderwijs’
“We moeten vooral nieuwsgierig zijn naar nieuwe ontwikkelingen
en naar wat voor soort banen er de komende decennia
ontstaan. Op m’n zestiende startte ik zonder diploma op zak
met Netvlies. De online wereld was nog zo nieuw. Toen konden
we de arbeidsmarkt niet overzien, en dat is nu niet anders.
Uiteraard is het niet te doen om alle nieuwe ontwikkelingen
in lesmateriaal op te nemen, dat houd je niet bij. Wat je wel
kunt doen is flexibel en nieuwsgierig zijn. Dan ben je ook een
voorbeeld voor je leerlingen.
Ik ben destijds gestopt na 4-havo en heb daar geen spijt
van. Ik ben leergierig, dus vond ik andere wegen om te leren,
bijvoorbeeld via MOOC, Massive Open Online Courses. Dat
kun je als docent ook doen. Ik zit met Netvlies prima op m’n
plek en geef zelfs gastlessen op een opleiding waar ik als
student niet eens aangenomen zou worden.
Toch raad ik leerlingen aan om wel hun diploma te halen.
Het zou wel schelen als het onderwijs meer gepersonaliseerd
wordt, zodat jongeren zich kunnen scholen in vaardigheden
en vakken waarvoor ze gemotiveerd zijn.”
www.netvlies.nl
www.helloworkspace.com
geschoold. Wat ik maar wil zeggen is: ontwikkel
jezelf en geef het belang ervan ook mee aan je
studenten. Blijf bij door de banden met de beroepspraktijk
warm te houden. Hier wordt nieuwe kennis
ontwikkeld en gebruikt, terwijl studieboeken per
definitie achterlopen. Dat is niet erg, als je je er maar
bewust van bent. En dat je op een andere manier
kennis en vaardigheden opdoet en overbrengt.”
Zou Netvlies met Curio kunnen
samenwerken?
“Jammer genoeg hebben we daar het
soort werkzaamheden niet voor. We vinden het
wel belangrijk om goed contact met het onderwijs
te onderhouden. Zelf geef ik gastlessen op Avans
Hogeschool en Jochem geeft les op de Business
School van de Tilburg University. En we hebben ook
altijd stagiairs rondlopen van de diverse instellingen.”
Jeroen Thoolen (rechts op de foto) en Jochem Vlemmix:
“Ontwikkel jezelf, blijf bij.”

32
House of Hospitality zet in op samenwerken en creatief denken
Arbeidsmarkt
smacht naar gastvrije
professionals
Van horeca tot toerisme en van zorg tot retail:
de arbeidsmarkt smacht naar medewerkers
die gastvrijheid in hun vezels hebben. Curio
start daarom met het House of Hospitality.
Studenten sterker maken door hen een meer
uitdagende schooltijd te bieden en hen beter
voorbereiden op de arbeidsmarkt. Dat waren
uitgangspunten bij het ontwerpen van het House
of Hospitality.
Vanaf studiejaar 2020 werken alle opleidingen
Horeca, Facilitair en Travel & Leisure
samen in deze nieuwe opleiding. Een logische
keuze volgens afdelingsmanager Coert van
Maagdenberg. “Er zit al een overlap in het
programma. Alle opleidingen hebben hospitality
als kernwaarde, want dat is wat mensen goed
maakt in hun vak. Bovendien staat de arbeidsmarkt
te springen om gastvrije professionals.”
AMBITIE
Vanaf september 2020 kiezen studenten
nog steeds voor een van de afzonderlijke
opleidingen, maar er komt een gemeenschappelijk
programma met modules. Zo
volgen studenten een meer persoonlijke
l eerroute, met specialisaties en extra vakken
bij een van de andere opleidingen.
“Onze ambitie is dat studenten bijna naadloos
naar een ander niveau kunnen doorstromen
als een niveau toch te moeilijk is of als ze meer
uitdaging willen,” zegt Coert. “Op die manier
kunnen we onderwijs op maat aanbieden.”
Dankzij de nieuwe opzet kunnen studenten
bovendien op een later moment hun keuze of
specialisatie bepalen. “Studenten zijn erg jong
als ze moeten kiezen voor een opleiding. Straks
kunnen ze door de brede opzet tijdens hun
schoolperiode makkelijker switchen naar een
ander profiel, branche of specialisatie. En ook na
hun diplomering zijn ze breder inzetbaar.”
LEREN SAMENWERKEN
Studenten leren in het House of Hospitality
samenwerken met andere branches. “We vinden
dat belangrijk omdat deze verschillende mensen
elkaar in hun werkzame leven gaan tegenkomen.
Ook krijgen ze meer mee van zo’n andere branche,
dat bevordert het begrip. Iemand van facilitair
heeft nu eenmaal andere doelen en werkwijzen
dan iemand van horeca; maar ze werken wel voor
dezelfde klant of werkgever. Dan is het goed om
ook in de opleiding al crossovers te maken.”
Samenwerken, creatief denken en het oplossend
vermogen: dat zijn de belangrijkste vaardigheden
van de toekomstige afstudeerders van het House
of Hospitality. “Een dynamische leeromgeving
met veel activerende didactiek, intensieve loopbaanbegeleiding
en vraaggestuurd onderwijs met
levensechte en contextrijke opdrachten leidt onze
studenten op tot gastvrije professionals. Natuurlijk
hebben we hier ook het bedrijfsleven voor nodig.”

