Rijksmonumenten Heerlen
- Page 3 and 4: VOORWOORD ‘Ik zou je in een doosj
- Page 5: INTRODUCTION Heerlen modern city wi
- Page 9: HOOFDOPZICHTERS- CHIEF SUPERVISORS
- Page 13: ST. GERARDUS MAJELLA- CHURCH OF SAI
- Page 17: BEAMBTENWONINGEN Rennemigstraat 6 t
- Page 21: H. CORNELIUSKERK EN CHURCH OF H. CO
- Page 25: WEGKRUIS KAMPSTRAAT Tegenover Kamps
- Page 29: COMPLEX PASSART Passartweg 56, 56a,
- Page 33: MIJNWERKERSWONINGEN Nieuwenhofstraa
- Page 37: WOONHUIS DE SMET Kouvenderstraat 13
- Page 41: KASTEEL HOENSBROEK Klinkertstraat 1
- Page 45: HOEVE BERGHOF Esschenweg 111, Heerl
- Page 49: HOEVE DE STRUIVER Ten Esschen 80, H
VOORWOORD<br />
‘Ik zou je in een doosje willen doen,’ schreef Annie M.G.<br />
Schmidt dik zestig jaar geleden voor de televisieserie<br />
Pension Hommeles. En ik denk dat we het allemaal wel<br />
eens gedacht hebben als we naar onze stad keken. Veel<br />
monumentale rijkdom is immers bewaard gebleven, maar<br />
ik ken tegelijkertijd geen <strong>Heerlen</strong>aar die zich niet ook<br />
voortdurend heel erg bewust is van alles wat er verloren<br />
is gegaan.<br />
Hadden we in de afgelopen eeuw maar wat vaker dingen<br />
in een doosje gedaan, denk ik wel eens. Tegelijkertijd:<br />
verandering, vergankelijkheid, transitie zijn juist ook<br />
begrippen die heel erg bij onze stad zijn gaan horen.<br />
Denk aan de komst van de Romeinen – een kleine 2000<br />
jaar geleden – die op de plek van het huidige <strong>Heerlen</strong><br />
voor de allereerste keer een stad bouwden. Een enorme<br />
maatschappelijke verandering, waarvan het Romeinse<br />
badhuis tot op de dag van vandaag de voortlevende<br />
getuige is.<br />
Zo zijn er talloze plekken in onze stad die verhalen<br />
vertellen over het <strong>Heerlen</strong> van toen, en hoe die geschiedenis<br />
onze stad tot op de dag van vandaag vormt.<br />
Monumenten die ankerpunten zijn in het verhaal van<br />
<strong>Heerlen</strong>, maar soms ook in veel grotere verhalen. Denk<br />
aan het Glaspaleis en hoe dat wereldwijd een icoon is<br />
geworden voor modernistische architectuur.<br />
Om nog maar te zwijgen van de enorme impact van de<br />
razendsnelle opkomst én ondergang van de mijnbouw<br />
in onze regio.<br />
Archeologische opgravingen, gebouwen, kunstwerken,<br />
stadsgezichten en landschappen vertellen samen het<br />
verhaal van <strong>Heerlen</strong>. Dit boek neemt u mee langs de<br />
rijksmonumenten die <strong>Heerlen</strong> rijk is en vertelt hun verhalen.<br />
Maar wees gewaarschuwd: het Verhaal van <strong>Heerlen</strong><br />
past niet in een doosje. Het staat bol van discussie<br />
en debat, afschuw en bewondering en – op z’n tijd<br />
– een goede dosis hommeles. En zo hoort het.<br />
Jordy Clemens<br />
Wethouder onderwijs, jeugd, cultuur,<br />
erfgoed en wonen<br />
Gemeente <strong>Heerlen</strong><br />
PREFACE<br />
‘I would like to put you in a little box,’ wrote Annie M.G.<br />
Schmidt more than sixty years ago for the television<br />
series Pension Hommeles (Pension Trouble). And I think<br />
this is precisely the thought every single one of us will<br />
surely have had one time or another when looking at our<br />
city. After all much monumental wealth has been preserved,<br />
but at the same time I do not know any citizen of<br />
<strong>Heerlen</strong> who at the same time is not continuously aware<br />
of all that has been lost.<br />
Sometimes I think what if we only had put things in a<br />
small box more often. However, at the same time: change,<br />
transience, transition these are all conceptions that have<br />
become very much a part of our city.<br />
Just think of the arrival of the Romans – some 2000 years<br />
ago – who for the very first time built a city at the location<br />
of the current <strong>Heerlen</strong>. An enormous social change,<br />
of which today the Roman Baths are still the living<br />
witness.<br />
There are numerous places in our city that tell their stories<br />
about the <strong>Heerlen</strong> from the past, and how even nowadays<br />
that history forms our city of today. Monuments that are<br />
anchors in the story of <strong>Heerlen</strong>, but sometimes also in<br />
much larger stories. For example the Glaspaleis and how<br />
it has become a global icon for modernistic architecture.<br />
And what about the enormous impact of the super-fast<br />
rise and fall of the mining industry in our region.<br />
Archaeologic excavations, buildings, art, city- and landscapes<br />
together they tell the story of <strong>Heerlen</strong>. This book<br />
will take you by the hand along all the national monuments<br />
of <strong>Heerlen</strong> and tell their stories. However, be<br />
warned: the Story of <strong>Heerlen</strong> does not fit in a small box.<br />
It is full of discussion and debate, disgust and admiration<br />
and – in due course – a sound dosage of trouble.<br />
Just as it should be.<br />
Jordy Clemens<br />
Alderman education, youth, culture,<br />
heritage and housing<br />
The municipality of <strong>Heerlen</strong>
INLEIDING<br />
<strong>Heerlen</strong>, moderne stad met prachtige monumenten<br />
Tot 2012 moest een monument 50 jaar of ouder zijn om<br />
volgens de regels van de Monumentenwet voor bescherming<br />
in aanmerking te komen. Per 1 januari 2012 is dit<br />
criterium vervallen. Gemeenten en provincies beschermen<br />
vaak ook monumenten. Deze gemeentelijke en provinciale<br />
monumenten worden in dit boek niet beschreven.<br />
Eind februari 2015 had Nederland 61.822 objecten met<br />
de status rijksmonument, waarvan circa 1.500 archeologische<br />
rijksmonumenten. Sinds 2007 ligt de nadruk bij<br />
nieuwe toekenningen op de wederopbouwperiode<br />
(1940-1965) en worden nog maar zeer sporadisch rijksmonumenten<br />
aangewezen, die niet binnen de Jongere<br />
Bouwkunst worden gecategoriseerd.<br />
In dit boek worden monumenten, deels geclusterd,<br />
uit drie belangrijke perioden voor <strong>Heerlen</strong> beschreven.<br />
De oude monumenten in <strong>Heerlen</strong> van vóór 1850, de monumenten<br />
tussen 1850 en 1930 (tijdens de ontwikkeling van<br />
<strong>Heerlen</strong> van dorp naar stad) en die van het moderne<br />
<strong>Heerlen</strong> van 1930 tot heden.<br />
De oude monumenten van <strong>Heerlen</strong><br />
<strong>Heerlen</strong>, in de 20 ste eeuw groot geworden door de mijnindustrie,<br />
heeft een rijke historie. In de jaren negentig van<br />
de vorige eeuw is het oudste Nederlandse aardwerk van<br />
de Michelsbergcultuur (ca. 3500 voor Chr.) opgegraven.<br />
In de Romeinse tijd is <strong>Heerlen</strong> een civiele nederzetting<br />
gelegen aan een kruispunt van twee heerwegen met een<br />
bloeiende pottenbakkersindustrie. In Coriovallum, zoals<br />
het dorp in die tijd werd genoemd, zijn vele resten van<br />
huizen en andere gebouwen gevonden. De Thermen,<br />
waarvan de fundamenten op locatie zijn geconserveerd<br />
in het <strong>Heerlen</strong>se Thermenmuseum, zijn het oudste monument<br />
van <strong>Heerlen</strong>.<br />
In de middeleeuwen was <strong>Heerlen</strong> een laatmiddeleeuwse<br />
vestingstad. Zonder deze versterking had <strong>Heerlen</strong> geen<br />
betekenis meer gehad in deze periode. Ook heeft het<br />
centrum van <strong>Heerlen</strong> zich vanuit deze kern weer kunnen<br />
ontwikkelen.<br />
Het gebied rond <strong>Heerlen</strong> was voor de landbouw van<br />
enorm belang. De vruchtbare löss, maar ook de redelijk<br />
centrale ligging tussen de steden Aken, Maastricht en<br />
Luik, maken <strong>Heerlen</strong> en omgeving gewild voor vestiging<br />
door edellieden. Talrijke kastelen en adellijke huizen<br />
worden gebouwd. De ongeveer vijftig monumenten uit<br />
de periode van vóór 1850 zijn de moeite van het bekijken<br />
meer dan waard.<br />
Monumenten uit de bloeiende mijnindustrie<br />
In de 19 e eeuw was steenkool een veel benutte energiedrager<br />
geworden. Nederland was is zijn steenkoolvoorziening<br />
vrijwel geheel afhankelijk van Duitsland. In <strong>Heerlen</strong><br />
brachten de uit Duitsland afkomstige gebroeders Honigmann<br />
in 1899 de eerste kolen uit de Oranje Nassau I aan<br />
het daglicht. In enkele decennia tijd werd het grote,<br />
agrarische dorp <strong>Heerlen</strong> omgebouwd tot stedelijk centrum.<br />
Uit de aard der zaak ging dit proces gepaard met<br />
grote problemen, maar ook met fascinerende nieuwe<br />
kansen en uitdagingen. Ook op het gebied van stedenbouw,<br />
volkshuisvesting en architectuur. Hoewel de mijnbouwindustrie<br />
na 1965 in hoog tempo is ontmanteld,<br />
telt <strong>Heerlen</strong> nog vele rijksmonumenten en stadsgezichten<br />
die aan de glorieuze mijnbouwtijd herinneren.<br />
Het moderne <strong>Heerlen</strong><br />
Aan het begin van de 20 ste eeuw had <strong>Heerlen</strong> amper<br />
6.000 inwoners met verspreid over de gehele gemeente<br />
zo’n 1.100 woningen en andere panden. Door de opkomst<br />
van de mijnindustrie vervijfvoudigde dat in de eerste twee<br />
decennia en was het aantal woningen in 1950 vertienvoudigd.<br />
Het is daarom niet verwonderlijk dat in de stad<br />
<strong>Heerlen</strong> heel wat voorbeelden van jongere bouwkunst<br />
te ontdekken zijn.<br />
De toepassing van hoogwaardige architectuur in de<br />
jongere bouwkunst leverde panden op als het Glaspaleis<br />
SCHUNCK* en het Retraitehuis van Frits Peutz, de Gerardus<br />
Majellakerk te Heksenberg van Alphons Boosten,<br />
de voormalige Openbare Bibliotheek van J. Pauw en J.M.<br />
Hardeveld, of de St. Corneliuskerk van Jan Stuyt en Jos<br />
Cuypers, om er maar een paar te noemen. Het zorgde<br />
ervoor dat <strong>Heerlen</strong> de naam architectuurstad verwierf.<br />
Juist daarom is <strong>Heerlen</strong> bij uitstek een stad om oude<br />
en jonge monumenten te bekijken.<br />
De Wederopbouwarchitectuur vanaf de Tweede Wereldoorlog<br />
heeft niet voor iedereen een positief imago. Uit<br />
deze periode zijn in <strong>Heerlen</strong> vier gebouwen aangewezen<br />
als rijksmonument. Dit zijn de Heilige Moeder Annakerk<br />
aan het Bekkerveld, de St. Josephkerk te Heerlerbaan,<br />
de Villa “Van Slobbe” van Rietveld aan de Zandweg en<br />
als laatste de Christus Koningkerk in Vrieheide.
INTRODUCTION<br />
<strong>Heerlen</strong> modern city with beautiful monuments<br />
Until 2012 a monument should be at least 50 years old<br />
in order to be eligible for protection under the rules of<br />
the Dutch Monuments’ Act. As per 1 January 2012 this<br />
demand has been abandoned. Also municipalities and<br />
provinces often protect monuments. These municipal and<br />
provincial monuments are not described in this book.<br />
By the end of February 2015 there were 61,822 objects<br />
in the Netherlands that had the status of national monument,<br />
of which app. 1,500 were archeologic national<br />
monuments. Since 2007 the emphasis lies on new grants<br />
for objects originating from the post-war reconstruction<br />
period (1940-1965) and only very rarely national monuments<br />
are designated that are not being categorized<br />
as belonging to the Younger Architecture.<br />
In this book monuments are described, clustered or not,<br />
from three important periods for <strong>Heerlen</strong>. The old monuments<br />
in <strong>Heerlen</strong> from before 1850, the monuments<br />
between 1850 and 1930 (during <strong>Heerlen</strong>’s development<br />
from village to city) and those of modern <strong>Heerlen</strong> from<br />
1930 to today.<br />
The old monuments of <strong>Heerlen</strong><br />
<strong>Heerlen</strong>, grown during the twentieth century because<br />
of the mining industry, has a rich history. In the nineties<br />
of the last century the oldest Dutch pottery dating from<br />
the Michelsberg culture (app. 3500 before Christ) has<br />
been excavated. In the Roman Period <strong>Heerlen</strong> is a civilian<br />
settlement situated at the intersection of two military<br />
roads with a flourishing pottery industry. In Coriovallum,<br />
as the village was then called, many remainders of houses<br />
and other buildings have been found. The Thermae,<br />
of which the foundations have been preserved on-site<br />
in the <strong>Heerlen</strong> Thermae Museum, are the oldest monument<br />
of <strong>Heerlen</strong>.<br />
In the Middle Ages <strong>Heerlen</strong> was a late medieval fortified<br />
city. Without this fortification <strong>Heerlen</strong> would not have had<br />
any significance in this period. Also the centre of <strong>Heerlen</strong><br />
has been able to develop from this ancient centre.<br />
The area around <strong>Heerlen</strong> was of enormous importance for<br />
agriculture. The fertile loess, but also its fairly central<br />
location between the cities of Aachen, Maastricht and<br />
Liège make <strong>Heerlen</strong> and its surroundings into a soughtafter<br />
settlement for the nobility. Many castles and noble<br />
houses were built. The approximately fifty monuments<br />
from the period before 1850 are definitely worthwhile<br />
visiting.<br />
Monuments from the flourishing mining industry<br />
In the nineteenth century coal had become a highly<br />
utilized energy carrier. For its coal supplies the Netherlands<br />
were almost completely dependent on Germany.<br />
Within a couple of decades the large, agricultural village<br />
of <strong>Heerlen</strong> was rebuilt into the urban centre of the new<br />
mining district. It goes without saying that this process<br />
went hand in hand with large problems, but also with<br />
fascinating new opportunities and challenges. Also in the<br />
area of urbanization, public housing and architecture.<br />
Although after 1965 the mining industry was dismantled<br />
rapidly <strong>Heerlen</strong> still has many national monuments and<br />
cityscapes that are reminiscent of that glorious mining era.<br />
Modern <strong>Heerlen</strong><br />
At the beginning of the twentieth century <strong>Heerlen</strong> scarcely<br />
had 6,000 inhabitants with approximately 1,100<br />
houses and other buildings scattered all over the municipality.<br />
Because of the rise of the mining industry that<br />
number had multiplied by five during the first two decades<br />
and the number of houses had multiplied by ten in<br />
1950. Therefore it is not strange that in the city of <strong>Heerlen</strong><br />
quite a few examples of modern architecture can be<br />
discovered.<br />
The application of high-quality architecture in more recent<br />
construction resulted in buildings such as the Glaspaleis<br />
(Glass Palace) SCHUNCK* and the Retraitehuis (House of<br />
Retreat) by Frits Peutz, the Gerardus Majella Church in<br />
Heksenberg by Alphons Boosten, the former Public<br />
Library by J. Pauw and J.M. Hardeveld, or the Saint<br />
Cornelius church by Jan Stuyt and Jos Cuypers, just to<br />
name a few. These examples contributed to <strong>Heerlen</strong><br />
acquiring the name of ‘city of architecture’.<br />
The architecture of the post-war reconstruction period<br />
does not have a positive image for everyone. In <strong>Heerlen</strong><br />
four buildings from this period have been assigned as<br />
national monument. These are the Heilige Moeder Annakerk<br />
(Church of the Holy Mother Anna) at Bekkerveld, the<br />
St. Josephkerk (Church of Saint Joseph) at Heerlerbaan,<br />
the Villa “Van Slobbe” by Rietveld at the Zandweg and<br />
finally the Christus Koningkerk (Christ-King Church) in<br />
Vrieheide.
WAAROM EEN BOEK?<br />
Mensen spreken over <strong>Heerlen</strong> als een niet-monumentale<br />
stad. Als je het aan de inwoners zou vragen kunnen zij<br />
maar moeilijk een of meer monumenten in hun stad<br />
benoemen.<br />
De leden van de Werkgroep Open Monumentendag<br />
<strong>Heerlen</strong> vonden het anno 2018 tijd worden om dit feitelijk<br />
onjuiste beeld recht te zetten. De gemeente <strong>Heerlen</strong> kent<br />
namelijk 153 rijksmonumenten (www.monumentenregister.<br />
nl). Deze worden in dit boek in 119 paragrafen beschreven<br />
en getoond. De opmerking dat <strong>Heerlen</strong> een niet-monumentale<br />
stad zou zijn, hopen we met de uitgave van dit<br />
boek voor eens en voor altijd recht te zetten.<br />
Een andere reden voor dit boek is de overtuiging dat<br />
voldoende kennis over de geschiedenis van <strong>Heerlen</strong> in<br />
het algemeen en zijn rijksmonumenten in het bijzonder<br />
bij zal dragen om het belang van erfgoed op de juiste<br />
wijze in te blijven schatten.<br />
Kennis van het verleden is van belang bij het nemen van<br />
besluiten voor de toekomst. Of het nu gaat om politieke<br />
besluiten of keuzes die je als burger moet nemen. Of het<br />
nu gaat om de keuze tussen slopen of restaureren of als<br />
het gaat over bekritiseren of bejubelen. Kennis zou<br />
bepalend moeten zijn en de beste kennis doe je op<br />
door te leren van de ervaringen uit het verleden.<br />
De leden van de Werkgroep Open Monumentendag organiseren<br />
jaarlijks activiteiten in het kader van de landelijke<br />
Monumentendagen. Dit jaar doet <strong>Heerlen</strong> dit met het<br />
uitgeven van dit boek. Daarmee wordt <strong>Heerlen</strong> op een<br />
andere manier op de kaart gezet. Als een stad met een<br />
bijzondere en rijke historie en als een stad die steeds meer<br />
oog krijgt voor haar eigen schoonheden.<br />
Namens de Werkgroep,<br />
Fred Vondenhoff<br />
Voorzitter<br />
WHY A BOOK?<br />
People have a tendency to talk about <strong>Heerlen</strong> as a nonmonumental<br />
city. If one should ask its inhabitants to<br />
mention one or more monuments in their city then<br />
they would find it difficult to do so.<br />
The members of the Workgroup Public Monuments’ Day<br />
<strong>Heerlen</strong> thought the year 2018 the excellent time to rectify<br />
this actual misperception. After all, the municipality of<br />
<strong>Heerlen</strong> numbers 153 national monuments (www.monumentenregister.nl).<br />
They are all described and depicted<br />
in this book in 119 paragraphs. Therefore, with the publication<br />
of this book we once and for all hope to have rectified<br />
the remark that <strong>Heerlen</strong> is a non-monumental city.<br />
Another reason for this book is the conviction that sufficient<br />
knowledge of the history of <strong>Heerlen</strong> in general and<br />
of its national monuments in particular will contribute<br />
to the importance and necessity of correctly valuing<br />
heritage.<br />
Knowledge of the past is important when taking decisions<br />
for the future. Whether they are political choices or<br />
choices one has to make as a citizen. Whether they are<br />
choices between breaking down or restoring or between<br />
criticizing or applauding. Knowledge should be decisive<br />
and the best way to acquire knowledge is by learning<br />
from experiences from the past.<br />
Annually the members of the Workgroup Public Monuments’<br />
Day organize activities within the framework of<br />
the National Monuments’ Days. This year <strong>Heerlen</strong>’s<br />
contribution is the publication of this book, thus creating<br />
a different way for <strong>Heerlen</strong> to be put on the map.<br />
As a city with a special and rich history and a city that<br />
becomes more and more aware of its own beauties.<br />
On behalf of the Workgroup,<br />
Fred Vondenhoff<br />
Chairman
HOOFDOPZICHTERS-<br />
CHIEF SUPERVISORS’<br />
WONINGEN HOUSES<br />
1<br />
Heideveldweg 25, 27, <strong>Heerlen</strong><br />
Heideveldweg 25, 27, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 1923<br />
Architect: Bouwbureau Oranje-Nassau Mijnen<br />
Monumentnr.: 523279<br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 1923<br />
Architect:<br />
Construction Office ON-Mines<br />
Monument no.: 523279<br />
In 1928 kwam de Oranje-Nassaumijn IV in productie.<br />
Deze kleinste Oranje-Nassaumijn lag aan de rand van<br />
de Brunssumerheide. De schachten waren al in 1912<br />
aangelegd. De mijn sloot op 15 oktober 1973 haar<br />
poorten. Voor het personeel werd in huisvesting<br />
voorzien in de wijken De Kakert, Schaesberg (163<br />
woningen uit 1925), Heksenberg bij de Heerenweg<br />
(198 woningen uit 1928) en Versiliënbosch (82 woningen<br />
uit 1930). Dichter bij de mijn, aan de Heideveldweg,<br />
werden opzichters- en ingenieurswoningen<br />
gebouwd.<br />
Zo ook deze dicht bij de mijn Oranje Nassau IV aan de<br />
voet van de steenberg statig gebouwde dubbele<br />
hoofdopzichterswoning in de stijl van het Traditionalisme.<br />
Het pand werd gebouwd nog in opdracht van<br />
de Oranje Nassau-mijn III die met de ON IV in verbinding<br />
stond voordat deze in productie kwam.<br />
De twee half vrijstaande woonhuizen in twee bouwlagen<br />
zijn gedekt onder een schilddak met rode mulden<br />
pannen. De dakgoot heeft houten consoles. Het<br />
toegepaste bouwmateriaal is baksteen met metselwerk<br />
in halfsteens verband. De woningen hebben<br />
rechthoekige houten vensters en deuren met bovenen<br />
zijlichten met roedeverdeling. De vensters in de<br />
eerste bouwlaag hebben houten luiken net als de<br />
zijlichten van de deuren.<br />
De structuur van het interieur is redelijk intact hetgeen<br />
blijkt uit de situering van gang, trappenhuis en kamers.<br />
In 1928 the Oranje-Nassau Mine IV became operational.<br />
This smallest of the Oranje- Nassau mines was<br />
situated on the edge of the Brunssumerheide (Brunssum<br />
moors). The shafts had already been built in 1912.<br />
The mine closed its gates on 15 October 1973. The<br />
personnel was provided with houses in the neighbourhoods<br />
De Kakert, Schaesberg (163 houses from 1925),<br />
Heksenberg near the Heerenweg (198 houses from<br />
1928) and Versiliënbosch (82 houses from 1930).<br />
Closer to the mine, on the Heideveldweg, supervisors’<br />
and engineers’ houses were built.<br />
So these at the foot of the slag heap of the former<br />
Oranje-Nassau Mine IV built stately chief supervisors’<br />
houses in the style of Dutch traditionalism. The<br />
building was built still by order of the Oranje-Nassau<br />
Mines III, which mine stood in connection whith the<br />
ON IV before it came in production.<br />
The two semidetached houses have two construction<br />
levels underneath a hipped roof with red mulden tiles.<br />
The gutter has wooden consoles. The used construction<br />
material is stretching bond red brick. The houses<br />
have rectangular wooden windows with transom<br />
windows and panelled window frames. The windows<br />
on the first floor have wooden shutters, so have the<br />
side lights of the doors.<br />
The structure of the interior has remaines reasonably<br />
intact, according to the lay-out of the corridor, staircase<br />
and rooms.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
BEAMBTENWONINGEN<br />
Heideveldweg 17, 19, 21, 23, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 1923<br />
Architect: Bouwbureau Oranje-Nassau Mijnen<br />
Monumentnr.: 523278<br />
OFFICIALS’ HOUSES<br />
Heideveldweg 17, 19, 21, 23, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 1923<br />
Architect:<br />
Construction Office ON-Mines<br />
Monument no.: 523278<br />
2<br />
Ook gebouwd aan de voet van de steenberg van de<br />
voormalige Oranje-Nassaumijn IV zijn deze<br />
de vier-op-rij woningen onder één kap aan de Heideveldweg.<br />
Ze waren bedoeld voor ‘beambten’ (opzichters)<br />
van de mijn.<br />
De hoekpanden zijn groter dan de middelste panden.<br />
De twee middenwoningen hebben een, eveneens<br />
geknikt, zadeldak. De bouwmaterialen zijn: genuanceerde<br />
rode baksteen gemetseld in halfsteens verband,<br />
wit geschilderd hout, grijze hardstenen dorpels<br />
en rode muldenpannen. Aan de bovenkant van de<br />
borstwering op de eerste verdieping liggen houten<br />
bloembakken op uitstekende klossen. De vier ingangen<br />
zijn geaccentueerd met precieus gedetailleerde<br />
houten luifels, ondersteund door twee vierdubbele<br />
consoles.<br />
Er zijn verschillende architectonische handigheidjes<br />
toegepast om de symmetrische compositie te benadrukken.<br />
De woningen zijn gespiegeld, waardoor de<br />
entreepartij van de tweede en derde woning naast<br />
elkaar liggen. De eerst en vierde woning hebben twee<br />
sterk oprijzende schoorstenen, terwijl kleinere schoorstenen<br />
op hun beurt de dubbele woningen van elkaar<br />
scheiden. De dakkapellen van de middelste woningen<br />
zijn aan elkaar gekoppeld in de spiegelas, waardoor<br />
een driedeling ontstaat in plaats van een tweedeling.<br />
Dit wordt versterkt door een iets naar voren geschoven<br />
middenstuk.<br />
De structuur van het interieur is bij de panden nr. 17, 19<br />
en 21 in redelijke mate intact en bij nr. 23 geheel intact,<br />
hetgeen blijkt uit de situering van de gang, het<br />
trappenhuis en de kamers.<br />
Also built at the foot of the slag heap of the former<br />
Oranje-Nassau Mine IV are these four-in a-row houses<br />
under one roof on the Heideveldweg. They were<br />
meant for ‘office workers’ or supervisors of the mine.<br />
The corner houses are larger than the middle houses.<br />
The two semidetached houses have two construction<br />
levels underneath a folded hipped roof. The two<br />
middle houses have a saddle roof, also folded. The<br />
construction materials are: shaded stretching bond<br />
red brick, white painted wood, grey bluestone thresholds<br />
and red mulden tiles. On the top of the balustrade<br />
on the first floor are wooden flower boxes on<br />
protruding blocks. The four entrances are accentuated<br />
with preciously detailed wooden penthouses supported<br />
by two quadruple consoles.<br />
Several architectural tricks have been applied in order<br />
to emphasize the symmetrical composition. The<br />
houses are mirrored and therefore the entrances of<br />
the second and third house are adjoining. The first and<br />
fourth house have strongly rising chimneys, whereas<br />
smaller chimneys separate the double houses. The<br />
dormer windows of the middle houses are connected<br />
to each other in the axis of symmetry, thus creating a<br />
tripartition instead of a division. This is emphasized by<br />
a centre piece that is slightly pushed forward.<br />
The structure of the interior has remained reasonably<br />
intact for house numbers 17, 19 and 21 and for number<br />
23 it has remained fully intact, as evidenced by the<br />
lay-out of the corridor, the staircase and the rooms.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
ST. GERARDUS MAJELLA- CHURCH OF SAINT<br />
KERK GERARDUS MAJELLA 3<br />
Heerenweg 45, <strong>Heerlen</strong><br />
Heerenweg 45, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Kerk<br />
Bouwjaar: 1936<br />
Architect: A.J.N. Boosten<br />
Monumentnr.: 512778<br />
Current function: Church<br />
Year of construction: 1936<br />
Architect:<br />
A.J.N. Boosten<br />
Monument no.: 512778<br />
De kerk kreeg in vaktijdschriften veel aandacht<br />
en wordt beschouwd als een van de hoogtepunten<br />
in het oeuvre van Boosten (1893-1951). Hij ontwikkelde<br />
een eigen, zeer herkenbare stijl geïnspireerd op<br />
romaanse kerken en kastelen in Limburg en volgde<br />
niet de door de bisschop voorgeschreven Rooms-<br />
Katholieke huisstijl met een (neo)gotische karakteristiek.<br />
Het ontwerp is min of meer gebaseerd op drie aparte<br />
delen: toren, schip en priesterkoor. Kenmerkend zijn<br />
de afzonderlijke geometrische volumes die versmelten<br />
tot één geheel. Het zadeldak van het schip is opgebouwd<br />
tussen haaks liggende zadeldaken ter plaatse<br />
van het portaal en de viering. De apsis en de kooromgang<br />
hebben opvallende ronde dakenvormen.<br />
De toren heeft een terugliggend tentdak.<br />
De kerk zit vol met architectonische nieuwigheden<br />
zoals de ronde koorvorm, de achthoekige kapel<br />
achter het altaar, de kooromgang met sacristie en<br />
zusterkapel, de suggestie van dubbelwandigheid,<br />
de geïncorporeerde preekstoel, de hoge arcades van<br />
het schip, de vlakke zoldering in plaats van tongewelven<br />
en de langgerekte galmgaten in de toren.<br />
De portiek is bereikbaar via drie treden, heeft een<br />
rondboog met vijf rollagen en een gebeeldhouwde<br />
sluitsteen. Hierboven bevindt zich een groot, diep<br />
gelegen, roosvenster van Ghislaine Waterschoot v.d.<br />
Gracht, opgedeeld door drie elkaar snijdende ringen<br />
die de Goddelijke Drie-eenheid symboliseren.<br />
In het interieur bevindt zich een indrukwekkende<br />
hoeveelheid beeldende kunst, zoals de muurschildering<br />
in de apsis, de terracotta kruiswegstaties en<br />
de glas-in-loodramen van Charles Eijck (1897-1983);<br />
glas-in-loodramen achter het priesterkoor van René<br />
Smeets; rozetramen van Joep en Suzanne Nicolas en<br />
de preekstoel met vermurail (muurglasschildering).<br />
The church received much attention in professional<br />
magazines and is considered to be one of the highlights<br />
of the work of Boosten (1893-1951). He developed<br />
a personal, very identifiable style inspired on<br />
Romanesque churches and castles in Limburg and did<br />
not follow the Roman Catholic house style with (neo)<br />
Gothic characteristics as prescribed by the bishop.<br />
The design is more or less based on three separate<br />
parts: tower, nave and sanctuary. Characteristic are<br />
the individual geometric volumes that blend into one<br />
entity. The saddle roof of the nave is built between<br />
hooked saddle roofs at the position of the portal and<br />
the crossing. The apse and the choir aisle have striking<br />
round roof shapes. The tower has a retracted pavilion<br />
roof.<br />
The church is full of architectural novelties such as<br />
the round shape of the choir, the octagonal chapel<br />
behind the altar, the choir aisle with sacristy and sister<br />
chapel, the suggestion of double-walls, the incorporated<br />
pulpit, the high arcades of the nave, the flat attic<br />
instead of barrel vaulting and the elongated belfry<br />
windows in the tower.<br />
The portico is accessible via three steps, has an arch<br />
with five upright courses and a sculptured apex stone.<br />
Above it there is a large, deep-lying, rose window by<br />
Ghislaine Waterschoot v.d. Gracht, divided into three<br />
intersecting rings that symbolize the Divine Trinity.<br />
In the interior there is an impressive amount of visual<br />
art, such as the mural in the apse, the terracotta<br />
Stations of the Cross and the stained glass windows<br />
by Charles Eijck (1897-1983); stained glass windows<br />
behind the sanctuary by René Smeets; rosette windows<br />
by Joep and Suzanne Nicolas and the pulpit<br />
with ‘vermurail’ (glass wall murals).<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
DE LANDGRAAF<br />
Heksenberg, Landgraaf, Boebegraaf, Heerlerheide<br />
Huidige functie: Archeologische site<br />
Bouwjaar: Middeleeuwen<br />
Monumentnr.: 532442<br />
THE 'LANDGRAAF'<br />
(LAND-DITCH)<br />
Heksenberg, Landgraaf, Boebegraaf, Heerlerheide<br />
Current function: Archeological site<br />
Year of construction: Middle Ages<br />
Monument no.: 532442<br />
4<br />
Monumentenzorg meldt over het archeologische<br />
Rijksmonument ‘De Landgraaf’ heel kort: “Resten van<br />
een landweer uit de 15 e eeuw.”<br />
Monumentenzorg reports briefly about the archaeological<br />
monument 'De Landgraaf': “Remains of a land<br />
defence from the 15th century.”<br />
De Landgraaf is een opvallend verschijnsel in<br />
het landschap van oostelijk Zuid-Limburg. Het is een<br />
droge gracht die loopt van Schinveld tot Ubach over<br />
Worms via de Brunssummerheide, langs Schaesberg<br />
en Nieuwenhagen tot bij Ubach over Worms. Met het<br />
aansluitend Duitse stuk heeft de Landgraaf een lengte<br />
van ca. 27 km. Opvallend genoeg ligt de greppel<br />
nauwelijks in de huidige gemeente Landgraaf.<br />
Op de Schrieversheide is de vorm en de loop van<br />
de landweer nog duidelijk herkenbaar. Het is een<br />
metersbrede droge gracht met aan weerszijden tot<br />
maximaal drie meter hoge wallen. Waarvoor en<br />
wanneer de Landgraaf is aangelegd is onbekend.<br />
Er is ooit gesuggereerd dat het een Keltische versterking<br />
is die stamt uit 55 v.Chr, omdat er prehistorische<br />
en ook Romeinse vondsten bij de Landgraaf zijn opgegraven.<br />
Maar de verschillende kleine opgravingen<br />
hebben nog geen definitief antwoord kunnen geven<br />
op de vragen waartoe de Landgraaf gediend heeft<br />
en wanneer hij is gegraven.<br />
De meest recente studies gaan ervan uit dat het een<br />
middeleeuwse afbakening van het wildgebied is of<br />
dat het bedoeld is om het vee binnen het gemeenschappelijke<br />
heidegebied te houden. De datering ‘uit<br />
de 15 e eeuw’ die Monumentenzorg hanteert, is min<br />
of meer uit de lucht gegrepen. De heide was al veel<br />
eerder als gemeenschappelijk weidegebied in gebruik,<br />
mogelijk vanaf de periode van de grote ontginningen<br />
in de regio tussen 800 en 1000.<br />
The Landgraaf is a striking phenomenon in the landscape<br />
of eastern South Limburg. It is a dry ditch that<br />
runs from Schinveld to Ubach via Worms via Brunssummerheide,<br />
past Schaesberg and Nieuwenhagen<br />
to near Ubach via Worms. With the adjacent German<br />
piece, the Landgraaf has a length of about 27 km.<br />
Remarkably, the ditch is hardly in the current municipality<br />
of Landgraaf.<br />
On the Schrieversheide the shape and the course<br />
of the land defence is still clearly recognizable. It is<br />
a meter-wide dry channel with on both sides up to<br />
three meters high ramparts. For what and when the<br />
Landgraaf is constructed is unknown. It has been<br />
suggested that it is a Celtic fortification dating back<br />
to 55 BC, because prehistoric and also Roman finds<br />
have been excavated at the Landgraaf. But the various<br />
small excavations have not yet been able to give<br />
a definitive answer to the questions to which the<br />
Landgraaf has served and when it has been dug.<br />
The most recent studies assume that it is a medieval<br />
demarcation of the wildlife area or that it is intended<br />
to keep livestock within the common heathland.<br />
The dating ‘from the 15th century’ that Monumentenzorg<br />
uses, is more or less totally unfounded. The heath<br />
was in use much earlier as a common meadow area,<br />
possibly from the period of the large cultivations<br />
in the region between 800 and 1000.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
BEAMBTENWONINGEN<br />
Rennemigstraat 6 t/m 12, 14 t/m 20, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 1923–1925<br />
Architect: Bouwbureau Oranje-Nassau Mijnen<br />
Monumentnr.: 512739, 512740<br />
OFFICIALS’ HOUSES<br />
Rennemigstraat 6 to 12, 14 to 20, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 1923-1925<br />
Architect:<br />
Construction Office ON-Mines<br />
Monument no.: 512739, 512740<br />
5<br />
De buurt Rennemig is rond 1918 ontstaan bij de aanleg<br />
van de Oranje-Nassaumijn III. Door de naoorlogse<br />
groei van de steenkoolproductie kwamen er ook meer<br />
beambten (opzichters en hoofdopzichters) om de<br />
organisatorische en leidinggevende taken van de mijn<br />
te behartigen. Voor hen werden in rap tempo twee<br />
blokken van vier woningen in een rij bijgebouwd.<br />
Een van de blokken toont overeenkomst met<br />
de beambtenwoningen aan de Heideveldweg.<br />
De grotere hoekpanden waren bestemd voor hoofdopzichters,<br />
de middelste panden voor opzichters.<br />
De panden hadden echter een andere architectuur<br />
dan de eerder in deze buurt gebouwde woningen en<br />
zijn gebouwd in een traditionele bouwstijl.<br />
De hoofdzakelijk rechthoekige plattegronden zijn<br />
gespiegeld ten opzichte van de woningscheidende<br />
wand tussen de middelste woningen, evenals de<br />
indeling van de gevels. De woningen tellen twee<br />
bouwlagen onder een zadeldak dat bij de hoekpanden<br />
overloopt in een haaksliggend schilddak. Het dak is<br />
gedekt met mulden pannen. Brede houten bakgoten.<br />
In frontgeveldakvlak van de hoekpanden een kleine<br />
halfronde dakkapel. De middenpanden met elk een<br />
rechthoekige dakkapel, en een rechthoekige dakkapel<br />
gedeeld door beide middenpanden. De gevels hebben<br />
een plint met rollaag, die onder de vensters risaleert.<br />
De voorgevel heeft een plint en optrek in halfsteens<br />
verband, de zij- en achtergevels in kruisverband.<br />
In de gevels bevinden zich rechthoekige houten<br />
vensters en deuren.<br />
The Rennemig neighbourhood came into existence<br />
around 1918 during the construction of the Oranje-<br />
Nassau Mine III. Because of the post-war growth of<br />
coal production the number of officials (supervisors<br />
and chief supervisors) also increased for managing<br />
the organisational and managerial aspects of the<br />
mine. Quickly two additional blocks of four houses<br />
in a row were built for them. One of the blocks is<br />
simmular to the officials's houses at the Heideveldweg.<br />
The larger corner houses were for the chief<br />
supervisors and the houses in between for the supervisors.<br />
However, these houses had a different architecture<br />
from the houses built earlier in this neighbourhood<br />
and were built in a traditional construction style.<br />
The primarily rectangular floorplans are mirrored<br />
in the house-separating wall between the middle two<br />
houses, as well as in the arrangement of the facades.<br />
The houses have two construction layers under a<br />
saddle roof which transfers into a perpendicularly<br />
placed hipped roof at the corner houses. The roof is<br />
covered with mulden tiles. Broad wooden box gutters.<br />
On the front-facade roof-surface of the corner houses<br />
there is a small semi-circular dormer window.<br />
The middle houses each with a rectangular dormer<br />
window and a rectangular dormer window shared by<br />
both middle houses. The facades have a plinth with<br />
curb stone which protrudes from below the windows.<br />
The front facade has a plinth and rise in stretcher<br />
bond, the side and rear facade in cross bond. In the<br />
facades there are rectangular wooden windows and<br />
doors.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
WONINGEN GANZEWEIDE<br />
Ganzeweide 31 t/m 49, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 1912, 1914 en 1920<br />
Architect: ir. J. Lugten<br />
Monumentnr.: 21218, 21219, 21220<br />
GANZEWEIDE RESIDENCES<br />
Ganzeweide 31 to 49, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 1912, 1914 and 1920<br />
Architect:<br />
J. Lugten, MSc.<br />
Monument no.: 21218, 21219, 21220<br />
6<br />
Door de explosieve groei van de steenkolenmijnbouw<br />
kreeg <strong>Heerlen</strong> er rond 1900 snel duizenden inwoners<br />
bij. Al die mensen moesten liefst niet te ver van de<br />