33
SAMENWERKING MET BEDRIJFSLEVEN
Op dit moment is Coert in gesprek met diverse partners in de
regio, zoals Hotel Nassau, Albron en Holland Casino. “De partners
hebben we hard nodig in de opleiding, want we willen een goede
aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt, zodat studenten een
betekenisvolle opleiding krijgen en de arbeidsmarkt goed opgeleide
professionals. Wat heeft de markt nodig? Wat is hun rol in de
opleiding? Leren wij onze studenten de goede dingen? We hopen
dat het bedrijfsleven echte opdrachten en leerplekken inbrengt en
(gast)docenten uit de praktijk levert, zodat beide partijen er voordeel
mee bereiken.”
VLEUGELS
De nieuwe constructie vraagt wel het een en ander van docenten.
Coert: “Ik denk dat het docentschap er interessanter op wordt.
Maar daarvoor moeten we bestaande methoden en constructies
durven loslaten, gaan samenwerken met andere collega’s en
externe partners. Meer coach zijn dan docent, minder vertellen,
meer laten ontdekken.”
Gelukkig zijn veel betrokken docenten actief in de verschillende
projectgroepen. “Er is nog ontzettend veel te doen, maar het House
of Hospitality geeft me vleugels. Ik kan alleen maar hopen dat dit
ook geldt voor alle betrokkenen. Ik denk echt dat we een goed
concept in handen hebben waar studenten en docenten met meer
plezier en lol kunnen leren en werken, omdat ze het idee hebben
dat ze beter worden in hun vak, hun talenten kunnen ontwikkelen.
En dat is toch waar je het uiteindelijk voor doet? Zodat je gelukkiger
wordt in je werk en in je leven?”
Nieuwsgierigheid volgens Renate Segers
(docent bediening):
“Ik ben blij dat we als docenten actief
betrokken zijn bij het herzien van het
onderwijs. We hebben nu de kans en
de verplichting om het nog beter in te
richten. Het borrelt van inspiratie en
energie. Ik werk in het onderwijs om
iets op te bouwen, samen met andere
leerkrachten en partners buiten school.
Ik ben ontzettend nieuwsgierig naar hoe
het er straks in de praktijk uit gaat zien.
Een klein voorproefje kreeg ik toen we
met studenten op uitwisseling naar
Amerika gingen. Op onderdelen is het
onderwijs daar een voorbeeld voor onze
nieuwe koers. Denk aan de intensieve
samenwerking met het bedrijfsleven en
het modulaire onderwijs met korte en
intensieve lectures.
Sowieso was de reis heel inspirerend,
want de studenten maakten een
enorme groeispurt door. Sommigen
zagen we voor onze ogen veranderen:
van onzeker naar pretmaker, van timide
naar energiek. Ik ben benieuwd wat
het nieuwe onderwijs in onze studenten
wakker gaat maken.”

34
Wist je dat...?
TRUCKACADEMY LEIDT
BEDRIJFSAUTO-SPECIALISTEN OP
Bovag en Curio werken samen aan de opleidingen Eerste Bedrijfsautotechnicus
en Technisch Specialist Bedrijfsauto’s. In Breda
werken voortaan het beroepsonderwijs en de praktijk intensief
samen in de TruckAcademy West-Brabant.
Studenten leren het vak het beste wanneer ze tijdens de mbo-studie
al met één been in de praktijk staan. De fabrikanten zorgen voor de
nieuwste trucks in de scholen en voor stageadressen. De regionale
truckbedrijven denken en werken mee. Ze hebben daarmee zelf
invloed op de opleiding van toekomstige medewerkers en profiteren
van de eerste keuze bij de studenten. Daarnaast kunnen studenten
zich specialiseren door extra gastlessen en cursussen te volgen via
de Academy.

35
INTERNE ACADEMIE VOOR
ROBOTPROGRAMMEURS
Kunnen jullie meedenken over een interne academie voor
robotprogrammeurs? Die vraag van het internationale bedrijf VDL
Steelweld leidde tot een samenwerkingsverband met Curio.
VDL Steelweld is een veelzijdig bedrijf, actief op het gebied van automatisering,
systeembouw en parkeersystemen. Het bedrijf heeft behoefte
aan permanente scholing voor huidige en toekomstige medewerkers.
Door uitbreiding is er directe vraag naar 120 robot programmeurs en
60 PLC-programmeurs. PLC staat voor Programmable Logic Controller.
Met een eigen academie kan iedere medewerker op zijn eigen
niveau instromen. Zo hoopt het bedrijf zich te verzekeren van goed
geschoolde medewerkers op het gebied van industriële robotica en
PLC-programmeurs.
IDEAL-PROJECT SPRINGT IN HET
OOG BIJ EUROPESE COMMISSIE
‘Een project dat zich bewezen heeft en als inspiratiebron dient voor
anderen’. Die mooie woorden schreef de Europese Commissie aan
het internationale IDEAL-project voor docenten van basiseducatie en
Nederlands als tweede Taal (NT2), waarbij Curio een van de partners is.
IDEAL staat voor Integrating Digital Education in Adult Learning. Curio
heeft met partners uit Finland, Ierland, België, Italië en Noorwegen
methodes ontwikkeld om de digitale vaardigheden van docenten te
vergroten. Het uiteindelijke doel is om mensen met achterblijvende digitale
vaardigheden beter toe te rusten. De Europese Commissie bekroonde het
project tot ‘succes story’. Het project heeft inmiddels een vervolg gekregen
met ‘Flipped learning in de volwasseneneducatie’.

37
Daphne regelt
haar eigen
taaltraining
Daphne de Meijer uit Raamsdonksveer volgde met haar vriendin via
Curio een taaltraining in Lewes, in het zuidelijke deel van Engeland.
Met veel geregel, want Daphne zit in een elektrische rolstoel.
Inmiddels is ze aan de BUAS gestart met de Engelstalige richting
Facility Management.
PROGESSSIEVE SPIERZIEKTE
“Sinds mijn tweede heb ik SMA (Spinale
Musculaire Atrofie), een progressieve spierziekte
waarvan het verloop niet te voorspellen is. Ik
heb altijd op reguliere scholen gezeten. Maar
mijn spierziekte betekent wel dat ik overal aan
moet denken. Zo ging ik tijdens mijn studie met
de taxi naar school. Binnenkort krijg ik een eigen
auto, maar dat gaat niet zomaar. Waar normaal
gesproken iemand een rijbewijs haalt en kan
gaan rijden, ben ik al drie jaar bezig om alles aan
te vragen bij verschillende instanties. Gelukkig
ben ik er bijna!”
“Bij Curio heb ik de opleiding directiesecretaresse/
managementassistente niveau 4 mbo afgerond.
Daarna volgde ik via Curio een taaltraining in
Engeland ter voorbereiding op mijn Engelstalige
hbo-opleiding. Ik ging samen met mijn vriendin
Anouk, die een zorgopleiding doet en mij al vaker
heeft geholpen. Wel spannend, want we waren
nog nooit samen weggeweest. We moesten links
rijden, in de auto van mijn ouders. Ook voor haar
was dat een grote uitdaging.”
TOCH NOG EEN HOTEL
“We konden aanvankelijk geen passende
accommodatie vinden bij een gastgezin, dus de
taaltraining leek eerst niet te lukken. Gelukkig
vonden we toch nog een hotel, waarvoor Curio
bij hoge uitzondering betaalde. Die kans greep
ik van harte aan, want ik was zo benieuwd om
meer te weten te komen over de Engelse cultuur,
de mensen en de omgeving. En natuurlijk wilde ik
ook mijn kennis van de Engelse taal te vergroten.
Ik weet zelf waar ik allemaal rekening mee moest
houden, dus ik nam van tevoren contact op met
het hotel. De deuren naar de slaapkamer en de
badkamer moesten breed genoeg zijn, evenals
de deuren van de lift. De school moest bovendien
op loopafstand zijn, om het nog betaalbaar te
houden. Ook moest ik verzekeringen en andere
dingen regelen.”
“En nu ga ik dus Facility Management doen.
Ik heb deze opleiding gekozen, omdat het een
brede opleiding is waarin ik nog meer kan leren
over plannen en organiseren. Het internationale
aspect spreekt mij enorm aan.
Leren vind ik zo leuk dat ik misschien nóg wel
verder ga met studeren. En daarna zie ik wel,
misschien een internationaal bedrijf, op een
vliegveld werken of bij een reisorganisatie. In ieder
geval wil ik reizen. De wereld ligt voor me open.”