mijnen en liefst bij elkaar wonen. Zo kon men de<br />
mensen ook na de werktijd in de gaten houden.<br />
De ON-III startte in 1910 op de landerijen tussen<br />
de Ganzeweide en de Rennemig en vertoonde Franse<br />
invloeden. De ON-I en ON-II werden gebouwd in een<br />
meer Duitse bouwstijl. De Oranje-Nassau Mijnen,<br />
oorspronkelijk eigendom van de Akense familie<br />
Honigmann, waren in 1909 gekocht door de Franse<br />
onderneming De Wendel.<br />
De woningen werden ontworpen naar het voorbeeld<br />
van de mijnwerkerswoningen in Lotharingen. Ze zijn<br />
kort na de aanleg van de Oranje-Nassau III gebouwd<br />
(1912-1923): een ingenieurswoning die inmiddels<br />
gesloopt is, vier adjunct-opzichterswoningen, vier<br />
opzichterswoningen en vier beambtenwoningen.<br />
Een aantal grotere woningen zijn later gesplitst<br />
in twee kleinere wooneenheden.<br />
Dit complex is het meest gave voorbeeld van<br />
de hiërarchische opbouw van het mijnwezen,<br />
zoals dat ook in de woningbouw voor (hogere)<br />
mijnbeambten tot uiting komt.<br />
De in het oog springende afwisseling van bakstenen<br />
en pleisterwerk in de kleuren rood en wit zijn typerend<br />
voor de Lotharingse bouwwijze. Aan de voorzijde<br />
wordt de aandacht getrokken door een risalerende<br />
middenpartij onder een hoog, met muldenpannen<br />
gedekt schilddak, dat zich aan de voorzijde splitst<br />
in twee insteekkappen. Het dak heeft opvallende<br />
zijvleugels. In een soms T-vormige aanbouw met<br />
plat dak bevindt zich de bijkeuken en gang.<br />
Due to the explosive growth of the coalmining industry<br />
<strong>Heerlen</strong> saw a rapid increase of its population with<br />
thousands of new inhabitants around 1900. All these<br />
people should preferably live nearby the mines and<br />
preferably close to each other. In that way they could<br />
also be kept on a close watch after working hours.<br />
The ON-III started in 1910 in the fields between<br />
the Ganzeweide and the Rennemig and showed<br />
French influences. The ON-I and ON-II were built<br />
in a predominantly German architectural style.<br />
The Oranje-Nassau Mines, originally the property of<br />
the Aachen Honigmann family, had been bought by<br />
the French De Wendel company in 1909.<br />
The houses had been designed after the example of<br />
the miners’ houses in Lorraine. They were built shortly<br />
after the construction of the Oranje-Nassau III (1912-<br />
1923): an engineer’s house which has already been<br />
pulled down, four deputy supervisors’ houses, four<br />
supervisors’ houses and four office staffs’ houses.<br />
Some of the larger houses were later split up in two<br />
smaller housing units.<br />
This block of houses is the most intact example of<br />
the hierarchical structure of the mining industry, as<br />
also expressed by the house-building for (higher)<br />
mining officials.<br />
The striking variation of bricks and plaster in the<br />
colours red and white are typical of the Lorraine<br />
architectural style. At the front side the attention is<br />
drawn by protruding middle-segment under a high,<br />
mulden roof tiles-covered hipped roof, which at the<br />
front side splits into two dormer windows. The roof<br />
has striking side wings. In a sometimes T-shaped<br />
extension with a flat roof there are the scullery<br />
and the corridor.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
H. CORNELIUSKERK EN CHURCH OF H. CORNELIUS<br />
PASTORIE AND PRESBYRETY 7<br />
Kerkstraat 8, <strong>Heerlen</strong><br />
Kerkstraat 8, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Kerk<br />
Bouwjaar: 1909-1918<br />
Architect: J. Cuypers / J. Stuyt<br />
Monumentnr.: 512783, 513259<br />
Current function: Church<br />
Year of construction: 1909-1918<br />
Architect:<br />
J. Cuypers / J. Stuyt<br />
Monument number: 512783, 513259<br />
De Corneliuskerk heeft twee torens in een symmetrisch<br />
westfront, een georiënteerd driebeukig schip en<br />
een kruisvormige plattegrond. De kerk was nodig door<br />
de bevolkingstoename die de mijnen met zich meebrachten.<br />
Op dezelfde plaats stond vanaf 1839 een<br />
Waterstaatskerk ontworpen door Jaminé Lambert.<br />
The Cornelius church has two towers in a symmetric<br />
west front, and oriented three part nave and a crossshape<br />
floorplan. The church was built in order to cope<br />
with the population increase caused by the mines.<br />
Since 1839 there was a Waterstaat church on that<br />
same location, designed by Jaminé Lambert.<br />
In 1986 is een aantal wijzigingen uitgevoerd.<br />
De viering is naar achter verplaatst, de berging naast<br />
de apsis werd bijsacristie en de apsis aan de linkerzijde<br />
de doopkapel. Het dak was gedekt met rode<br />
pannen en bestaat nu uit grijze leien.<br />
In de gevel van de kerk bevinden zich rondboogvormige<br />
glas-in-lood vensters, deze zijn versierd met een<br />
vlakke rondboog van radiaal stenen en een uitspringende<br />
rondboog van rode baksteen. De vensters zijn<br />
los geplaatst of gegroepeerd per drie. De grote galmgaten<br />
hebben deelzuilen en zijn verfraaid met rondbogen.<br />
De achtergevel wordt beëindigd door een<br />
bakstenen angelustorentje.<br />
Het interieur wordt overheerst door hogere rondbogen.<br />
Achter het koor staat een halfronde apsis met<br />
zeven vensters. Tegen de linker kruisarm staat een<br />
kleinere apsis. Hierin bevinden zich vijf glas-in-lood<br />
ramen met afbeelding van het Heilig Hart, Maria, Jozef,<br />
Cornelius en St. Jan de Evangelist. De ramen hebben<br />
de namen van de schenkers. De zijgevels liggen ter<br />
plaatse van de zijbeuken onder een lager dakschild.<br />
Onder de goten zijn tegels aangebracht in een zwartwit<br />
dambordpatroon. Deze opvallende toevoeging<br />
verwijst naar de mijnwerkerswoningen waarop Jan<br />
Stuyt eveneens zwart-witte tegeltableaus aanbracht.<br />
De pastorie is gebouwd in 1852 in de stijl van het traditionalisme<br />
en is in 1982 met medewerking van architect<br />
Jos Hamers gerestaureerd. De oorspronkelijke<br />
structuur van het interieur is in hoge mate intact.<br />
In 1986 a number of alterations were conducted.<br />
The crossing was moved backwards, the storage next<br />
to the apsis became an additional sacristy and the<br />
apsis on the left became the baptistery. The roof had<br />
red tiles and now consists of grey slates.<br />
On the facade of the church there are arch-shaped<br />
stained glass windows, decorated with a flat arch of<br />
radial stones and a protruding round arch in red brick.<br />
The windows have been placed either solitarily or in<br />
groups of three. The big belfry windows have pillars<br />
and are decorated with round arches. The back facade<br />
is ended by a small brick angelus tower.<br />
The interior is dominated by higher round arches.<br />
Behind the choir there is a semi-circular apsis with<br />
seven windows. Against the left arm of the cross there<br />
is a smaller apsis. This contains five stained glass<br />
windows with pictures of the Holy Heart, the Virgin<br />
Mary, Joseph, Cornelius and Saint John the Evangelist.<br />
The windows have the names of the contributors.<br />
The side facades near the side-aisles are placed under<br />
a lower side of the roof. Tiles with a black-white<br />
checkerboard pattern have been placed below<br />
the roof gutters. This striking addition refers to<br />
the miners’ houses where Jan Stuyt also installed<br />
black-white tile tableaus.<br />
The presbyrety is built in 1852 in the Dutch traditionalism<br />
style and was restored with the help of architect<br />
Jos Hamers in 1982. The original structure of the<br />
interior is highly as it was.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
POLITIEBUREAU<br />
Heulsstraat 39, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 1922<br />
Architect: J. Stuyt en A.J. Bartels<br />
Monumentnr.: 512780<br />
POLICE STATION<br />
Heulsstraat 39, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 1922<br />
Architect:<br />
J. Stuyt and A.J. Bartels<br />
Monument no.: 512780<br />
8<br />
De groei van <strong>Heerlen</strong> en Heerlerheide zorgde ook voor<br />
de groei van het aantal politieagenten. Vandaar dat er<br />
een politiepost kwam in Heerlerheide. De eerste was<br />
gevestigd aan de Heibergstraat 12 (nu Kapelaan<br />
Ramakersstraat, inmiddels afgebroken). Maar al<br />
spoedig onderkende men dat dit niet de oplossing<br />
was. In 1920 weet de gemeente de hand te leggen<br />
op twee percelen aan de Heulsstraat voor de bouw<br />
van een nieuw politiebureau naar ontwerp van architect<br />
Jan Stuyt en Anton J. Bartels. Nog in 1920 werd<br />
de bouw gegund aan aannemer Jean Heijnen uit<br />
de Pappersjansstraat 20 te Heerlerheide.<br />
Op 15 juni 1922 wordt het politiebureau officieel<br />
in gebruik genomen. “In dit bureau zijn, behalve de<br />
noodige bijlokalen, opgenomen een kamer voor den<br />
inspecteur, een voor de hoofdagenten, een agentenwacht<br />
en een viertal cellen”, meldde de krant.<br />
Enkele kantoorvertrekken werden aanvankelijk gereserveerd<br />
voor een opzichter van openbare werken<br />
en als stemlokaal of zittingslokaal voor de gemeenteontvanger.<br />
Na een reorganisatie bij de politie eind<br />
jaren zestig voldeed het gebouw niet meer aan de<br />
nieuwe eisen. Na de gemeentelijke herindeling in 1982<br />
is het politiebureau in Heerlerheide verkocht aan de<br />
Woningvereniging Heerlerheide, die er aanvankelijk<br />
kantoor hield en het pand later verbouwde tot appartementencomplex.<br />
Bijzonder is de hoofdingang met<br />
een Florentijnse boog in natuursteen en op het dak<br />
een dakkapel met een lantaarn met hierin een uurwerk.<br />
Een gelijkvormig politiebureau, met dezelfde architectonische<br />
details, stond op de hoek van de Romeinenweg<br />
op de Heerlerbaan. Dit laatste monument is<br />
afgebroken waardoor deze Heerlerheidense evenknie<br />
aan betekenis heeft gewonnen.<br />
The growth of <strong>Heerlen</strong> and Heerlerheide also resulted<br />
in the growth of the number of policemen. Therefore<br />
a police station was set up in Heerlerheide. The first<br />
was situated at the Heibergstraat 12 (now Kapelaan<br />
Ramakersstraat, by now broken down). It was soon<br />
recognized that this was not the solution. In 1920<br />
the municipality managed to acquire two parcels of<br />
land at the Heulsstraat for the construction of a new<br />
police station according to the design of the architects<br />
Jan Stuyt and Anton J. Bartels. Still in that year<br />
the building was granted to contractor Jean Heijnen<br />
from the Pappersjansstraat 20 in Heerlerheide.<br />
On 15 June 1922 the police station was officially<br />
opened. “This station includes, in addition to the<br />
necessary annexes, a room for the inspector, one for<br />
the police officers, a constable room and four cells”,<br />
according to the newspaper.<br />
Some of the office rooms were initially reserved for<br />
a supervisor of public works and as a polling station<br />
or an official office of the municipal treasurer. After a<br />
reorganization of the police force in the late sixties<br />
the building no longer met the new demands. After<br />
the local government reorganization in 1982 the police<br />
station in Heerlerheide was sold to the housing<br />
association Heerlerheide, which initially used it as its<br />
office and later on rebuilt the property into a block of<br />
flats. Striking is the main entrance with a Florentine<br />
arch of natural stone and on the roof a dormer<br />
window containing a lantern with a clock.<br />
A similarly shaped police station, with similar architectural<br />
details, was also located on the corner of<br />
the Romeinenweg on the Heerlerbaan. This latter<br />
monument was broken down, making its Heerlerheide<br />
equal even more important.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
WEGKRUIS KAMPSTRAAT<br />
Tegenover Kampstraat 104, <strong>Heerlen</strong><br />
Bouwjaar: 18 e eeuw<br />
Monumentnr.: 21257<br />
ROAD CROSS KAMPSTRAAT<br />
Across Kampstraat 104, <strong>Heerlen</strong><br />
Year of construction: 18th century<br />
Monument no.: 21257<br />
9<br />
Dit 18 e eeuwse bruine houten wegkruis van ongeveer<br />
3 meter hoog met dakje en met een corpus, staat<br />
enigszins verdekt aan een splitsing van wegen. In<br />
vroegere tijden hing het kruis tegen de woning van<br />
de familie v.d. Vin en werd het geflankeerd door twee<br />
lindebomen.<br />
Bij de afbraak van de woning is het kruis verplaatst<br />
naar de tegenoverliggende hoek bij huisnummer 63.<br />
In 1994 waren de lindebomen nog aanwezig. In 2001<br />
werd het kruis op de originele plaats teruggeplaatst<br />
nadat de huizen voltooid waren.<br />
This 18th century brown wooden road cross of<br />
approximately 3 metres high with a small roof and<br />
a corpus has a somewhat hidden position at a branching<br />
of roads. In the early days the cross was placed<br />
against the house of the van de Vin family and it<br />
was flanked by two lime trees.<br />
At the time of the demolition of the house the cross<br />
was moved to the opposite street corner at number<br />
63. In 1994 the lime trees were still present. In 2001<br />
the cross was replaced on its original location when<br />
the construction of the houses was completed.<br />
Kruisen staan langs veel Limburgse wegen, tussen<br />
bebouwing of in het open land. Mensen bidden er of<br />
staan stil bij overledenen. Vanuit de historie geloofde<br />
men dat de kruisen bescherming konden bieden voor<br />
hun gronden en opstallen, de oogst, of tegen onheil,<br />
rampen en ziekte. In de Paastijd worden wegkruisen<br />
vaak versierd met onder andere palmtakken, meestal<br />
buxus. Deze verwijzen naar de juichende mensen die<br />
langs de weg stonden bij de intocht van Jezus in<br />
Jeruzalem.<br />
Tijdens de jaarlijkse sacramentsprocessie, de bronk,<br />
is het kruis het middelpunt van het rustaltaar.<br />
Dit kleine monument is het enige wegkruis in de<br />
gemeente <strong>Heerlen</strong> op de lijst van beschermde<br />
rijksmonumenten, maar wellicht zouden meer<br />
<strong>Heerlen</strong>se kruisen voor deze status in aanmerking<br />
moeten komen.<br />
There are crosses alongside many Limburg roads<br />
between buildings or out in the open field. People<br />
pray there or commemorate the dead. Already in<br />
the early days people believed that the crosses could<br />
offer protection for their land and buildings, the crops,<br />
or against calamities, disasters and illness. At Eastertime<br />
the road crosses are often decorated with palms,<br />
usually boxwood. These refer to the cheering people<br />
alongside the road when Jesus entered the city of<br />
Jerusalem.<br />
During the annual sacrament procession, the socalled<br />
‘bronk’, the cross is the centrepiece of the<br />
wayside altar. This small monument is the only road<br />
cross in the municipality of <strong>Heerlen</strong> that is on the list<br />
of national monuments, but perhaps more <strong>Heerlen</strong><br />
crosses should be considered for such a listing.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
CHRISTUS KONINGKERK<br />
Navolaan 83, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Aan de eredienst onttrokken<br />
Bouwjaar: 1965<br />
Architect: J.J. Fanchamps<br />
Monumentnr.: 532249<br />
CHRIST-KING CHURCH<br />
Navolaan 83, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Deconsecrated<br />
Year of construction: 1965<br />
Architect:<br />
J.J. Fanchamps<br />
Monument no.: 532249<br />
10<br />
In de nieuwbouwwijk Vrieheide waren kerk,<br />
supermarkt en school het herkenbare centrum.<br />
De kubusvormige betonnen kerkzaal en de strakke<br />
witte campanile hebben een onafscheidelijke band<br />
met de stedenbouwkundige en maatschappelijke<br />
omgeving. Tussen de gelijkvormigheid van de<br />
moderne woninggroep is het kerkgebouw met<br />
toren een opvallend ‘landmark’. Het kerkgebouw is,<br />
evenals de woongebouwen, als het ware, boven de<br />
aarde getild.<br />
Er kan een relatie worden gelegd tussen enkele<br />
betonnen kerken uit de wederopbouwperiode in<br />
Parkstad Limburg en de moderne kerkenbouw<br />
in Duitsland (Kaiser-Wilhelm-Gedächtniskirche in<br />
Berlijn). Fanchamps (1912-1982) kende de omstreden<br />
Fronleichnamkirche van Rudolf Schwarz uit 1930<br />
in Aken.<br />
Ritme, regelmaat en plastiek hebben hun eigen<br />
bekoring door eenvoud en soberheid. De centrale<br />
opstelling van het interieur van de kerk is een vroeg<br />
voorbeeld van het inrichten van een kerk conform<br />
de opvattingen van het Tweede Vaticaans Concilie.<br />
Opvallend zijn de tril betonnen cassettes met glazen<br />
bouwstenen die het beeld van het interieur en van<br />
het exterieur sterk bepalen door lichttoetreding en<br />
schaduwwerking. Door de immense toepassing van<br />
betonnen ramen, is het ontwerp van deze kerk in<br />
Nederland vrij uniek.<br />
Een halfronde kapel heeft aan de buitenzijde een<br />
mozaïek, dat de intocht van Jezus in Jeruzalem<br />
verbeeldt. In 2004 werd de kerk onttrokken aan<br />
de eredienst en, na dreiging met sloop, in 2009<br />
alsnog op de monumentenlijst geplaatst. Er werd<br />
enige jaren naar een herbestemming gezocht.<br />
In 2016 werd besloten om het regionaal archief<br />
er in onder te brengen.<br />
In the new housing estate Vrieheide church, supermarket<br />
and school formed the recognizable centre.<br />
The cubic-shaped concrete church hall and the stern<br />
white campanile have an inseparable connection with<br />
the urban developmental and social environment.<br />
Among the uniformity of the modern cluster of<br />
houses, the church with its tower is a striking<br />
landmark. The church, as well as the houses,<br />
seem to be elevated above the earth.<br />
A relationship might be observed between some<br />
concrete churches from the restauration period in<br />
Parkstad Limburg and the modern church constructions<br />
in Germany (Kaiser-Wilhelm-Gedächtniskirche<br />
in Berlin). Fanchamps (1912-1982) was familiar with<br />
the controversial 1930 Fronleichnamkirche by Rudolf<br />
Schwarz in Aachen.<br />
Rhythm, regularity and sculpture have their own<br />
enchantment because of simplicity and austerity.<br />
The central positioning of the interior of the church<br />
is an early example of the design of a church in<br />
conformity with the views of the Second Vatican<br />
Council.<br />
Striking are the vibrated concrete cassettes with glass<br />
building blocks that strongly influence the perception<br />
of both the interior and the exterior by light and<br />
shadow effects. Because of its immense use of<br />
concrete windows, the design of this church is rather<br />
unique in the Netherlands.<br />
At its exterior, a semi-circular chapel has a mosaic<br />
representing Jesus’ entry into Jerusalem. In 2004<br />
the church was deconsecrated and after the threat<br />
of demolition, it was finally placed on the list of<br />
national monuments and historic buildings in 2009.<br />
For some years a proper new use was looked for.<br />
In 2016 it was decided that it would accommodate<br />
the regional archives.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
COMPLEX PASSART<br />
Passartweg 56, 56a, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: (Beschermd) wonen<br />
Bouwjaar: Hoeve 14 e eeuw / Herenhuis 17 e eeuw<br />
Architect: Onbekend<br />
Monumentnr.: 21258<br />
PASSART COMPLEX<br />
Passartweg 56, 56a, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: (Sheltered) Residence<br />
Year of construction: Farmstead 14th century /<br />
Manor 17th century<br />
Architect:<br />
Unknown<br />
Monument no.: 21258<br />
11<br />
Het toendertijd dubbel omgrachte complex wordt al<br />
vermeld in 1350 als Wickrader grootleen van Valkenburg.<br />
Het was toen in handen van Hendrik van Nieuwenhagen.<br />
Rond 1400 was het goed in bezit van<br />
de familie Huyn van Amstenrade. Vervolgens ging<br />
het over aan de Maastrichtse jonkers Passart, die<br />
het vererfden aan de familie Van Strijthagen.<br />
Het complex bestaat uit een rechthoekig herenhuis<br />
en een hoeve in onregelmatige U-vorm. In 1547 werd<br />
Ulrich van Blitterswijk, genaamd Passart, de nieuwe<br />
heer van het goed. Uit de muurankers blijkt dat deze<br />
familie in 1612 verbouwingen aan het complex heeft<br />
laten uitvoeren. In de komende twee eeuwen volgde<br />
nog een aantal families elkaar op als bezitter van<br />
Passart-Nieuwenhagen. In 1839 koopt Jean Baptist<br />
graaf de Marchant et d’Ansembourg, eigenaar van<br />
kasteel Amstenrade, kasteel en hoeve. De windvaan<br />
met de letter ‘A’ herinnert nog aan deze familie.<br />
Zij zou tot de tweede helft van de 20 e eeuw de<br />
eigenaar van Passart-Nieuwenhagen blijven.<br />
Het herenhuis, dat ten zuiden van het voorplein ligt,<br />
stamt uit de 17 e eeuw en is opgetrokken uit baksteen<br />
en onregelmatige, grof gehakte blokken zandsteen.<br />
In 1679 werden huis en kapel door brand verwoest.<br />
Kasteel en voorburcht werden in de volgende jaren<br />
hersteld. Rond 1840 werden de beide hoektorens<br />
gesloopt en werd de brug vervangen door een oprit.<br />
De grachten werden vermoedelijk in die tijd gedempt.<br />
Het herenhuis werd in de 18 e eeuw ingrijpend verbouwd<br />
en kreeg in die tijd onder andere hardstenen<br />
segmentboogvensters. In het tweede kwart van de 19 e<br />
eeuw werd het huis verhoogd.<br />
Na de Tweede Wereldoorlog was in het kasteel een<br />
tijdlang een jeugdcentrum gehuisvest. Vanaf 1993 is<br />
het in opdracht van Woningstichting De Voorzorg<br />
geschikt gemaakt als opvang voor dak- en thuislozen.<br />
The in those days double moated complex is already<br />
mentioned in 1350 as Wickrader grand fief of Valkenburg.<br />
At that time it was in the possession of Hendrik<br />
van Nieuwenhagen. Around 1400 the property was<br />
in the possession of the Huyn van Amstenrade family.<br />
Subsequently it passed into the ownership of the<br />
Maastricht squires of Passart, who devolved it to<br />
the Van Strijthagen family.<br />
The complex consists of a rectangular manor and a<br />
farmstead in an irregular U-shape. In 1547 Ulrich van<br />
Blitterswijk, named Passart, became the new lord of<br />
the estate. The wall ties are evidence of the fact that<br />
this family had the complex rebuilt in 1612. During<br />
the following two centuries other families succeeded<br />
each other as owners. In 1839 Jean Baptist count de<br />
Marchant et d’Ansembourg, owner of the Amstenrade<br />
castle, buys the castle and the farmstead. The wind<br />
vane with the letter ‘A’ still reminds us of this family.<br />
Until the second half of the 20th century they would<br />
remain the owners of Passart-Nieuwenhagen.<br />
The manor situated south of the forecourt dates from<br />
the 17th century and is built of brick and irregular,<br />
crudely hewn blocks of sandstone. In 1679 the house<br />
and chapel were destroyed by fire. The castle and<br />
outer fort were restored during the following years.<br />
Around 1840 both corner towers were torn down<br />
and the drawbridge was replaced by a driveway.<br />
The moats were probably filled in around that time.<br />
The manor underwent radical rebuilding in the 18th<br />
century and was equipped with bluestone segmented<br />
arched windows in that time. In the second quarter of<br />
the 19th century the house was heightened.<br />
After the Second World War the castle provided<br />
accommodation to a youth centre for some time.<br />
Since 1993 it has been adapted for sheltering the<br />
roof- and homeless by order of the Rental Housing<br />
Organization ‘De Voorzorg’.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
MOLENAARSWONING EN MILLER’S HOUSE AND<br />
GRAANMAALDERIJ CORN MILL<br />
12<br />
Akerstraat Noord 310, 312, Hoensbroek<br />
Akerstraat Noord 310, 312, Hoensbroek<br />
Huidige functie: Bedrijfspand<br />
Bouwjaar: 1890<br />
Architect: Onbekend<br />
Monumentnr.: 512813<br />
Current function: Commercial property<br />
Year of construction: 1890<br />
Architect:<br />
Unknown<br />
Monument no.: 512813<br />
Dit object bezit cultuurhistorische waarde omdat het<br />
inzicht geeft in de ontwikkeling van bedrijf en techniek.<br />
De gevelarchitectuur van de molenaarswoning<br />
volgt het traditionele patroon terwijl de functionaliteit<br />
van de maalderij dit patroon doorbreekt met een<br />
andere maatvoering en een hoger gelegen werk/<br />
laad- en losvloer.<br />
This property has a cultural-historical value because<br />
it sheds a light on the development of both business<br />
and technology. The facade architecture of the miller’s<br />
house follows the traditional pattern whereas<br />
the functionality of the corn mill cuts across this<br />
pattern with a different dimension and an elevated<br />
shop- and loading/unloading floor.<br />
In de woning zijn alle tien de ramen consequent<br />
voorzien van bij elkaar passende bovenlichten. In deze<br />
historische lintbebouwing is de oude twee-eenheid<br />
zichtbaar van wonen en werken. Door de hedendaagse<br />
functiescheiding van woonwijk en bijvoorbeeld<br />
bedrijfsterrein zien we dat in de tegenwoordige<br />
architectuur weinig meer.<br />
De gevels worden beëindigd door een gootlijst,<br />
gootklossen en een dubbele uitkraging in de vorm van<br />
een bloktand. Daarboven zijn symmetrische dakkapellen<br />
aangebracht met een rondboogvenster. Ze passen<br />
in het ritme van de hele gevel. Merkwaardig zijn de<br />
twee topgevelachtige versieringen met een boog en<br />
aan weerszijden lisene-achtig metselwerk. Het front<br />
van de woning heeft een krachtige symmetrie door<br />
een compositie met een extra driedeling van de<br />
vensters. De gevelindeling van de woning is daardoor<br />
piramidaal van opzet.<br />
De maalderij en de woning hebben samen in alle<br />
bouwlagen respectievelijk 10 en 14 bogen.<br />
De vensterdorpels rusten op kleine decoratieve<br />
consoles. Het front van de maalderij is asymmetrisch<br />
door de combinatie van dubbele deuren en een grote<br />
bedrijfspoort in rode kleur. De aantrekkingskracht van<br />
deze gevelopeningen is versterkt door de rode kleur.<br />
All ten windows of the house have consistently been<br />
provided with matching transom windows. In this<br />
historical ribbon development the ancient twofoldness<br />
of living and working is visible. As a result of the<br />
modern separation of functions of residential area<br />
and for example company grounds, we hardly see<br />
this anymore in modern architecture.<br />
The facades have drip moulds at the end, and also<br />
cornice brackets and a double cantilevering of protruding<br />
bricks. Above it symmetrical dormer windows<br />
with an arched windowpane have been constructed.<br />
They fit in with the rhythm of the entire facade.<br />
Remarkable are the two gable end-like decorations<br />
with an arch and pilaster brickwork on both sides.<br />
The front of the house has a strong symmetry because<br />
of a composition with an additional threefold division<br />
of the windows. Thus the facade layout of the house<br />
has a pyramidical structure.<br />
Together the corn mill and the house have respectively<br />
10 and 14 arches in all building layers.<br />
The window sills are supported by small decorative<br />
consoles. The front of the corn mill is asymmetrical<br />
because of the combination of double doors and<br />
a large red-coloured company gate. The attractiveness<br />
of these facade openings is strengthened by the red<br />
colour.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
MIJNWERKERSWONINGEN<br />
Nieuwenhofstraat 2 t/m 20, Buttingstraat 28 t/m 46,<br />
Hoensbroek<br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 1908-1910<br />
Architect: Bouwbureau Staatsmijnen<br />
Monumentnr.: 512745 t/m 512749<br />
MINERS’ HOUSES<br />
Nieuwenhofstraat 2 to 20, Buttingstraat 28 to 46,<br />
Hoensbroek<br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 1908-1910<br />
Architect:<br />
Construction Office<br />
State Mines<br />
Monument no.: 512745 to 512749<br />
13<br />
Vijf blokken van vier rug-aan-rug woningen zijn<br />
gebouwd voor de mijnwerkers van de Staatsmijn<br />
Emma. Het zijn Hoensbroeks oudste mijnwerkerswoningen<br />
en ze zijn gebouwd in de tijd dat ook deze<br />
mijn, die overigens destijds geheel op het grondgebied<br />
van de gemeente <strong>Heerlen</strong> lag, werd aangelegd.<br />
De Emma kwam in 1911 in productie. We mogen ze<br />
scharen onder het industrieel erfgoed van de mijnen,<br />
want het Bouwbureau Staatsmijnen tekende deze<br />
bijzondere woningen met een hoge mate van architectuurhistorische<br />
en typologische zeldzaamheid.<br />
De panden vormen het beste voorbeeld van het<br />
oudste type mijnwerkerswoningen dat door de Staatsmijnen<br />
is gebouwd. De in totaal twintig woningen<br />
liggen op een licht glooiend terrein en hebben redelijk<br />
grote tuinen als herinnering aan de specifieke voorzieningen<br />
voor mijnwerkers wat de historische betekenis<br />
extra benadrukt. De tuinen dienden destijds vooral<br />
voor de verbouw van eigen groenten.<br />
Bovendien hebben de panden een redelijke mate van<br />
architectonische gaafheid van het exterieur, hoewel er<br />
verschillende bijbouwen zijn en intern nogal wat is<br />
verbouwd in de loop der jaren.<br />
Five blocks of four back-to-back houses were built for<br />
the miners of the State Mine Emma. They are Hoensbroek’s<br />
oldest miners’ houses and they were built in<br />
the time that also this mine was constructed, which,<br />
by the way, at that time was situated fully on the<br />
territory of the municipality of <strong>Heerlen</strong>. The Emma<br />
started production in 1911. The houses should be considered<br />
as industrial heritage of the mines because<br />
the Construction Office of the State Mines designed<br />
these special houses with a great extent of architectural-historical<br />
and typological rarity.<br />
The houses are the best example of the oldest type<br />
of miners’ houses that were built by the State Mines.<br />
The in total twenty houses are situated on slightly hilly<br />
grounds and they have reasonably large gardens as a<br />
recollection of the specific facilities for miners which<br />
is an extra emphasis on the historical significance.<br />
In those days the gardens primarily served for growing<br />
one’s own vegetables.<br />
The houses also have a reasonable degree of architectonic<br />
flawlessness of the exterior, although several<br />
extensions have been added and internally considerable<br />
rebuildings have taken place in the course of their<br />
existence.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
LOMA-HUIS<br />
Buttingstraat 24, Hoensbroek<br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 1928<br />
Architect: A.U. Ingwersen<br />
Monumentnr.: 512796<br />
LOMA-HOUSE<br />
Buttingstraat 24, Hoensbroek<br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 1928<br />
Architect:<br />
A.U. Ingwersen<br />
Monument no.: 512796<br />
14<br />
Dit gebouw staat bekend als het LOMA-huis en is<br />
gebouwd als Gezellenhuis voor protestante vrijgezelle<br />
mijnwerkers door het Amsterdams Jongelings<br />
Verbond. Van 1949 tot 1972 was het huis met 28<br />
kamers in bezit van Stichting Avondvrede die het als<br />
bejaardenhuis exploiteerde. Na 1972 functioneerde<br />
het nog enige tijd als appartementencomplex voor<br />
alleenstaande mannen, maar gaandeweg raakte het<br />
huis in onbruik en begon het verval. Toch is in de<br />
architectuurtaal van dit verwaarloosde monument<br />
de liefde en toewijding van metselaars, timmerlieden<br />
en andere bouwvakkers nog voelbaar.<br />
Arnold Ingwersen (1882-1959) was als gereformeerde<br />
architect vooral betrokken bij projecten uit die<br />
geloofsgemeenschap. Zijn omvangrijke oeuvre is<br />
traditionalistisch en past bij Amsterdamse school<br />
kenmerken zoals: steile daken, bijna verticaal gelegde<br />
dakpannen en lange doorlopende vensterreeksen met<br />
houten kozijnen.<br />
Beeldbepalend is de lange gevel aan de Mgr. Nolensstraat.<br />
Deze is asymmetrisch van opbouw. Een forse<br />
en hoge schoorsteen, oorspronkelijk even hoog als<br />
de nok, deelt deze gevel in tweeën en is als het ware<br />
de verticale tegenhanger van de horizontale vensterreeksen.<br />
Links van de schoorsteen bevindt zich een<br />
veranda met een balustrade, ook in een sterke horizontale<br />
geleding.<br />
Van de ramen is de oorspronkelijke roedeverdeling<br />
voor een deel nog intact. De doorschietende dakgoten<br />
eindigen met een opkrullend gebaar, welke aan<br />
het geheel een vriendelijke en gastvrije indruk geven.<br />
In de oostgevel bevindt zich een langgerekte erker<br />
en een gewelfd balkon ondersteund door een<br />
gemetselde ronde kolom. De borstwering bestaat<br />
uit metselwerk in blokverband met een motief van<br />
gevlochten versiering, ook wel baksteen mozaïek<br />
genoemd.<br />
This building is known as the LOMA-house and was<br />
built as Workman’s house for single Protestant miners<br />
by the Amsterdam Youth League. From 1949 until 1972<br />
the house with its 28 rooms was the property<br />
of the Avondvrede foundation which ran it as a house<br />
for the elderly. For some time after 1972 it was run<br />
as an apartment complex for single men, but in the<br />
course of time it passed into disuse and started to<br />
deteriorate. Yet in the architectural language of this<br />
deteriorated monument the love and dedication of<br />
bricklayers, carpenters and other construction workers<br />
can still be felt.<br />
As a Dutch Reformed architect Arnold Ingwersen<br />
(1882-1959) was mainly involved in projects from this<br />
religious community. His vast oeuvre is traditional and<br />
is in accordance with Amsterdam School characteristics<br />
such as: steep roofs, almost vertically positioned<br />
roof tiles and long continuous series of windows with<br />
wooden window frames.<br />
Iconic is the long facade at the Mgr. Nolensstraat.<br />
Its construction is asymmetrical. A robust and high<br />
chimney originally just as high as the crest divides<br />
this facade into two parts, as it were it is a vertical<br />
opposite of the horizontal series of windows. On the<br />
left of the chimney is a veranda with a balustrade<br />
also with a strong horizontal orientation.<br />
A part of the original window panelling is still intact.<br />
The overshooting gutters end with a curling gesture,<br />
which gives it all a friendly and hospitable impression.<br />
In the east wing there is an elongated bay window<br />
and an arched balcony supported by a round brick<br />
column. The balustrade consists of block bond masonry<br />
with a motif of braided decoration, also called brick<br />
mosaic.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
WOONHUIS DE SMET<br />
Kouvenderstraat 132, Hoensbroek<br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 1930-1931<br />
Architect: C. de Smet<br />
Monumentnr.: 523284<br />
DE SMET RESIDENCE<br />
Kouvenderstraat 132, Hoensbroek<br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 1930-1931<br />
Architect:<br />
C. de Smet<br />
Monument no.: 523284<br />
15<br />
Dit huis is een interessant voorbeeld van het Nieuwe<br />
Bouwen in Limburg. De uiterlijke verschijningsvorm<br />
sluit aan bij deze stijl, ondanks de gekozen traditionele<br />
bouwmethode (hout en steen) en de toepassing van<br />
glas-in-lood ramen.<br />
In de jaren dertig was Mies van der Rohe een ‘popster’<br />
in de veranderende wereld van de architectuur.<br />
Hij bouwde spraakmakende gebouwen, zoals het<br />
paviljoen voor de wereldtentoonstelling in Barcelona.<br />
In de regio vinden wij veel moderne gebouwen uit<br />
dezelfde bouwtijd (1930-1931).<br />
Het vrijstaande woonhuis van Camille de Smet heeft<br />
twee bouwlagen onder een plat dak. Kenmerkend zijn<br />
de zuivere onversierde vormen. Het toegepaste<br />
bouwmateriaal is baksteen, voorzien van een witte<br />
pleisterlaag. De plint is uitgevoerd in donkerbruin<br />
metselwerk. Dat wekt de illusie dat het huis is<br />
opgetild. De gevelopeningen zijn voorzien van<br />
rechthoekige blauw geverfde stalen vensters.<br />
De frontgevel wordt gedomineerd door een grote<br />
rondboogvormige uitbouw over beide bouwlagen.<br />
In dit bouwdeel zitten een reeks hoge vensters en<br />
in de tweede bouwlaag een driedelig glas-in-lood<br />
venster. Aan de rechterzijgevel is een serre aangebouwd<br />
met hierop een balkon met balustrade en<br />
een balkondeur met een klein betonnen luifeltje.<br />
In de zijgevel zijn hoge schoorstenen opgenomen.<br />
Na de Tweede Wereldoorlog werd de bijkeuken<br />
uitgebreid tot kantoor. De indeling op de begane<br />
grond werd in 1971 enigszins gewijzigd. In 2005 vond<br />
een restauratie plaats door Architectenbureau<br />
Beckers.<br />
This house is an interesting example of the ‘Nieuwe<br />
Bouwen’ (‘New Construction’) trend in Limburg.<br />
The outward appearance matches with this style,<br />
in spite of the chosen traditional construction style<br />
(wood and stone) and the application of stained-glass<br />
windows.<br />
In the thirties, Mies van der Rohe was a ‘popstar’<br />
in the changing world of architecture. He built controversial<br />
buildings such as the pavilion for the World<br />
Exhibition in Barcelona. In the region we find many<br />
modern buildings from that same period (1930-1931).<br />
The detached residence by Camille de Smet has two<br />
levels under a flat roof. Characteristic are the pure<br />
undecorated forms. The applied material is brick,<br />
clad in white plaster. The plinth is made out of<br />
dark-brown masonry. Thus the illusion is created<br />
of the house being levitated. The facade openings<br />
are fitted with rectangular blue-painted steel windows.<br />
The front facade is dominated by a large arch-shaped<br />
extension covering both levels. In this component<br />
there is a series of high windows and on the second<br />
level there is a threefold stained-glass window.<br />
At the right facade a sun lounge has been added<br />
with on top of it a balcony with balustrade and<br />
a balcony door with a small concrete porch. In the<br />
side facade high chimneys have been incorporated.<br />
After the Second World War the pantry was renovated<br />
into an office. The ground-floor plan was slightly<br />
altered in 1971. In 2005 a restoration was performed<br />
by the architectural firm of Beckers.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
KLEINE ST. JAN<br />
Hoofdstraat 63, Hoensbroek<br />
Huidige functie: Kerk<br />
Bouwjaar: 14 e eeuw<br />
Architect: Onbekend<br />
Monumentnr.: 21243<br />
LITTLE ST. JOHN<br />