38
Handen ineen voor versterking van de regionale economie
Geen enkel talent
mag buiten de
boot vallen
Barry Jacobs (wethouder van Bergen op Zoom) en Paul Depla
(burgemeester van Breda en voorzitter Economic Board
West-Brabant) werken samen met Curio aan de economische
versterking van de regio West-Brabant. Zij zetten zich in om
onderwijs en arbeidsmarkt goed op elkaar te laten aansluiten,
zodat de regio kan uitblinken. Hun visie in zeven thema’s.
1. Topsectoren
Barry Jacobs: “Als we in de toekomst geen
personeel hebben, zijn we niet aantrekkelijk voor
werkgevers. Daarom maken we gezamenlijke
keuzes over de topsectoren met ondernemers,
overheid en onderwijs om West-Brabant te
versterken. Onze speerpunten liggen bij maintenance,
industrie & logistiek, agro & biobased
en dienstverlening. Daarmee willen we de regio
krachtig neerzetten.”
Paul Depla: “We hebben als regio al een
behoorlijk sterke economie, maar je positie is
nooit vanzelfsprekend. We hebben een redelijk
gevarieerde opbouw van verschillende sectoren,
maar geen uitgesproken sterke trekkers. Ik ben
blij dat Curio deel uitmaakt van de Economic
Board van deze regio, zodat we gezamenlijk
strategische keuzes kunnen maken om West-
Brabant meer op de kaart te zetten, als centrum
voor vernieuwend ondernemerschap.”
2. Beroepsagenda
Jacobs: “Curio heeft het initiatief genomen voor
de Beroepsagenda West-Brabant. Daarin praten
we met gemeenten, werkgevers organisatie
VNO-NCW en het onderwijsveld over het hele
beroepsveld, van vmbo tot en met hoger onderwijs.
Dat doen we om het beroepsonderwijs en
de vraag van de arbeidsmarkt goed op elkaar
aan te sluiten. Ik zie hoe Curio zijn nek uitsteekt
en zijn verantwoordelijkheid pakt. Met de
agenda beroepsonderwijs timmert Curio flink
aan de weg.”
Depla: “Het is mooi dat de opleidingen
van Curio ook aansluiten op waar we
in de stad Breda mee bezig zijn. Op het
gebied van sport zijn bijvoorbeeld mooie
samenwerkingsverbanden ontstaan.”
3. Laaggeletterdheid
Depla: “De aandacht voor laaggeletterdheid vind
ik enorm belangrijk, onder meer in de vorm van
tweedekansonderwijs bij Curio. Taal is cruciaal
om deel te nemen aan de samenleving en om een
plek te vinden op de arbeidsmarkt. Geen enkel
talent mag buiten de boot vallen.”
4. Leven lang leren
Depla: “Om een goede speler te blijven op de
arbeidsmarkt hebben we zowel knappe koppen
als handige handjes nodig. Dat vraagt onze
blijvende aandacht. We dienen dus niet alleen