Hoofdstraat 63, Hoensbroek<br />
Current function: Church<br />
Year of construction: 14th century<br />
Architect:<br />
Unknown<br />
Monument no.: 21243<br />
16<br />
Het is niet bekend wanneer in Hoensbroek het eerste<br />
kerkje werd gebouwd. De “Stichtingsoorkonde”<br />
spreekt over “een vanouds bestaande kapel”.<br />
Het is mogelijk dat het kerkje pas na de kerkelijke<br />
afscheiding van <strong>Heerlen</strong> in 1390 gebouwd is ter<br />
vervanging van een ouder kerkje en dat de fundamenten<br />
van dit vroegere kerkje zijn gebruikt voor<br />
de bouw van het 14 e eeuwse kerkje.<br />
Toren, schip en koor zijn, kort na elkaar, eind 14 e eeuw<br />
gebouwd in steen en hadden een gotische kroonlijst.<br />
Het koor was voorzien van een gewelf en spitsboogvensters.<br />
Het middenschip had een vlakke houten<br />
zoldering. Lichtbeukvensters waren de enige lichtbronnen<br />
in het middenschip. De beide zijbeuken<br />
hebben geen vensters gehad.<br />
Begin 16 e eeuw kreeg het middenschip zwaardere<br />
scheibogen en stenen gewelven, waardoor de lichtbeuken<br />
boven de gewelven kwamen te liggen.<br />
Nadat ook de zijbeuken waren verhoogd, werd het<br />
hele schip onder één doorlopend zadeldak geplaatst.<br />
In de zijbeuken kwamen grote vensters, waardoor er<br />
voldoende licht in het middenschip kon doordringen.<br />
Eind 17 e eeuw (1680) werd het koor over de gehele<br />
lengte in baksteen verhoogd. De sacristie aan de<br />
zuidzijde dateert uit 1725.<br />
In 1900 werd de toren gerestaureerd. Bij de restauratie<br />
in 1909-1910 door W. Sprenger heeft men de pseudo<br />
basilicale vorm hersteld, de zijbeuken voorzien van<br />
lessenaarsdaken en werden er neogotische vensters<br />
aangebracht. De laatste grote restauratie dateert uit<br />
1990.<br />
It is unknown when the first church was built in Hoensbroek.<br />
The “Charter of Foundation” mentions a longstanding<br />
chapel. It is possible that the church was only<br />
built after the ecclesiastical separation from <strong>Heerlen</strong><br />
in 1390 as a replacement for an even older church and<br />
that the foundation of this early church has been used<br />
for the construction of the 14th century church.<br />
Shortly after each other, by the end of the 14th<br />
century, tower, nave and choir were built in stone<br />
and had a gothic cornice. The choir had a dome and<br />
gothic arched windows. The nave had a flat wooden<br />
loft. Clerestory windows were the only light sources<br />
for the nave. Both side aisles had no windows.<br />
At the beginning of the 16th century the nave got<br />
heavier formerets and stone domes, positioning<br />
the clerestory windows above the domes.<br />
After the side aisles had also been raised, the entire<br />
nave was positioned under one continuous saddle<br />
roof. In the side aisles large windows were placed,<br />
allowing sufficient light to penetrate the nave.<br />
By the end of the 17th century (1680) the entire length<br />
of the choir was raised in bricks. The sacristy on the<br />
southside dates from 1725.<br />
In 1900 the tower was restored. During the restoration<br />
in 1909-1910 by W. Sprenger the pseudo-basilica shape<br />
was restored, the side aisles provided with pent roofs<br />
and neo-gothic windows were installed. The last major<br />
restoration dates from 1990.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
KASTEEL HOENSBROEK<br />
Klinkertstraat 110, Hoensbroek<br />
Huidige functie: Museum<br />
Bouwjaar: 14 e eeuw<br />
Architect: In de 17 e eeuw M. Dousin sr. en jr.<br />
Monumentnr.: 21244<br />
HOENSBROEK CASTLE<br />
Klinkertstraat 110, Hoensbroek<br />
Current function: Museum<br />
Year of construction: 14th century<br />
Architect:<br />
In the 17th century<br />
M. Dousin Sr. and Jr.<br />
Monument no.: 21244<br />
17<br />
De familie Hoen (Hune) wordt al in de 12 e eeuw<br />
genoemd. Al vòòr 1388 was het gebouw een vesting,<br />
het “Gebrookhoes” genoemd. In 1388 werd het dorp<br />
“In ghen Broeck” afgescheiden van <strong>Heerlen</strong>.<br />
The Hoen (Hune) family is already mentioned in the<br />
12th century. Already before 1388 the building was<br />
a stronghold, called the “Gebrookhoes”. In 1388 the<br />
village “In ghen Broeck” was separated from <strong>Heerlen</strong>.<br />
Midden 18 e eeuw had het geslacht Van Hoensbroek<br />
door erfenis haar bezittingen uitgebreid met<br />
de kastelen Hillenraad en Bleyenbeek en via de<br />
vrouwelijke lijn had zij de graventitel verworven.<br />
Het hele complex heeft vier torens: een vierkante en<br />
een ronde hoektoren en de poortvleugels hebben nog<br />
twee vierkante hoektorens. De oorsprong van het<br />
kasteel lag op de plaats waar nu de derde binnenplaats<br />
ligt. Het buitenaanzicht dateert uit de 17 e eeuw.<br />
In deze eeuw werden het grootste gedeelte van het<br />
herenhuis, de slothoeven, de economiegebouwen,<br />
de poorthuizen en de bruggen gebouwd naar het<br />
ontwerp van architect Matthieu Dousin uit Visé.<br />
Nadien stond het kasteel vaak leeg. In de eerste helft<br />
van de 19 e eeuw werden nog herstelwerkzaamheden<br />
uitgevoerd. Daarna niet meer.<br />
Pastoor Röselaars van Hoensbroek heeft in de twintiger<br />
jaren de Vereniging Ave Rex Christe opgericht.<br />
Deze vereniging heeft het kasteel in 1927 gekocht en<br />
is nog steeds eigenaar.<br />
Kasteel Hoensbroek bestaat tegenwoordig uit een<br />
door grachten omgeven kasteel met twee zeer grote<br />
U-vormige voorburchten. In de U-vormige voorburchten<br />
zijn conferentiezalen en horecagelegenheden<br />
ondergebracht.<br />
In het eigenlijke kasteel zijn de zalen en kamers<br />
ingericht naar de stijl van de periode waarin zij zijn<br />
gebouwd. Dit gedeelte is als museum te bezichtigen.<br />
Kasteel Hoensbroek is een van de grootste en best<br />
bewaarde kastelen in de regio Maas-Rijn.<br />
In the middle of the 18th century the house Van<br />
Hoensbroek had extended its possessions with the<br />
Hillenraad and the Bleyenbeek castles through inheritances<br />
and via the female line they had acquired<br />
the title of count.<br />
The entire complex has four towers: a square and<br />
a round corner tower and the gate elements have<br />
two additional square corner towers. The origin of<br />
the castle was in the place of the current third inner<br />
courtyard. The external appearance dates from the<br />
17th century. During this century the largest part of<br />
the mansion, the castle farms, the production buildings,<br />
the gate houses and the bridges were built<br />
according to a design by the architect Matthieu<br />
Dousin from Visé.<br />
After that the castle often stood empty. In the first<br />
half of the 19th century still some additional repair<br />
work was performed. After that no more.<br />
Father Röselaars of Hoensbroek founded the Ave Rex<br />
Christe Society in the twenties. This Society bought<br />
the castle in 1927 and still owns it today.<br />
Currently Hoensbroek castle consists of a castle<br />
surrounded by moats with two very large U-shaped<br />
outer forts. In the U-shaped outer forts there are<br />
conference rooms and catering facilities.<br />
In the actual castle the halls and rooms have been<br />
furnished in the style of the period in which they were<br />
built. This part is now a museum and may be visited.<br />
Hoensbroek castle is one of the largest and bestpreserved<br />
castles in the Meuse-Rhine region.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
HOEVE ESSCHENWEG<br />
Esschenweg 119, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 18 e eeuw<br />
Architect: Onbekend<br />
Monumentnr.: 21246<br />
ESSCHENWEG FARMSTEAD<br />
Esschenweg 119, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 18th century<br />
Architect:<br />
Unknown<br />
Monument no.: 21246<br />
18<br />
In feite is Ten Esschen van oudsher een buurtschap<br />
van Voerendaal, rond een hoeve en leengoed met<br />
dezelfde naam. Bij de voetgangersbrug liep vroeger<br />
een verbindingsweg naar Rennemig en de Stationskolonie<br />
van Hoensbroek.<br />
Actually Ten Esschen has traditionally been a hamlet<br />
belonging to Voerendaal, situated around a farmstead<br />
and fiefdom with the same name. Near the footbridge<br />
there used to be a connecting road to Rennemig and<br />
the Station colony of Hoensbroek.<br />
In het Uitbreidingsplan van 1936 projecteerde Jos<br />
Klijnen ‘groene zones’ langs de Geleenbeek, maar ook<br />
een autoweg, komende vanuit het centrum van<br />
<strong>Heerlen</strong> in de richting van Sittard. Deze contrasten<br />
bepalen tot op de dag van vandaag de aanblik van<br />
Ten Esschen.<br />
Tegenwoordig ligt deze hoeve, evenals de hoeve<br />
Berghof, ingeklemd tussen de autowegen A76 en<br />
N281, grenzend aan Voerendaal en Nuth. Hier ligt een<br />
heuvelrug, Optenesschenberg, met aan de zuidwestelijke<br />
kant het kronkelende Geleenbeekdal en aan<br />
de noordoostelijke kant het industrieterrein Ten<br />
Esschen en de Woonboulevard <strong>Heerlen</strong>.<br />
De visuele invloed van de bedrijfsterreinen, met<br />
grootschalige reclame-uitingen, op de overgang<br />
van Parkstad Limburg en het schilderachtige<br />
Zuid-Limburgse Heuvelland is hier groot.<br />
Interessant is de vergelijking van de twee voorgevels<br />
nummer 119 en nummer 121. De oorspronkelijke baksteen<br />
aan de buitenkant is links geverfd en rechts<br />
roodbruin gebleven. De twee poorten lijken op het<br />
eerste gezicht op elkaar. Wie beter kijkt ziet links een<br />
korfboog gemetseld met drie cirkelstralen en rechts<br />
een segmentboog met slechts een deel van een<br />
cirkelboog.<br />
Deze hoeve heeft de vorm van een haak. De oudere<br />
gedeelten zijn in mergel gebouwd, de jongere in<br />
baksteen. De jaarankers geven als datering het jaar<br />
1751 aan. In 1988 werd het interieur door de huidige<br />
eigenaar vernieuwd.<br />
In the 1936 ‘Uitbreidingsplan’ (Development Plan) Jos<br />
Klijnen projected ‘green zones’ along the Geleenbeek,<br />
but also a motorway coming from the town centre of<br />
<strong>Heerlen</strong> in the direction of Sittard. To this very day<br />
these contrasts determine the sight of Ten Esschen.<br />
Today this farmstead as well as the Berghof farmstead<br />
is stuck between the A76 and the N281 motorways,<br />
bordering on Voerendaal and Nuth. Here is a ridge,<br />
Optenesschenberg, with on its south-west side<br />
the meandering Geleenbeek valley and on the northeast<br />
side the industrial zone Ten Esschen and the<br />
furniture strip <strong>Heerlen</strong>.<br />
The visual influence of the industrial zone, with its<br />
large-scale advertising displays, on the transition from<br />
Parkstad Limburg and the picturesque hills of South-<br />
Limburg is large here.<br />
Of interest is the comparison of the two front facades<br />
of number 119 and number 121. The original brick on<br />
the outside was painted on the left side and kept in<br />
its original red-brown colour on the right side. At first<br />
glance the two gates resemble each other. Closer<br />
study reveals a stone mason basket-handle on the left<br />
with three circle beams and on the right an arched<br />
segment with only a part of an arch.<br />
This farmstead is hook-shaped. The older parts are of<br />
marl, the more recent part of brick. The date anchors<br />
indicate the year 1751. In 1988 the interior was renovated<br />
by its current owner.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
HOEVE BERGHOF<br />
Esschenweg 111, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: B&B<br />
Bouwjaar: 19 e eeuw<br />
Architect: Onbekend<br />
Monumentnr.: 21245<br />
BERGHOF FARMSTEAD<br />
Esschenweg 111, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: B&B<br />
Year of construction: 19th century<br />
Architect:<br />
Unknown<br />
Monument no.: 21245<br />
19<br />
Hoeve Berghof is gelegen langs de weg van <strong>Heerlen</strong><br />
naar Hoensbroek. Het is een groot gebouw van<br />
baksteen met een binnenplaats. Aan de voorzijde<br />
van het pand, links van de poort, zien we zes ramen<br />
met roedenverdeling en omlijstingen van hardsteen.<br />
Boven de ellipsboogvormige poort treffen we een<br />
nisje aan (mogelijk voor een Mariabeeld) met daarboven<br />
een raam. Net zoals in de bovenverdieping,<br />
links naast de poort.<br />
Het karakter sluit aan bij de kenmerken van veel<br />
Limburgse carréhoeves. De binnenplaats is trapeziumvormig,<br />
wat wijst op een langdurig bouwproces<br />
waarbij de stallen en schuren geleidelijk in het vierkant<br />
werden opgenomen. Evenals bij hoeve “de Struiver”<br />
zijn ook hier de houten luiken en poorten fraai geschilderd.<br />
De naam van de hoeve heeft waarschijnlijk te<br />
maken met het oorspronkelijke gehucht: Optenesschenberg.<br />
Het gedeelte rechts naast de poort wijkt wat bouwmateriaal<br />
betreft duidelijk af van de rest van het<br />
gebouw. Mogelijk is dit deel herbouwd of later aangebouwd.<br />
Aan de straatkant zien we twee hekpijlers van mergelsteen<br />
met hoekzuiltjes, beiden uit de 19 e eeuw. Dit zijn<br />
de resten van een statige oprijlaan, die hier vroeger<br />
gelegen moet hebben.<br />
Deze zeer landschappelijk gelegen hoeve wordt<br />
tegenwoordig geëxploiteerd als B&B.<br />
The Berghof farmstead is situated along the road from<br />
<strong>Heerlen</strong> to Hoensbroek. It is a large brick building<br />
with an inner courtyard. On the front of the building,<br />
left of the gate, there are six panelled windows with<br />
bluestone frames. Above the oval-shaped gate there<br />
is a small niche (possibly for a statue of the Virgin<br />
Mary) with a window above it. The same applies to<br />
the top floor, left of the gate.<br />
The character is in line with the characteristics of<br />
many square Limburg farmsteads. The inner courtyard<br />
is trapezoidal which is an indication of a long building<br />
process during which the stables and barns were<br />
gradually included in the square. Just as with the<br />
“de Struiver” farmstead here also the wooden shutters<br />
and gates have been painted beautifully. The name<br />
of the farmstead probably has something to do with<br />
the original hamlet: Optenesschenberg.<br />
The building material of the part on the right of<br />
the gate clearly deviates from the rest of the building.<br />
This part may later have been rebuilt or added to<br />
the building.<br />
On the street side there are two marlstone gate<br />
columns with small corner pillars, both from the 19th<br />
century. These are the remnants of a grand drive way,<br />
that once must have been here.<br />
Nowadays this very rurally situated farmstead is run<br />
as a B&B.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
MONTJOVE TEN ESSCHEN<br />
Bij Ten Esschen 2, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Wegkapelletje<br />
Bouwjaar: 18 e eeuw<br />
Architect: Onbekend<br />
Monumentnr.: 21247<br />
MONTJOVE TEN ESSCHEN<br />
Near Ten Esschen 2, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Small roadside chapel<br />
Year of construction: 18th century<br />
Architect:<br />
Unknown<br />
Monument no.: 21247<br />
20<br />
De Franse term ‘montjove’ wordt wel vertaald als<br />
‘heilig huisje’. Het zijn in wezen wegkapelletjes op een<br />
zuil. Dit zeldzame voorbeeld is van hard- en zandsteen<br />
en wordt bekroond met een zogeheten attiek als<br />
drager van een eenvoudige crucifix. In het middengedeelte<br />
een schelpnisje, waar kaarsen of bloemen<br />
werden geplaatst.<br />
Sometimes the French term ‘montjove’ is translated<br />
as ‘small holy house’. In fact they are small roadside<br />
chapels placed on a pillar. This rare example is of<br />
bluestone combined with sandstone and is crowned<br />
by a so-called attic supporting a simple crucifix.<br />
The midsection contains a small shell-shaped niche<br />
in which candles or flowers were placed.<br />
Dit wegkapelletje heeft de vorm van een cenotaaf.<br />
Een cenotaaf is een grafteken dat wordt opgericht ter<br />
nagedachtenis aan overledenen van wie het stoffelijk<br />
overschot ergens anders is begraven of onvindbaar is.<br />
Volgens de overlevering zou het dochtertje van een<br />
gravin door een ongeval met een koets op deze plek<br />
zijn overleden.<br />
In het schelpvormig nisje staat een Piëta, beschermd<br />
door een glazen deurtje. Een Piëta (Italiaans pietà,<br />
wat ‘compassie’ of ‘piëteit’ betekent) is in de kunst<br />
de benaming voor een afbeelding of uitbeelding van<br />
de dode Christus vergezeld door Maria of engelen.<br />
Onderaan biedt het opschrift een datering 1767.<br />
De heilige huisjes roepen op tot (schiet)gebed en<br />
deze tekst vraagt te bidden voor de zielen van nabestaanden<br />
in het vagevuur. De afkorting C.L. kan duiden<br />
op de initialen van de stichter. Meer aannemelijk is dat<br />
zij staan voor ‘Christum Laudat’: ‘Looft Jezus Christus’.<br />
Dit minuscule kapelletje staat tegen de woning op<br />
Ten Esschen 2.<br />
This small roadside chapel has the shape of a cenotaph.<br />
A cenotaph is a monument erected in memory<br />
of the deceased whose mortal remains are buried<br />
elsewhere or cannot be found. Tradition has it that<br />
the little daughter of a countess died on this spot<br />
due to an accident with a carriage.<br />
There is a Pietà in the shell-shaped niche protected<br />
by a small glass door. In art a Pietà (originally Italian,<br />
meaning ‘compassion’ or ‘piety’) is the name of a<br />
picture or representation of the dead Christ accompanied<br />
by the Virgin Mary or by angels.<br />
The inscription at the bottom side states the year 1767.<br />
The small holy houses call people to (short) prayers<br />
and this text asks people to pray for the souls of relatives<br />
in purgatory. The abbreviation C.L. might indicate<br />
the initials of the founder. More likely they stand for<br />
‘Christum Laudat’: ‘Praise the Lord Jesus Christ’.<br />
This tiny chapel is placed against the house at<br />
Ten Esschen 2.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
HOEVE DE STRUIVER<br />
Ten Esschen 80, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Geen<br />
Bouwjaar: 18 e eeuw<br />
Architect: Onbekend<br />
Monumentnr.: 21249<br />
FARMSTEAD THE STRUIVER<br />
Ten Esschen 80, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: None<br />
Year of construction: 18th century<br />
Architect:<br />
Unknown<br />
Monument no.: 21249<br />
21<br />
Ten zuiden van Ten Esschen ligt een motte van<br />
ongeveer 35 meter doorsnede waarop waarschijnlijk<br />
ooit een kasteel gebouwd moet zijn geweest.<br />
Dit kasteel Struiver werd ook wel Groot Geitsbach of<br />
Alden Lenartshoff genoemd. Het “Hoff zo Gheisbach”<br />
wordt voor het eerst vermeld in 1381.<br />
South of Ten Esschen there is a motte with a diameter<br />
of approximately 35 metres on which in<br />
all likelihood once a castle must have been built.<br />
This Struiver castle was also called Groot Geitsbach<br />
or Alden Lenartshoff. The “Hoff zo Gheisbach” is first<br />
mentioned in 1381.<br />
Het was Baron Wynand Theodor van Wijlre die in 1747<br />
ten oosten van de huidige motte de hoeve Struiver liet<br />
bouwen, mogelijk als opvolger van een eerdere hoeve.<br />
Aan het eind van de 19 e eeuw kwam het goed in<br />
handen van de familie van Aken.<br />
De hoeve met binnenplaats (ankerjaartal 1742) is<br />
opgetrokken van baksteen met speklagen en is<br />
voorzien van taustenen tussendorpelkozijnen en<br />
houten segmentboogvensters.<br />
Een speklaag is in de bouwkunst een horizontale<br />
versiering in een gevel. In Limburg is het meestal<br />
een doorlopende lichtgekleurde strook van mergel of<br />
Kunradersteen, aangebracht tussen de normale lagen<br />
baksteen. Een speklaag wordt gebruikt om voor wat<br />
meer afwisseling te zorgen in een gevel. Daarbij<br />
spelen niet alleen esthetische overwegingen, maar<br />
ook de beschikbaarheid van bouwmaterialen een rol.<br />
Opvallend bij Hoeve de Struiver is het ‘zebrastrepenpatroon’<br />
waarbij beide verschillend gekleurde lagen<br />
ongeveer even breed zijn.<br />
Diverse pogingen om de hoeve te restaureren zijn<br />
vooralsnog gestrand.<br />
It was Baron Wynand Theodor of Wijlre who had the<br />
Struiver farmstead built in 1747 east of the present day<br />
motte, possibly as a successor to a previous farmstead.<br />
At the end of the 19th century the property was<br />
obtained by the van Aken family.<br />
The farmstead with inner courtyard (wall anchor date<br />
1742) is built of brick with string courses and has tau<br />
stone transom windows and wooden arched windows.<br />
In architecture a string course is a horizontal decoration<br />
in a facade. In Limburg this usually is a continuous<br />
light-coloured strip of marl or Kunrader stone applied<br />
between the regular brick layers. A string course is<br />
used for creating a greater variation in a facade. Here<br />
not only esthetical aspects play a role, but also the<br />
availability of building materials. Striking for farmstead<br />
de Struiver is the ‘zebra-pattern’ where both differently<br />
coloured layers have approximately the same width.<br />
Several attempts to renovate the farmstead have<br />
failed so far.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
HOEVE ROTAN RENTENAAR<br />
Ten Esschen 26, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 19 e eeuw<br />
Architect: Onbekend<br />
Monumentnr.: 21248<br />
FARMSTEAD ROTAN<br />
RENTENAAR<br />
Ten Esschen 26, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 19th century<br />
Architect:<br />
Unknown<br />
Monument no.: 21248<br />
22<br />
In de 14 e eeuw wordt Reyner van den Esschen als leenman<br />
genoemd en in 1519 Lens van Esschen.<br />
Heyntgen Ubachs, geboren rond 1535, gehuwd met<br />
Lysken van den Esschen, komt samen met zijn broers<br />
en zussen op 1 augustus 1559 in het bezit van het<br />
leengoed Ten Esschen met bijbehorende weilanden en<br />
landerijen. De familie Ubachs had familiaire banden<br />
met het riddergeslacht Van Reterbeek, de latere<br />
graven van Schaesberg afkomstig van het nabijgelegen<br />
kasteel Retersbeek. Vele telgen uit dit<br />
geslacht zouden in de nakomende eeuwen schepen<br />
zijn in de schepenbank <strong>Heerlen</strong>. In 1755 en 1774<br />
werden verschillende hoeves overvallen door<br />
de bokkenrijders.<br />
Het gehucht kende oorspronkelijk een Hoeve ten<br />
Esschen. Door het verleggen van de stadsautoweg in<br />
zuidwestelijke richting kwam de Hoeve ten Esschen in<br />
het gedrang, raakte in verval en werd in 1975 gesloopt.<br />
De hier besproken hoeve uit de 19 e eeuw is het woongedeelte<br />
van een carréboerderij in dit gehucht.<br />
De grotendeels gesloten noordwestgevel heeft twee<br />
poorten. In de zuidoostgevel zitten de entree en<br />
zeven ramen in een compositie die twee verschillende<br />
bouwperioden doet vermoeden.<br />
Op de eerste verdieping bevinden zich vier stuks met<br />
20-ruits wit geverfde vensters. Op de begane grond<br />
naast de voordeur bevinden zich drie stuks met<br />
24-ruits wit geverfde vensters. De groen geverfde<br />
luiken en de hoge ligging bij de splitsing van wegen<br />
zorgen voor een opvallende aanblik in het dorpsgezicht.<br />
De hoeve is ook bekend als Rotan-Rentenaar. Er was<br />
een bedrijf gevestigd dat tafels en stoelen leverde van<br />
Rotan dat in de wederopbouwperiode populair was.<br />
In the 14th century Reyner van den Esschen is<br />
mentioned as liegeman and in 1519 Lens van Esschen.<br />
Heyntgen Ubachs, born around 1535, married to<br />
Lysken van den Esschen, together with his brothers<br />
and sisters acquired the ownership of the fiefdom<br />
Ten Esschen and its accompanying meadows and<br />
lands on 1 August 1559. The Ubachs family had family<br />
ties with the knightly house of Van Reterbeek,<br />
the later counts of Schaesberg who originated from<br />
the nearby Retersbeek castle. In the centuries<br />
to follow many descendants of this house would<br />
become aldermen of the <strong>Heerlen</strong> college of aldermen.<br />
In 1755 and 1774 many different farmsteads were<br />
raided by the Goat riders.<br />
Originally the hamlet knew a Hoeve ten Esschen.<br />
As a result of the repositioning of the city motorway<br />
in south-west direction the ten Esschen farmstead<br />
found itself ended up in a tight corner, deteriorated<br />
and was demolished in 1975.<br />
The 19th century farmstead discussed here is the<br />
residential part of a square farm in this hamlet.<br />
The largely closed north-west wing has two gates.<br />
The south-east facade contains the entry and seven<br />
windows in a composition that suggests two different<br />
construction periods.<br />
On the first floor are four white painted 20-pane<br />
windows. On the ground floor next to the front door<br />
are three white painted 24-pane windows. The greenpainted<br />
shutters and its elevated position at the<br />
branching of roads provide a striking view within<br />
the view of the village.<br />
The farmstead is also known as Rotan-Rentenaar.<br />
Once it accommodated a company that manufactured<br />
tables and chairs of rotan (‘rattan’) which was popular<br />
during the post-war reconstruction period.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
MOTTE DE STRUIVER<br />
Ten Esschen, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Kasteelheuvel<br />
Bouwjaar: Middeleeuwen<br />
Architect: Onbekend<br />
Monumentnr.: 46184<br />
MOTTE DE STRUIVER<br />
Ten Esschen, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Castle mound<br />
Year of construction: Middle Ages<br />
Architect:<br />
Unknown<br />
Monument no.: 46184<br />
23<br />
De motte de Struiver, Struijver of Struver was een<br />
middeleeuws mottekasteel gelegen bij de buurtschap<br />
Ten Esschen. Het betreft hier een abschnittsmotte,<br />
waarbij voor de aanleg geen heuvel is opgeworpen,<br />
maar in plaats daarvan aan enige zijden aarde is<br />
weggehaald. De kasteelheuvel wordt omringd door<br />
een diepe, droge gracht en heeft een diameter van<br />
ongeveer 35 meter. Inclusief gracht heeft het geheel<br />
een doorsnede van ongeveer 70 meter. De heuvel ligt<br />
in löss op de grens van het beekdal van de Geleenbeek<br />
met het terras.<br />
Op de motte heeft waarschijnlijk ooit een uit vakwerk<br />
opgetrokken of houten kasteel gestaan. Dit kasteel<br />
Struiver werd ook wel Groot Geitsbach of Alden<br />
Lenartshoff genoemd.<br />
Het Hoff zo Gheisbach wordt voor het eerst vermeld<br />
in 1381. Tussen 1537 en 1662 was het kasteel in handen<br />
van het geslacht van Schwartzenberg, waarna het<br />
overging in de handen van Caspar van Broich.<br />
Vanaf 1763 waren het huis en de hof in handen van<br />
de familie Breuls. In het begin van de 18 e eeuw kwam<br />
het goed in handen van de baronnen van Wijlre die<br />
tevens kasteel Terworm in bezit hadden. Het was<br />
Baron Wynand Theodor van Wijlre die in 1747 ten<br />
oosten van de huidige motte de hoeve Struiver liet<br />
bouwen, mogelijk als opvolger van een eerdere hoeve.<br />
Aan het eind van de 19 e eeuw kwam het goed in<br />
handen van de familie van Aken.<br />
Er is nog geen archeologisch onderzoek gedaan naar<br />
de bebouwing op de motte. Het is niet duidelijk<br />
wanneer deze bebouwing verdwenen is.<br />
The motte de Struiver, Struijver or Struver was a<br />
medieval mound castle situated close to the hamlet<br />
of Ten Esschen. It is a so-called ‘abschnitts’ motte,<br />
for which not a hill was created but instead earth<br />
was removed from some sides. The castle mound is<br />
enclosed by a deep, dry moat and has a diameter of<br />
approximately 35 metres. Including the moat the<br />
overall structure has a diameter of approximately 70<br />
metres. The mound is situated in loess on the border<br />
of the stream valley of the Geleenbeek and the<br />
terrace.<br />
It is likely that in the old days there might have been<br />
a ‘built out of craftsmanship’ or wooden castle on<br />
the motte. This Struiver castle was also called Groot<br />
Geitsbach or Alden Lenartshoff.<br />
The Hoff zo Gheisbach was first mentioned in 1381.<br />
Between 1537 and 1662 the castle was owned by<br />
the house of Schwartzenberg, after that possession<br />
passed on into the hands of Caspar van Broich.<br />
From 1763 both house and farmstead were owned<br />
by the Breuls family. In the beginning of the 18th<br />
century the property came in the possession of the<br />
barons of Wijlre who also owned Terworm castle.<br />
It was Baron Wynand Theodor of Wijlre who had<br />
the Struiver farmstead built in 1747 east of the present-day<br />
mound, possibly as a successor to a previous<br />
farmstead. At the end of the 19th century the property<br />
passed into the hands of the van Aken family.<br />
No archaeological research has been done yet into<br />
the building development on the motte. It is unclear<br />
when this construction disappeared.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
HOEVE GITSBACH<br />
Terworm 6, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Boerderij en woning<br />
Bouwjaar: 17 e eeuw<br />
Architect: Onbekend<br />
Monumentnr.: 21271<br />
FARMSTEAD GITSBACH<br />
Terworm 6, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Farm and residence<br />
Year of construction: 17th century<br />
Architect:<br />
Unknown<br />
Monument no.: 21271<br />
24<br />
De hoeve is gebouwd van baksteen en vakwerk,<br />
rondom een gesloten binnenplaats met een rechthoekige<br />
ingang en vensteromlijstingen van hardsteen.<br />
In haar huidige vorm dateert zij uit de 17 e eeuw.<br />
The farmstead is built of brick in a half-timbered<br />
construction, around an enclosed courtyard with a<br />
rectangular entrance and bluestone window frames.<br />
In its current condition it dates from the 17th century.<br />
Onder de naam “Wolfsbroek” wordt zij al in archieven<br />
van rond 1400 genoemd. De naam is ontleend aan<br />
de ligging van de hoeve tussen het kasteel Terworm<br />
en de spoordijk. Daar waar het Wolfsbroek uitmondt<br />
in het Geleenbeekdal. De naam Gitsbach komt van<br />
Gieszbach, wat wellicht de naam is voor een beek<br />
die veel verval heeft en snel stroomt. Andere naamkundigen<br />
achten de afleiding van “Geitebeek” waarschijnlijker.<br />
In 1570 was de hoeve in bezit van de familie Van<br />
Schwartzenberg. Tussen 1729 en 1739 kwam zij bij<br />
de goederen van Terworm. De hoeve is tegenwoordig<br />
in particulier bezit, verkeert in een goede staat en<br />
wordt als boerderij en voor woondoeleinden gebruikt.<br />
In 2005 is de hoeve door architect Ingrid Beckers<br />
verbouwd. Daarbij zijn de gesloten gevels op een<br />
bescheiden manier van lichtopeningen voorzien ten<br />
behoeve van vier appartementen. Een oude schuur<br />
in de oosthoek is vervangen door een nieuwe hoekoplossing<br />
van cortenstaal. Aanvankelijk werd cortenstaal<br />
vooral toegepast in de scheeps- en de bruggenbouw,<br />
maar inmiddels duikt het materiaal ook op in<br />
de architectuur. Daarbij is het karakter vernieuwend,<br />
maar laat ook de historische context, zoals hier, in haar<br />
waarde.<br />
Under the name “Wolfsbroek” it is already mentioned<br />
in the archives of around 1400. It takes its name from<br />
the location of the farmstead between Terworm castle<br />
and the railway embankment. Precisely at the location<br />
where the Wolfsbroek flows out into the Geleenbeekdal.<br />
The name Gitsbach originates from Gieszbach,<br />
which might be the name for a brook that drops and<br />
runs rapidly. The derivation from “Geitebeek” seems<br />
more likely to other naming experts.<br />
In 1570 the farmstead was owned by the Van Schwartzenberg<br />
family. Between 1729 and 1739 it was added<br />
to the Terworm estate. Nowadays the farmstead is<br />
private property, it is in good condition and it is used<br />
as farm and residence.<br />
In 2005, the farm was altered by architect Ingrid<br />
Beckers. The closed facades are also provided with<br />
light openings in a modest manner for four apartments.<br />
An old barn in the east corner has been<br />
replaced by a new corner solution of corten steel.<br />
Initially, corten steel was mainly used in ship- and<br />
bridge building, but now the material also turns up<br />
in architecture. It is innovating the character, but also<br />
leaves the historical context, as here, in its value.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
KASTEEL TERWORM<br />
Terworm 5, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Hotel en restaurant<br />
Bouwjaar: 15 e eeuw<br />
Architect: Onbekend<br />
Monumentnr.: 21272<br />
TERWORM CASTLE<br />
Terworm 5, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Hotel and restaurant<br />
Year of construction: 15th century<br />
Architect:<br />
Unknown<br />
Monument no.: 21272<br />
25<br />
Het kasteel is bekend sinds de 14 e eeuw en werd<br />
bewoond door diverse adellijke families. Opgetekend<br />
is de naam Van Geitsbach tot der Worm. Naar deze<br />
familie is het kasteel later genoemd, nadat het eerder<br />
als Geitsbach bekend was.<br />
The castle has been known since the 14th century and<br />
has been occupied by several noble families. Recorded<br />
has been the name Van Geitsbach tot der Worm. Later<br />
on the castle took its name from this family, after it<br />
had been formerly known as Geitsbach.<br />
In 1498 kwam het kasteel in bezit van de schout van<br />
<strong>Heerlen</strong>, Diederick van Pallandt. In 1542 werd het<br />
kasteel door brand verwoest en rond 1550 weer<br />
herbouwd in dezelfde stijl, echter nu met<br />
een zadeldak tussen twee trapgevels.<br />
In de 18 e eeuw (1767) werd het kasteel door Maximiliaan,<br />
graaf van der Heyden-Belderbusch, gerestaureerd,<br />
en werd voor het kasteel een tuin in Franse<br />
rococostijl aangelegd.<br />
In 1840 vererfde het kasteel en goederen aan Antoinette<br />
von Böselager, gehuwd met Otto Napoleon<br />
baron de Loë-d’Imstenraedt. Na haar overlijden kwam<br />
het kasteel in bezit van de baron. Het is vooral deze<br />
familie die veel nabijgelegen goederen en boerderijen<br />
aankoopt, waarmee het landgoed Terworm flink wordt<br />
uitgebreid. Eind 19 e eeuw (1891) kreeg het kasteel<br />
met bijbehorende hoeve zijn huidige uiterlijk.<br />
Na de verkoop in 1917 aan de Oranje-Nassau Mijnen<br />
raakte het kasteel in de loop van de twintigste eeuw<br />
steeds meer in verval. Het werd in 1987 opgekocht<br />
door hotelketen Van der Valk. Deze restaureerde en<br />
verbouwde het kasteel in de periode 1997-1999 tot<br />
hotel-restaurant. In 2003 kwam de reconstructie van<br />
de rococo-tuin, met leifruitmuur en Oranjerie, gereed.<br />
In 1498 the castle came into the possession of the<br />
bailiff of <strong>Heerlen</strong>, Diederick van Pallandt. In 1542 the<br />
castle was destroyed by fire and rebuilt again in the<br />
same style around 1550, this time however with a<br />
saddle-roof between two step-roofed facades.<br />
In the 18th century (1767) the castle was restored by<br />
Maximiliaan, count of van der Heyden-Belderbusch,<br />
and in front of the castle a French Rococo-style<br />
garden was laid out.<br />
In 1840 the castle and property passed on to Antoinette<br />
von Böselager, married to Otto Napoleon baron<br />
de Loë-d’Imstenraedt. After her death the castle<br />
became the property of the baron. In particular this<br />
family acquired much nearby property and many<br />
farms, which resulted in a considerable expansion of<br />
the Terworm estate. By the end of the 19 th century<br />
(1891) the castle with the accompanying farmstead<br />
got their current appearance.<br />
After the sale in 1917 to the Oranje-Nassau Mines the<br />
castle deteriorated more and more during the twentieth<br />
century. It was bought by the Van der Valk hotel<br />
chain in 1987. The latter restored and rebuilt the castle<br />
in the period 1997-1999 into a hotel-restaurant.<br />
In 2003 the reconstruction of the Rococo-garden,<br />
including wall fruit and Orangery were completed.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
HOEVE DEN DRIESCH<br />
Dreesch 1, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Geen<br />
Bouwjaar: 18 e eeuw<br />
Architect: Onbekend<br />
Monumentnr.: 21263<br />
FARMSTEAD DEN DRIESCH<br />
Dreesch 1, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: None<br />
Year of construction: 18th century<br />
Architect:<br />
Unknown<br />
Monument no.: 21263<br />
26<br />
De hoeve was vroeger prachtig gelegen midden in<br />
de uitgestrekte landerijen van het landgoed Terworm.<br />
In de 15 e eeuw wordt een Thys van den Driesch<br />
genoemd als eigenaar van “den hoff zu Driesch”.<br />
De familie ontleende haar naam aan de hoeve. Vanaf<br />
1535 komt de hoeve in bezit van de heren van kasteel<br />
Eyckholt. Vanaf 1738 maakte de hoeve deel uit van het<br />
landgoed Terworm.<br />
In the old days the farmstead was beautifully situated<br />
amidst the immense lands of the Terworm estate.<br />
In the 15th century one Thys van den Driesch was<br />
mentioned as owner of “den hoff zu Driesch”.<br />
The family derived its name from the farmstead. From<br />
1535 the farmstead comes into possession of the lords<br />
of Eyckholt castle. From 1738 the farmstead became<br />
part of the Terworm estate.<br />
In 1917 verkocht Frans baron van Loë, heer van<br />
Terworm, zijn landgoed aan de Oranje-Nassau Mijnen.<br />
De hoeve bleef als boerderij in gebruik. Van de bouwgeschiedenis<br />
is weinig bekend. Op de Tranchotkaart<br />
uit het begin van de 19 e eeuw is een U-vormige hoeve<br />
met een haakvormig woonhuis te zien. Dit haakvormige<br />
gebouw is geheel in Kunradersteen opgetrokken.<br />
In de woonhuisgevel bevinden zich een oorspronkelijk<br />
rondboogpoortje en vensters met hardstenen tussendorpels.<br />
De hoeve is al decennia niet meer in gebruik en<br />
verkeert in een slechte staat. De huidige pachter<br />
(Motel <strong>Heerlen</strong> Exploitatie BV) gaat de hoeve restaureren<br />
en wil er een aantal nieuwe functies in realiseren.<br />
Bij de restauratie blijft de oude indeling van de hoeve<br />
behouden. De hoeve wordt toegankelijk voor publiek<br />
en vertelt het verhaal van deze plek. Het plan beperkt<br />
zich niet alleen tot het gebouw. Op het terrein van de<br />
hoeve wordt een hoogstamboomgaard met historische<br />
rassen gerealiseerd. Verder komt er een winkel<br />
met streekproducten en komt er een atelier- en<br />
tentoonstellingsruimte die gratis aan kunstenaars<br />
uit <strong>Heerlen</strong> beschikbaar worden gesteld. Hoeve den<br />
Driesch wordt zo een multifunctionele plek in<br />
natuur- en wandelgebied Terworm.<br />
In 1917 Frans Baron van Loë, lord of Terworm, sold<br />
his estate to the Oranje-Nassau Mines. The farmstead<br />
kept its original purpose as a farm. Little is known<br />
of its constructional history. On the Tranchot map<br />
from early 19th century a U-shaped farmstead with<br />
a hook-shaped house is visible. This hook-shaped<br />
building is entirely built of Kunrader stone. On the<br />
facade of the residential part there are an original<br />
small arched gate and windows with bluestone<br />
transoms.<br />
The farmstead has not been used for decades and is<br />
in a bad condition. The current tenant (Motel <strong>Heerlen</strong><br />
Exploitatie BV) intends to renovate the farmstead and<br />
wishes to realize some new functionalities. During<br />
the renovation the old floorplan of the farmstead will<br />
be preserved. The farmstead will be open to the public<br />
and will tell the story of this location. The plan is not<br />
limited to the building only. On the premises of the<br />
farmstead a standard orchard is created with historical<br />
species of trees. There will also be a shop with regional<br />
products and a studio- and exhibition room that<br />
will be made available for free to artists from <strong>Heerlen</strong>.<br />
Farmstead den Driesch will thus become a multifunctional<br />
location within the nature and hiking area<br />
of Terworm.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
RIDDERGOED EYCKHOLT<br />
Eikendermolenweg 4, <strong>Heerlen</strong><br />
Bouwjaar: 14 e eeuw / 18 e eeuw<br />
Monumentnr.: 21270<br />
MANOR EYCKHOLT<br />
Eikendermolenweg 4, <strong>Heerlen</strong><br />
Year of construction: 14th century / 18th century<br />
Monument no.: 21270<br />
27<br />
Het riddergoed Eyckholt was een leengoed van<br />
het aartsbisdom Keulen en bestond uit een kasteel<br />
met bijbehorende hoeve en watermolen. De eerste<br />
vermelding van het kasteel was in een akte uit 1385<br />
toen het eigendom was van de uit Aken afkomstige<br />
ridder Gerard van den Eycholtz. Hij behoorde tot het<br />
geslacht Van der Lynden genaamd Eycholtz, ook wel<br />
Van der Lynden van den Eykholt(z) genoemd.<br />
The Eyckholt manor was a fief of the Cologne archbishopric<br />
and consisted of a castle with accompanying<br />
farmstead and water mill. The first reference to the<br />
castle was in a deed from 1385 when it was the<br />
property of knight Gerard van den Eycholtz from<br />
Aachen. He was a member of the house of Van der<br />
Lynden called Eycholtz, also referred to as Van der<br />
Lynden van den Eykholt(z).<br />
Nadat de hoeve en bijbehorende schuur in 1736 waren<br />
afgebrand, raakte het kasteel steeds verder in verval.<br />
Het kasteel was toen al niet meer in gebruik als woonhuis<br />
en werd na de brand gebruikt als opslagruimte<br />
voor landbouwproducten en akkerbouwgewassen.<br />
Alhoewel na de brand van 1736 een nieuwe hoeve<br />
werd gebouwd, is het kasteel nooit onderhouden.<br />
Rond 1760 werd het kasteel uiteindelijk afgebroken.<br />
De nieuwe hoeve werd in 1925 gesloopt.<br />
Door de jaren heen raakte het kasteel overwoekerd<br />
met planten en kon men de kasteelruïne een tijdlang<br />
niet meer zien. Enkele jaren geleden is de ruïne in<br />
opdracht van Natuurmonumenten geconsolideerd.<br />
De ruïne van het kasteel bestaat uit een ronde weermuur<br />
met schietgaten, deels 15 e eeuw, en een vierkante<br />
toren, vermoedelijk uit de 14 e eeuw. De toren<br />
bestaat uit mergel en uit Kunradersteen. Alleen het<br />
woonhuis van de molen, de Eikendermolen, is nog in<br />
goede staat behouden gebleven. De voormalige<br />
watermolen wordt al in 1468 genoemd, maar is<br />
midden 18 e eeuw herbouwd. Zowel de ruïne van het<br />
kasteel als de Eikendermolen maken nu onderdeel uit<br />
van het natuurgebied van het Landgoed Terworm.<br />
After the farmstead and the accompanying barn had<br />
burnt down in 1736, the castle deteriorated more and<br />
more. By then the castle was no longer used as a<br />
residence and after the fire it was used as storage<br />
capacity for agricultural products and crops.<br />
Although after the fire of 1736 a new farmstead was<br />
built, the castle was never kept in repair. Around 1760<br />
the castle was finally torn down. The new farmstead<br />
was torn down in 1925.<br />
Over the years the castle had been overgrown by<br />
plants and for some time the castle ruin became<br />
hidden from view. Some years ago the ruin was<br />
consolidated by order of the Society for the Preservation<br />
of Nature in the Netherlands. The ruin of the<br />
castle consists of a round rampart with loopholes,<br />
partly 15th century, and a square tower, presumably<br />
from the 14th century. The tower consists of marl and<br />
Kunrader stone. Only the residential part of the mill,<br />
the Eikendermolen, has remained in good condition.<br />
The former water mill is already mentioned as early as<br />
1468, but was rebuilt in the middle of the 18th century.<br />
Both the ruin of the castle and the Eikendermolen are<br />
now part of the nature reserve of the Terworm Estate.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
HOEVE OVERSTE<br />
FARMSTEAD UPPER<br />
DOUVENRADE DOUVENRADE 28<br />
Douvenrader Allee 1, <strong>Heerlen</strong><br />
Douvenrader Allee 1, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Kantoor en Grand Café<br />
Bouwjaar: 18 e eeuw<br />
Architect: Onbekend<br />
Monumentnr.: 21268<br />
Current function: Office and Grand Café<br />
Year of construction: 18th century<br />
Architect:<br />
Unknown<br />
Monument no.: 21268<br />
Hoeve Overste Douvenrade behoorde bij het adellijk<br />
huis Douvenrade dat zich op een korte afstand ten<br />
noorden van de boerderij heeft bevonden. In 1365<br />
was het in bezit van ridder Mathias van Berensberg,<br />
in de 15 e eeuw van de familie Van Cortenbach. Tijdens<br />
de 16 e en het begin van de 17 e eeuw was de familie<br />
Van Douvenrade eigenaar. In 1699 was de Overste<br />
Douvenrade in het bezit van de <strong>Heerlen</strong>se chirurgijn<br />
Johannes Franssen. Een nazaat van hem verkoopt het<br />
in 1879 aan baron De Loë van Terworm. Sindsdien<br />
maakt de hoeve deel uit van dit landgoed.<br />
Op 6 september 1779 werd de Hoeve door bliksem<br />
getroffen en brandde het gebouw gedeeltelijk af.<br />
De huidige gedaante van dit gebouw, ook wel hoeve<br />
Waterval (is de naam van de laatste bewoner)<br />
genoemd, bestaat uit een compositie van veel elementen,<br />
schoorstenen, grote en kleine dakvlakken,<br />
congruente kopgevels in evenwichtige verhoudingen.<br />
Het geheel maakt ook een harmonische indruk door<br />
de rode baksteen en de rode dakpannen.<br />
In 2006 is de Hoeve voor een symbolisch bedrag<br />
gekocht door Zuyd Hogeschool die het volledig<br />
renoveerde.<br />
Sinds 2007 wordt in de boerderij Grand Café De<br />
Hoeve geëxploiteerd door de opleiding Facility<br />
Management. Grand Café De Hoeve is tegenwoordig<br />
een inspirerende ontmoetingsplek voor zowel<br />
studenten en medewerkers van Zuyd Hogeschool<br />
als ook voor externe bezoekers.<br />
Binnen de muren van de gemoderniseerde boerderij,<br />
die tevens als leerbedrijf voor Arcus- en Zuyd studenten<br />
fungeert, heerst een ambiance die zowel in de<br />
formele- als informele sfeer gekenmerkt wordt door<br />
unieke details.<br />
Farmstead “Overste Douvenrade” was part of the<br />
noble house of Douvenrade which was situated at a<br />
short distance towards the north of the farm. In 1365<br />
it was the property of squire Mathias van Berensberg,<br />
in the 15th century of the Van Cortenbach family.<br />
During the 16th and at the beginning of the 17th<br />
century the Van Douvenrade family were the owners.<br />
In 1699 the Overste Douvenrade was in the possession<br />
of the <strong>Heerlen</strong> chirurgeon Johannes Franssen. One of<br />
his descendants sold it to baron De Loë of Terworm in<br />
1879. Since then the farmstead has been a part of this<br />
estate.<br />
On 6 September 1779 the Farmstead is struck by<br />
lightning and the building was burnt down partially.<br />
The current shape of this building, also known as<br />
'Farm Waterval' (after its last occupant), consists of<br />
a composition of many elements, chimneys, large<br />
and small roof surfaces, congruent head facades<br />
in balanced proportions. The whole also gives a harmonious<br />
impression by the red brick and the red roof<br />
tiles.<br />
In 2006 the Farmstead was bought for a symbolic<br />
amount by Zuyd Hogeschool that undertook a full<br />
renovation.<br />
Since 2007 the Facility Management discipline runs<br />
Grand Café De Hoeve in the farmstead. Nowadays<br />
Grand Café De Hoeve is an inspiring meeting place<br />
for both students and employees of Zuyd Hogeschool,<br />
as well as for visitors.<br />
Within the walls of the modernized farm, which also<br />
serves as a training company for Arcus- and Zuyd<br />
students, there is an ambiance that, both formally and<br />
informally, is characterized by unique details.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
RUÏNE MIDDELSTE EN<br />
RUIN MIDDLE AND<br />
ONDERSTE DOUVENRADE LOWER DOUVENRADE 29<br />
Bij Douvenrader Allee 1, <strong>Heerlen</strong><br />
Near Douvenrader Allee 1, <strong>Heerlen</strong><br />
Bouwjaar: 14 e eeuw<br />
Monumentnr.: 21269<br />
Year of construction: 14th century<br />
Monument no.: 21269<br />
Rond 1600 bestond het adellijk goed Douvenrade uit<br />
twee gedeelten met elk een eigen boerderij. Het adellijk<br />
huis, later “Onderste Douvenrade” genoemd, kwam<br />
in 1645 in bezit van Lambert Rietraet, schout van<br />
<strong>Heerlen</strong> en later burgemeester van Maastricht.<br />
In 1753 kocht Maximiliaan, baron Van der Heyden<br />
genaamd Belderbusch, heer van Terworm, Onderste<br />
Douvenrade. Drie jaar later wist hij ook het kleine<br />
kasteel “Middelste Douvenrade” te verwerven.<br />
Beide gedeelten voegde hij bij zijn landgoed Terworm.<br />
Around 1600 the noble estate Douvenrade consisted<br />
of two parts each with its own farm. The noble house,<br />
later to be called “Lower Douvenrade”, came into the<br />
possession of Lambert Rietraet, sheriff of <strong>Heerlen</strong> and<br />
later mayor of Maastricht.<br />
In 1753 Maximiliaan, baron Van der Heyden also known<br />
as Belderbusch, lord of Terworm, bought Lower<br />
Douvenrade. Three years later he also managed to<br />
acquire the small castle “Middle Douvenrade”.<br />
Both parts he added to his Terworm estate.<br />
“Onderste Douvenrade” werd rond 1870 afgebroken.<br />
Alleen een klein gebouwtje met 18 e eeuwse muurfragmenten<br />
is bewaard gebleven.<br />
De boerderij “Middelste Douvenrade” ging bij een<br />
brand omstreeks 1870 verloren. Ook hier is een klein<br />
gebouwtje met een plint van Kunradersteen behouden<br />
gebleven.<br />
“Lower Douvenrade” was broken down around 1870.<br />
All that remained was a small building with 18th<br />
century wall fragments.<br />
The “Middle Douvenrade” farm was lost during a fire<br />
around 1870. Also here a small building with a plinth<br />
of Kunrader stone has remained.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
GELEENHOF<br />
Valkenburgerweg 54, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Kantoor en restaurant<br />
Bouwjaar: 18 e eeuw<br />
Architect: Onbekend<br />
Monumentnr.: 21231<br />
GELEENHOF<br />
Valkenburgerweg 54, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Office and restaurant<br />
Year of construction: 18th century<br />
Architect:<br />
Unknown<br />
Monument no.: 21231<br />
30<br />
De Geleenhof wordt al in 1381 genoemd, wanneer Thijs<br />
Reijnaerts van Herle van de weduwe van Peter van<br />
Glene “zo Glene, gelegen bij den dorpe Herle” in leen<br />
krijgt. Een aantal aanzienlijke families was achtereenvolgens<br />
eigenaar van de hoeve.<br />
In 1742 kocht Vincent Philip Anton van der Heyden<br />
genaamd Van Belderbusch, heer van Terworm, het<br />
huis en de hof. Voortaan was de Geleenhof onderdeel<br />
van het landgoed Terworm.<br />
De huidige gedaante van de Geleenhof dateert uit<br />
eind 18 e eeuw. Voor de verbouwing uit die tijd was<br />
de gesloten hoeve kleiner en waarschijnlijk omgracht.<br />
Het eigenlijke huis lag aan de kant van de Geleenbeek.<br />
Hier lagen begin 19 e eeuw nog twee delen van een<br />
gracht. Van de vier vleugels van het monument is de<br />
noord-westelijke het oudste, namelijk 16 e of 17 e eeuw.<br />
Boven een ingang aan de binnenplaats vinden we<br />
het jaartal 1635. Het huidige hoofdgebouw dateert<br />
uit 1796. De noordoostelijke vleugel, die hier haaks<br />
op staat, werd ook in die tijd gebouwd. Bij de hoeve<br />
hoorden twee moestuinen, een lusttuintje en een<br />
boomgaard. In het pand was tevens een herberg<br />
gevestigd.<br />
De Geleenhof was halteplaats en wisselstation voor<br />
de paarden van de postkoets tussen Maastricht en<br />
Aken. De post werd in die tijd verzorgd door de<br />
internationale postonderneming van de Duitse<br />
familie Thurn und Taxis.<br />
In 1917 verkocht Frans Levin Eugen Hubert Maria de<br />
Loë het landgoed aan de Oranje-Nassau Mijnen.<br />
De Geleenhof werd verpacht als boerderij. Enkele<br />
decennia later verloor zij de functie van boerderij en<br />
de grond werd verkocht. Na een grondige restauratie<br />
zijn nu kantoren, een wijnslijterij en een restaurant in<br />
de hoeve gevestigd.<br />
The Geleenhof farmstead is already mentioned as early<br />
as 1381, when Thijs Reijnaerts van Herle receives the<br />
fiefdom of “zo Glene, situated near the village of Herle”<br />
from the widow of Peter van Glene. Subsequently a<br />
successive number of distinguished families became<br />
the owners of the farmstead.<br />
In 1742 Vincent Philip Anton van der Heyden, going<br />
by the name of Van Belderbusch, lord of Terworm,<br />
bought the residence and the court. From that moment<br />
on the Geleenhof was part of the Terworm estate.<br />
The current appearance of the Geleenhof dates from<br />
the end of the 18th century. Before the rebuilding which<br />
took place in that period, the closed farmstead was<br />
smaller and probably moated. The actual residence<br />
was situated at the side of the Geleenbeek. Here, at<br />
the beginning of the 19th century, there were still two<br />
parts of a moat. Of the four wings of the monument<br />
the north-westerly part is the oldest, that is dating<br />
from the 16th or the 17th century.<br />
Above an entrance to the courtyard we find the year<br />
1635. The current main building dates from 1796. The<br />
north-easterly wing, situated at a right angle, was also<br />
built in that period. The farmstead had two vegetable<br />
gardens, a pleasure garden and an orchard. The<br />
building also contained an inn.<br />
The Geleenhof was a stage stop and changing facility<br />
for the horses of the stage-coach between Maastricht<br />
and Aachen. In those days the mail delivery was run<br />
by the international mail company of the German<br />
Thurn und Taxis family.<br />
In 1917 Frans Levin Eugen Hubert Maria de Loë sold<br />
the estate to the Oranje-Nassau Mines. The Geleenhof<br />
was leased out as a farm. Some decades later it lost<br />
its function as a farm and the land was sold. After a<br />
careful restoration it currently provides accommodation<br />
for offices, a wine shop and a restaurant.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
VILLA EIKHOLD<br />
Valkenburgerweg 72, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Natuurvriendenhuis<br />
Bouwjaar: 1913<br />
Architect: Ph. Warners jr.<br />
Monumentnr.: 512742<br />
VILLA EIKHOLD<br />
Valkenburgerweg 72, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: House for nature lovers<br />
Year of construction: 1913<br />
Architect:<br />
Ph. Warners Jr.<br />
Monument no.: 512742<br />
31<br />
Deze vrijstaande, in een parkachtige tuin gelegen,<br />
villa werd gebouwd in opdracht van Jan Koster, een<br />
uit Amsterdam afkomstige mijnbouwingenieur en<br />
liberaal politicus. Het gebouw is eigendom van het<br />
Nivon en in gebruik als natuurvriendenhuis.<br />
De villa heeft tegenwoordig 35 slaapkamers variërend<br />
van 2-persoons- tot 6-persoonskamers. Verder<br />
beschikt de villa over een bibliotheek, een zitkamer,<br />
een grote eetzaal, een recreatieruimte met tv en een<br />
grote keuken.<br />
De villa is van grote cultuurhistorische waarde als<br />
uitdrukking van de ruimtelijke ontwikkeling van<br />
de Oude Mijnstreek in het begin van de 20 e eeuw.<br />
Het pand is een essentieel onderdeel van de villa- en<br />
landhuisbebouwing aan de Valkenburgerweg. De villa<br />
vertoont een zeldzame architectonische gaafheid van<br />
exterieur en een groot deel van het interieur.<br />
De villa telt twee bouwlagen onder een schilddak en<br />
enkele kleine zadeldaken. De daken zijn gedekt met<br />
leien. In het frontgeveldak is een boogvormige dakkapel.<br />
Als bouwmateriaal zijn blauwe en rode bakstenen<br />
gebruikt met metselwerk in kruisverband.<br />
De vensters zijn deels van glas-in-lood met hardstenen<br />
dorpels. De frontgevel is symmetrisch ingedeeld.<br />
Alle gevelranden zijn met bloktandversiering.<br />
De voordeur rust onder een grote houten luifel op vier<br />
rijk versierde houten kolommen. Op het platte dak van<br />
de luifel is een balkon met houten leuning.<br />
De interieurindeling is vrijwel intact. Vermeldenswaardig<br />
zijn de kleine voorhal met lambrisering in<br />
groen geglazuurde tegeltjes, de Herenkamer met<br />
houten balken die rusten op consoles in de vorm<br />
van mensenhoofden en de woonkamer met haard<br />
en schoorsteenmantel.<br />
This detached villa, situated in a park-like garden,<br />
was built by order of Jan Koster, a mining engineer<br />
and liberal politician originally from Amsterdam.<br />
The property is owned by the Nivon association<br />
and serves as a house for nature lovers.<br />
Currently the villa has 35 bedrooms varying from<br />
double rooms to rooms for 6 persons. The villa also<br />
has a library, a sitting-room , a large dining hall,<br />
a recreation room with TV and a large kitchen.<br />
The villa has great cultural-historical importance as<br />
an expression of the environmental development<br />
of the Oude Mijnstreek (Old Mining District) at the<br />
beginning of the 20th century.<br />
The property is an essential part of the villa and<br />
country house-architecture at the Valkenburgerweg.<br />
The villa displays a rare architectural flawlessness of<br />
the exterior and a large part of the interior.<br />
The villa consists of two construction layers under<br />
a hipped roof and some small saddle roofs. For the<br />
roof-covering slate is used. The front roof has an<br />
arched dormer window. As building material crossbond<br />
blue and red bricks have been used. The windows<br />
are partly leaded windows with bluestone sills.<br />
The facade has been arranged symmetrically.<br />
All facade ridges are decorated with mouse-tooth<br />
brick detailing.<br />
The front door, positioned under a large wooden<br />
porch, is supported by four richly decorated wooden<br />
pillars. On top of the flat roof of the porch is a balcony<br />
with a wooden railing.<br />
The arrangement of the interior is largely intact.<br />
Worthwhile mentioning are the green-glazed tiles of<br />
the panelling of the small entrance hall, the “Herenkamer”<br />
(Gentlemen’s room) with wooden beams that are<br />
supported by consoles in the shape of human heads<br />
and the living room with fire place and mantelpiece.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
KOETSHUIS<br />
Valkenburgerweg 70, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Logiesverblijf<br />
Bouwjaar: 1913<br />
Architect: Ph. Warners jr.<br />
Monumentnr.: 512743<br />
COACH HOUSE<br />
Valkenburgerweg 70, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Lodging accommodation<br />
Year of construction: 1913<br />
Architect:<br />
Ph. Warners Jr.<br />
Monument no.: 512743<br />
32<br />
In de parkachtige tuin van Villa Eikhold bevindt<br />
zich een voormalig koetshuis met dienstwoning.<br />
Het perceel bezit twee toegangspoorten geflankeerd<br />
door bakstenen kolommen bekroond met bolornamenten.<br />
De toegangspoort aan de rechterzijde heeft<br />
een kolom met naamaanduiding.<br />
Op de verbindingsmuur tussen de bakstenen kolommen<br />
bevindt zich een smeedijzeren hekwerk.<br />
Het Koetshuis heeft vooral waarde vanwege zijn<br />
typologische zeldzaamheid.<br />
Rond 1974 deed het Koetshuis al dienst als gastenverblijf.<br />
In 1984 stond de gemeente <strong>Heerlen</strong> dit<br />
gebruik niet meer toe. Pas in 1990 werd gesproken<br />
over renovatie van het Koetshuis en uiteindelijk werd<br />
het Koetshuis op 20 november 1993 feestelijk<br />
heropend als gastenverblijf van Villa Eikhold.<br />
Het Koetshuis ligt vrijstaand op een T-vormige plattegrond.<br />
De enige bouwlaag wordt afgedekt met een<br />
leien schilddak. In het rechterzijgevel- en het linkerzijgeveldak<br />
is een rechthoekige dakkapel. Het toegepaste<br />
bouwmateriaal is baksteen. De plint is in blauwe<br />
baksteen en de optrek in rode baksteen.<br />
De frontgevel is asymmetrisch ingedeeld. Het rechterdeel<br />
is vooruitspringend met een deur onder een<br />
houten luifel met smeedijzeren ophanging. In het<br />
linkerdeel bevinden zich sinds 1984 twee dubbele<br />
tuindeuren op de plek waar oorspronkelijk de inrijpoorten<br />
voor de koets waren. Aan de bovenzijde van<br />
de tuindeuren is de authentieke segmentboogvormige<br />
strek aanwezig.<br />
Aan de rechterzijgevel met twee vensters bevindt zich<br />
een klein houten bord met naamaanduiding.<br />
In the park-like garden of Villa Eikhold we find<br />
a former coach house with company house.<br />
The property has two entrance gates flanked by brick<br />
pillars crowned by spherical ornaments. The entrance<br />
gate on the right-hand side has a name designation.<br />
On top of the connecting wall between the brick<br />
pillars there is a cast-iron fencing.<br />
The “Koetshuis” is of specific importance especially<br />
because of its typological rarity.<br />
Already around 1974 the Koetshuis served as a guesthouse.<br />
In 1984 the municipality of <strong>Heerlen</strong> no longer<br />
allowed this type of utilization. Not until 1990 the<br />
renovation of the Koetshuis was a topic of discussion<br />
and eventually on the 20th of November 1993 the<br />
Koetshuis had its festive reopening as guest house<br />
of Villa Eikhold.<br />
The Koetshuis is a detached property situated on<br />
a T-shaped ground plan. Its single level has a hipped<br />
roof with a slate roof covering. There is a rectangular<br />
dormer window in both the right-hand and left-hand<br />
side roof gable. The building material used is brick.<br />
The plinth course is in blue brick and the remainder<br />
of the wall in red bricks.<br />
The facade is arranged asymmetrically. The right-hand<br />
side protrudes with a door under a wooden porch<br />
with cast-iron hinges. Since 1984 there are two French<br />
doors in the left part, at the location of the original<br />
entrance gates for the coach. Above the French doors<br />
there still is the authentic domed crested masonry<br />
arch.<br />
At the side facade with two windows there is a small<br />
wooden sign with a name designation.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
VILLA ZOMERWEELDE<br />
Valkenburgerweg 167, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Kantoor<br />
Bouwjaar: 1913<br />
Architect: J.W. Hanrath<br />
Monumentnr.: 512794<br />
VILLA ZOMERWEELDE<br />
Valkenburgerweg 167, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Office<br />
Year of construction: 1913<br />
Architect:<br />
J.W. Hanrath<br />
Monument no.: 512794<br />
33<br />
De Hilversumse architect Hanrath is bekend van villa’s<br />
en landhuizen in het Gooi. Zijn naam wordt in één<br />
adem genoemd met architecten als Berlage (1856-<br />
1934) en De Bazel (1869-1923). Kenmerkend voor zijn<br />
stijl waren de brede bouwblokken, de hoge kappen<br />
en de luiken, ingegeven door de architectuur van<br />
boerderijen. Hij was bevriend met de familie Philips<br />
die hem heeft geïntroduceerd bij de mijndirecties.<br />
De villa is gebouwd in opdracht van W.W. Hooreman,<br />
commercieel hoofddirecteur van Oranje-Nassau<br />
Mijnen.<br />
Dit vrijstaande bouwwerk met grote tuin en een boogvormige<br />
‘oprijlaan’ lag aan een belangrijke invalsweg<br />
van <strong>Heerlen</strong>. Het pand telt twee bouwlagen en wordt<br />
afgedekt met schilddaken. Er zijn opvallende dakkapellen<br />
met gebogen frontons en vier gemetselde<br />
brede schoorstenen.<br />
In het midden van de voorgevel zit een opmerkelijk<br />
houten venster met een ovaal kozijn en een roedeverdeling<br />
als een uitstralende zon. Veel ramen hebben<br />
een grijze, hardstenen onderdorpel en een witte<br />
houten bovendorpel, net iets breder dan de gevelopening.<br />
De authentieke interieurindeling met houten paneeldeuren<br />
is vrijwel in tact gebleven. De centrale hal heeft<br />
een hoge lambrisering. De grote schouw met houten<br />
schoorsteenmantel en haardlijst is bekleed met keramische<br />
tegeltjes. De bibliotheek op de eerste verdieping<br />
heeft hoge eiken boekenkasten met bijzondere<br />
detaillering.<br />
De villa bezit als directeurswoning cultuurhistorische<br />
waarde als uitdrukking van de hiërarchische verhoudingen<br />
in de tijd van de steenkolenmijnen.<br />
Na de sluiting van de mijnen is het gebouw gebruikt<br />
als kantoor- en ontvangstruimte voor de Open<br />
Universiteit en later door Van Lanschot Bankiers.<br />
The Hilversum architect Hanrath is well known for his<br />
villas and mansions in het Gooi. His name is often<br />
bracketed together with architects such as Berlage<br />
(1856-1934) and De Bazel (1869-1923). Characteristic<br />
of his style were the broad building blocks, the high<br />
roofs and the shutters, inspired by the architecture<br />
of farms. He was on friendly terms with the Philips<br />
family who introduced him to the directors of the<br />
mining company. The villa was built by order of<br />
W.W. Hooreman, executive commercial director<br />
of Oranje-Nassau Mines.<br />
This detached construction with large garden and an<br />
arch-shaped ‘drive way’ was situated at an important<br />
approach road to <strong>Heerlen</strong>. The building has two<br />
construction layers and is covered with hipped roofs.<br />
There are remarkable dormer windows with bent<br />
tympanums and four broad brick chimneys.<br />
In the middle of the front facade there is a remarkable<br />
wooden window with an oval window frame and a<br />
framing structure in the shape of a radiant sun.<br />
Many windows have a grey, bluestone window sill<br />
and a white wooden transom, slightly wider than<br />
the facade opening.<br />
The authentic interior with wooden panel doors has<br />
remained almost completely intact. The central hall<br />
has a high panelling. The large fireplace with wooden<br />
mantelpiece and framing is coated with small ceramic<br />
tiles. The library on the first floor has high oak bookshelves<br />
with striking detailing.<br />
As a director’s residence the villa is of cultural historic<br />
value as an expression of the hierarchical relations in<br />
the days of the coal mines. After the closing of the<br />
mines the building has been used as an office and<br />
reception location for the Open University and later<br />
by Van Lanschot Bankers.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
WONINGEN WELTEN<br />
De Thun 172 t/m 190, Mergelsweg 184 t/m 198, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 1921<br />
Architect: J. Stuyt<br />
Monumentnr.: 523281 t/m 523283<br />
HOUSES IN WELTEN<br />
De Thun 172 to 190, Mergelsweg 184 to 198, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 1921<br />
Architect:<br />
J. Stuyt<br />
Monument no.: 523281 to 523283<br />
34<br />
Deze 18 arbeiderswoningen maken deel uit van de<br />
woninggroep “Welten”, gebouwd door “Ons Limburg”<br />
voor de Woningvereniging “De Volkswoning” ten<br />
behoeve van de mijnwerkers. Zij bestaan uit drie<br />
blokken van respectievelijk vier, zes en acht woningen<br />
in een traditionele stijl. Bij de renovatie in 1986 werden<br />
onder meer de prefab dakkapellen, het dubbelglas en<br />
de geluidswerende suskasten geplaatst. De woningen<br />
zijn met het oog op het type heel zeldzaam.<br />
These 18 labourer’s cottages are part of the “Welten”<br />
group of houses built by “Ons Limburg” for the “De<br />
Volkswoning” housing association for the benefit of<br />
the miners. They consist of three blocks of respectively<br />
four, six and eight houses in a traditional style.<br />
During the renovation in 1986 the prefab dormer<br />
windows, the double glazing and the sound-proofing<br />
baffle filters were installed. With respect to their type<br />
these houses are very rare.<br />
Wat het eerste opvalt zijn de topgevels. In de spitse<br />
punt zit een gecementeerd wit vlak in de vorm van<br />
een gelijkzijdige driehoek. Dit vlak heeft vier baksteen<br />
stroken, en een langwerpig ventilatieroostertje.<br />
In het begin van de vorige eeuw waren er nog geen<br />
tekenmachines, laat staan tekenprogramma’s of een<br />
computer. De tekeningen voor deze huizen zijn<br />
gemaakt op een plank met houten tekenhaak en<br />
twee tekendriehoeken van 45 graden en 60 graden.<br />
Daarom is de architectuur uit deze tijd getypeerd<br />
door hoeken van 30, 45, 60 en 90 graden.<br />
Jan Stuyt hield van driedelingen. Het is interessant<br />
om te zien hoe bijvoorbeeld het achtblok aan de<br />
Mergelsweg is ingedeeld.<br />
De voorkeur van Stuyt voor grote vlakken, eenvoud<br />
en ononderbroken schaduwen komt tot uitdrukking<br />
in het metselwerk. De plint is begrensd door een<br />
vlakke rollaag in het gevelvlak en de strekse bogen<br />
zijn egaal opgenomen in het metselwerk boven de<br />
rechthoekige ramen. De gevels bestaan uit roodbruine<br />
bakstenen in halfsteens verband met een rode plint in<br />
kruisverband, strekken en geglazuurde dorpelsteen.<br />
The first eye-catching elements are the gable ends.<br />
In the sharp top is a cemented white surface in the<br />
shape of an equilateral triangle. This surface has four<br />
brick strips and an oblong register.<br />
At the beginning of last century there were no<br />
drawing machines yet, let alone drawing programs<br />
or a computer. The drawings for these houses have<br />
been made on a plank with a wooden T-square and<br />
two setsquares of 45 degrees and 60 degrees.<br />
This is why the architecture of those days is characterized<br />
by angles of 30, 45, 60 and 90 degrees.<br />
Jan Stuyt loved tripartitions. It is interesting to see<br />
how for example the octagon at the Mergelsweg<br />
has been subdivided.<br />
Stuyt’s preference for large surfaces, simplicity and<br />
uninterrupted shadows is expressed in the masonry.<br />
The plinth is bounded by a flat brick-on-edge coping<br />
in the facade surface and the stretcher arches have<br />
been included smoothly in the masonry above the<br />
rectangular windows. The facades consist of stretching<br />
bond red-brown brick with a red plinth in<br />
cross bond, flat arches and glazed thresholds.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
WELTERMOLEN<br />
Welterkerkstraat 2, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Kantoor en graanmolen<br />
Bouwjaar: 18 e eeuw<br />
Architect: Onbekend<br />
Monumentnr.: 21274<br />
WELTERMOLEN<br />
Welterkerkstraat 2, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Office and corn mill<br />
Year of construction: 18th century<br />
Architect:<br />
Unknown<br />
Monument no.: 21274<br />
35<br />
De Weltermolen wordt voor het eerst genoemd<br />
in een akte uit 1381 en is altijd het eigendom geweest<br />
van het huis Strijthagen in Welten. De eerste bekende<br />
molenaar is Alexander van der Bruggen die in 1443<br />
de molen in ‘leen’ kreeg van de “Vrouwe van Welten”.<br />
Het gebouw bestaat uit een langgerekt bakstenen<br />
deel van één verdieping. De vierkante, drie verdiepingen<br />
tellende toren met windvaan in de vorm van<br />
een karper is 17 e eeuws.<br />
The Weltermolen is first mentioned in a deed from<br />
1381 and has always been the property of the House<br />
of Strijthagen in Welten. The first known miller is<br />
Alexander van der Bruggen who received the fiefdom<br />
of the mill from the “Vrouwe van Welten” in 1443.<br />
The building consists of a long-drawn-out brick part<br />
of one floor. The square three-storey tower with the<br />
weather vane in the shape of a carp is from the 17th<br />
century.<br />
De molen is een banmolen geweest voor de aan het<br />
huis Strijthagen leenplichtige boeren. Dat wil zoveel<br />
zeggen dat deze boeren verplicht waren hun molenwerkzaamheden<br />
tegen betaling uit te laten voeren<br />
in deze molen.<br />
Sinds de tweede helft van de 18 e eeuw is het gebrek<br />
aan water een probleem voor de molen. Tijdens droge<br />
zomers kon er niet meer dan 360 liter graan gemalen<br />
worden.<br />
Momenteel duurt het na één maaldag ongeveer een<br />
week voordat de Weltervijver weer voldoende op peil<br />
is om de nodige stuwkracht te verzorgen. Het gebouw<br />
is in de jaren negentig geheel gerestaureerd. De molen<br />
met schoepenrad dat twee koppels maalstenen<br />
aandrijft, wordt nog regelmatig opengesteld voor het<br />
publiek.<br />
De Weltermolen was op 11 september 1944 het decor<br />
van een dramatisch schietincident. Een aantal personen<br />
stond bij de ingang van de molen om een portie<br />
meel in ontvangst te nemen. Zonder waarschuwing<br />
vooraf begonnen de Duitsers pardoes op ‘de verboden<br />
samenscholing’ te schieten. De onder vuur<br />
genomen burgers vluchtten hals over kop alle<br />
kanten op. Er viel een dode en drie mensen raakten<br />
gewond.<br />
The mill used to be a ban mill for the farmers who<br />
were vassals of the House of Strijthagen. In other<br />
words, these farmers were obliged to have their<br />
milling activities performed in this mill while being<br />
charged for it.<br />
Since the second half of the 18th century the lack of<br />
water has been a problem for the mill. During dry<br />
summers no more than 360 litres of grain could be<br />
ground.<br />
Nowadays it takes approximately one week after each<br />
day of grinding that the Weltervijver (Welter pond)<br />
has regained a sufficient water level for providing<br />
the necessary thrust. During the nineties the entire<br />
building was renovated. The mill with its paddle wheel<br />
which drives two sets of millstones, is still frequently<br />
opened for the public.<br />
The Weltermolen was the setting of a dramatic<br />
shooting incident on September 11, 1944. A number<br />
of people stood at the entrance of the mill to receive<br />
a portion of flour. Without warning, the Germans<br />
began to shoot ‘the forbidden gathering’. The civilians<br />
under attack fled headlong in all directions. One<br />
person didn't survive and three persons got injured.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
HERENHUIS STRIJTHAGEN<br />
Welterkerkstraat 1, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 16 e eeuw<br />
Architect: Onbekend<br />
Monumentnr.: 21273<br />
STRIJTHAGEN MANSION<br />
Welterkerkstraat 1, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 16th century<br />
Architect:<br />
Unknown<br />
Monument no.: 21273<br />
36<br />
Het huis Strijthagen in de wijk Welten, staat aan<br />
de rand van het dal van de Geleenbeek waaraan<br />
de Weltermolen gelegen is. Jonkers Van Strijthagen<br />
uit de linie Van Oersfeld moeten er in de 14 e eeuw<br />
hebben gewoond.<br />
The Strijthagen mansion in the Welten quarter is<br />
located on the edge of the valley of the Geleenbeek<br />
where the Weltermolen is situated. The Van Strijthagen<br />
squires from the Van Oersfeld line are supposed to<br />
have lived there in the 14th century.<br />
Het huidige huis, dat ook wel Strijthagenshof<br />
genoemd wordt, zou gebouwd zijn op de plek 250<br />
meter ten noordwesten van het kasteel, waar nu geen<br />
spoor meer van terug te vinden is. Het oudste deel<br />
van het huidige herenhuis is de kelder die volledig<br />
is opgetrokken uit Kunradersteen.<br />
Halverwege de 15 e eeuw lijkt het goed versnipperd te<br />
raken en worden er meerdere en veel verschillende<br />
eigenaren vermeld in de archieven. Waarschijnlijk<br />
meteen na de aankoop door Johan de Root in 1709<br />
werd het gebouw inpandig verbouwd waarbij de huidige<br />
trap werd gebouwd. Rond 1860 werd het pand<br />
wederom, maar nu ingrijpend, verbouwd tot een<br />
eclectische villa.<br />
Aan het eind van de 19 e eeuw werd het huis aangekocht<br />
door de familie Hennen die het huis in 1969<br />
verkocht aan de familie Akkerman-van Soest. Deze<br />
familie heeft het huis aan de buitenkant gerestaureerd<br />
en de binnenkant gemoderniseerd.<br />
Wat vooral opvalt is de witgekeimde symmetrische<br />
frontgevel aan de oostzijde, de gevelankers en<br />
de houten luiken. De raamopeningen hebben zesen<br />
acht-ruits vensters en segmentbogen. Het monumentale<br />
balkon boven de hoofdentree steunt op twee<br />
klassieke zuilen en heeft een balustrade met balusters<br />
uitgevoerd in mergelkleurige steen. De midden risaliet<br />
heeft een bekroning in de vorm van driehoekig fronton<br />
met een rond raam dat uitkijkt op de Weltervijver.<br />
The current residence, also referred to as “Strijthagenshof”,<br />
is said to have been built on the site 250 metres<br />
northeast of the castle, of which no evidence can<br />
be found nowadays. The oldest part of the current<br />
mansion is the cellar which has been entirely built<br />
from Kunrader stone.<br />
In the middle of the 15th century the estate seems to<br />
fall apart and several and many different owners are<br />
reported in the archives. Probably immediately after<br />
the acquisition by Johan de Root in 1709 the building<br />
was rebuilt internally and the current staircase was<br />
built. Around 1860 the building was rebuilt again,<br />
this time drastically, into an eclectic villa.<br />
At the end of the 19th century the house was bought<br />
by the Hennen family who sold the house to the<br />
Akkerman–van Soest family in 1969. This family has<br />
renovated the exterior of the building and modernized<br />
the interior.<br />
What particularly attracts attention is the white with<br />
silicate painted symmetrical front facade on the east<br />
side, the facade anchors and the wooden shutters.<br />
The window openings have six- and eight-pane<br />
windows and segment arches. The monumental<br />
balcony above the main entrance is supported by<br />
two classic columns and has a balustrade with balusters<br />
executed in marl coloured stone. The middle<br />