39
Nieuwsgierigheid volgens Barry Jacobs:
“Mijn drijfveer is: lukt het mensen om zich te ontwikkelen?
Daarom ben ik nieuwsgierig naar mensen. Ik wil weten hoe
het met ze gaat. Met de inbreng van anderen kun je ideeën
verder tot ontwikkeling brengen. Zonder nieuwsgierigheid ben
je niet leergierig. In het onderwijs is het daarom belangrijk om
je af te vragen hoe je leerlingen en studenten nieuwsgierig
houdt. Leerlingen starten met een opleiding omdat ze een
droom hebben of een bepaald beroep voor zich zien. Die
wens of droom willen ze terugzien in het onderwijs.”
Nieuwsgierigheid volgens Paul Depla:
“Voor je toekomst is het enorm belangrijk dat je meegaat
in veranderingen. Voordat je dat kunt moet je wel eerst de
basis op orde hebben, zoals taalbeheersing. Als Curio dat
slim doet, dan legt het onderwijs daarmee een vaste bodem
voor studenten om verder te springen. Van daaruit kunnen
ze interesse tonen naar het onbekende en buiten de kaders
denken. Want als je mee wilt doen met de samenleving en je
nieuwe rol uitvoeren, dan is nieuwsgierigheid cruciaal.”
naar de jongeren te kijken, maar ook naar hoe je
een ‘leven lang leren’ vormgeeft.”
Jacobs: “We kijken ook naar mensen die nu
zonder werk zitten of in de toekomst hun baan
dreigen te verliezen. Een chauffeur moet in staat
zijn om zich om te scholen, want over enige tijd
zijn er misschien wel zelfsturende vrachtwagens.
Vaak oefen je niet meer je hele leven hetzelfde
vak uit. Daarom moet je niet alleen een bepaald
vak kunnen uitoefenen, maar ook meerdere
vaardigheden leren.”
5. Regionale focus
Depla: “Met een duidelijke focus kunnen we als
regio scherpe keuzes maken wat we wel en niet
willen. Dat doen we samen, door te verbinden,
slimmer te organiseren en te verduurzamen.
Deze focus helpt het beroepsonderwijs om daar
naadloos op aan te sluiten met de inrichting van
de opleidingen.”
Jacobs: “Als gemeente praten we graag mee
welke opleidingen Curio in stand houdt en
op welke locatie. De technische bedrijven in
onze subregio willen graag de studenten in de
buurt houden.”
6. Risico op krimp
Jacobs: “De regio West-Brabant heeft door haar
ligging goud in handen. Maar we moeten wel
gezamenlijk voorkomen dat jongeren uit de regio
wegtrekken. Als je in West-Brabant opgroeit,
wil je hier ook een baan vinden. Als je niet voor
voldoende werkgelegenheid zorgt, dan dreigt er
krimp. We hebben hier veel mooie dorpen om te
wonen, maar we moeten ook de voorzieningen
in stand houden. Onderwijs is daarom een van
die belangrijke voorzieningen die we als regio
moeten koesteren.”
7. Canada
Jacobs: “Bergen op Zoom heeft een bijzondere
band met Canada, omdat we door de
Canadezen bevrijd zijn. We zijn met Curio naar
Canada geweest, waarna er ook een delegatie
Canadezen van Norquest College en Convenant
Health op werkbezoek kwam bij Curio. Ze zoeken
in Nederland naar ideeën voor nieuwe leermethoden,
innovaties in de zorg en verpleging en
andere nieuwe ontwikkelingen, zoals integrale
leermethoden. Op meerdere fronten is Curio dus
actief om met andere partners in het bedrijfsleven
en de onderwijswereld nieuwe verbindingen
te leggen. Daar word ik enthousiast van.”

40

41

42
Nieuwe opleiding Food & Future verbindt vakgebieden
Kijkje in
elkaars keuken
Wat voor een leven heeft die hamburger eigenlijk geleid?
Met Food & Future geeft Curio een nieuwe opleiding vorm
die studenten een diepgaande kennis biedt over bewerking,
verwerking en verpakking van voedsel, maar ook over
vervanging van ongezonde ingrediënten door iets gezonders
(‘foodswaps’). Voor de onderwijsontwikkelaars van Curio was
de vormgeving van de opleiding een grote uitdaging.
“Jullie hebben goud in handen”, zei Miriam
Haagh, wethouder Gezondheid, Wijkaanpak en
Leren van de gemeente Breda na het bijwonen
van de introductie over de nieuwe opleiding Food
& Future binnen Curio.
‘Nieuwsgierigheid moet dé
intrinsieke motivatie zijn om
naar de wereld te kijken.
Dat goud is er niet zomaar gekomen. Het startte
twee jaar geleden met de opdracht aan de
projectgroep Groei om de krachten te bundelen
tussen de groene sector en de opleidingen binnen
horeca en bakkerij. De projectgroep kreeg carte
blanche voor een leervraag-gestuurd onderwijsconcept,
mét volledige steun van de directeur.
Zo gingen drie gedreven en enthousiaste onderwijsontwikkelaars
van start, ieder vanuit hun
eigen expertise: Aukje van Dreumel, Carola de
Kanter en projectleider Robert Mens.
VOEDSELKETEN
De projectgroep wist alleen dat de opleiding
over gezonde voeding moest gaan. Al snel
signaleerden ze dat er geen mbo-opleidingen
zijn die zich richten op gezonde voeding. Carola
de Kanter: “Koksopleidingen zijn gefocust op
restaurant-eten, maar vraagstukken met betrekking
tot de voedseltransitie, verbinding met het
milieu, verkorten van voedselketens en contact
met boeren komen in geen enkele opleiding
voldoende aan de orde. En dat is wel hard nodig
met het oog op de uitputting van de aarde.”
De contouren van de nieuwe opleiding werden
steeds duidelijker. “Maar we zijn ook doeners,”
vertelt Robert Mens. “Alleen schrijven over de
nieuwe opleiding was voor ons te gemakkelijk.
We wilden samen met de studenten aan de slag.”
VAN GROND TOT MOND
De projectgroep startte daarom afgelopen jaar
met negentig studenten in een project van grond
tot mond. Gedurende een half jaar lang kwamen
een middag per week studenten van verschillende
opleidingsjaren uit de veehouderij, plantenteelt,
horeca en bakkerij bij elkaar. Ze presenteerden aan
elkaar een kijkje ‘in de eigen keuken’.

43
Dit was niet alleen om richting te geven aan
de nieuwe opleiding, maar het stimuleerde de
studenten ook om breder te denken. “Koks en
veehouders stonden naast elkaar broodjes te
bakken,” vertelt Carola trots. “Ook stonden
studenten met de voeten in de klei bij
de plantentelers.”
‘Koks en veehouders stonden
naast elkaar broodjes te bakken.’
EYE OPENER
De koks zagen voor het eerst kistkalveren en
plofkippen, die nauwelijks nog leefden. Carola:
“Stilaan beseften ze dat de hamburger op de
barbecue voortkomt uit de voedselketen. Dieren
en gewassen vormen de brandstoffen voor ons
lichaam. Het welzijn van dieren en de zorg voor
alles wat we kweken, is dus cruciaal voor ons
eigen lichaam. Dat besef was een eye opener.”
“Het is niet genoeg dat we nieuwsgierigheid als
kernwaarde benoemen, maar we moeten het
ook faciliteren,” vervolgt Robert. “Daarom zetten
we leergemeenschappen op, waarin studenten,
medewerkers en onze samenwerkingspartners
zich gezamenlijk buigen over vraagstukken die
ons allen aangaan. Dan kom je tot echt leren.
Nieuwsgierigheid moet dé intrinsieke motivatie
zijn om naar de wereld te kijken.”
OPLEIDING IN MODULES
Hierbij is vakkennis belangrijker dan ooit. De
agrarische sector, groothandels, restaurants, de
voedselsector en gemeentes denken mee in het
nieuwe curriculum en de leervragen. Zo zijn ze
gezamenlijk eigenaar van de opleiding. Carola:
“Wij zijn zelf nieuwsgierig wat onze studenten
na afloop van de opleiding gaan doen, want er
zijn veel mogelijkheden. Dat is zo mooi aan dit
nieuwe concept.”
En op termijn? Carola: “We dromen van een
innovatiecentrum waarin de opleiding in modules
wordt aangeboden. Dat past perfect bij onze
doelgroep van 12-67 jaar en onze visie op een
leven lang ontwikkelen.”
De laatste oproep is van Robert. Hij vraagt alle
collega’s om de grenzen op te zoeken. “Heb lef
met het inrichten van het nieuwe onderwijs. Laten
we het gewoon doen, de samenleving vraagt
erom en het maakt ons beroep nóg uitdagender.”