risalite has a crowning in the form of a triangular<br />
pediment with a round window that looks out on<br />
the Weltervijver.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
HOEVE DE MULLENDER<br />
De Doom 22, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Kantoorpand<br />
Bouwjaar: 18 e eeuw<br />
Architect: Onbekend<br />
Monumentnr.: 21264<br />
FARMSTEAD DE MULLENDER<br />
De Doom 22, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Office<br />
Year of construction: 18th century<br />
Architect:<br />
Unknown<br />
Monument no.: 21264<br />
37<br />
De hoeve is een typische Limburgse carréboerderij<br />
rond een gesloten binnenplaats. De gesloten gevels<br />
bestaan gedeeltelijk uit Kunradersteen, vakwerk<br />
en baksteen.<br />
The farmstead is a typical Limburg square farm<br />
around an enclosed inner courtyard. The blind facades<br />
consist partly of Kunrader stone, a half-timbered<br />
construction and brick.<br />
Opvallend is het naar alle kanten overstekend dak<br />
zonder goten met aan de zuidzijden een fries. Hieruit<br />
blijkt dat de hoeve oorspronkelijk met stro was gedekt<br />
en in vakwerk was opgetrokken. De vakken bestonden<br />
uit korte stokken en twijgen, die met leem waren<br />
bedekt.<br />
In de gevels treffen we de jaarankers “1792” en “1789”<br />
aan. Beide zijn jaartallen waarin waarschijnlijk<br />
toevoegingen of verbouwingen aan het complex<br />
hebben plaatsgevonden.<br />
In de loop der tijd is de hoeve geheel door moderne<br />
bebouwing ingesloten. Hierdoor is de oorspronkelijke<br />
landschappelijke context van het pand niet goed meer<br />
te zien. Duidelijk is dat de Mullender aan de voet van<br />
de helling naar de Welterberg of Kunderberg lag.<br />
De oude boerderij ligt wat naar voren geschoven<br />
ten opzichte van de nieuwe rooilijn. Haar dominante<br />
aanwezigheid toont nog steeds hoe de rigoureuze<br />
uitbreidingsplannen van de jaren zestig, in een storm<br />
van protest tegen de beschadiging van het pittoreske<br />
dorp Welten, zijn blijven steken.<br />
De nog aanwezige luiken en de grote rondboogvormige<br />
poort maken het agrarische verleden onmiskenbaar<br />
duidelijk. Door een grondige restauratie<br />
verkeert de hoeve in een goede staat. Een tijdlang<br />
had zij de functie van woonhuis. Tegenwoordig wordt<br />
de hoeve meer gebruikt als kantoorpand.<br />
A striking feature is the gutter-less roof that projects<br />
to all sides with a frieze on the southsides. This shows<br />
that the farmstead originally had a thatched roof and<br />
a half-timbered wall construction. The squares consisted<br />
of short sticks and twigs that were loam-covered.<br />
On the facades we find wall ties indicating “1792” and<br />
“1789”. Both are years in which probably extensions<br />
or reconstructions of the complex took place.<br />
In the course of time the farmstead has been fully<br />
enclosed by modern buildings. As a result the original<br />
environmental context of the property can no longer<br />
be seen clearly. It is obvious that the Mullender was<br />
situated at the bottom of the slope towards the<br />
Welterberg or Kunderberg.<br />
The old farmstead is positioned slightly more forwardly<br />
with regard to the new building alignment.<br />
Its dominant presence still shows how the rigorous<br />
development plans of the sixties have remained<br />
incomplete, after a storm of protest against the<br />
damage to the picturesque village of Welten.<br />
The still present hatches and the large arch-shaped<br />
gate are the undeniable indicators of an agricultural<br />
past. As a result of a thorough renovation the farmstead<br />
is in a good condition. For some time it served<br />
as a residence. Nowadays the farmstead has become<br />
more of an office building.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
HERENHUIS<br />
De Doom 44, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 18 e eeuw<br />
Architect: Onbekend<br />
Monumentnr.: 21265<br />
MANOR<br />
De Doom 44, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 18th century<br />
Architect:<br />
Unknown<br />
Monument no.: 21265<br />
38<br />
Het huidige pand staat op een haakvormige<br />
plattegrond die de binnenhof van de hoeve afschermt<br />
en de hoek van De Doom en De Lirp accentueert.<br />
Op de verdieping zijn zeven kleine vierruitsvensters.<br />
De voorgevel is witgeverfd. De grote houten poorten<br />
en de raamomrandingen zijn opvallend blauw.<br />
De schuine daken zijn gedekt met rode keramische<br />
dakpannen.<br />
Voor het pand staat een wegkruis met houten corpus<br />
uit de 19 e eeuw.<br />
De Doom 44 maakte deel uit van de U-vormige<br />
boerenhoeve met schuren, een bakhuis, stallen en<br />
woningen. Een van de woningen lag bij de aanleg<br />
van de Lirp letterlijk in de weg en is gesloopt.<br />
Bij het wegkruis begon destijds een holle weg die<br />
uitkwam bij de Mariakapel aan de Mergelsweg (1954).<br />
Het naastgelegen pand De Lirp 42 stond in het begin<br />
van de jaren zeventig bekend als De Doom 42 en had<br />
evenals de naastgelegen schuur (De Doom 48) en het<br />
herenhuis (De Doom 44) de status van rijksmonument.<br />
Door een administratieve fout is dit pand niet<br />
meer in de lijst van rijksmonumenten vermeld.<br />
De huidige functie is tweeledig: architectenbureau<br />
Theo Teeken en een woonhuis. In De Doom is het<br />
kantoor gevestigd geweest van de Limburgse<br />
architect en kunstenaar Laurens Bisscheroux<br />
(1934-1997).<br />
De Doomgroep, een gezelschap kunstenaars uit<br />
de literatuur, schilderkunst, beeldhouwkunst,<br />
fotografie en architectuur, organiseerde in De Doom<br />
exposities en manifestaties van allerlei culturele aard.<br />
The current building is located at a hook-shaped<br />
floorplan which screens off the courtyard of the<br />
farmstead and accentuates the corner of De Doom<br />
and De Lirp. On the first floor there are seven small<br />
windows each containing four paned windows.<br />
The frontside is painted white. The large wooden<br />
gates and the window frames are strikingly blue.<br />
The sloping roofs are covered with red ceramic<br />
rooftiles.<br />
In front of the house there is a road cross with<br />
a wooden corpus from the 19th century.<br />
De Doom 44 was part of the U-shaped farmstead with<br />
barns, a bakery, stables and houses. When the Lirp<br />
was constructed one of these houses literally stood in<br />
the way and was torn down. In those days the road<br />
cross was the starting point of a sunken lane that<br />
ended at the chapel of Mary at the Mergelsweg (1954).<br />
At the beginning of the seventies the adjacent building<br />
De Lirp 42 was known as De Doom 42 and, just<br />
like the adjacent barn (De Doom 48) and the manor<br />
(De Doom 44) had the status of national monument.<br />
However, because of an administrative error this<br />
building is no longer on the list of national monuments.<br />
Its current function is bifold: architects’ firm Theo<br />
Teeken and a residence. De Doom accommodated<br />
the office of the Limburg architect and artist Laurens<br />
Bisscheroux (1934-1997).<br />
The Doom group, an artists’ society focussing on<br />
literature, painting, sculpture, photography and<br />
architecture, organized expositions and all sorts<br />
of cultural manifestations in De Doom.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
HUYS DE DOHM<br />
De Doom 48, 50, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 14 e en 17 e eeuw<br />
Architect: Onbekend<br />
Monumentnr.: 21266<br />
DE DOHM HOUSE<br />
De Doom 48, 50, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 14th and 17th century<br />
Architect:<br />
Unknown<br />
Monument no.: 21266<br />
39<br />
Het huidige complex De Doom dateert van na de<br />
verwoesting van 1673. Het L-vormige herenhuis heeft<br />
een oppervlakte van ongeveer 360 m 2 en omvat zeven<br />
kamers, waarvan vier slaapkamers. Een van de vleugels<br />
is voorzien van een mergelstenen trapgevel.<br />
De kelders hebben nog fundamenten uit de 14 e eeuw.<br />
Waarschijnlijk is het landgoed nog ouder. Dit blijkt ook<br />
uit de naam, die is afgeleid van het Latijnse woord<br />
domus, dat huis betekent.<br />
In 1155 schonk Willem van Wilré zeven hectare land<br />
te Welten aan de abdij Kloosterrade. In 1378 werd het<br />
adellijke goed “De Dohm” of “De Alsterhof” genoemd.<br />
In 1546 verkocht Jan van Wilré De Dohm aan Librecht<br />
II van Hulsberg (Heer van Schaloen, Heer van Herten<br />
en Meldert). Kort na 1611 kwam het kasteel door een<br />
huwelijk in bezit van de familie Schellart van Obbendorf.<br />
Het huis werd tijdens de oorlog met Frankrijk<br />
(rampjaar 1672) verwoest en weer opgebouwd.<br />
Bij de herbouw werden alle gevels in baksteen opgetrokken.<br />
Vanaf dat moment tot de Franse bezetting<br />
in 1793 draagt het huis in oude geschriften de naam<br />
kasteel. De Doom werd in 1878 door brand verwoest<br />
en herbouwd.<br />
In het begin van de 19 e eeuw was het hele huis met<br />
een gracht omgeven, met uitzondering van de zijde<br />
naar de voorburcht. Tegenwoordig zijn herenhuis en<br />
bijgebouwen in particulier bezit en is gedeeltelijk<br />
de sjiekere naam “Huys de Dohm” weer ingevoerd.<br />
Huys de Dohm is onlosmakelijk verbonden met<br />
de tuinen van Ineke Greve. In binnen- en buitenland<br />
geprezen. Zij heeft in dertig jaar tijd op de bijna<br />
6.000 m 2 , 16 tuinen gecreëerd die toch één geheel<br />
vormen. Het levenswerk van een binnenhuisarchitecte<br />
die buiten aan de slag ging.<br />
The current complex De Doom dates from after the<br />
destruction in 1673. The L-shaped manor has an area<br />
of app. 360 m2 and contains seven rooms, four of<br />
which are bedrooms. One of the wings is provided<br />
with a marl stone step-gable. The cellars still have the<br />
14th century foundations. Probably the estate is even<br />
older. This is also evidenced by its name which comes<br />
from the Latin word ‘domus’, meaning ‘house’.<br />
In 1155 Willem van Wilré donated seven hectares of<br />
land in Welten to the abbey of Kloosterrade. In 1378<br />
the noble property was called “De Dohm” or “De<br />
Alsterhof”. In 1546 Jan van Wilré sold De Dohm to<br />
Librecht II of Hulsberg (Lord of Schaloen, Lord of<br />
Herten and Meldert). Shortly after 1611 the castle came<br />
into the possession of the Schellart van Obbendorf<br />
family through marriage. During the war with France<br />
(the year of disaster 1672) the house was destroyed<br />
and rebuilt again.<br />
During the process of rebuilding all facades were built<br />
of brick. From that moment until the French occupation<br />
in 1793 the old manuscripts refer to the house as<br />
‘castle’. De Doom was destroyed by fire in 1878 and<br />
rebuilt again.<br />
In the beginning of the 19th century the entire house<br />
was surrounded by a moat with the exception of the<br />
side towards the outer fort. Today the manor and<br />
outbuildings are private property and to a certain<br />
extent the more stylish name “Huys de Dohm” has<br />
been reinstated.<br />
Huys de Dohm is inextricably bound up with the<br />
gardens of Ineke Greve. Acclaimed nationally and<br />
internationally. In a timespan of thirty years she<br />
created 16 separate gardens that still form a unity<br />
on the almost 6.000 m2 . The magnum opus of an<br />
interior designer and decorator who set to work<br />
outdoors.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
HOEVE DE ROUSCH<br />
Kloosterkensweg 17, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Restaurant<br />
Bouwjaar: 1859 (grotendeels)<br />
Architect: Onbekend<br />
Monumentnr.: 21267<br />
FARMSTEAD DE ROUSCH<br />
Kloosterkensweg 17, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Restaurant<br />
Year of construction: 1859 (for the greater part)<br />
Architect:<br />
Unknown<br />
Monument no.: 21267<br />
40<br />
In 1381 werd Reinier van den Esschen beleend met<br />
het leengoed hoeve De Rousch en in 1389 Reinier<br />
van den Nieuwenborch. In de 16 e en 17 e eeuw was<br />
de hoeve achtereenvolgens in bezit van de families<br />
Van Bensenraedt en Van Schwartzenberg. Zij werd<br />
vroeger ook “In ghen Broek” of “Wildenbroek” genoemd,<br />
vanwege haar ligging in moerassig gebied.<br />
De Rousch was ooit een kloosterhoeve. Monniken<br />
ontgonnen de gronden waarop De Rousch nu staat.<br />
De naam De Rousch is ontleend aan het ruisende<br />
water van de Geleenbeek, die langs de hoeve stroomt<br />
of aan het ruisen van de bladeren van de bomen,<br />
die langs de beek staan.<br />
De grote bakstenen hoeve om een gesloten binnenplaats<br />
is schilderachtig gelegen tegen de helling van<br />
het Geleendal. Het huidige gebouw dateert uit 1859.<br />
Dit blijkt uit de sluitsteen met dit jaartal boven de drie<br />
ellipsboogpoorten.<br />
Tot 1963 leefden en werkten herenboeren op De<br />
Rousch. De bouw van het in de nabijheid gelegen<br />
ziekenhuis maakte een eind aan de agrarische traditie.<br />
De hoeve heeft al meer dan vijftig jaar, onder de naam<br />
Auberge De Rousch, de functie van restaurant.<br />
In 1998 is door Teeken Beckers Architecten BV een<br />
uitbreiding tot stand gebracht die een heldere, zich<br />
van het bestaande gebouw onderscheidende architectuur<br />
laat zien. De wintertuin wordt begrensd door<br />
een groot glazen scherm dat kan worden geopend<br />
en een schitterend uitzicht biedt op het aangrenzende<br />
beekdal. Door het transparante volume van de wintertuin<br />
blijft de authentieke vorm van de monumentale<br />
hoeve zichtbaar. Ook de bescheiden raakpunten<br />
tussen de nieuwe staalconstructie en het oude monument<br />
dragen hieraan bij. Het aluminium paviljoen is als<br />
een satelliet met een gang aan de hoeve verbonden.<br />
De wintertuin en paviljoen vormen met de hoeve een<br />
harmonisch ensemble waarbij oud en nieuw gelijkwaardig<br />
worden gerespecteerd.<br />
In 1381 Reinier van den Esschen obtained the fiefdom<br />
of farmstead De Rousch and in 1389 Reinier van den<br />
Nieuwenborch did the same. In the 16th and in the<br />
17th century the farmstead came into the possession<br />
of respectively the Van Bensenraedt family and the<br />
Van Schwartzenberg family. In the early days the farmstead<br />
was also called “In ghen Broek” or “Wildenbroek”<br />
because of its situation in a swampy environment.<br />
De Rousch once was a monastery farm. Monks cultivated<br />
the lands on which De Rousch is now situated.<br />
The name De Rousch is derived from the gurgling<br />
sound of the Geleenbeek, which runs alongside<br />
the farmstead or from the rustling of the leaves of<br />
the trees that grow alongside the brook.<br />
The large brick farmstead with its enclosed courtyard<br />
is picturesquely situated against the slopes of the<br />
Geleendal. The current building dates from 1859.<br />
This is shown by the keystone with this year above<br />
the three elliptical arch gates.<br />
Until 1963 gentleman farmers lived and worked at<br />
De Rousch. The construction of the hospital in the<br />
near vicinity put an end to this agricultural tradition.<br />
For more than fifty years now, under the name of<br />
Auberge De Rousch, the farmstead has had the<br />
function of a restaurant.<br />
In 1998 Teeken Beckers Architecten BV realized an<br />
expansion that shows a clear architecture that distinguishes<br />
itself from the existing building. The winter<br />
garden is bordered by a large glass screen that can be<br />
opened and offers a magnificent view of the adjoining<br />
brook valley. Due to the transparent volume of the<br />
winter garden, the authentic form of the monumental<br />
farm remains visible. The modest points of contact<br />
between the new steel structure and the old monument<br />
also contribute to this. The aluminum pavilion<br />
is connected to the farm as a satellite with a corridor.<br />
The winter garden and pavilion form a harmonious<br />
ensemble with the farm, where old and new are<br />
respected equally.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
IMSTENRADERHOF<br />
Imstenrade 2, 3, 4, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning en kantoor<br />
Bouwjaar: 1910<br />
Architect: H. van Massenhove<br />
Monumentnr.: 512753, 512754, 512815<br />
IMSTENRADE FARM<br />
Imstenrade 2, 3, 4, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence and office<br />
Year of construction: 1910<br />
Architect:<br />
H. van Massenhove<br />
Monument no.: 512753, 512754, 512815<br />
41<br />
De hof bestaat uit een haaks patroon van boerderijbouw,<br />
woonhuizen, bedrijfsruimten en stallen.<br />
Het woongedeelte van de boerderij heeft een langwerpige<br />
plattegrond, afgedekt door een zadeldak<br />
met wolfseinden. In de zuidgevel zijn topgevels aangebracht<br />
die met een driehoekig houten raamwerk<br />
boven het dakvlak uitsteken. Het dak is gedekt met<br />
Tuiles du Nord. De entree heeft een granitovloertje<br />
met in mozaïek de naam: Hof Imstenrade.<br />
The farm complex consists of a hook pattern of farmhouses,<br />
residences, working accommodations and<br />
stables. The residential part of the farm has an elongated<br />
floorplan, covered by a saddle roof with snubnosed<br />
gables. On the south facade gable ends have<br />
been implemented and their triangular wooden frameworks<br />
protrude from the roof surface. The roof is<br />
covered by Tuiles du Nord. The entrance has a granite<br />
floor with in mosaic the name: Hof Imstenrade.<br />
Het bedrijfsgebouw staat loodrecht op het woongedeelte.<br />
Karakteristiek is het contrast tussen het<br />
roodbruine metselwerk en de speklagen, sluitstenen<br />
en aanzetstukken van lichtgele mergelsteen.<br />
Het patroon van doorlopende banden is consequent<br />
doorgezet in de omlijstingen van de gevelopeningen.<br />
De vier uitstekende topgevels lijken op die van het<br />
woongedeelte. Verder zijn er rechthoekige houten<br />
poorten.<br />
Hier stonden in de 17 e eeuw twee hoeves, waarvan<br />
de oudste al dateert uit 1359. In 1906 werden de<br />
hoeves gekocht door de Antwerpse reder Frans<br />
Schepens, hij moderniseerde de huidige hoeve tot<br />
modelboerderij en bouwde er een watertoren bij.<br />
De andere hoeve werd afgebroken en op die plaats<br />
staat nu het buitenhuis. De bouwstijl heeft elementen<br />
van de romantiserende Chaletstijl waarin men het<br />
verlangen naar het boerenbergland kan lezen.<br />
Frappant zijn de rood geschilderde dakgoten, boeiboorden,<br />
consoles, gootklossen, windveren en dakspanten.<br />
Kenmerkend voor de watertoren zijn de<br />
stalen profielen opgevuld met metselwerk, in combinatie<br />
met horizontale natuursteenbanden. Dit maakt<br />
dit complex tot een toonbeeld van oude traditie en<br />
nieuwe techniek dat zich rond de eeuwwisseling op<br />
vele plaatsen manifesteert. Aan de straatzijde sluit<br />
een smeedijzeren toegangshekwerk tussen bakstenen<br />
kolommen en een ezelsrug het complex.<br />
The working accommodations are at right angles<br />
to the residential part. Characteristic is the contrast<br />
between the red-brown masonry and the string<br />
courses, keystones and extensions of light yellow<br />
marlstone. The pattern of continuous bands has been<br />
continued consistently in the frames of the facade<br />
openings. The four protruding gable ends resemble<br />
those of the residential part. There are also rectangular<br />
wooden gates.<br />
In the 17th century there were two farmsteads at this<br />
location of which the eldest already dates from 1359.<br />
In 1906 the farmsteads were bought by the Antwerp<br />
shipowner Frans Schepens, he modernised the presentday<br />
farmstead into a model farm and built an additional<br />
water tower. The other farmstead was torn down<br />
and at that location we now find the country house.<br />
The building style has elements of the romanticized<br />
Chalet-style which reveals a longing for alpine farming.<br />
Striking are the red painted roof gutters, fasciae,<br />
consoles, cornice brackets, verges and rafters.<br />
Characteristic elements of the water tower are the<br />
steel profiles filled with masonry, in combination with<br />
horizontal natural stone bands. All of this makes this<br />
complex a paragon of old tradition and new technology<br />
which manifests itself at many places around the<br />
turn of the century. On the street side the complex is<br />
closed by a cast-iron fencing placed between brick<br />
columns and an ogee arch.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
VILLA IMSTENRADE<br />
Imstenrade 5, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning en kantoor<br />
Bouwjaar: 1909<br />
Architect: H. van Massenhove<br />
Monumentnr.: 512751, 512752<br />
VILLA IMSTENRADE<br />
Imstenrade 5, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence and office<br />
Year of construction: 1909<br />
Architect:<br />
H. van Massenhove<br />
Monument no.: 512751, 512752<br />
42<br />
Het kasteelachtige huis is gebouwd als buitenverblijf<br />
in opdracht van de Antwerpse reder Frans Schepens.<br />
De stijl is eclectisch, dat wil zeggen dat de architectonische<br />
elementen zijn gekozen uit verschillende<br />
stijlperioden.<br />
The castle-like house was built as a country house<br />
by order of the Antwerp shipowner Frans Schepens.<br />
Its style is eclectic which means that the architectonic<br />
elements have been selected from different style<br />
periods.<br />
De erker heeft een hardstenen basement met vier<br />
rechthoekige keldervensters, natuurstenen hoekpilasters<br />
en een plat dak met consoles. De vensters<br />
zijn gescheiden door kleinere pilasters met kapitelen.<br />
Boven de vensters en dakkapellen die uitkijken op<br />
het dal, werden klassieke driehoekige en segmentboogvormige<br />
frontons aangebracht.<br />
De windvaan is gesmeed in de vorm van een schip.<br />
Sommige ramen hebben een originele 5-ruitsindeling.<br />
Verder is gebruik gemaakt van stijlelementen uit<br />
de neorenaissance: rode bakstenen gevels met<br />
horizontale roomkleurige banden in kalksteen.<br />
Het geheel staat op een blauwstenen rusticaplint,<br />
dat taps toeloopt.<br />
De torenachtige westhoek heeft een groot samengesteld<br />
venster met een liggende ellipsboog en een<br />
hoge torenspits met lantaarn. Deze opzet geeft de<br />
zuidgevel een asymmetrische ordening. In 1943 werd<br />
het oorspronkelijke dak door brand verwoest.<br />
Architect Swinkels uit Maastricht was verantwoordelijk<br />
voor het herstel van het dak. Daarbij werd de spits<br />
minder imposant herbouwd.<br />
De parkachtige tuin dateert uit 1928 en is eveneens<br />
als monument beschermd en heeft een ovaal padenpatroon.<br />
In het centrale deel bevindt zich een langgerekte<br />
vijver met een stenen brug. Om zijn vrouw<br />
een beter uitzicht op het Geleendal te bezorgen, liet<br />
de opdrachtgever een heuvel die dat uitzicht belemmerde<br />
gedeeltelijk afgraven.<br />
Er is een rijk gedecoreerde entree met natuurstenen<br />
omlijsting. Het bovenlicht heeft een smeedijzeren<br />
rooster met de initialen S F.<br />
The bay window has a bluestone foundation with four<br />
rectangular basement windows, natural stone corner<br />
pilasters and a flat roof with consoles. The windows<br />
are separated by smaller pilasters with capitals.<br />
Above the windows and dormer windows that look<br />
out on the valley, classical triangular and arch-shaped<br />
frontons were installed.<br />
The wind vane is cast in the shape of a ship. Some<br />
windows have an original 5-pane division. Also Neo-<br />
Renaissance style elements were used: red brick<br />
facades with horizontal cream-coloured limestone<br />
bands. All of it is placed on a bluestone tapering<br />
rustic plinth.<br />
The tower-like west corner has a large compound<br />
window with a horizontal ellipse and a high spire with<br />
a lantern. This arrangement gives the south facade an<br />
asymmetrical composition. In 1943 the original roof<br />
was destroyed by fire. Architect Swinkels from Maastricht<br />
was responsible for the restoration of the roof.<br />
During this process the spire was rebuilt in a less<br />
impressive style.<br />
The park-like garden dates from 1928 and it is also<br />
a protected monument and has an oval pathway<br />
pattern. There is an elongated pond with a stone<br />
bridge in the central part. In order to let his wife have<br />
a better view of the Geleendal, the owner had the hill<br />
partly levelled because it hindered that view.<br />
There is a richly decorated entrance with a natural<br />
stone frame. The transom window has a cast-iron<br />
grid with the initials S F.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
VILLA VAN SLOBBE<br />
Zandweg 122, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 1961-1963<br />
Architect: G.T. Rietveld<br />
Monumentnr.: 532196<br />
VILLA VAN SLOBBE<br />
Zandweg 122, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 1961-1963<br />
Architect:<br />
G.T. Rietveld<br />
Monument no.: 532196<br />
43<br />
Het huis werd, samen met Joan van Dillen en Jan van<br />
Tricht, ontworpen voor Bart van Slobbe (1915-1994).<br />
Hij wenste een niet pompeus, representatief huis<br />
met voldoende vertrekken voor zijn grote gezin.<br />
Het is opgebouwd uit kubische modules van 4,8 meter<br />
en een witgeverfd betonskelet ingevuld met<br />
geglazuurde baksteen.<br />
The house was designed, together with Joan van<br />
Dillen and Jan van Tricht, for Bart van Slobbe (1915-<br />
1994). He wanted a non-pompous, representative<br />
house with sufficient rooms for his large family.<br />
It was constructed out of cubic modules of 4.8 metres<br />
and a white painted concrete skeleton filled up with<br />
glazed brick.<br />
Op de eerste verdieping is de woonruimte met<br />
keuken, bijkeuken en eethoek, een studeerkamer en<br />
een ontvangst- en vergaderruimte. Boven zijn drie<br />
dubbele en vier enkele slaapkamers. Het grote balkon<br />
op de tweede verdieping vormt aan de zuidhoek van<br />
de woonkamer een ruim overstek dat als zonnewering<br />
fungeert.<br />
De heuvelachtige omgeving heeft tot unieke architectuur<br />
geleid. Het is bovendien met 16 vertrekken en<br />
2.060m 3 het grootste woonhuis dat Rietveld ooit heeft<br />
gemaakt. Het hoogteverschil is benut om de woonkamer<br />
aan te sluiten op het hoogste punt en de entree<br />
op niveau -1 te verbinden met het laagste punt.<br />
De verschillende volumes met terrassen verschaffen<br />
het huis een plastisch karakter. Duidelijk is te zien hoe<br />
de vormgeving is teruggebracht tot elementaire<br />
beeldende middelen, zoals horizontale en verticale<br />
lijnen en vlakken, kenmerkend voor “De Stijl”. Grote<br />
vensters in stalen kozijnen gaven een wel haast<br />
onbeperkt uitzicht.<br />
Het is even zoeken om dit enige Rietveld huis in<br />
Limburg te vinden. Het panorama van toen is nu<br />
volledig dicht gegroeid. Van Slobbe was directeur<br />
van de N.V. Laura en Vereeniging in Eygelshoven en<br />
voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken<br />
voor de Mijnstreek, van de Vereniging der Particuliere<br />
Mijnen en van de regenten in het Kerkraadse Sint<br />
Jozef ziekenhuis. Hij gebruikte zijn huis ook als<br />
vergaderplaats.<br />
On the first floor there is the living space with kitchen,<br />
utility room and dinette, a study and a reception and<br />
meeting room. Upstairs there are three double and<br />
four single bedrooms. The large balcony on the<br />
second floor creates a spacious overhang for the<br />
south corner of the living room and serves as an<br />
awning.<br />
The hilly environment has resulted in a unique architecture.<br />
Furthermore, with its 16 rooms and 2,060m3<br />
it is the largest residence that Rietveld has ever<br />
created. The difference in height has been used to<br />
have the living room linked with the highest point<br />
and the entrance at level -1 with the lowest point.<br />
The different volumes with terraces provide the house<br />
with an expressive character. It is clear to see how<br />
the form has been reduced to primary evocative<br />
means, such as horizontal and vertical lines and<br />
surfaces, characteristic for “De Stijl”. Large windows in<br />
steel window frames provided a nearly unlimited view.<br />
It takes some time to find this only Rietveld house<br />
in Limburg. The then panorama has now been fully<br />
overgrown. Van Slobbe was director of the N.V. Laura<br />
& Vereeniging in Eygelshoven and chairman of the<br />
Chamber of Commerce and Industry for the Mining<br />
District, of the Vereniging der Particuliere Mijnen<br />
(Association of Private Mines) and of the governors of<br />
the Saint Joseph hospital in Kerkrade. He also used his<br />
house as a meeting place.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
VROEDVROUWENSCHOOL<br />
Parc Imstenrade 3 t/m 43, 44 t/m 130, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Wonen en zorg<br />
Bouwjaar: 1920-1930<br />
Architect: J. Stuyt<br />
Monumentnr.: 512703, 506441<br />
SCHOOL FOR MIDWIFERY<br />
Parc Imstenrade 3 to 43, 44 to 130, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence and care<br />
Year of construction: 1920-1930<br />
Architect:<br />
J. Stuyt<br />
Monument no.: 512703, 506441<br />
44<br />
Na een hevige concurrentiestrijd kreeg <strong>Heerlen</strong> de<br />
kweekschool voor vroedvrouwen ‘St. Elisabeth’, annex<br />
kliniek voor verloskunde en vrouwenziekten van Zuid-<br />
Nederland toegewezen. In 1912 ontwierp architect Jan<br />
Stuyt een vroedvrouwenschool annex directeurswoning<br />
aan de Akerstraat. Die was al gauw te klein door<br />
de explosieve groei van de mijnstreek. Hij ontwierp<br />
daarna een veel groter complex met een verblijfsgebouw,<br />
een schoolgebouw, een directeurswoning<br />
een zogenaamd economiegebouw (voor o.a. wasserij<br />
en ketelhuis) inclusief schoorsteen en een kapel.<br />
De hoofdgebouwen kregen een opvallende langgerekte<br />
E-vorm tussen de aloude Zandweg en het Imstenraderbos.<br />
Kenmerkend is de symmetrische rangschikking<br />
van de bouwmassa’s, de hiërarchische driedeling<br />
van het hoofdgebouw met een vooruitspringende<br />
vleugel en een lantaarn (torentje) midden op het dak.<br />
De bakstenen gevels hebben hoeklisenen met blokmotieven<br />
in natuursteen.<br />
Rechts van de grote ronde poort, is op 25 september<br />
1925, de eerste steen gelegd door Koningin Wilhelmina.<br />
Boven deze poort is een medaillon aangebracht<br />
waarop een moeder met kind zijn afgebeeld. Veel<br />
details zijn karakteristiek voor Stuyt: de reeksen dakkapellen<br />
met driehoekige en rondboogvormige frontons,<br />
een fries en sluitstenen versierd met stuiters.<br />
De Vroedvrouwenschool verhuisde in 1993 naar een<br />
nieuw gebouw in Kerkrade. De opleiding tot vroedvrouw<br />
of verloskundige is tegenwoordig ondergebracht<br />
bij het academisch ziekenhuis in Maastricht.<br />
Aanvankelijk was de Vroedvrouwenschool geen monument.<br />
Sloop dreigde, uiteindelijk werd het monumentale<br />
pand het middelpunt van een renovatieproject<br />
voor hoogwaardige ouderenhuisvesting met een scala<br />
aan faciliteiten: Vitalis Parc Imstenrade. Wellicht heeft<br />
het feit dat meer dan 80.000 Limburgers er het<br />
levenslicht zagen hieraan bijgedragen.<br />
After a fierce competition <strong>Heerlen</strong> got allocated its<br />
training school for midwifery ‘Saint Elisabeth’, with<br />
attached the clinic for obstetrics and gynaecology for<br />
the Southern Netherlands. In 1912 the architect Jan<br />
Stuyt designed a midwifery school with attached<br />
a manager’s residence at the Akerstraat. This soon<br />
was too small because of the explosive growth of<br />
the mining district. After that he designed a much<br />
larger complex with accommodations, a school,<br />
a manager’s residence, a so-called utility building<br />
(for a.o. washery and boiler room) including chimney<br />
and a chapel.<br />
The main buildings got a striking elongated E-shape<br />
between the old Zandweg and the Imstenraderbos.<br />
Characteristic is the symmetrical arrangement of<br />
the building mass, the hierarchical threefold division<br />
of the main building with protruding wings and a<br />
lantern (tower) centred on the roof. The brick facades<br />
have corner pilasters decorated with block patterns<br />
of natural stone.<br />
On the right of the large arched gate the first stone<br />
was placed by Queen Wilhelmina on 25 September<br />
1925. Above this gate a medallion has been placed<br />
depicting a mother with child. Many details are<br />
characteristic of Stuyt: the series of dormer windows<br />
with triangular arch-shaped frontons, a freeze and<br />
keystones decorated with boulders.<br />
In 1993 the Midwifery school moved to a new building<br />
in Kerkrade. Nowadays the training for midwife or<br />
obstetrician is accommodated in the academic<br />
hospital in Maastricht. Initially the School for Midwifery<br />
was not a monument. Demolition was imminent,<br />
but in the end the monumental building became<br />
the pivotal point for a renovation project for highquality<br />
elderly housing with a wide range of facilities:<br />
Vitalis Parc Imstenrade. Maybe the fact that over<br />
80,000 Limburgers were born there has played a role.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
DIRECTEURSWONING EN MANAGER’S RESIDENCE AND<br />
KAPEL CHAPEL<br />
45<br />
Zandweg 178, bij Parc Imstenrade 3, <strong>Heerlen</strong><br />
Zandweg 178 and Parc Imstenrade 3, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woonzorgvoorziening (kapel)<br />
Bouwjaar: Villa: 1920–1921 Kapel: 1934<br />
Architect: J. Stuyt<br />
Monumentnr.: 512706, 512707<br />
Current function: Residential care facility<br />
(chapel)<br />
Year of construction: Villa: 1920–1921 Chapel: 1934<br />
Architect:<br />
J. Stuyt<br />
Monument no.: 512706, 512707<br />
De directeurswoning, gebouwd voor de eerste geneesheer<br />
directeur Clemens Meuleman, vertoont<br />
diverse kenmerken van de villa’s van Stuyt. Zoals de<br />
niet al te strenge blokvorm die met ondergeschikte<br />
bouwdelen is verzacht. Hoeklissenen worden ook<br />
toegepast bij de arbeiderswoningen. Het schilddak is<br />
aan de bovenkant afgeplat. Hij had een voorkeur voor<br />
rode baksteen en uitstekende getimmerde dakgoten.<br />
The manager’s residence, built for the first medical<br />
director Clemens Meuleman, has several characteristics<br />
of the villas by Stuyt. Such as the not too strictly<br />
observed block pattern which is softened by subservient<br />
construction elements. Corner pilasters are also<br />
used in the labourers’ houses. The hipped roof has<br />
been flattened off at the top. He had a preference<br />
for red brick and protruding timber roof-gutters.<br />
De gebouwen maken deel uit van het omvangrijke<br />
neoklassieke oeuvre van Stuyt met o.a. kerken,<br />
scholen en woningen dat we op veel plaatsen in<br />
Nederland aantreffen.<br />
De verfijnde hiërarchie in de rangorde van “bovengeschikte”<br />
en “ondergeschikte” massa’s alsmede het<br />
aanbrengen van ornamenten en versierselen wordt<br />
wel gezien als een metafoor voor de rangen en<br />
standen in het sociale stelsel van toen.<br />
De kapel is in 1934 gebouwd overeenkomstig een<br />
ontwerp van Jan Stuyt en zijn zoon Giacomo. Na een<br />
renovatie is de kapel, sinds 2001, weer in gebruik als<br />
godshuis en als podium voor een breed scala aan<br />
culturele evenementen.<br />
De kapel heeft een indeling als een basilica met een<br />
kruisvormige plattegrond, een vijfzijdige apsis, twee<br />
sacristieën en een doopkapel. Het geheel is opgetrokken<br />
in baksteen en verschillende soorten natuursteen.<br />
Er is een omlopende plint van Kunrader-steen.<br />
Het middenschip heeft kleine rondboogramen.<br />
De smalle zijschepen zijn met ronde vensters uitgevoerd.<br />
De gevels zijn op de hoeken voorzien van<br />
geblokte pilasters in Maastrichts krijt, zo ook boven<br />
de ramen en rondom de hoofdingang met omlijsting<br />
en timpaan; de daken zijn met leien gedekt. Eenvoudige<br />
houten ramen met dito indeling. De voorgevel<br />
heeft een clocher-arcade met een klok.<br />
The buildings are part of the vast neo-classical oeuvre<br />
of Stuyt with a.o. churches, schools and houses which<br />
we find on many locations throughout the Netherlands.<br />
The refined hierarchy in the order of “superior” and<br />
“subservient” masses as well as the implementation<br />
of ornaments and decorations are also seen as a<br />
metaphor for the different classes within the social<br />
system of those days.<br />
The chapel was built in 1934 based on a design by<br />
Jan Stuyt and his son Giacomo. After a renovation<br />
the chapel has been put back in use since 2001 as<br />
a house of God and a stage for a wide variety of<br />
cultural events.<br />
The chapel has a lay-out similar to that of a basilica<br />
with a cross-shaped floorplan, a five-sided apsis, two<br />
sacristies and a baptistry. The complex has been fully<br />
constructed in brick and different types of natural<br />
stone. There is a continuous skirting-board of Kunrader-stone.<br />
The nave has small arched windows.<br />
The narrow side-aisles have round windows.<br />
The facades have blocked pilasters of Maastricht chalk<br />
on the corners, as well as above the windows and<br />
around the main entrance with frame and tympanum;<br />
the roofs are slate-tiled. Simple wooden windows with<br />
similar lay-out. The front facade has a bell tower arch<br />
with a clock.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
SINT JOSEPHKERK<br />
Dr. Clemens Meulemanstraat 1, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Parochiekerk<br />
Bouwjaar: 1956-1957<br />
Architect: J.J. Fanchamps<br />
Monumentnr.: 530863<br />
CHURCH OF SAINT JOSEPH<br />
Dr. Clemens Meulemanstraat 1, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Parish Church<br />
Year of construction: 1956-1957<br />
Architect:<br />
J.J. Fanchamps<br />
Monument no.: 530863<br />
46<br />
De Sint Josephkerk kwam tot stand ter vervanging<br />
van haar neoromaanse voorganger, die ontworpen<br />
werd door stadsarchitect Jos Seelen in 1917. Deze<br />
parochiekerk moest, gehavend door mijnschade,<br />
afgebroken worden.<br />
The Church of Saint Joseph was built as replacement<br />
of its Neo-Romanesque predecessor that had been<br />
designed by the municipal architect Jos Seelen in 1917.<br />
This parish church had to be torn down due to mining<br />
damage.<br />
De nieuwe Sint Josephkerk van Jozef Fanchamps is<br />
een kwartslag gedraaid ten opzichte van de oude<br />
kerk. Het is een zaalkerk met pseudotransept,<br />
processiegangen en een campanile die als<br />
oriënteringspunt fungeert.<br />
De kerk bestaat uit een betonskelet dat zowel in<br />
het interieur als in het exterieur in het zicht is gelaten.<br />
Het muurwerk bestaat uit vullingen in ruw gehakte<br />
blokken Kunradersteen in drie dikten, die in wild<br />
verband zijn gemetseld en afkomstig zijn uit de oude<br />
kerk. De eerste steen werd op 27 oktober 1956 gelegd<br />
door deken Mgr. Bemelmans. Hij was zijn tijd vooruit.<br />
Achter in de kerk is die steen namelijk te zien met<br />
het jaartal 1957.<br />
De voorgevel is zeven traveeën breed en heeft een<br />
opvallende getoogde gevelbeëindiging. In de traveeën<br />
boven de portalen zijn hoogreliëfs aangebracht van<br />
Wim van Hoorn (1908-1979), bekend van Dr. Poels in<br />
Welten en d’r Joep in Kerkrade. De forse reliëfs van<br />
kunststeen geven de twaalf apostelen met hun symbolen<br />
weer. Ook zijn de vier evangelisten en de<br />
Heilige Drie-eenheid afgebeeld.<br />
Links naast de voorgevel staat een open betonnen<br />
klokkentoren die door een open zuilengang met<br />
de kerk is verbonden. Opmerkelijk zijn het gewapend<br />
betonnen skelet en de licht gebogen daken.<br />
The new Church of Saint Joseph by Jozef Fanchamps<br />
has been turned 90 degrees compared to the former<br />
church. It is a single-nave church with pseudo-transept,<br />
procession aisles and a campanile which serves<br />
as a point of orientation.<br />
The church consists of a concrete skeleton which has<br />
been left visible both in the interior and the exterior.<br />
The mural consists of fillings of roughly cut and<br />
randomly positioned blocks of Kunrader stone,<br />
in three girths coming from the former church.<br />
The first stone was laid by dean Mgr. Bemelmans<br />
on 27 October 1956. He was ahead of his time.<br />
The fact is that in the rear of the church that stone<br />
can be found with the date 1957.<br />
The front facade is seven bays wide and has a strikingly<br />
arched facade ending. In the bays above<br />
the portals high reliefs have been installed created<br />
by Wim van Hoorn (1908-1979), known for Dr. Poels<br />
in Welten and d’r Joep in Kerkrade. The robust reliefs<br />
of artificial stone represent the twelve apostles with<br />
their symbols. Also the four evangelists and the Holy<br />
Trinity have been depicted.<br />
On the left of the front facade is an open concrete<br />
belfry which is connected to the church via an open<br />
archway. Remarkable are the ferroconcrete skeleton<br />
and slightly bent roofs.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
HOEVE PASMANS<br />
Leon Biessenstraat 71, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Begeleid wonen<br />
Bouwjaar: 1777<br />
Architect: Onbekend<br />
Monumentnr.: 527673<br />
FARMSTEAD PASMANS<br />
Leon Biessenstraat 71, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Assisted living<br />
Year of construction: 1777<br />
Architect:<br />
Unknown<br />
Monument number: 527673<br />
47<br />
De hoeve is op de Heerlerbaan bekend onder de naam<br />
van de laatste bewoner: Sjeng Pasmans. De hoeve had<br />
een U-vormige plattegrond en lag aan de Rukkerweg,<br />
zoals de straat destijds heette. Deze oude weg is<br />
afgesneden als gevolg van het uitbreidingsplan<br />
Giesen-Bautsch uit 1960 waarbij veel agrarische<br />
gebieden zijn vervallen. Toen is de huidige ligging<br />
ontstaan op de hoek van de nieuw aangelegde<br />
Sinaïstraat.<br />
At the Heerlerbaan the farmstead is known under<br />
the name of his last occupant: Sjeng Pasmans.<br />
The farmstead had a U-shaped floorplan and was<br />
situated at the Rukkerweg, as the street was called<br />
in those days. This old street had been cut off due to<br />
the 1960 expansion plan Giesen-Bautsch as a result<br />
of which many agricultural grounds became defunct.<br />
At that time the current location came into existence<br />
at the corner of the newly constructed Sinaïstraat.<br />
De korte, gesloten zijde van de U-vorm bevatte<br />
het woonhuisgedeelte en vormde de westflank van<br />
de hoeve. Dit gedeelte was via de naar het oosten<br />
geopende binnenhof toegankelijk.<br />
De lange vleugel aan de zijde van de Leon Biessenstraat<br />
bestaat uit een stal plus een grote schuur en<br />
ontleent haar karakter aan de twee grote inrijpoorten.<br />
Volgens het ingemetselde jaartal in deze gevel dateert<br />
de hoeve uit 1777.<br />
Interessant zijn de ambachtelijk, in kruisverband,<br />
verwerkte bakstenen (afwisselend een laag koppen<br />
en een laag strekken) en de ellipsvorm van de gemetselde<br />
bogen. In de gevel zit een reeks oude gevelankers<br />
met aan de boven- en onderzijde een dubbele<br />
krulaanzet. Het dak had stropoppen of strodokken<br />
die werden gebruikt om de Oudhollandse pannendaken<br />
af te dichten tegen tocht, sneeuw en regen.<br />
De boerderij is verbouwd tot een woonbegeleidingscentrum<br />
voor tien bewoners. Hiervoor is het gebouw<br />
ingrijpend veranderd met gebruikmaking van de oude<br />
binnenhof en enkele authentieke gevels.<br />
De tweede oude bedrijfsvleugel, parallel aan en<br />
tegenover de vleugel aan de Leon Biessenstraat, is<br />
vervangen. Het vernieuwde monument heeft, in de<br />
plaats van de U-vorm, meer een carré-vorm gekregen.<br />
The short, closed side of the U-shape contained<br />
the residential part and formed the westside of the<br />
farmstead. This part could be accessed via the eastwardly<br />
opened inner courtyard.<br />
The long wing at the side of the Leon Biessenstraat<br />
consists of a stable plus a large barn and derives its<br />
character from the two large entrance gates. According<br />
to the bricked-in date in this facade the farmstead<br />
dates from 1777.<br />
Of interest are the crafted, cross-bond bricks (alternating<br />
a layer of headers and a layer of stretchers) and<br />
the ellipse-shape in the brick arches. The facade has<br />
a number of old wall anchors with a double scroll<br />
spring at the bottom and at the top. The roof had<br />
straw insulation for sealing the Old Dutch tiled roofs<br />
from draught, snow and rain.<br />
The farm has been rebuilt into a centre for assisted<br />
living for ten occupants. For this purpose the building<br />
has been drastically altered by using the old inner<br />
courtyard and some authentic facades.<br />
The second old farm wing, parallel to and opposite<br />
the wing at the Leon Biessenstraat, has been replaced.<br />
The renovated monument now has a more square<br />
shape instead of the old U-shape.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
HORICHERHOF<br />
Corisbergweg 119A, 121, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 14 e eeuw<br />
Architect: Onbekend<br />
Monumentnr.: 21238, 21239<br />
HORICHERHOF<br />
Corisbergweg 119A, 121, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 14th century<br />
Architect:<br />
Unknown<br />
Monument no.: 21238, 21239<br />
48<br />
De voormalige hoeve dankt zijn naam aan de familie<br />
Von Horrich, die vóór 1446 het pand al in bezit had.<br />
Door het huwelijk van Heichwich von Horrich met<br />
Heinrich van Reuschenberg ging het pand in die<br />
familie over (30 juni 1452).<br />
The former farmstead owes its name to the Von<br />
Horrich family who already owned this property prior<br />
to 1446. By the marriage of Heichwich von Horrich to<br />
Heinrich van Reuschenberg the property passed into<br />
the hands of the latter family (30 June 1452).<br />
De hoeve is een van de oudste vakwerkhoeves van<br />
<strong>Heerlen</strong> en kent een rijke geschiedenis. Onder meer<br />
doordat de Caumerbeek in de buurt van de hoeve<br />
ontspringt en in de kelder. Rond 1950 kwamen mensen<br />
hier nog steeds water halen. De kruipruimte is later<br />
volgestort met zand en de bron is dichtgemaakt met<br />
een cementprop.<br />
In de 20 e eeuw is de hoeve in ernstig verval geraakt.<br />
Het behoud van de Horicherhof is voor een groot deel<br />
te danken aan een actie die door diverse bewoners<br />
van de wijk Heerlerbaan in 1982-1985 op touw was<br />
gezet. Woningvereniging Heerlerbaan heeft daarna in<br />
overleg met aannemersbedrijf Jongen en<br />
in overleg met de gemeente <strong>Heerlen</strong> en de Rijksdienst<br />
voor het Cultureel Erfgoed een restauratieplan<br />
ontwikkeld, waardoor de huidige in 1986 gereed<br />
gekomen vijf appartementen en acht eengezinswoningen<br />
ontstonden.<br />
Bouwhistorisch onderzoek toont aan dat de gebinten<br />
van het vakwerkhuis, waarin de fraaie overkraagde<br />
verdieping is aangebracht, van eind 16 e , begin 17 e<br />
eeuw zijn. Het woonhuis is in de loop van de 18 e eeuw<br />
naar oostelijke zijde met twee gebinten uitgebreid.<br />
Later zijn er nog andere verbouwingen geweest,<br />
zoals de verstening van de uitbouw van het westelijk<br />
woonhuis, verandering van haarden, bouw van het<br />
kelderhuis en de bedstede en dergelijke.<br />
De hoeve ligt op een locatie tussen de Bovenste<br />
Caumer en de Romeinenstraat. Hier liggen ook de<br />
resten van een Romeinse villa van het type rustica.<br />
The farmstead is one of the oldest half-timbered<br />
farmsteads of <strong>Heerlen</strong> and has a rich history. This is<br />
partly because the Caumerbeek rises in the neighbourhood<br />
and in the basement of the farmstead.<br />
Around 1950 people still came here to fetch water. The<br />
crawl space has later been filled up with sand and the<br />
well has been sealed with a concrete plug.<br />
During the 20th century the farmstead deteriorated<br />
enormously. The preservation of the Horicherhof<br />
is largely owed to a campaign initiated by several<br />
inhabitants of the Heerlerbaan neighbourhood<br />
between 1982-1985. Subsequently, the Heerlerbaan<br />
housing association in consultation with the Jongen<br />
contracting firm, the municipality of <strong>Heerlen</strong> and<br />
the Cultural Heritage Agency has developed a restoration<br />
plan, which in 1986 resulted in the current five<br />
flats and eight single-family dwellings.<br />
Historical building research shows that the trusses<br />
of the half-timbered house, in which a beautifully<br />
extended floor has been created, date from end 16th,<br />
beginning 17th century. During the 18th century<br />
the residence was expanded towards the east side<br />
with two trusses. Later on other renovations have<br />
taken place, such as the brickifying of the extension<br />
to the western residence, changing the fireplaces,<br />
building the basement apartment and the box bed,<br />
and the like.<br />
The farmstead is situated between the Bovenste<br />
(Upper) Caumer and the Romeinenstraat. Here the<br />
remnants of a Roman villa rustica can also be found.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
DE DROEPNAAS<br />
Corisbergweg 117, 119, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 14 e eeuw<br />
Architect: Onbekend<br />
Monumentnr.: 21237<br />
THE DROEPNAAS<br />
Corisbergweg 117, 119, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 14th century<br />
Architect:<br />
Unknown<br />
Monument no.: 21237<br />
49<br />
Deze hoeve van baksteen met een gesloten binnenplaats<br />
heeft aan de straatzijde een puntgevel en een<br />
ellipsboogpoort. In 14 e eeuwse archiefstukken komt<br />
de hoeve voor als “Onderste hof” of “Klein Caumer”<br />
en was een Wickraadsleen. Waarschijnlijk is het pand<br />
een vroege afsplitsing van de Horicherhof, die meermaals<br />
de “Overste hof” werd genoemd.<br />
Blijkens een hardstenen sluitsteen boven de ingang<br />
‘Anno 1779 R. Freins m.i. Offermans’ is de hoeve toen<br />
verbouwd of herbouwd.<br />
In de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw stond<br />
voor de hoeve een waterpomp, waaruit de inwoners<br />
van de Caumer hun water konden halen. In de loop<br />
der jaren raakte de bron uitgedroogd, waardoor de<br />
pomp nog maar druppelde. Zo ontstond waarschijnlijk<br />
de naam Droepnaas. De pomp is al lang geleden<br />
verdwenen, maar de naam leeft nog voort en staat<br />
tegenwoordig op de gevel.<br />
Delen van het vakwerk zijn nog in de gevels en op de<br />
binnenplaats herkenbaar. In de Tweede Wereldoorlog<br />
was de hoeve een onderduikadres en de uitvalsbasis<br />
voor de in het verzet actieve familie Bockma.<br />
In de jaren zeventig bestond het plan om 1.000 galerijwoningen<br />
te bouwen. Met deze nieuwe ontsluitingsweg<br />
zou de historische beekzone worden doorsneden<br />
en zou het agrarische gebied van de Bovenste Caumer<br />
geïsoleerd raken. Inspraak van bewoners heeft dit<br />
weten te voorkomen.<br />
This brick farmstead with secluded inner courtyard<br />
has a gable-end and an elliptical arch gate on the<br />
street side. In 14th century archives the farmstead is<br />
referred to as “Onderste hof” (“Lower Farmstead”) or<br />
“Klein Caumer” (“Small Caumer”) and was a Wickraad<br />
fief. The property is probably an early split off<br />
of the Horicherhof, which was often referred to as<br />
the “Overste hof” (“Upper Farmstead”).<br />
As appears from a bluestone keystone above the<br />
entrance, stating ‘Anno 1779 R. Freins m.i. Offermans’<br />
the farmstead was renovated or rebuilt in that year.<br />
During the twenties and thirties of the last century<br />
there was a water pump in front of the farmstead<br />
from which the inhabitants of the Caumer could get<br />
their water. Throughout the years the well dried up,<br />
which left the pump to produce no more than a few<br />
droplets. This probably resulted in the name "Droepnaas"<br />
(meaning something in the nature of "Runny<br />
Nose"). The pump disappeared many years ago, but<br />
its name still lives on the facade.<br />
Parts of the former timbered parts of the house can<br />
still be recognized in the facades and in the courtyard.<br />
During World War II the farmstead was used as a<br />
safehouse and the base of operations for the Bockma<br />
family who were active in the resistance.<br />
During the seventies the plan was suggested to<br />
build 1,000 gallery flats. This new access road would<br />
transect the historic brook area and also the agricultural<br />
area of the Bovenste (Upper) Caumer would<br />
become isolated. Inhabitants’ participation has<br />
averted that development.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
HOEVE CORISBERG<br />
Corisbergweg 1, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Zorgboerderij<br />
Bouwjaar: 14 e eeuw<br />
Architect: Onbekend<br />
Monumentnr.: 21236<br />
FARMSTEAD CORISBERG<br />
Corisbergweg 1, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Care farm<br />
Year of construction: 14th century<br />
Architect:<br />
Unknown<br />
Monument no.: 21236<br />
50<br />
Hoeve Corisberg wordt al in 1371 genoemd als leengoed<br />
en stamgoed van het geslacht Caldenborn of<br />
Van Caldenborch. De carréboerderij is schilderachtig<br />
gelegen tegen de helling van het dal van de Caumerbeek.<br />
Op de zuidwesthoek bevindt zich het 17 e eeuwse<br />
L-vormige woongedeelte, waarvan de begane grond<br />
is opgetrokken uit Kunradersteen en de verdieping in<br />
baksteen met speklagen en hoekblokken van mergel.<br />
In de 17 e eeuw werd ook de rest van de zuidgevel<br />
vernieuwd door toepassing van mergel.<br />
Already in 1371 Farmstead Corisberg is mentioned as<br />
fief and family estate of the house of Caldenborn or<br />
Van Caldenborch. The square farm house is picturesquely<br />
situated against the slope of the valley of the<br />
Caumerbeek. In the southeast corner there are the<br />
17th century L-shaped living quarters of which the<br />
ground floor is built in Kunrader stone and the first<br />
floor in brick with string courses and corner blocks<br />
of marl. In the 17th century also the remainder of<br />
the south wing was renewed by applying marl.<br />
De inscriptie: “Anno 1768 Thomas Ulecks Anna Marea<br />
Horbach” in de puntgevel van het woonhuis, wijst<br />
op een verbouwing in dat jaar. Hierbij werden de<br />
segmentboogvensters en de schoorsteenmantels<br />
in Lodewijk XIV-stijl aangebracht. Onder het woongedeelte<br />
bevindt zich een kelder met een ellipsbooggewelf.<br />
Dit is het oudste gedeelte van deze hoeve.<br />
De bakstenen muur aan de oostzijde stamt uit de<br />
eerste kwart van de 19 e eeuw. De stal is, zoals het jaartal<br />
vermeldt, uit 1780. De buitengevel bestaat uit<br />
baksteen met speklagen van mergel. Opmerkelijk is<br />
het onderste deel van deze gevel aan de wegkant.<br />
Hier is een gevarieerde hoeveelheid steen (her)<br />
gebruikt: stukken mergel en zandsteen zijn herkenbaar,<br />
maar ook maaskeien en vuursteenknollen.<br />
De laatste bewoners zijn eind 2002 gestopt met<br />
boeren. In 2009 is de boerderij overgedragen aan de<br />
Stichting Zonnehuizen. Alynia Architecten & Adviseurs<br />
kreeg in 2010 opdracht de hoeve te verbouwen tot<br />
zorgboerderij.<br />
Om de autonomie van de monumentale boerderij en<br />
het karakter van het glooiende landschap zoveel<br />
mogelijk te handhaven, is de uitbreiding met de vier<br />
geschakelde woningen half ingegraven in een verder<br />
gelegen talud. Verder is een extensief grasdak aangebracht<br />
dat aansluit bij het groen van de omgeving.<br />
The inscription “Anno 1768 Thomas Ulecks Anna<br />
Marea Horbach” in the gable end of the residence is<br />
evidence of a rebuilding in that year. During this rebuilding<br />
the segmented arched windows and the<br />
mantelpieces in Louis XIV-style were installed. Below<br />
the residential area there is a cellar with an oval-shaped<br />
arched roof. This is the oldest part of this farmstead.<br />
The brick wall on the east side dates from the first<br />
quarter of the 19th century. As shown by the year,<br />
the stable is from 1780. The facade is a combination<br />
of brick and marl string courses. Remarkable is the<br />
lower part of this facade on the street side. Here a<br />
varied quantity of stone was (re)used: pieces of marl<br />
and sandstone are discernible but also Meuse boulders<br />
and flint nodules.<br />
The last occupants stopped farming by the end of<br />
2002. In 2009 the farm was handed over to the<br />
Zonnehuizen Foundation. Alynia Architects & Advisors<br />
were commissioned to rebuild the farmstead into a<br />
care farm in 2010.<br />
In order to preserve the autonomy of the monumental<br />
farm and the character of the sloping landscape as<br />
much as possible, the extension with the four semidetached<br />
houses has been partly dug into a talus<br />
situated somewhat further away. Also an extensive<br />
grass roof has been created which is in keeping with<br />
the green of the environment.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
HOEVE DE ERK<br />
Johannes XXIII-singel 46, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 18 e eeuw<br />
Architect: Onbekend<br />
Monumentnr.: 21240<br />
FARMSTEAD DE ERK<br />
Johannes XXIII-singel 46, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 18th century<br />
Architect:<br />
Unknown<br />
Monument no.: 21240<br />
51<br />
De naam De Erk komt van het Latijnse ‘arca’ dat kast<br />
of kist betekent en verwijst naar de sluis tegenover<br />
de hoeve die voor de waterhuishouding van <strong>Heerlen</strong><br />
een belangrijke rol heeft gespeeld. Het water liep, als<br />
men het schot van de sluis had laten zakken, vanaf de<br />
Johannes XXIII-singel, via de Caumerbeeklaan naar<br />
de laag gelegen omgeving van het huidige (op heipalen<br />
gefundeerde) Grotius College. Daarna stroomde<br />
‘Het Vlot’, ook wel ‘De Waterlooper’ genoemd, door<br />
open greppels en kanalen langs de Akerstraat in de<br />
richting van het centrum.<br />
Deze fraaie hoeve, ooit ‘Boven de Poort’ geheten,<br />
is grotendeels opgetrokken in roodbruine baksteen<br />
rond een gesloten binnenplaats waar overblijfselen<br />
van vakwerk uit 1739 te vinden zijn. Vooral dit vakwerk<br />
maakt de hoeve karakteristiek. De strakke lijnen van<br />
de balken en de witgepleisterde vlakken lijken een<br />
introductie op de abstracte schilderkunst van Piet<br />
Mondriaan, die zijn realistisch werk begon met<br />
bewondering voor fraaie oude boerderijen.<br />
Het bouwjaar weten we door een inscriptie op een<br />
houten balk boven een ingang die vroeger met het<br />
vakwerkdeel verbonden was: “Anno 1739 P. Pryden<br />
27 Mey dit hvis staet in goode hant Godt bewaer dit<br />
vor fevr en brant”.<br />
In 1780 werd er een schuur bijgebouwd. Boven de<br />
poort zijn muurankers met de tekst “1808” aangebracht,<br />
wat wijst op een verbouwing.<br />
De ellipsboogpoort en segmentboogvensters met<br />
houten kozijnen, oren en ontlastingsbogen zijn<br />
bouwkundig gezien uit het begin van de 19 e eeuw.<br />
In de periode 1972-1982 werd de hoeve op particulier<br />
initiatief gerestaureerd.<br />
The name De Erk originates from the Latin ‘arca’<br />
which means cupboard or chest and refers to the<br />
sluice right across the farmstead which played an<br />
important role in the water management of <strong>Heerlen</strong>.<br />
When the partition of the sluice was lowered, the<br />
water ran from the Johannes XXIII-singel, via the<br />
Caumerbeeklaan to the low-lying neighbourhood of<br />
today’s (pile founded) Grotius College. Subsequently<br />
‘Het Vlot’ (‘The Raft’), also referred to as ‘De Waterlooper’,<br />
ran through open ditches and canals along<br />
the Akerstraat towards the centre.<br />
This beautiful farmstead, once called ‘Boven de Poort’<br />
(‘Above the Gateway’), has largely been constructed<br />
in red-brown brick around a closed courtyard where<br />
the remnants of half-timbered constructions from 1739<br />
can be found. Especially the half-timbered construction<br />
is characteristic of this farmstead. The firm-lined<br />
beams in combination with the white-plastered surfaces<br />
look like an introduction to the abstract painting<br />
of Piet Mondriaan who started his realistic work in<br />
admiration of beautiful old farmhouses.<br />
The date of construction is known because of an inscription<br />
in a wooden beam above an entrance that<br />
used to be connected to the half-timbered part of the<br />
residence: “Anno 1739 P. Pryden 27 Mey dit hvis staet<br />
in goode hant Godt bewaer dit vor fevr en brant”.<br />
In 1780 a barn was added. Above the gate wall ties<br />
have been added with the text “1808” which refers<br />
to a rebuilding.<br />
From an architectural point of view the oval-shaped<br />
gate and the segmented arched windows with<br />
wooden frames, handles and relieving arches date<br />
from the beginning of the 19th century. In the period<br />
1972-1982 the farmstead was renovated by private<br />
initiative.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
SCHIFFELERHOF<br />
Schiffeler 1, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 14 e en 19 e eeuw<br />
Architect: Onbekend<br />
Monumentnr.: 21241, 21242<br />
SCHIFFELERHOF<br />
Schiffeler 1, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 14th and 19th century<br />
Architect:<br />
Unknown<br />
Monument no.: 21241, 21242<br />
52<br />
Verscholen in het groen achter het sportpark Kaldeborn<br />
liggen de vijvers die ooit deel uitmaakten van<br />
het middeleeuwse leengoed Schiffeler.<br />
De Schiffelerhof was een leengoed van het bisdom<br />
Keulen. De hoeve was eind 14 e eeuw de zetel van<br />
het adellijke geslacht Van Retersbeek, bijgenaamd<br />
Van Caldeborn.<br />
Hidden in the green behind sports park Kaldeborn lie<br />
the ponds that once were part of the medieval fief of<br />
Schiffeler.<br />
The Schiffelerhof was a fief of the bishopric of Cologne.<br />
At the end of the 14th century the farmstead was<br />
the seat of the noble family of Van Retersbeek, also<br />
named Van Caldeborn.<br />
De hoeve werd in 1665 samen met de nabijgelegen<br />
hoeve Corisberg verkocht aan de Akense koopman<br />
Henric Vignon, gehuwd met Anna Buirette. Het echtpaar<br />
woonde in 1650 op kasteel Meezenbroek en moet<br />
het herenhuis van de Schiffeler zo rond 1660 hebben<br />
herbouwd. Het woonhuis heeft een zadeldak met<br />
haaks aangebouwde schuur. Het woonhuis maakt deel<br />
uit van het complex de Schiffeler.<br />
Het hele complex is opgetrokken in baksteen en heeft<br />
vensteromlijstingen in Naamse steen. Van de oorspronkelijke<br />
uit ca. 1660 daterende ramen zijn er nog<br />
een drietal bewaard gebleven aan de binnenhofgevel<br />
op de slaapkamerverdieping. In de noordgevel zitten<br />
nog sporen van vier van deze ramen. De poortvleugel,<br />
in ongeveer dezelfde stijl, moet er kort na de bouw<br />
van het herenhuis tegenaan zijn gezet.<br />
In 1765 werd het goed verkocht aan Jan Willem<br />
Lintgens-Schoonbrood. Rond 1800 vond er een<br />
uitbreiding en verbouwing plaats, waarbij het<br />
woongedeelte aan de voorzijde is bijgebouwd.<br />
Eind jaren tachtig uit de vorige eeuw is de hoeve<br />
door de initiatiefgroep Herstel Schiffelerhof volledig<br />
gerestaureerd. In de hoeve en in de bijgebouwen<br />
werden een aantal appartementen gerealiseerd.<br />
In 1665 the farmstead, together with the nearby<br />
situated farmstead Corisberg was sold to the Aachen<br />
merchant Henric Vignon, married to Anna Buirette.<br />
In 1650 the couple lived at Meezenbroek castle and<br />
probably rebuilt the Schiffeler manor around 1660.<br />
The residence has a saddle roof with rectangularly<br />
attached shed. The residence is part<br />
of the Schiffeler complex.<br />
The entire complex is built in brick and has window<br />
frames of Namur stone. Of the original windows<br />
dating from around 1660 three have been preserved<br />
on the inner-court facade on the bedroom floor.<br />
In the north facade there are still traces of four of<br />
these windows. The gate wing in approximately the<br />
same style, must have been added to it shortly after<br />
the construction of the manor.<br />
In 1765 the property was sold to Jan Willem Lintgens-<br />
Schoonbrood. Around 1800 the manor was expanded<br />
and rebuilt during which the residential part on the<br />
frontside was added.<br />
By the end of the eighties of the last century the<br />
farmstead was fully renovated by initiative group<br />
‘Restoration Schiffelerhof’. In the farmstead and in<br />
the annexes a number of condominiums were realized.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
CAUMERMOLEN<br />
Caumermolenweg 12, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 18 e eeuw<br />
Architect: Onbekend<br />
Monumentnr.: 21235<br />
CAUMER MILL<br />
Caumermolenweg 12, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 18th century<br />
Architect:<br />
Unknown<br />
Monument no.: 21235<br />
53<br />
De oudste <strong>Heerlen</strong>se molen is de Caumermolen.<br />
Deze is schilderachtig gelegen aan de nu dichtgeslibde<br />
aftakking van de Caumerbeek. Het oorspronkelijk<br />
L-vormige gebouw is grotendeels opgetrokken uit<br />
baksteen en stamt uit 1787.<br />
The Caumermolen is the oldest mill of <strong>Heerlen</strong>.<br />
It is picturesquely situated at the now silted-up<br />
tributary of the Caumerbeek (Caumer brook).<br />
The originally L-shaped building has been largely<br />
constructed out of brick and dates from 1787.<br />
Al in 1371 wordt de molen genoemd. Het is dan tevens<br />
de banmolen van <strong>Heerlen</strong> die eigendom was van de<br />
landsheer. Een banmolen was een gezamenlijke<br />
voorziening van een rechtsgebied waar de inwoners<br />
gedwongen hun graan lieten malen.<br />
Bij akte van 26 juli 1717 ontving Johannes Quadvlieg<br />
de molen van de Staten-Generaal der Verenigende<br />
Nederlanden. In het midden van de 19 e eeuw werd<br />
de Caumermolen aangedreven door een bovenslagrad.<br />
Na de Franse tijd werd Leon Pluymaekers de<br />
eigenaar. Hij vernieuwde in 1881 de raderen van<br />
de aandrijving van het rad.<br />
Wat nu nog over is van de Caumermolen, de laatste<br />
grote restauratie dateert van 1970, is een groot woonhuis,<br />
voor het grootste deel opgetrokken uit baksteen.<br />
Het is al lang geen molen meer, maar het is wel nog<br />
een monument. De jaarankers ‘1787’ herinneren aan<br />
een eerdere herbouw.<br />
De molen is blijkbaar in gebruik geweest tot 1929.<br />
Toen verhuisde de pachter-molenaar, P. Roex,<br />
vanwege de lage waterstand, mede veroorzaakt<br />
door een veranderde loop ten gevolgen van mijnverzakkingen,<br />
naar de Oliemolen.<br />
In 1953 werd de molen verkocht aan de gemeente<br />
<strong>Heerlen</strong>. Die verkocht het pand door aan de familie<br />
Dohmen die de restauratie ter hand nam.<br />
Bij de inventarisatie van Limburgse molens uit 1957<br />
was het molenwerk inmiddels gesloopt. Tegenwoordig<br />
is het pand in het bezit van de familie Peeters (voormalig<br />
apotheker in <strong>Heerlen</strong>).<br />
Already in 1371 there is a reference to the mill. At that<br />
time it was also the ban mill of <strong>Heerlen</strong> and was<br />
owned by the local lord. A ban mill is a joint facility<br />
of a judicial district in which the inhabitants were<br />
forced to have their corn ground.<br />
By a deed dated 26 July 1717 Johannes Quadvlieg<br />
received the mill from the States-General of the<br />
United Netherlands. In the middle of the 19th century<br />
the Caumermolen was driven by an overshot wheel.<br />
After the French period Leon Pluymaekers became<br />
the owner. In 1881 he renovated the cogwheels of<br />
the drive mechanism of the wheel.<br />
What is left of the Caumermolen today, its latest major<br />
renovation dates from 1970, is a large residence,<br />
primarily constructed out of bricks. It is no longer a<br />
mill, but still a monument. The iron wall ties stating<br />
‘1787’ are reminiscent of an earlier renovation.<br />
Apparently the mill was operational until 1929.<br />
The tenant-miller, P. Roex, due to the low water level,<br />
partly due to an altered course caused by subsidence<br />
of the mine, moved to the Oliemolen.<br />
In 1953 the mill was sold to the municipality of <strong>Heerlen</strong>.<br />
The latter sold the property to the Dohmen family<br />
who took up the renovation.<br />
At the time of the 1957 stock-taking of Limburg mills<br />
the milling mechanism had already been demolished.<br />
Today the property is owned by the Peeters family<br />
(former pharmacist in <strong>Heerlen</strong>).<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
DUBBEL WOONHUIS<br />
Caumerbeeklaan 50, 52, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 1917<br />
Architect: J. Stuyt<br />
Monumentnr.: 523285<br />
DOUBLE RESIDENCE<br />
Caumerbeeklaan 50, 52, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 1917<br />
Architect:<br />
J. Stuyt<br />
Monument no.: 523285<br />
54<br />
Dit dubbele woonhuis bezit ensemblewaarde als<br />
onderdeel van de vrijstaande en aaneengeschakelde<br />
bebouwing aan de Caumerbeeklaan, Caumerdalschestraat,<br />
Molenberglaan en een gedeelte van de Akerstraat<br />
in relatie tot de mijnwerkers kolonie Molenberg.<br />
This double residence has a ‘group value’ as part<br />
of the detached and terraced houses on the Caumerbeeklaan,<br />
the Caumerdalschestraat, the Molenberglaan<br />
and a part of the Akerstraat in relationship with<br />
the miners’ colony Molenberg.<br />
Het vrijstaand dubbele woonhuis heeft een U-vormige<br />
plattegrond. De frontgevels van het linker- en rechterdeel<br />
springen iets vooruit. Het pand telt één, deels<br />
twee bouwlagen onder zadeldaken met rode Hollandse<br />
pannen. Het is een voorbeeld van het dubbelwoonhuis,<br />
dat gescheiden wordt door een loggia<br />
met twee hoofdingangen.<br />
Interessant is te zien hoe de voorkeur van Stuyt<br />
(1868-1934) voor een driedeling gestalte krijgt.<br />
In het middenstuk van de frontgevel, tussen beide<br />
vooruitspringende geveldelen, bevindt zich een breed<br />
dakoverstek rustend op twee kleine ambachtelijk<br />
bewerkte houten consoles en een houten middenkolom.<br />
Twee dakkapellen werken als focuspunt.<br />
Samenbindend zijn de zes kozijnen waarin nog<br />
authentieke ruitvormige roedeverdelingen voorkomen.<br />
Deze beeldbepalend detaillering in het middenstuk,<br />
met de voordeuren van beide woningen en het bordes<br />
met traptrede, geeft van het hele blok weer een<br />
driedeling.<br />
Hout, baksteen en natuursteen zijn de belangrijkste<br />
bouwmaterialen. Boven acht ramen in de vooruitstekende<br />
gevels zit een strekse boog met natuurstenen<br />
sluitsteen. Alhoewel Stuyt hield van eenvoud,<br />
paste hij dit soort versiering vaker toe.<br />
Nummer 50 heeft een vrijwel authentieke interieur<br />
indeling. Van belang zijn onder meer de houten<br />
schuifdeuren tussen woon- en zitkamer; de houten<br />
trap met leuning met spijlen, handlijst en hoofdbaluster;<br />
de plafonds met stucwerk in blad/bloemmotief.<br />
The detached double residence has a U-shaped<br />
floorplan. The front facades of both the left and<br />
the right side are slightly protruding. The property<br />
has one, partly two, levels under saddle roofs with<br />
red Dutch tiles. It is an example of a double residence,<br />
separated by a loggia with two main entrances.<br />
It is interesting to see how Stuyt’s (1868-1934) preference<br />
for a threefold structure is taking shape.<br />
In the middle segment of the front facade, between<br />
both protruding facade elements, there is a broad<br />
overhang supported by two traditionally decorated<br />
wooden consoles and a wooden centre pillar.<br />
Two dormer windows act as focal points. The six<br />
window frames with their still authentic diamondshaped<br />
panelling are a unifying element. These iconic<br />
details of the middle segment, with the front doors of<br />
both houses and the steps, again give the entire block<br />
a threefold character.<br />
Wood, brick and natural stone are the most important<br />
building materials. Above eight windows in the protruding<br />
facades there is a stretcher arch with a natural<br />
stone keystone. Although Stuyt favoured simplicity,<br />
he often applied such decorations.<br />
Number 50 has an almost entirely authentic floorplan.<br />
Some important elements are the wooden sliding<br />
doors between living and sitting room; the wooden<br />
staircase with wooden banister rail, handrail and<br />
guardrail; the stucco ceilings with petal/flower motif.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
KWEEKSCHOOL VOOR TEACHER TRAINING<br />
MEISJES COLLEGE FOR GIRLS 55<br />
Bekkerveld 1, <strong>Heerlen</strong><br />
Bekkerveld 1, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Kinderopvang Humanitas<br />
Bouwjaar: 1929<br />
Architect: F.P.J. Peutz<br />
Monumentnr.: 512800<br />
Current function: Childcare Humanitas<br />
Year of construction: 1929<br />
Architect:<br />
F.P.J. Peutz<br />
Monument no.: 512800<br />
De kweekschool markeert in het oeuvre van Peutz<br />
het breukvlak tussen de invloed van het Nieuwe<br />
Bouwen en die van de Delftse School. Deze laatste<br />
stroming binnen het traditionalisme in Nederland werd<br />
bekend door de uitgesproken theorieën van Granpré<br />
Molière (1883-1972). De functie van een gebouw moest<br />
duidelijk terug te zien zijn in de vorm en gebaseerd<br />
zijn op universele normen en waarden.<br />
In the work of Peutz the teacher training college<br />
marks the plane of fracture between the influence<br />
of the ‘New Pragmatism’ and that of the Delft School.<br />
This movement within the traditionalism in the Netherlands<br />
became known via the outspoken theories of<br />
Granpré Molière (1883-1972). The function of a building<br />
should be evident from its form and based on<br />
universal standards.<br />
De voormalige kweekschool voor meisjes, Maria<br />
Immaculata is de volledige naam, staat schuin tegenover<br />
de voormalige MTS (vanaf 1957 bekend als<br />
de HTS). Het langgerekte grondplan ligt evenwijdig<br />
aan twee straten van het grote grazige plein.<br />
Het pand telt drie bouwlagen plus souterrain en<br />
wordt afgedekt met een zwak hellend zadeldak met<br />
ambachtelijke gootklossen. Het dak is gedekt met<br />
Hollandse pannen en heeft uitstekende schoorstenen.<br />
De hoekpartijen in de asymmetrische frontgevel zijn<br />
verschillend geaccentueerd door horizontale en<br />
verticale richels die soms enige overeenkomst lijken<br />
te hebben met neoplastische details in het expressionisme.<br />
De andere vensters in de frontgevel zijn van verschillend<br />
formaat en dat is niet zonder reden. De vensters<br />
laten namelijk de functies van de achterliggende<br />
ruimten zien: ze zijn regelmatig in de derde bouwlaag<br />
(voormalige slaapzaal); groter dan de andere in de<br />
tweede bouwlaag (tekenlokaal); soms onregelmatig<br />
van positie (trappenhuizen) en symmetrisch en<br />
langwerpig in de as van de ingangspartij (hal).<br />
Voor de ingang is een horizontale overkapping van<br />
een hardstenen plaat. Hier staan twee heilige beelden<br />
gemaakt door Charles Vos (1888-1954) die rondom<br />
versierd zijn: Sint Franciscus met pij en Sint Jozef<br />
met kind.<br />
The former teacher training college for girls, Maria<br />
Immaculata in full, is located diagonally opposite to<br />
the former intermediate technical school, MTS (as of<br />
1957 known as the HTS, higher technical school).<br />
The elongated floorplan is parallel to two streets<br />
of the big lush square.<br />
The building has three construction levels plus a<br />
basement and is covered by a slightly sloping saddle<br />
roof with traditional cornice brackets. The roof is<br />
covered with Dutch tiles and has protruding chimneys.<br />
The corner areas in the asymmetric front facade are<br />
accentuated differently by horizontal and vertical<br />
ridges which sometimes seem to resemble slightly<br />
the neoplastic details of the Expressionism.<br />
The other windows on the front facade have different<br />
formats and not without a reason. The fact is that<br />
the windows show the function of the rooms that lie<br />
behind them: they are regular on the third construction<br />
level (former dormitory); larger than the other<br />
windows on the second floor (art room); sometimes<br />
irregular of position (staircases) and symmetric and<br />
elongated along the axis of the entrance hall.<br />
In front of the entrance there is a horizontal covering<br />
built of a bluestone slab. Here there are two sacred<br />
sculptures by Charles Vos (1888-1954) which have<br />
been decorated on all sides: Saint Francis with a habit<br />
and Saint Joseph with a child.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
KERK VAN DE HEILIGE CHURCH OF THE HOLY<br />
MOEDER ANNA MOTHER ANNA 56<br />
Bekkerveld 10, <strong>Heerlen</strong><br />
Bekkerveld 10, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Kerk<br />
Bouwjaar: 1952-1953<br />
Architect: F.P.J. Peutz<br />
Monumentnr.: 530830<br />
Current function: Church<br />
Year of construction: 1952-1953<br />
Architect:<br />