44
Feiten & cijfers
Zorg & Welzijn heeft
de grootste groep
studenten
Tot nu toe zijn de
meeste studenten
17 of 18 jaar
Cijfers
1. Aantal leerlingen in het
voorbereidend beroepsonderwijs
2. Aantal studenten in
de Basiseducatie
373
4473
84 497 473
Praktijkonderwijs Vmbo Basiseducatie NT2 VAVO
3. Aantal studenten per sector
2272 4999 3442 4411
Voedsel, Groen
& Gastvrijheid
Zorg
& Welzijn
Economie
& Ondernemen
Techniek
& Technologie

45
Leeftijden
4. Leeftijd studenten van alle colleges en leerjaren
19 jaar
>19 20 - 29 30-39 40-49 50-59
Vmbo in procenten
40%
11%
10%
38%
Mbo in procenten
29%
66%
2%
2%
1%
4.
1%
Woonplaatsen
5. Woonplaats studenten
naar provincie
6. Woonplaats studenten
naar gemeenten
49%
20%
28%
3%
Peildatum: 1 oktober 2018
9%
6%
Werknemers
84%
1%
Aantal werknemers bij Curio (exclusief stagiairs en derden) 1794 fte
Gemiddelde leeftijd van docenten: 46 jaar
De meeste studenten
komen uit Breda
en omgeving

46

Curio is de naam
Uitdaging genoeg. Vanuit het verleden. En naar de toekomst.
ROC West-Brabant is begonnen aan een reis vol ambitie en
vol verandering. Tot en met de naam. Curio is intern al een begrip,
maar het moet de harten nog winnen. Veel is nog in wording; de
besturing, de persoonlijkheid, het gezicht naar buiten. Eén ding is
echter helder voor iedereen: Curio staat voor wat ons verbindt. Als
organisatie, omdat het de familienaam is van al onze onderdelen en
activiteiten. En inhoudelijk, omdat het refereert aan nieuwsgierigheid,
misschien wel onze belangrijkste merkwaarde.
Nieuwsgierigheid is de basis van groei. Voor onze studenten,
want nieuwsgierigheid is de drijfveer achter leren. Maar ook voor
onszelf als organisatie, want Curio zal continu blijven werken aan
vernieuwing. We zullen er letterlijk naam mee maken. Curio wordt
niet één grote organisatie die op elke locatie en bij elke opleiding
precies hetzelfde aanvoelt en smaakt. Leerlingen en studenten zijn
veelkleurig in hun persoonlijkheid. En opleidingen zijn er in tal van
soorten en maten. Dus ook onze organisatie zal veelkleurig zijn.
We geloven in diversiteit, maar niet in hokjes en eilandjes. We
omarmen diversiteit die bijdraagt aan het belangrijkste doel: opleidingen
beter maken en leerlingen en studenten laten groeien. Eenheid
in verscheidenheid, dat is wat ons als groep zal kenmerken. Door als
groep te functioneren, kunnen we leerlingen het juiste aanbod op
het juiste moment bieden; flexibel, op de persoon gericht. Dat vraagt
forse inspanningen van ons allemaal, maar het is de beste manier
om leerlingen en studenten alles uit zichzelf te laten halen.
Deze ambitie is essentieel voor elke individuele leerling.
Maar ook voor hun omgeving. Tot en met de regio als geheel. West-
Brabant is een ondernemende regio die verder wil blijven groeien.
Beroepsonderwijs is daarin een onmisbare schakel. Curio neemt zijn
verantwoordelijkheid op dit gebied. We zien onszelf als de broedplaats
voor talent voor de regio. Het is onze missie de arbeidsmarkt te
voorzien van talenten, jong en oud, die het optimale uit hun potentieel
halen. Zodat de regio dat ook kan doen.
Curio is de naam.
We zijn de beroepsopleider van de regio.