F.P.J. Peutz<br />
Monument no.: 530830<br />
De tweede architect was H. Teeken (1900-1950):<br />
‘een nuchtere technische en gewetensvolle tegenpool<br />
van de kunstenaar Frits Peutz’. De kerk zou met 1.000<br />
zitplaatsen de nieuwe hoofdkerk van de Oostelijke<br />
Mijnstreek worden. De kerk is centraal gelegen in de<br />
wijk Bekkerveld, aan de rand van een gelijknamig<br />
grasveld.<br />
The second architect was H. Teeken (1900-1950):<br />
‘a down-to-earth technical and conscientious antipode<br />
of the artist Frits Peutz’. The church with its 1,000<br />
seats was to become the new main church for the<br />
Eastern Mining District. The church is centrally located<br />
in the Bekkerveld neighbourhood, on the edge of a<br />
similarly named lawn.<br />
Als een van de eerste volledig betonnen kerken in<br />
Nederland werd zij in de bouwtijd met argusogen<br />
bekeken. Beton, zeker als het in het zicht bleef zoals<br />
het uit de bekisting kwam, werd lange tijd door de<br />
Katholieke Kerk als een onedel materiaal beschouwd.<br />
Peutz vond beton echter passen bij de dagelijkse<br />
omgeving van de gewone mijnwerkers. De textuur<br />
van betonnen wanden leek op die van de koeltorens.<br />
Het gebouw bestaat uit een vierkante onderbouw<br />
van 41x41 meter, een achthoekige tamboer, een ronde<br />
koepel met een doorsnede van 31 meter en een<br />
lantaarn met kruis. De tamboer rust op acht kolommen<br />
die cirkelvormig in de vierkante kerkzaal zijn<br />
geplaatst. Boven de vensters in de tamboer ligt een<br />
zware betonnen ringbalk die het koepelgewelf op<br />
zijn plaats houdt.<br />
Op alle hoeken van de onderbouw zijn acht vensters<br />
geplaatst met een vakverdeling van twaalf vierkanten.<br />
Het hoge uitgebouwde portaal aan de westzijde heeft<br />
een gewelfde luifel dat op de zijmuren en op twee<br />
slanke kolommen rust.<br />
In tegenstelling tot wat men zou verwachten, is het<br />
bankenplan traditioneel. De altaren, biechtstoelen<br />
en doopvont en ook het materiaalgebruik (hout,<br />
natuursteen) voor deze onderdelen zijn eveneens<br />
traditioneel. Daan Wildschut (1913-1995) ontwierp<br />
in de periode 1954-1979 zeventien kleurrijke<br />
glas-in-betonramen.<br />
As one of the first entirely concrete churches in<br />
the Netherlands, it was looked at with Argus’ eyes<br />
in that time. Concrete, especially if it stayed in sight<br />
precisely as it came out of the concrete formwork,<br />
had been considered as a dishonourable material by<br />
the Roman Catholic church for a long time. Peutz<br />
however thought concrete in accordance with the<br />
everyday living conditions of the common miners.<br />
The texture of concrete walls resembled those of the<br />
cooling towers.<br />
The building consists of a square substructure of 41x41<br />
metres, an octagonal timbrel, a round dome with a<br />
diameter of 31 metres and a lantern with a cross.<br />
The timbrel rests on eight columns that have been<br />
placed in a circle position in the square church hall.<br />
Above the window frames is a heavy concrete ring<br />
beam that keeps the domed roof in its place.<br />
On all corners of the substructure eight windows have<br />
been placed with a panelling consisting of twelve<br />
squares. The heightened porch on the westside has<br />
an amazing arched porch which rests on the side<br />
walls and two slender columns<br />
In contrast to expectation, the pew plan is traditional.<br />
The altars, the confessional chairs and baptismal font<br />
and also the use of materials (wood, natural stone)<br />
for these elements are also traditional. Daan Wildschut<br />
(1913-1995) designed seventeen colourful glass-inconcrete<br />
windows in the period 1954-1979.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
VILLA HAEX<br />
Akerstraat 126, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Kantoor<br />
Bouwjaar: 1911<br />
Architect: J. Stuyt<br />
Monumentnr.: 512770<br />
VILLA HAEX<br />
Akerstraat 126, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Office<br />
Year of construction: 1911<br />
Architect:<br />
J. Stuyt<br />
Monument no.: 512770<br />
57<br />
Deze riante, vrijstaande stadsvilla ontstond in een<br />
periode toen <strong>Heerlen</strong> een explosieve groei meemaakte<br />
van ingeslapen stadje naar dé mijnmetropool van<br />
Nederland. De villa is genoemd naar de opdrachtgever<br />
en eerste bewoner, directeur Haex van de Oranje-<br />
Nassau Mijnen.<br />
This spacious detached townhouse was built in a<br />
period in which <strong>Heerlen</strong> experienced an explosive<br />
growth from a sleepy small town into the mining<br />
metropolis of the Netherlands. The villa is named after<br />
the man who commissioned it and its first inhabitant,<br />
director Haex of the Oranje-Nassau Mines.<br />
De villa lag bij de bouw nog in het open veld, van<br />
verre zichtbaar onder aan de helling van het omringende<br />
Heuvellandschap, aan de samenkomst<br />
van de weg naar Aken en de Molenberglaan.<br />
De ruime voortuin accentueert het monumentale<br />
van het pand. De villa is een onderdeel van de reeks<br />
villa’s en landhuizen in dit deel van <strong>Heerlen</strong> aan<br />
de Caumerbeeklaan en omgeving.<br />
Deze villa staat nog steeds in hoog aanzien vanwege<br />
zijn allesoverheersende positionering. Mede door<br />
de witte kleur en de symmetrische blokvorm is hij<br />
bijzonder in de oeuvres van Jan Stuyt.<br />
De villa telt twee bouwlagen, maar oogt hoger door<br />
een opvallend schilddak, schoorstenen met vlammenvangers,<br />
dakkapellen en nokpionnen. Het toegepaste<br />
bouwmateriaal is baksteen voorzien van pleisterwerk<br />
en hardsteen.<br />
De schijnbaar eenvoudige frontgevel wordt opgesierd<br />
met een gepleisterd blokmotief, rondboogvormig<br />
bovenlicht en hardstenen toegangstreden met aan<br />
weerszijden van de voordeur een hardstenen kolom.<br />
Het oorspronkelijke interieur is voor een groot deel<br />
intact gebleven. In de hal aan de linkerzijde bevindt<br />
zich de authentieke houten trap met houten lambrisering.<br />
De trap loopt door tot de zolderverdieping.<br />
Boven het trappenhuis bevindt zich nog een groot<br />
rechthoekig glas-in-lood dakvenster.<br />
During its construction the villa was still situated in<br />
the open field, already visible from afar at the foot of<br />
the surrounding hills, at the convergence of the road<br />
to Aachen and the Molenberglaan.<br />
The spacious front garden accentuates the monumental<br />
character of the building. The villa is a part of the<br />
series of villas and country houses in this part of<br />
<strong>Heerlen</strong> at the Caumerbeeklaan and its environment.<br />
This villa is still held in high regard because of its<br />
overpowering positioning. Also because of the white<br />
colour and the symmetric block shape it stands out<br />
in the works of Jan Stuyt.<br />
The villa has two levels, but looks higher because<br />
of its striking hipped roof, its chimneys with spark<br />
catchers, dormer windows and ridge ornament.<br />
The building material used is brick clad with plaster<br />
and bluestone.<br />
The apparently simple facade is embellished by a<br />
plastered chequered pattern, arched transom window<br />
and bluestone entrance steps with a bluestone pillar<br />
on both sides of the front door.<br />
The original interior has remained largely intact.<br />
In the hall on the left side there is the authentic<br />
wooden staircase with wooden panelling. The staircase<br />
goes all the way up to the attic. Above the stairwell<br />
there is another large rectangular leaded roof<br />
window.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
KAPEL BERNARDINUS- CHAPEL BERNARDINUS-<br />
COLLEGE COLLEGE<br />
58<br />
Akerstraat 97A, <strong>Heerlen</strong><br />
Akerstraat 97A, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Kerkgebouw<br />
Bouwjaar: 1931<br />
Architect: Jos Wielders<br />
Monumentnr.: 512768<br />
Current function: Church building<br />
Year of construction: 1931<br />
Architect:<br />
Jos Wielders<br />
Monument no.: 512768<br />
In 1912 werd er op een ruim perceel, toen nog buiten<br />
de bebouwde kom van <strong>Heerlen</strong>, een klooster van de<br />
Franciscanen en een R.K. Hogere Burgerschool<br />
gebouwd, het tegenwoordige Bernardinuscollege.<br />
De architect van het gebouw was J. Seelen. De school<br />
en kapel hebben ruim een eeuw een vormende<br />
invloed uitgeoefend op de economische, politieke<br />
en culturele elite van <strong>Heerlen</strong> en wijde omstreken.<br />
In 1912, on a spacious plot of land, at that time still<br />
outside the built-up area of <strong>Heerlen</strong>, a Franciscan<br />
monastery and a Roman Catholic Secondary School<br />
were built, the present-day Bernardinuscollege.<br />
The architect of the building was J. Seelen. For more<br />
than a century the school and chapel have exercised<br />
a formative influence on the economic, political and<br />
cultural elite of <strong>Heerlen</strong> and the surrounding region.<br />
Het complex vertegenwoordigt een belangrijke<br />
periode in de ontwikkeling van de Rooms Katholieke<br />
Kerk in Limburg. De ruimdenkende Franciscanen aan<br />
het roer waren in veel opzichten, vooral op pedagogisch<br />
en sociaal gebied, hun tijd vooruit. Opvallend<br />
in dit verband is het grote aantal socialistische<br />
bewindslieden, waaronder twee ministers, die hun<br />
wortels hadden in het katholieke Bernardinuscollege.<br />
In 1931 werd het complex uitgebreid met de kapel van<br />
de Heilige Bernardinus van Siena in Zakelijk Expressionistische<br />
stijl naar een ontwerp van architect Jos<br />
Wielders. Hierdoor werd een voorplein driezijdig<br />
ingesloten. De tuin naast de kapel is de oorspronkelijke<br />
kloostertuin en is aangelegd als uitloper van<br />
het Aambos.<br />
De kapel heeft in hoofdzaak een rechthoekige plattegrond<br />
en wordt gedekt door een zadeldak. Links van<br />
de kapel bevindt zich een kloostergang met op<br />
de hoek een hal met twee ingangen en de toren.<br />
Rechts van de kapel is een vierkante bidkapel.<br />
Onder de apsis bevindt zich een crypte. In de kapel<br />
buigen de pilaren vanaf de grond af aan naar binnen<br />
en vormen een spitsboog. Het gebouw heeft een<br />
betonconstructie bekleed met metselwerk. Het meest<br />
bijzondere architectonische element is het vrijgehouden<br />
horizontale glas-in-lood raam aan de zuidzijde.<br />
The property represents an important period in<br />
the development of the Roman Catholic Church in<br />
Limburg. In many aspects, especially pedagogically<br />
and socially, the broadminded Franciscans in charge<br />
were way ahead of their time. In this context it is<br />
striking to notice the large number of socialistic<br />
government leaders, including two ministers, who had<br />
their roots in the Roman Catholic Bernardinuscollege.<br />
In 1931 the property was expanded with a chapel of<br />
the Holy Bernardino of Siena in Abstract Expressionistic<br />
style by a design of the architect Jos Wielders.<br />
Thus a forecourt became enclosed on three sides.<br />
The garden adjacent to the chapel is the original<br />
monastery garden and has been laid out as embranchment<br />
of the Aambos (Forest of Aam).<br />
The chapel has a predominantly rectangular floor plan<br />
and is covered by a saddle roof. On the left of the<br />
chapel there is an ambulatory with in its corner a hall<br />
with two entrances and the tower. On the right of<br />
the chapel there is a square oratory.<br />
Under the apsis there is a vault. Inside the chapel<br />
the pillars bend inwards from the ground and create<br />
a Gothic arch. The building has a concrete construction<br />
clad with brickwork. The most striking architectural<br />
element is the preserved horizontal leaded glass<br />
window on the southside.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
DUBBELE STADSVILLA<br />
Akerstraat 110, 112, <strong>Heerlen</strong><br />
DOUBLE URBAN VILLA<br />
Akerstraat 110, 112, <strong>Heerlen</strong><br />
59<br />
Huidige functie: Woning (110) en kantoor (112)<br />
Bouwjaar: 1918<br />
Architect: H.H.A. Tummers<br />
Monumentnr.: 512769<br />
Current function: Residence (110) and office (112)<br />
Year of construction: 1918<br />
Architect:<br />
H.H.A. Tummers<br />
Monument no.: 512769<br />
Deze stadsvilla was gedeeltelijk een dokterswoning.<br />
In 1930 werd nr. 110 aan de achterzijde uitgebreid.<br />
In 1933 bouwde architect H. Teeken een praktijkruimte<br />
bij nr. 112 aan de Vlotstraat. Daardoor is de oorspronkelijke<br />
rechthoekige plattegrond tegenwoordig<br />
U-vormig.<br />
De symmetrische voorgevel heeft acht traveeën,<br />
een driehoekige topgevel en in het midden twee<br />
afwijkende vensters onder een gebogen sierfronton.<br />
De gevels zijn van rood-roze baksteen in kruisverband<br />
met gesneden voegen. De gele aanzet- en sluitstenen<br />
maken in samenhang met de twee voordeuromlijstingen,<br />
van de voorgevel een levendige compositie.<br />
Beide panden hebben authentieke houten deuren en<br />
vensters met in glas-in-lood uitgevoerde bovenlichten.<br />
Het als één villa ogende blok heeft twee bouwlagen<br />
onder een schilddak en is gedekt met rode muldenpannen.<br />
Het opvallendste detail is de driehoekige<br />
topgevel aan de voorzijde. In de top bevindt zich een<br />
ornament met passer, meethoek en hamer te midden<br />
van krullen en bloemen. Dit is het symbool van de<br />
Vrijmetselaars: ‘Opperbouwmeester des Heelals’,<br />
de hamer staat voor kracht en doorzettingsvermogen,<br />
de passer voor zelfonderzoek en de driehoek is het<br />
alziend oog. Maar het kan ook een winkelhaak zijn<br />
en een toespeling op de betekenis van de bouwkunst.<br />
De hoofdingangen liggen ongeveer 1 meter boven<br />
de Akerstraat. Er zijn hardstenen trapjes gemaakt met<br />
balustrades uitlopend in balusters met bollen en<br />
hierop een smeedijzeren leuning. De plint, de raamdorpels<br />
en een brievenbus aan de linkerkant zijn van<br />
dezelfde grijze hardsteen. Het houten hekwerk tussen<br />
bakstenen kolommen met ezelsrug is karakteristiek<br />
voor de oorspronkelijke afbakening van veel voortuinen<br />
langs de Akerstraat.<br />
This urban villa was partially a doctor’s house.<br />
In 1930 the house at no. 110 was expanded at the rear.<br />
In 1933 the architect H. Teeken built a surgery at no.<br />
112 at the Vlotstraat. This resulted in the original<br />
rectangular floorplan now being U-shaped.<br />
The symmetrical front facade has eight bays, a<br />
triangular apex and in the middle two deviating<br />
windows under an arched decorative fronton.<br />
The facades are of cross bond red-pink brick with<br />
recessed joints. The yellow skewbacks and coping<br />
stones in combination with the two front door frames<br />
make the front facade a lively composition. Both<br />
houses have authentic wooden doors and windows<br />
with stained glass transom windows.<br />
The block, looking as one villa, has two construction<br />
layers under a hipped roof and is covered by red<br />
Mulden tiles. The most striking detail is the triangular<br />
apex on the front side. In the apex there is an ornament<br />
with a pair of compasses, square and hammer<br />
amidst curls and flowers. This is the symbol of the<br />
Freemason: ‘Supreme Master Builder of the Universe’,<br />
the hammer stands for strength and perseverance,<br />
the pair of compasses for self-reflection and the<br />
triangle is the all-seeing eye. But it may also be a<br />
square and therefore a reference to architecture.<br />
The main entrances are approximately 1 metre above<br />
the Akerstraat. Some bluestone steps have been<br />
created with balustrades ending in balusters with<br />
spheres and on top of that a cast-iron railing.<br />
The plinth, the window sills and a mailbox on the<br />
left side are made of the same grey bluestone.<br />
The wooden fencing between the brick columns with<br />
ogee is characteristic of the original demarcation of<br />
many front gardens at the Akerstraat.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
OLIEMOLEN<br />
Oliemolenstraat 32, <strong>Heerlen</strong><br />
OIL MILL<br />
Oliemolenstraat 32, <strong>Heerlen</strong><br />
60<br />
Huidige functie: Graanmolen, winkel, b&b, woning<br />
Bouwjaar: 16 e eeuw<br />
Architect: H. Dassen (woonhuis 1939)<br />
Monumentnr.: 21230<br />
Current function: Corn mill, shop, B&B, residence<br />
Year of construction: 16th century<br />
Architect: H. Dassen (residence 1939)<br />
Monument no.: 21230<br />
Het centrum van <strong>Heerlen</strong> ligt tussen de Caumerbeek<br />
en de Geleenbeek, driezijdig ingesloten door heuvelruggen.<br />
De meest oostelijke heuvel, de Molenberg, is<br />
genoemd naar drie watermolens: de Schandelermolen,<br />
de Caumermolen en de Oliemolen, ook wel ‘in den<br />
Crouwel’, later ‘Creuwels-oliemolen’ genoemd.<br />
Over de ontstaansgeschiedenis van de molen bestaat<br />
enige onduidelijkheid. De stichtingsakte, waaruit blijkt<br />
dat de familie Van Schaesberg als opdrachtgever voor<br />
de bouw tekent, is gedateerd op 9 mei 1502. Waarschijnlijk<br />
is ooit een foutief jaartal overgenomen en<br />
moet het 1562 zijn. De molen is dan in het bezit van<br />
de familie Van Schaesberg, die de molen in 1570<br />
verkoopt.<br />
Het molenhuis is vakwerk op een ondergrond van<br />
mergel en heeft een bovenslagrad. Het krulanker 1740<br />
duidt op een verbouwing door griffier Theodoor<br />
Dautzenberg. Die verkoopt de molen in 1769 aan<br />
de familie Wetzels. De molen blijft dan tot 1953 in<br />
deze familie.<br />
De molen kende verschillende ambachtelijke perioden.<br />
Eerst was het een volmolen (vollen van lakens =<br />
samenpersen van weefsels), later in de 16 e eeuw krijgt<br />
hij ook de functie van oliemolen. Uit koolzaad, lijnzaad,<br />
raapzaad en ook hennepzaad werd olie geperst.<br />
Deze laatste functie had de molen tot in 1904.<br />
Na 1904 is de molen alleen nog in gebruik als<br />
graanmolen.<br />
In 1939 brandde een schuur af. Daarvoor in de plaats<br />
werd het huidige woonhuis gebouwd en de grote<br />
poort die toegang geeft tot de binnenplaats door<br />
architect Henry Dassen (1924-1964).<br />
In 1999 is de as van het molenrad vervangen, waardoor<br />
op gezette tijden het oude ambacht van meelproductie<br />
weer te zien is.<br />
The centre of <strong>Heerlen</strong> is situated between the Caumerbeek<br />
and the Geleenbeek, on three sides enclosed<br />
by hill crests. The most easterly-located hill,<br />
the Molenberg, is named after three water mills:<br />
the Schandeler mill, the Caumer mill and the Oil mill,<br />
also referred to as ‘in den Crouwel’, and later called<br />
‘Creuwels-oil mill’.<br />
About the origin of the mill there is some unclarity.<br />
The charter of foundation, which shows that the<br />
Van Schaesberg family had commissioned the construction,<br />
is dated 9 May 1502. It is likely that this year<br />
has probably been copied wrongly sometime in<br />
history and it should have been 1562. At that time<br />
the mill was owned by the Van Schaesberg family,<br />
who sold the mill in 1570.<br />
The residential part of the mill is a half-timbered<br />
house on a foundation of marl and has an overshot<br />
wheel. The curled wall clamp 1740 indicates a rebuilding<br />
by the registrar Theodoor Dautzenberg. He sold<br />
the mill in 1769 to the Wetzels family. Until 1953<br />
the mills remained in the possession of this family.<br />
The mill has a history of different periods of workmanship.<br />
At first it used to be a fulling mill (fulling of<br />
sheet = compressing fabrics), later in the 16th century<br />
it was also used as an oil mill. Here oil was pressed out<br />
of coleseed, linseed, rapeseed and also hempseed.<br />
The mill had this last function up to 1904. After 1904<br />
the mill was only used as grain mill.<br />
In 1939 a barn burnt down. In its stead the current<br />
residence was built and also the large gate providing<br />
access to the inner court yard by architect Henry<br />
Dassen (1924-1964).<br />
In 1999, the axis of the mill wheel was replaced,<br />
so that the old craft of flour production can be seen<br />
at regular intervals.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
VILLA FRANCISCA<br />
Sint Franciscusweg 69, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woonhuis<br />
Bouwjaar: 1921<br />
Architect: A. Boeken<br />
Monumentnr.: 512774<br />
VILLA FRANCISCA<br />
Sint Franciscusweg 69, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 1921<br />
Architect:<br />
A. Boeken<br />
Monument no.: 512774<br />
61<br />
De villa is gebouwd in een traditionele stijl, met<br />
invloed van de Amsterdamse School. Opdrachtgever<br />
was ir. H.M. Noordhoorn Boelen, een adviseur<br />
op het vakgebied van technische installaties. De villa<br />
maakt onderdeel uit van het villapark Molenberg.<br />
De architect Albert Boeken (1891-1951) vond dat<br />
het functionalisme te ver was doorgeschoten.<br />
Hij ontwierp verschillende nutsgebouwen in Amsterdam.<br />
The villa was built in a traditional style, influenced<br />
by the Amsterdam School. It was commissioned by<br />
H.M. Noordhoorn Boelen, MSc, an advisor in the field<br />
of technical installations. The villa is part of the<br />
residential neighbourhood Molenberg.<br />
It was the opinion of the architect Albert Boeken<br />
(1891-1951) that functionalism had gone over the top.<br />
He designed several public utilities’ buildings in<br />
Amsterdam.<br />
De hoofdvorm met zijn boerderij-achtig voorkomen<br />
is ingegeven door de Nederlandse 19 e eeuwse plattelandsarchitectuur.<br />
Deze architectuur vormt enkele<br />
jaren later eveneens de inspiratie voor de simpele<br />
en ingetogen bouwstijl van de Delftse School.<br />
De villa heeft twee haaks in elkaar grijpende steile<br />
rieten zadeldaken met wolfeinden. Het metselwerk<br />
is uitgevoerd in Vlaams verband (kop en strek naast<br />
elkaar). De verspringende plint bestaat uit donkere<br />
baksteen. De houten kolommen bij de voordeur en<br />
de hoekramen zijn uitbundig met schuine sneden<br />
bewerkt.<br />
In het rechter geveldeel boven een plint en een bloembak<br />
bevindt zich een driedelig venster onder een latei<br />
met de geschilderde naam “Villa Francisca”.<br />
De rechter stijl heeft decoratief houtsnijwerk.<br />
In de tweede laag bevinden zich een vierdelig venster<br />
en onder het wolfseind een tweedelig venster met<br />
twee brede stijlen en driehoekige zijlichten. Links<br />
bevinden zich een klein keldervenster in de plint en<br />
een vierdelig venster in een brede lijst ter plaatse van<br />
het trappenhuis. Dit vierdelig venster is versierd met<br />
de cijfers 1 9 2 1. De kozijnen, roeden en lateien zijn<br />
veelal wit geschilderd en het raamhout in de kleur<br />
zaansgroen.<br />
The main shape with its farm-like presence has been<br />
inspired by the 19th century Dutch rural architecture.<br />
Some years later this architecture is also the inspiration<br />
for the more simple and modest architecture of<br />
the Delft School.<br />
The villa has two steep thatched saddle roofs with<br />
clipped gables that interlock at a right angle. The<br />
masonry is Flemish bond (header and stretcher next<br />
to each other). The staggered plinth is of dark brick.<br />
The wooden columns at the front door and corner<br />
windows have been exuberantly decorated with<br />
vertical incisions.<br />
On the right part of the facade above a plinth and a<br />
flower box there is a three-piece window under a lintel<br />
carrying the painted name “Villa Francisca”. The right<br />
side post has decorative woodcarving.<br />
On the second layer there is a four-piece window and<br />
below the clipped gable a two-piece window with two<br />
broad posts and triangular side screens. On the left<br />
there are a small basement window in the plinth and<br />
a four-piece window in a wide frame at the location<br />
of the staircase. This four-piece window is decorated<br />
with the numbers 1 9 2 1. The window frames, panelling<br />
and lintels have primarily been painted white and<br />
the wood of the windows is painted in the colour<br />
‘Zaandam green’.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
VILLA<br />
Caumerdalschestraat 22, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 1917<br />
Architect: J. Stuyt<br />
Monumentnr.: 509112<br />
VILLA<br />
Caumerdalschestraat 22, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 1917<br />
Architect:<br />
J. Stuyt<br />
Monument no.: 509112<br />
62<br />
Dit vrijstaande pand past mooi binnen het stadsgezicht<br />
van dit door villa’s en landhuizen beheerste<br />
deel van <strong>Heerlen</strong>, gelegen aan de Molenberglaan en<br />
omgeving, op de bosrijke hellingen van het dal van<br />
de Geleenbeek. Dit bouwwerk is exemplarisch voor<br />
de vele villa’s die Jan Stuyt in Nederland heeft gebouwd<br />
en is te vergelijken met de villa Zoetmulder,<br />
op Caumerbeeklaan 70. Veel villa’s van Stuyt hebben<br />
luifels en erkers.<br />
This detached property fits beautifully in the cityscape<br />
of this villa-and-mansion dominated part of <strong>Heerlen</strong>,<br />
situated at the Molenberglaan and its surroundings,<br />
on the woody slopes of the Geleenbeek valley.<br />
This building is typical of the many villas that Jan<br />
Stuyt has built in the Netherlands and is comparable<br />
to the Zoetmulder villa, at Caumerbeeklaan 70. Many<br />
villas designed by Stuyt have porches and bay windows.<br />
Bij de aanleg is optimaal gebruik gemaakt van de<br />
parkachtige omgeving. Het is gebouwd ten behoeve<br />
van het hogere personeel van de Limburgse mijnen.<br />
De architectonische gaafheid van het exterieur is<br />
behouden gebleven.<br />
De villa telt twee bouwlagen onder een schilddak,<br />
gedekt met riet en enkele rondboogvormige dakkapellen.<br />
Het pand is opgetrokken met bakstenen<br />
in metselwerk in halfsteens verband. De frontgevel<br />
is asymmetrisch ingedeeld.<br />
In een uitbouw aan de rechterzijde bevindt zich de<br />
entree met een klein bordes met drie toegangstreden.<br />
De deur is onder een houten luifel met smeedijzeren<br />
ophanging en twee ondersteunende houten consoles.<br />
In het metselwerk boven de luifel is een ruitvormige<br />
decoratie aangebracht.<br />
De achterzijde is asymmetrisch met openslaande<br />
tuindeuren aan de rechterzijde. In de linkerzijgevel<br />
bevindt zich een driehoekige erker met rechthoekige<br />
houten vensters, met bovenlichten met glas-in-lood.<br />
Op deze erker is in de tweede bouwlaag een balkon<br />
met houten balustrade onder een houten luifel<br />
geplaatst.<br />
De structuur van het interieur is beperkt in tact<br />
gebleven.<br />
For the construction optimal use has been made of<br />
the park-like environment. It was built for the higher<br />
staff of the Limburg mines. The architectural integrity<br />
of the exterior has remained intact.<br />
The villa has two construction layers under a hipped<br />
roof, is thatched and has some arched dormer windows.<br />
The house is clad in stretcher layers of brick<br />
masonry. The facade has been arranged asymmetrically.<br />
In an extension at the righthand side is the entrance<br />
with a small elevated three-stepped landing. The door<br />
is placed under a wooden porch with cast-iron hinges<br />
and two supporting wooden consoles. The masonry<br />
above the porch is decorated with a rhombic decoration.<br />
The rear side is asymmetric with French doors at<br />
the righthand side. In the left wing there is a triangular<br />
bay window with rectangular wooden window panes,<br />
with leaded transom windows. On top of this bay<br />
window a second construction level is built consisting<br />
of a balcony with a wooden railing under a wooden<br />
porch.<br />
To a limited extent the structure of the interior has<br />
remained intact.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
DUBBEL LANDHUIS<br />
Caumerbeeklaan 59, Caumerdalschestraat 15, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 1920<br />
Architect: Jan Stuyt<br />
Monumentnr.: 512772<br />
DOUBLE COUNTRY ESTATE<br />
Caumerbeeklaan 59, Caumerdalschestraat 15, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 1920<br />
Architect:<br />
Jan Stuyt<br />
Monument no.: 512772<br />
63<br />
Jan Stuyt was geruime tijd de huisarchitect van<br />
de door Henri Poels opgerichte woningbouwkoepel<br />
‘Ons Limburg’. Aparte opdrachten kwamen bij hem<br />
binnen van hoger opgeleiden en notabelen die in de<br />
opbloei van <strong>Heerlen</strong> als mijnindustriestad hun villa’s<br />
lieten bouwen aan de Akerstraat en het ‘Molenbergpark’<br />
(Molenberglaan, Caumerbeeklaan, Caumerdalschestraat).<br />
Aardig wat panden in de ‘chique buurt’<br />
van <strong>Heerlen</strong> komen van zijn tekentafel.<br />
Zo ook deze markante dubbele villa met een nagenoeg<br />
vierkant, symmetrisch grondplan en risalerende<br />
hoekpartijen. Het dubbel landhuis uit 1920 heeft twee<br />
bouwlagen gelegen onder een schilddak met enkele<br />
ingestoken schilddaken en dakkapellen onder een<br />
tentdak met nokpion. De gevels hebben een optrek<br />
in baksteen, metselwerk in kruisverband met gesneden<br />
voeg. De voorgevel van het linkerpand heeft<br />
originele kozijnen zonder roedeverdeling. Op de hoek<br />
met de zijgevel bevindt zich een risalerend volume<br />
met in de voorgevel in de eerste laag een driedelige<br />
erker onder half zinken schilddak en in tweede laag<br />
een driedelig venster.<br />
Bijzonder is dat de oorspronkelijke interieurindeling<br />
van Caumerdalschestraat 15 in zeer hoge mate behouden<br />
is, zoals onder meer de originele schuifdeuren<br />
met geslepen glas, de paneeldeuren in decoratieve<br />
lijsten en het trappenhuis met kolom met bol (de<br />
‘stuiter’, het beeldmerk van de architect) en leuning<br />
op spijlen.<br />
In het inwendige van Caumerbeeklaan 59 zijn<br />
de tussendeur met glaspanelen, houten paneeldeuren<br />
in decoratieve lijsten en het trappenhuis met kolom en<br />
leuning op spijlen nog oorspronkelijke interieuronderdelen.<br />
For quite some time Jan Stuyt was the in-house<br />
architect of the housing corporation ‘Ons Limburg’,<br />
founded by Henri Poels. He received exclusive assignments<br />
from higher educated customers and dignitaries<br />
who, in the prosperity of <strong>Heerlen</strong> as a mining<br />
industry city, had their villas built at the Akerstraat<br />
and in the ‘Molenbergpark’ area (Molenberglaan,<br />
Caumerbeeklaan, Caumerdalschestraat). Quite a<br />
few houses in this ‘fancy neighbourhood’ of <strong>Heerlen</strong><br />
come from his drawing table.<br />
Also this striking double villa with an almost square,<br />
symmetrical floorplan and protruding corner elements.<br />
The double country estate from 1920 has two construction<br />
layers situated under a hipped roof with<br />
some inserted hipped roofs and dormer windows<br />
under a hipped roof with a crest ornament.<br />
The facades are made of brick, cross bond masonry<br />
with recessed joints. The front facade of the left house<br />
has window frames without panels. On the corner with<br />
the side facade there is a protruding volume with in<br />
the front facade on the first layer a three-piece bay<br />
window under a half-zinc hipped roof and on the<br />
second layer a three-piece window frame.<br />
Striking is the fact that the original interior arrangement<br />
of Caumerdalschestraat 15 has remained largely<br />
preserved, such as the original sliding doors with cut<br />
glass, the panel doors in decorative frames and the<br />
staircase with column and sphere (the ‘big marble’,<br />
the logo of the architect) and handrail on banisters.<br />
In the interior of Caumerbeeklaan 59 the dividing door<br />
with glass panels, wooden panel doors in decorative<br />
frames and the staircase with column and handrail on<br />
banisters still belong to the original interior elements.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
DUBBELE VILLA<br />
Caumerbeeklaan 66, 68, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 1916<br />
Architect: J. Stuyt<br />
Monumentnr.: 512805<br />
DOUBLE RESIDENCE<br />
Caumerbeeklaan 66, 68, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 1916<br />
Architect:<br />
J. Stuyt<br />
Monument no.: 512805<br />
64<br />
Toen steeds meer mensen zich een luxueuzere woning<br />
in een landelijke omgeving konden veroorloven, noodzaakte<br />
het gebrek aan ruimte tot een meer aaneengesloten<br />
bouwwijze.<br />
When more and more people could afford a more<br />
luxurious residence in the country, the lack of space<br />
resulted in the necessity of a more condensed way<br />
of building.<br />
Zo ontstonden naast de villa’s, dubbele woonhuizen<br />
die op vrijstaande villa’s leken en feitelijk twee-ondereen-kapwoningen<br />
waren. Jan Stuyt slaagde er steeds<br />
weer in ze een vergelijkbare verschijningsvorm te<br />
geven met driehoeken, ruiten, bollen en bogen.<br />
Deze woningen werden gebouwd ten behoeve van<br />
bureauchefs van de Oranje-Nassau Mijnen en zijn<br />
gelegen binnen het beschermde stadsgezicht Molenberg<br />
en omgeving. In de aanleg van dit gebied is<br />
de hiërarchie van het mijnbedrijf zichtbaar: de directeur<br />
aan de grote weg naar Aken, het management<br />
in het dal van de Caumerbeek en de mijnwerkers op<br />
de Molenberg.<br />
De dubbele villa heeft een grondplan van diverse in<br />
elkaar grijpende rechthoeken. Het pand telt twee<br />
bouwlagen en een dakverdieping en wordt afgedekt<br />
met schilddaken met horizontale daklijn.<br />
Het toegepaste bouwmateriaal is baksteen.<br />
Opvallend zijn verder de plint geaccentueerd met<br />
een band van hardsteen. Het middendeel van de frontgevel<br />
springt vooruit en heeft in de eerste bouwlaag<br />
twee driezijdige erkers met plat dak en een balkon<br />
met houten balustrade versierd met ‘stuiters’.<br />
Er zijn drie dakkapellen, een breed dakoverstek en<br />
een dakkapel in de frontgevel die wordt gedeeld<br />
met beide panden.<br />
Thus, in addition to the villas, double residences were<br />
built that looked like the detached villas, but were in<br />
fact semidetached residences. Time and time again<br />
Jan Stuyt succeeded in giving them a comparable<br />
manifestation with triangles, diamonds, spheres<br />
and arches.<br />
These residences were built for the office managers<br />
of the Oranje-Nassau Mines and are situated within<br />
the urban conservation area of Molenberg and its<br />
surroundings. The construction of this area reflects<br />
the managerial hierarchy of the mining company:<br />
the director at the main road to Aachen, the management<br />
in the valley of the Caumerbeek and the miners<br />
at the Molenberg.<br />
The two semidetached residences have a floorplan<br />
with several intersecting rectangles. The residences<br />
have two construction layers and a top floor and are<br />
covered by hipped roofs with horizontal ridges.<br />
The building material used is brick.<br />
Also striking are the plinth courses accentuated<br />
with a border of bluestone. The middle segment of<br />
the front facade is protruding and on the first construction<br />
layer it has two three-sided bay windows<br />
with a flat roof and a balcony with a wooden balustrade<br />
decorated with ‘marbles’.<br />
There are three dormer windows, a wide overhang<br />
and a dormer window in the front facade which is<br />
shared by both houses.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
VILLA ZOETMULDER<br />
Caumerbeeklaan 70, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 1918<br />
Architect: J. Stuyt<br />
Monumentnr.: 512803<br />
VILLA ZOETMULDER<br />
Caumerbeeklaan 70, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 1918<br />
Architect:<br />
J. Stuyt<br />
Monument no.: 512803<br />
65<br />
Deze vrijstaande villa werd gebouwd in opdracht van<br />
Ir. J.M.A. Zoetmulder, inspecteur van de Volksgezondheid.<br />
De villa is gelegen binnen het beschermde<br />
stadsgezicht Molenberg en omgeving. Jan Stuyt<br />
werd beïnvloed door de 19 e eeuwse landelijke villa’s<br />
in Engeland. Meestal gebruikte hij (licht)rode bakstenen,<br />
maar soms paste hij ook witte bepleistering toe.<br />
Veel van zijn villa’s hebben klassieke proporties,<br />
een representatieve massa en een overtuigende<br />
dakrand.<br />
Jan Stuyt zocht de harmonie met de landschappelijke<br />
omgeving. Bij zijn manier van bouwen gaat het vaak<br />
niet om stijl, maar om de denkbeelden die er achter<br />
zitten. Deze villa is ontworpen met rechthoekig<br />
grondplan in de dwarsrichting. De villa telt twee<br />
bouwlagen en werd afgedekt met een schilddak.<br />
In het dakschild van de frontgevel bevinden zich<br />
twee halfronde dakkapellen met roedekruisen.<br />
Deze oplossing is aan de achterzijde herhaald.<br />
De rieten dakbedekking is in het werk van Stuyt<br />
eerder uitzondering dan regel. De gevel bestaat<br />
uit witgesauste baksteen.<br />
De frontgevel laat zich tekenen binnen een meetkundige<br />
figuur, zoals Palladio (1508-1580) dat deed.<br />
Voor hem gold het woonhuis als prototype van alle<br />
gebouwen.<br />
In de eerste bouwlaag van het linkergeveldeel zit een<br />
driezijdige erker met plat dak en hierop een balkon<br />
met een metalen balustrade van een recentere datum.<br />
De balkondeur heeft zij- en bovenlichten. De rechterzijgevel<br />
heeft een opvallende uitbouw in een bouwlaag,<br />
gemaakt van natuursteen met hierin de entree.<br />
Bovenop ligt een balkon omringd door een bakstenen<br />
balustrade met een sierlijke deksteen. De bekende<br />
hoeklisenen in het werk van Stuyt zijn in dit ontwerp<br />
vervangen door andere hoekaccenten met Kunradersteen.<br />
This detached villa was built by order of Ir. J.M.A.<br />
Zoetmulder, Public Health inspector. The villa is<br />
situated within the urban conservation area of Molenberg<br />
and its surroundings. Jan Stuyt was influenced<br />
by the 19th century rural villas in England. He usually<br />
used (light) red brick, but sometimes he also used<br />
white plaster. Many of his villas have classical proportions,<br />
a representative mass and convincing eaves.<br />
Jan Stuyt looked for harmony with the rural environment.<br />
His method of building is often not about style,<br />
but about the underlying concepts. This villa was<br />
designed with a rectangular floorplan with a transverse<br />
presentation. The villa has two construction<br />
levels and was covered with a hipped roof. In the face<br />
of the roof on the front facade there are two hemispherical<br />
dormer windows with window panelling.<br />
This solution was repeated on the rear side.<br />
The thatched roof is rather the exception than the rule<br />
in the work of Stuyt. The facade consists of whitewashed<br />
brick.<br />
The front facade can be drawn within a geometrical<br />
figure, as was also done by Palladio (1508-1580).<br />
For him the residential house was the prototype<br />
for all buildings.<br />
On the first construction level on the left side facade<br />
there is a three-sided bay window with a flat roof and<br />
on top of it a balcony with a metal balustrade of a<br />
more recent date. The balcony door has side and<br />
transom windows. The right side facade has a striking<br />
extension in a construction level, made of natural<br />
stone with the entrance in it. On top of it a balcony<br />
enclosed by a brick with an elegant covering stone.<br />
In this design the well-known corner pilasters in<br />
Stuyt’s work have been replaced by other corner<br />
accents of Kunrader stone.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
VILLA WIJNANDS<br />
Caumerbeeklaan 80, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woonhuis<br />
Bouwjaar: 1919<br />
Architect: F.P.J. Peutz<br />
Monumentnr.: 512773<br />
VILLA WIJNANDS<br />
Caumerbeeklaan 80, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 1919<br />
Architect:<br />
F.P.J. Peutz<br />
Monument no.: 512773<br />
66<br />
Zes jaar voor het behalen van zijn ingenieursdiploma<br />
aan de Technische Hogeschool in Delft ontwierp Peutz<br />
deze chaletachtige villa bij de Caumerbeek. Het werd<br />
zijn eerste uitgevoerde ontwerp. Uitgaande van een<br />
eenvoudig basisschema met tien kamers (inclusief<br />
de keuken) paste hij een grote verscheidenheid aan<br />
stijlfragmenten, materiaalsoorten, kleur en plastiek<br />
toe, met invloeden zoals ook te zien bij de Amsterdamse<br />
School. De gevels zijn wit gepleisterd.<br />
De rechthoekige houten vensters en deuren hebben<br />
deels roedeverdeling.<br />
Het meest in het oog springt de steile asymmetrische<br />
kap met houten beschieting. Hij speelt met het thema<br />
“ongelijkheid” door de dakranden aan de voorzijde<br />
naar binnen toe af te schuinen en aan de achterzijde<br />
een wolfeind toe te passen. De linker- en rechterzijgevel<br />
laten vreemde verschillen zien. De linkerzijgevel<br />
bestaat, bijna over de volledige diepte, uit een asymmetrische<br />
topgevel met hierin twee rechthoekige<br />
vensters waarvan het linker venster op een houten<br />
console rust. Boven de uitbouw van de rechterzijgevel<br />
zit in de tweede bouwlaag een brede dakkapel met<br />
een lessenaarsdak. Aan de linkerzijde van deze dakkapel<br />
bevindt zich een geheel afwijkend dakraam<br />
met een klein zadeldakje en een wolfseind.<br />
Zoals in meerdere huizen van Peutz heeft het interieur<br />
een tot de zolderverdieping doorlopende trapruimte<br />
met rechte steektrappen en bordessen. De authentieke<br />
houten trap met hoofdbaluster met bolbekroning<br />
heeft een houten handlijst en gedraaide spijlen.<br />
Het ontwerp voor dit ‘landhuisje’ paste in de zoektocht<br />
van de jonge Peutz naar nieuwe concepten.<br />
Six years before obtaining his engineering qualification<br />
at the Delft Institute of Technology Peutz designed<br />
this chalet-like villa near the Caumerbeek.<br />
It became his first fully executed design. Starting from<br />
a simple basic plan with ten rooms (including the<br />
kitchen) he applied a great diversity of style fragments,<br />
materials, colour and models, with influences<br />
as can also be seen with the Amsterdam School.<br />
The facades are plastered white. The rectangular<br />
wooden windows and doors are partially panelled.<br />
The most striking element is the steep asymmetric<br />
roof timbering with wooden panelling. He plays with<br />
the theme of ‘dissimilarity’ by letting the roof edges<br />
slope inwardly at the front side and by applying a hip<br />
roof on the rear. The left and right side facade show<br />
strange differences. The left side facade consists,<br />
almost across its full depth, of an asymmetric gable<br />
end with two rectangular windows of which the left<br />
window is supported by a wooden console. Above<br />
the expansion on the right side facade there is a broad<br />
dormer window with a pent-roof on the second<br />
construction layer. On the left side of this dormer<br />
window there is a completely non-typical skylight<br />
with a small saddle roof with a clipped gable.<br />
As in several Peutz’ houses the interior has a staircase<br />
with straight steps and landings reaching as high as<br />
the attic. The authentic wooden stairs with main<br />
baluster with spherical crown has a wooden banister<br />
and balusters.<br />
The design for this ‘small country estate’ fitted-in<br />
with young Peutz’ search for new concepts.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
HOEVE MOLENBERG<br />
Justus van Maurikstraat 37, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Appartementencomplex<br />
Bouwjaar: 18 e eeuw<br />
Architect: Onbekend<br />
Monumentnr.: 21234<br />
FARMSTEAD MOLENBERG<br />
Justus van Maurikstraat 37, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Apartment building<br />
Year of construction: 18th century<br />
Architect:<br />
Unknown<br />
Monument no.: 21234<br />
67<br />
De hoeve Molenberg oogt uiterlijk 18 e eeuws, maar<br />
wordt in de 16 e eeuw al genoemd. Adellijke families<br />
als het geslacht Van Hulsberg, genaamd Schaloen en<br />
de familie Schellart d’Obbendorf, heren van Schinnen,<br />
hebben de hoeve in hun bezit gehad.<br />
De gebouwen dragen sporen van vele verbouwingen.<br />
De grotendeels uit baksteen opgetrokken hoeve is<br />
geplaatst om een gesloten binnenplaats. De voorvleugel<br />
van twee verdiepingen heeft een zadeldak,<br />
afgesloten door puntgevels. De 18 e eeuwse verdieping<br />
en topgevels zijn voorzien van hoekblokken en enige<br />
horizontale banden van mergel, zogeheten speklagen.<br />
De rechter zijgevel is beneden nog van Kunradersteen;<br />
aan de zijkant links jaarankers en enige schietgaten<br />
in Kunradersteen. Ook bevatten de zijgevels en de<br />
voorgevel uilengaten in mergel.<br />
Een inscriptie boven de rondboogpoort herinnert aan<br />
het feit dat het echtpaar Stassen-Melchers de hoeve<br />
in 1776 heeft verbouwd.<br />
In 1919 werd, naar ontwerp van architect Jan Stuyt,<br />
de achtervleugel tot noodkerk van de parochie<br />
Molenberg verbouwd. Tot de wijding van de nieuwe<br />
kerk in 1927 heeft de noodkerk dienst gedaan. In 1929<br />
is het verbouwd tot patronaat. Later werd de jeugd<br />
sociëteit Gejem hier gevestigd.<br />
In 1989 vond een ingrijpende renovatie plaats door<br />
architectenbureau P.A.M. Mertens uit Hoensbroek.<br />
De hoeve werd getransformeerd naar 16 appartementen.<br />
Alleen de buitenmuren van het monument<br />
bleven staan. In de achterbouw herinneren een klein<br />
‘torentje’ en een kruis in beton op het dak nog aan<br />
de oude functie van noodkerk.<br />
From the outside the Molenberg farmstead looks 18th<br />
century, but it is already mentioned as early as the<br />
16th century. Noble families such as the house of Van<br />
Hulsberg, named Schaloen and the Schellart d’Obbendorf<br />
family, lords of Schinnen, have been the proprietors<br />
of the farmstead.<br />
The buildings bear marks of many rebuildings.<br />
The farmstead, largely constructed out of brickwork,<br />
has been built around a secluded inner courtyard.<br />
The front wing of the two-storeyed building has a<br />
saddle roof, with gable ends on both sides. The 18th<br />
century floor and the apex of the gables have corner<br />
stones and some horizontal edgings made out of marl,<br />
the so-called string course. The lower part of the right<br />
side wall is still made of Kunrader stone; at the left<br />
side wall there are iron wall ties and some loopholes<br />
in Kunrader stone. The side walls also contain owl<br />
holes cut out in marl.<br />
An inscription above the arched gate is a remembrance<br />
of the fact that Mr and Mrs Stassen-Melchers<br />
renovated the farmstead in 1776.<br />
In 1919 the rear wing, based on a design by the<br />
architect Jan Stuyt, was rebuilt into a temporary<br />
church of the Molenberg parish. Until the dedication<br />
of the new church in 1927 the temporary church<br />
remained in operation. In 1929 it was rebuilt into a<br />
patronage. After that it became the residence of<br />
the Gejem youth club.<br />
In 1989 a radial renovation was performed by the<br />
architectural firm of P.A.M. Mertens from Hoensbroek.<br />
The farmstead was transformed into 16 flats.<br />
Only the outer walls of the monument remained<br />
intact. In the rear building a small tower and a concrete<br />
cross on the roof are reminiscent of the old<br />
temporary church function.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
DUBBEL WOONHUIS<br />
Molenberglaan 73, 75, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 1918<br />
Architect: J. Stuyt<br />
Monumentnr.: 512806<br />
TWO SEMIDETACHED<br />
HOUSES<br />
Molenberglaan 73, 75, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 1918<br />
Architect:<br />
J. Stuyt<br />
Monument no.: 512806<br />
68<br />
De woningen werden op een rechthoekige plattegrond<br />
gebouwd in opdracht van de Vereniging<br />
Woningbouw <strong>Heerlen</strong>. Er zijn twee dakkapellen met<br />
zadeldakjes en kleine driehoekige frontons. Het dak<br />
is gedekt met Hollandse pannen en heeft een breed<br />
overstek. Deze laatste determinanten zijn karakteristiek<br />
voor het werk van Stuyt.<br />
Dit dubbel woonhuis laat een aantal architectonische<br />
oplossingen zien die in zijn werk eerder uitzondering<br />
zijn dan regel: een tentdak met schoorsteen in het<br />
midden in plaats van het vaak toegepaste schilddak;<br />
een opvallende tweedeling in de frontgevel door<br />
toepassing van een bepleistering tussen de borstwering<br />
van de eerste verdieping en de gootlijn;<br />
twintig vierruits-vensters met kruisvormige roedeverdeling<br />
evenwichtig verdeeld over het grote fries<br />
dat is aangebracht om de gevel horizontaal te delen.<br />
Het gemetselde plint is opgetrokken tot en met<br />
de gemetselde vensterbanken en op de twee hoeken<br />
steunbeerachtig verlengd. Hierdoor ontstaat een<br />
ontleding van de frontgevel in enkele markante<br />
hoofdvormen: een rode driehoek, een smalle witte<br />
horizontale rechthoek en een fors trapezium in bruin<br />
baksteen. In de frontgevel van het dubbel woonhuis<br />
zitten twee portieken met rondboogvormige toegang<br />
en decoratief metselwerk.<br />
Het pand is gelegen binnen het stadsgezicht Molenberg<br />
en omgeving. Het pand bezit ensemblewaarde<br />
als essentieel onderdeel van de villa- en landhuisbebouwing<br />
aan de Caumerbeeklaan, Caumerdalschestraat,<br />
Molenberglaan en een gedeelte van<br />
de Akerstraat die als geheel van belang is voor<br />
de cultuurgeschiedenis van dit deel van <strong>Heerlen</strong>.<br />
The houses were built on a rectangular piece of land<br />
by order of the House-building Association <strong>Heerlen</strong>.<br />
There are two dormer windows with saddle roofs and<br />
small triangular frontons. The roof is covered with<br />
Dutch tiles and has broad eaves. The latter elements<br />
are characteristic of the work of Stuyt.<br />
These two semidetached houses show a number of<br />
architectural solutions which are rather the exception<br />
than the rule in his work: a pavilion roof with a centred<br />
chimney instead of the more often used hipped roof;<br />
a striking divide of the front facade because of the<br />
application of plaster between the balustrade of the<br />
first floor and the gutter line; twenty four-paned<br />
windows with cross-shaped panelling evenly distributed<br />
across the large frieze which has been installed<br />
for the horizontal division of the facade.<br />
The brickwork plinth has been constructed to include<br />
the brick windowsill and elongated in a buttress-like<br />
manner on the corners. Thus a dissection of the front<br />
facade into some striking main forms is created:<br />
a red triangle, a small white horizontal rectangle and<br />
a large trapezium in brown brick. In the front facade<br />
of the two semidetached houses are two doorways<br />
with an arched entrance and decorative brickwork.<br />
The houses are situated within the cityscape Molenberg<br />
and its surroundings. Together the houses have<br />
a ‘group value’ as an essential part of the villa- and<br />
country-house architecture on the Caumerbeeklaan,<br />
the Caumerdalschestraat, the Molenberglaan and a<br />
part of the Akerstraat. As a whole this is of importance<br />
to the cultural history of this part of <strong>Heerlen</strong>.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
DUBBEL WOONHUIS<br />
Molenberglaan 112, 114, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: Omstreeks 1918<br />
Architect: J. Stuyt<br />
Monumentnr.: 512733<br />
TWO SEMIDETACHED<br />
HOUSES<br />
Molenberglaan 112, 114, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: App. 1918<br />
Architect:<br />
J. Stuyt<br />
Monument no.: 512733<br />
69<br />
Dit dubbele woonhuis is vrij liggend gesitueerd in een<br />
bocht van de sterk oplopende Molenberglaan en sluit<br />
aan bij de straatwand Molenberglaan 116 t/m 124.<br />
Het draagt bij aan de beleving van het heuvelachtige<br />
karakter langs de beekdalen.<br />
Gelet op de locatie en de architectuur maken deze<br />
huizen deel uit van de elitebuurt van <strong>Heerlen</strong>, gesitueerd<br />
rond de Caumerbeeklaan.<br />
These two semidetached houses, freely situated in<br />
a bend of the sloping Molenberglaan, are strongly<br />
related to the design for the street line Molenberglaan<br />
116 to 124. The two semidetached houses contribute to<br />
the experience of the hilly character.<br />
Due to its location and architecture this ensemble<br />
is part of the more ‘upper class’ neighbourhoods of<br />
<strong>Heerlen</strong>, situated around the Caumerbeeklaan.<br />
De twee halfvrijstaande huizen zijn van grote cultuurhistorische<br />
waarde die goed de sociaal-economische<br />
ontwikkeling rond het einde van de Eerste Wereldoorlog<br />
weergeeft. Deze twee half vrijstaande woonhuizen,<br />
in twee bouwlagen met schilddaken en zadeldaken,<br />
hebben een asymmetrische indeling van de frontgevel.<br />
Het pand met huisnummer 114 springt vooruit. Het<br />
bouwmateriaal is baksteen voorzien van een witte<br />
pleisterlaag. De straatzijde is voorzien van rechthoekige<br />
houten vensters.<br />
Huisnummer 112 heeft een rechthoekige deur onder<br />
een luifel die deels rust op een houten console.<br />
De vensters zijn uitgerust met bakstenen dorpelstenen.<br />
Aan de rechterzijde is een garage aangebouwd.<br />
De structuur van het interieur is grotendeels intact.<br />
Nummer 114 heeft een rondboogvormige deur<br />
met een boogvormige metselwerk omlijsting.<br />
Aan de linkerzijde is een steunbeerachtig geveldeel.<br />
In elk dakgevelvlak is een dakkapel.<br />
Beide panden hebben aan de achterzijde een dubbele<br />
tuindeur met zij- en bovenlichten.<br />
The two semidetached houses are of great culturalhistorical<br />
value as an expression of the social-economic<br />
development of this region towards the end<br />
of World War I. These two semidetached houses,<br />
consisting of two construction layers with hipped and<br />
saddle roofs, have an asymmetric arrangement of the<br />
facade. The house with house number 114 protrudes.<br />
The building material is brick clad with a white layer<br />
of plaster. The street side has rectangular wooden<br />
windows.<br />
House number 112 has a rectangular door under<br />
a porch which is partly supported by a wooden<br />
console. The windows have brick sills. On the righthand<br />
side a garage has been added to the property.<br />
The structure of the interior has remained largely<br />
intact.<br />
Number 114 has an arch-shaped door with an archshaped<br />
masonry frame. At the left-hand side there is<br />
a buttress-like facade section. Each roof gable surface<br />
has a dormer window.<br />
At the back of both houses there are French doors<br />
with side and transom windows.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
VIJF BEAMBTENWONINGEN<br />
Molenberglaan 116 t/m 124, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 1918<br />
Architect: J. Stuyt<br />
Monumentnr.: 512734<br />
FIVE OFFICIALS’ HOUSES<br />
Molenberglaan 116 to 124, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 1918<br />
Architect:<br />
J. Stuyt<br />
Monument no.: 512734<br />
70<br />
Deze vijf woonhuizen zijn gesitueerd bij de splitsing<br />
van de Molenberglaan en de Oude Bergstraat.<br />
De hoge panden met huisnummers 122 en 124 zijn<br />
gespiegeld. De lagere witte panden met de huisnummers<br />
120 en 118 zijn niet gespiegeld, maar hebben<br />
wel een aantal overeenkomsten. Het pand met huisnummer<br />
116 met een erker op de eerste verdieping<br />
verschilt het meeste van de overige. Dit pand heeft<br />
geen ronde maar een rechthoekige voordeur in een<br />
omlijsting van trapsgewijs terugspringend metselwerk.<br />
These five houses are situated at the bifurcation of<br />
the Molenberglaan and the Oude Bergstraat. The high<br />
buildings with house numbers 122 and 124 are mirrored.<br />
The lower white buildings with house numbers<br />
120 and 118 are not mirrored, but they do have some<br />
similarities. The house with house number 116 with<br />
a bay window on the first floor differs the most from<br />
the other houses. This building does not have a round<br />
but a rectangular front door in a frame of gradually<br />
receding masonry.<br />
Binnen het oeuvre van Jan Stuyt betreft dit een bijzonder<br />
schilderachtig stukje straatwand: asymmetrisch,<br />
verspringende blokken, ongelijke hoogten en<br />
niet-hiërarchisch van opzet. Deze woninggroep<br />
vertoont verscheidenheid in vorm- en materiaalgebruik.<br />
Twee panden zijn gepleisterd. Een daarvan<br />
heeft een groot voorgevelraam met rondboog dat<br />
door drie rechte lijnen is ingedeeld.<br />
De beïnvloeding door studiereizen naar de Engelse<br />
tuinsteden is zichtbaar zoals in de toepassing van<br />
vakwerk in de geveltoppen en hoge schoorstenen.<br />
De panden met de huisnummers 122 en 124 hebben<br />
een afgeschuinde voorgevel en een frappant klein<br />
venstertje links en rechts van de voordeur.<br />
De harmonie met de omgeving is voor Stuyt belangrijk.<br />
Het klimmend silhouet gaat mee met de helling<br />
van de Molenberg. Het gebruik van een veelvlakkig<br />
dak accentueert het pleintje in het stratenpatroon.<br />
Het principe van deze bebouwing lijkt op de vier<br />
huizen van Jan Stuyt uit 1897 aan de Zijlweg in Haarlem,<br />
met dat verschil dat in <strong>Heerlen</strong> is gebouwd op<br />
een helling en in Haarlem op een plat vlak.<br />
In the oeuvre of Jan Stuyt this is a particularly picturesque<br />
piece of street wall: asymmetrical, staggered<br />
blocks, uneven heights and non-hierarchical in its layout.<br />
This group of houses shows diversity in the use<br />
of shape and material. Two buildings are plastered.<br />
One of them has a large front facade arched window<br />
partitioned by three straight lines.<br />
The influence of study trips to the English garden<br />
cities is clearly visible, for example in the use of halftimbered<br />
gables and high chimneys. The buildings<br />
with the house numbers 122 and 124 have a bevelled<br />
off front facade and a strikingly small window left<br />
and right of the front door.<br />
The harmony with its environment is very important<br />
for Stuyt. The climbing silhouette follows the slope<br />
of the Molenberg. The use of a multi-faceted roof<br />
emphasizes the small square in the street pattern.<br />
The principle of this construction resembles that of<br />
the four houses built by Jan Stuyt at the Zijlweg in<br />
Haarlem in 1897, except for the fact that in <strong>Heerlen</strong><br />
the houses were built on a slope and in Haarlem<br />
on a flat surface.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
RETRAITEHUIS<br />
Oliemolenstraat 60, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Kantoorverzamelgebouw<br />
Bouwjaar: 1932<br />
Architect: F.P.J. Peutz<br />
Monumentnr.: 512787<br />
HOUSE OF RETREAT<br />
Oliemolenstraat 60, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Multi-office building<br />
Year of construction: 1932<br />
Architect:<br />
F.P.J. Peutz<br />
Monument no.: 512787<br />
71<br />
Eind jaren twintig kwam bisschop Mgr. L. Schrijnen<br />
met het plan om in de Mijnstreek een retraitehuis voor<br />
jonge vrouwen en meisjes te stichten. Men kon zich<br />
hier, in de omgeving van het Aambos, terugtrekken<br />
voor bezinning op vraagstukken rond mens, maatschappij<br />
en kerk.<br />
De architectuur is langgerekt, kubisch, zonder ornamentiek<br />
en heeft een terrasvormige opzet met een<br />
cilindertorentje. De entree bevindt zich onder een<br />
markante licht oplopende luifel.<br />
Uit vrees voor bodemverzakkingen door de mijnontginning<br />
werd een stalen skelet toegepast. Dit werd<br />
bekleed met ‘steeltex’ (Amerikaans systeem van<br />
verzinkt metalen gaas en asfaltpapier) waartegen<br />
een gevelbepleistering werd aangebracht.<br />
Het gebouw is verder ultralicht ontworpen. Opvallend<br />
zijn de technische vernieuwingen: natuurlijke ventilatiesystemen,<br />
een grijswatercircuit, glazen vloervelden<br />
voor daglicht en vouwwanden voor flexibel ruimtegebruik.<br />
Hier openbaren zich de tegenstellingen tussen het<br />
traditionalisme waarbij gebouwen werden opgebouwd<br />
uit ‘natuurlijke’ materialen (hout en baksteen) en de<br />
nieuwe Europese architectuurstroming die vooral<br />
moderne materialen (staal en beton) gebruikte.<br />
Tegenstanders vonden dit strakke witte retraitehuis<br />
maar een heidens gebouw. Mgr. Schrijnen schijnt eens<br />
gezegd te hebben “als dit heidentje klaar is zullen wij<br />
het ook dopen”. Peutz zou daarbij gedacht hebben<br />
aan wijwater in het beton.<br />
In dit retraitehuis logeerden tot 1959 meer dan 60.000<br />
katholieke meisjes. Het gebouw diende daarna als<br />
Filosoficum, Hogeschool voor Theologie en Pastoraat<br />
en werd, na een restauratie in 2003, in gebruik genomen<br />
als multifunctioneel kantoorgebouw.<br />
By the end of the twenties bishop Mgr. L. Schrijnen<br />
came with the plan to establish a house of retreat<br />
for young women and girls in the Mining District. Here,<br />
in the Aambos area, people could retreat for contemplation<br />
on issues regarding mankind, society and church.<br />
The architectural structure is elongated, cubic, without<br />
ornaments and it has a terrace-shaped design with<br />
a small cylindrical tower. The entrance is under a<br />
striking slightly rising porch.<br />
For fear of soil subsidence due to the mining activities<br />
a steel skeleton was used. The latter was clad with<br />
‘steeltex’ (an American system of galvanized metal<br />
netting and asphalt paper) against which a facade<br />
plastering was applied.<br />
The other parts of the building have been designed as<br />
an ultralight construction. Striking are its technical<br />
innovations: natural ventilation systems, a grey-water<br />
circuit, glass floor segments for daylight and concertina<br />
doors for flexible use of space.<br />
Here the contrasts become evident between the<br />
traditionalism in which buildings were constructed of<br />
‘natural’ materials (wood and brick) and the new<br />
European architectural school which predominantly<br />
used modern materials (steel and concrete). Opponents<br />
were of the opinion that this rigid white house<br />
of retreat was some sort of heathen building. Mgr.<br />
Schrijnen is reported to have stated “when this little<br />
heathen is finished, we will also baptize it”. In this<br />
context Peutz allegedly may have thought of holy<br />
water in the concrete.<br />
Until 1959 more than 60,000 Roman Catholic girls<br />
stayed in this house of retreat. After that the building<br />
served as a philosophical institute, the Academy for<br />
Theology and Pastoral Care and, after a restauration<br />
in 2003, it has been used as a multi-functional office<br />
building.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
BROEDERHUIS<br />
Kerkraderweg 9, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Wijkvoorziening<br />
Bouwjaar: 1921<br />
Architect: F.P.J. Peutz<br />
Monumentnr.: 512782<br />
BROTHERS’ HOUSE<br />
Kerkraderweg 9, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Neighbourhood facilities centre<br />
Year of construction: 1921<br />
Architect:<br />
F.P.J. Peutz<br />
Monument no.: 512782<br />
72<br />
De pastoor van Molenberg wilde graag een school<br />
met broeders vanwege de succesvolle, zelf ontwikkelde<br />
onderwijsmethoden. In 1921 kwamen de eerste zes<br />
broeders naar <strong>Heerlen</strong> en was er huisvesting nodig.<br />
Het Broederhuis ligt naast de Broederschool. In 1923<br />
werd achter het Broederhuis een uitbreiding gerealiseerd<br />
met onder meer een kapel.<br />
The parish priest of Molenberg wanted a school with<br />
brothers because of the successful, self-developed<br />
teaching methods. In 1921 the first six brothers came<br />
to <strong>Heerlen</strong> and housing was needed.<br />
The Broederhuis is situated next to the Broederschool<br />
(Brothers’ school). In 1923 the Broederhuis was<br />
expanded with, among other things, a chapel.<br />
Uit het ensemble spreekt de romantiek van Zuid-<br />
Limburg, maar ook een gevoel voor zakelijkheid.<br />
De 25-jarige Peutz wisselt, in een traditionele stijl,<br />
grillige motieven en stilgehouden vlakken met elkaar<br />
af. In de voorgevel spelen geometrische figuren mee.<br />
Een ritme van verticale lijnen met levendige schaduwen<br />
lijkt de horizontale structuur te versterken.<br />
De begane grond bevat een entreeportaal achter een<br />
rondboog. Op de verdieping staan vier stalen vensters<br />
tussen mergellisenen die een vierkant accentueren.<br />
De langwerpige ramen met stalen kozijnen zijn per<br />
vier gegroepeerd. De plint van ruw uitgehakte mergelblokken<br />
geeft een exotische uitstraling, omsluit de<br />
gevelopeningen en brengt de compositie in evenwicht.<br />
Op het dak staan twee opvallende, dubbele<br />
dakkapellen.<br />
De kapel heeft een rechthoekige plattegrond met<br />
absis achter een spitsboog en een cassetteplafond<br />
van beton. De gevels zijn van baksteen met diepe<br />
voeg.<br />
In 2015 is dit carré-vormige complex bestemd voor<br />
een nieuwe Brede Maatschappelijke Voorziening.<br />
De wijkvoorzieningen zijn ondergebracht in het<br />
Broederhuis. Architect Mark Feron, Architectenzaak &<br />
Peutz | Architecten reconstrueerde het geheel.<br />
Nieuwe en oude gebouwen omsluiten nu een pleinvormige<br />
ruimte van 40x40 meter als ontmoetingsplaats<br />
voor jong en oud.<br />
These buildings represent the romance of Zuid-<br />
Limburg, but also a sense of professionalism.<br />
The 25-year-old Peutz alternates, in a traditional style,<br />
fanciful motives and tranquil surfaces. In the facade<br />
geometrical figures play a role also. A rhythm of<br />
vertical lines with lively shadows seems to strengthen<br />
the horizontal structure.<br />
The ground floor has an entrance portal behind<br />
a round arch. On the first floor there are four steel<br />
window panes between marl plaster strips that<br />
accentuate a square. The elongated windows with<br />
steel frames are grouped in pairs of four. The plinth<br />
of rough-hewn marl blocks provides an exotic effect,<br />
surrounds the facade openings and balances<br />
the composition. On the roof there are two striking<br />
double dormer windows.<br />
The chapel has a rectangular floor plan with an apsis<br />
behind a Gothic arch and a coffered ceiling of concrete.<br />
The facades are made of brick with deep joints.<br />
In 2015 this square shaped building was intended for<br />
a new Broad Public Facility. The neighbourhood<br />
facilities have been accommodated in the Broederhuis.<br />
Architect Mark Feron, Architectenzaak & Peutz |<br />
Architecten reconstructed it all.<br />
New and old buildings now enclose a square-shaped<br />
space of 40x40 metres as a meeting place for young<br />
and old.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
HUIZE DE BERG<br />
Gasthuisstraat 45, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Kloosterbejaardenoord<br />
Bouwjaar: 1897<br />
Architect: A. van Beers<br />
Monumentnr.: 512809<br />
MOTHER HOUSE ‘DE BERG’<br />
Gasthuisstraat 45, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Monastery home for<br />
the elderly<br />
Year of construction: 1897<br />
Architect:<br />
A. van Beers<br />
Monument no.: 512809<br />
73<br />
“Huize de Berg” was het moederhuis van de Kleine<br />
Zusters van de Heilige Joseph. De Congregatie,<br />
destijds een van de grootste zorginstellingen van<br />
Nederland, was gevestigd aan de Gasthuisstraat 2,<br />
en is gesticht door de <strong>Heerlen</strong>se priester J. Savelberg.<br />
Buiten de dorpskern werd in 1879 ‘Het Sanatorium St.<br />
Josephs Heilbron’ gebouwd.<br />
“Huize de Berg” used to be the mother house of<br />
the Little Sisters of St. Joseph. The Congregation,<br />
at that time one of the largest care institutions in the<br />
Netherlands, was accommodated at Gasthuisstraat 2,<br />
and was founded by the <strong>Heerlen</strong> priest J. Savelberg.<br />
Outside the village centre ‘The Sanatorium St. Joseph<br />
Heilbron’ was built in 1879.<br />
Aan de Voskuilenweg werd de eerste uitbreiding<br />
gerealiseerd in opdracht van rector Driessen (1869-<br />
1930). Loodrecht hierop is in 1916 een vleugel<br />
gebouwd naar ontwerp van architect H. Heijnen,<br />
bouwkundige van de Congregatie. In 1919 is tussen<br />
het hoofdgebouw uit 1897 en de vleugel uit 1916 een<br />
kapel gebouwd door architect Jos Seelen. Het geheel<br />
werd in 1932 nogmaals verlengd met een kloostervleugel.<br />
Het hoofdgebouw in oranjerode baksteen bestaat<br />
uit een middenfront van twee bouwlagen met vijf<br />
traveeën onder een zadeldak. Aan weerszijden hiervan<br />
staat een opgaande trapgevel. De ramen hebben<br />
decoratieve baksteenlijsten. Voor de gevel ligt een<br />
balkon op zes kolommen en een bordes. Op het<br />
midden van het dak staat een klein trapgeveltje.<br />
Er zijn smeedijzeren muurankers en een windwijzer.<br />
De eenbeukige neogotische kapel heeft spitsbogen<br />
en glas-in-loodvensters. Op het dak staat een opvallende<br />
achthoekige dakruiter en dakkapellen met<br />
luiken. De gevel bestaat uit bruin-rood metselwerk.<br />
De topgevel met aan weerszijden steunberen en<br />
een kruis wordt door waterlijsten in drieën gedeeld.<br />
In de centrale as bevindt zich een groot venster met<br />
rozet en een uurwerk omgeven door negen spitsbogen.<br />
Het veelkleurige interieur van de kapel heeft<br />
decoratief metselwerk en ambachtelijke natuurstenen<br />
details zoals venstertraceringen en dorpelstenen.<br />
At the Voskuilenweg the first extension was realized<br />
by order of rector Driessen (1869-1930). In 1916,<br />
by design of H. Heijnen, architect of the Congregation,<br />
a wing was built at right angles to it. In 1919 a chapel<br />
was built by the architect Jos Seelen in between the<br />
main building from 1897 and the wing from 1916.<br />
The entire complex was extended again in 1932 with<br />
a monastery wing.<br />
The main building in orange-red brick consists of a<br />
middle facade with two construction levels with five<br />
bays under a saddle roof. On both sides of it there is<br />
a rising stepped gable. The windows have decorative<br />
brick frames. In front of the facade a balcony is<br />
positioned on six columns and a landing. In the middle<br />
of the roof there is a small stepped gable. There are<br />
cast-iron wall ties and a weather vane.<br />
The single-nave neogothic chapel has pointed arches<br />
and stain-glass windows. On the roof there is an eyecatching<br />
octangular roof-turret and dormer windows<br />
with shutters. The facade consists of brown-red<br />
masonry. The gable end with on both sides buttresses<br />
and a cross is divided into three parts by means of<br />
gutters. In the central axis there is a large window with<br />
a rosette and a clock enclosed by nine Gothic arches.<br />
The many-coloured interior of the chapel has some<br />
decorative masonry and traditional natural stone<br />
details such as window traceries and sills.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
WONINGEN LEENHOF<br />
Leenhofstraat 1 t/m 19, 2 t/m 20,<br />
Schaesbergerweg 194 t/m 200, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 1905-1906<br />
Architect: Oranje-Nassau Mijnen<br />
Monumentnr.: 342679, 342685, 342690,<br />
342695, 342701, 342706<br />
LEENHOF RESIDENCES<br />
Leenhofstraat 1 to 19, 2 to 20,<br />
Schaesbergerweg 194 to 200, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 1905-1906<br />
Architect:<br />
Oranje-Nassau Mines<br />
Monument no.: 342679, 342685, 342690,<br />
342695, 342701, 342706<br />
74<br />
De mijnwerkers moesten op loopafstand van hun werk<br />
wonen. Maar niet in de bestaande bebouwde kom,<br />
onder andere vanwege de hogere grondprijzen daar.<br />
Deze omstandigheden bepaalden de ligging van deze<br />
wijk, gelegen tussen de weg van <strong>Heerlen</strong> naar Schaesberg<br />
en de spoorlijn, dicht bij de Oranje-Nassau I.<br />
Deze woningen, gelegen te midden van de afzonderlijke,<br />
omgrensde erven, zijn een deel van de in 1905-<br />
1906 in opdracht van de Oranje-Nassau Mijnen<br />
gebouwde mijnwerkerskolonie “Leenhof I”, die door<br />
aanleg, architectuur, gelijke kleur- en materiaalgebruik<br />
een eenheid vormt.<br />
Rond de eeuwwisseling zijn er twee belangrijke<br />
stedenbouwkundige patronen die de nieuwe arbeidersdorpen<br />
kenmerkten. Het eerste is gebaseerd op<br />
een rationele dambordachtige aanpak met rechte<br />
wegen, ruime opzet en terug te voeren naar<br />
de plattegrond van een Romeins kampement.<br />
Het tweede wordt beïnvloed door een romantisch<br />
wegenverloop met knusse hoekoplossingen en<br />
bochtige straatjes kenmerkend voor de middeleeuwse<br />
stad.<br />
Dit complex bestaat uit een rechthoekig, gepleisterd<br />
blok van vier rug-aan-rug-woningen met een verdieping<br />
onder het met rode pannen bedekte zadeldak.<br />
De lange gevels hebben een risalerende middenpartij<br />
met lage verdieping onder een flauw hellend dak.<br />
Vermeldingswaardig is nog dat de hier genoemde<br />
panden deel uitmaken van het rijksbeschermde<br />
stadsgezicht Leenhof.<br />
The miners were supposed to live at walking distance<br />
from their work. However, not in the existing built-up<br />
area, partly due to the higher land prices there.<br />
These circumstances determined the location of<br />
this neighbourhood, situated between the road from<br />
<strong>Heerlen</strong> to Schaesberg and the railway line, close to<br />
the Oranje-Nassau I.<br />
These houses built by order of the Oranje-Nassau<br />
Mines in 1905-1906, situated in the midst of the<br />
individually enclosed properties, are part of the<br />
miners’ colony “Leenhof I” and show a uniformity<br />
because of construction, architecture, use of identical<br />
colours and materials.<br />
Around the turn of the century there are two important<br />
urban developmental patterns which are characteristic<br />
of the new workers’ villages. The first is based<br />
on a rational draughtboard approach with straight<br />
roads, spacious structure and retraceable to the floor<br />
plan of a Roman encampment. The second is influenced<br />
by a romantic road plan with cosy corner solutions<br />
and small winding roads which are characteristic<br />
of the medieval town.<br />
This block of buildings consists of a rectangular,<br />
plastered group of four back-to-back houses with<br />
a storey under a saddle roof with a red tiles covering.<br />
The long facades have a protruding middle section<br />
with a lowered floor under a sloping roof.<br />
It is also worthwhile mentioning that the above<br />
mentioned houses are part of the urban conservation<br />
area Leenhof.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
BARBARAKAPEL<br />
Slotweg 2, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Kapel<br />
Bouwjaar: 17 e eeuw<br />
Architect: Onbekend<br />
Monumentnr.: 21259<br />
BARBARA CHAPEL<br />
Slotweg 2, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Chapel<br />
Year of construction: 17th century<br />
Architect:<br />
Unknown<br />
Monument no.: 21259<br />
75<br />
De kapel, gelegen aan de Slotweg, is in 1670 gesticht<br />
door Johan Frederik, graaf van Schaesberg. De heer,<br />
later baron van Schaesberg heeft er voor gezorgd<br />
dat Schaesberg niet tot de protestantse Republiek<br />
der Verenigde Nederlanden ging behoren.<br />
The chapel located at the Slotweg was founded by<br />
Johan Frederik, Earl of Schaesberg in 1670. The lord,<br />
later baron of Schaesberg made sure that Schaesberg<br />
did not become part of the protestant Republic of the<br />
United Netherlands.<br />
Bij de verdeling van de Landen van Overmaas in het<br />
Partagetraktaat van 1661 kwam Schaesberg in het<br />
gebied van de koning van Spanje te liggen,<br />
waardoor de vrije uitoefening van het katholieke<br />
geloof gewaarborgd was.<br />
In de voorgevel bevindt zich een chronogram,<br />
waaruit blijkt dat de kapel aan de H. Barbara is gewijd.<br />
Tevens kan men hieruit de stichtingsdatum 1670<br />
aflezen. De kapel is in de 18 e eeuw vergroot en in de<br />
19 e eeuw gewijzigd. Het oudste gedeelte bevindt zich<br />
aan de oostkant en heeft een plint van Kunradersteen.<br />
In de schuine zijden zien we een rond venstertje met<br />
een vierkante omlijsting van mergel. De zijgevels<br />
hebben beiden drie venstertjes in de vorm van<br />
een staande ovaal, die dateren uit de 19 e eeuw.<br />
In de kapel vond op 25 juli 1774 de kerkelijke inzegening<br />
plaats van het huwelijk van Frederik Joseph,<br />
baron de Böselager uit Voswinkel en Maria Augusta<br />
van der Heyden, genaamd Belderbusch uit Villich,<br />
verblijvend op kasteel Terworm.<br />
De kapel raakte in de loop der tijd sterk in verval.<br />
In 1998 is de kapel volledig gerestaureerd.<br />
As a result of the division of the Lands of Overmaas<br />
in the Partagetraktaat (Treaty of Division) of 1661<br />
Schaesberg became situated in the region of the king<br />
of Spain, thus safeguarding the free practice of the<br />
Catholic faith.<br />
On the face of the chapel there is a chronogram<br />
showing that the chapel is dedicated to St. Barbara.<br />
Also the date of foundation, 1670, can be read.<br />
The chapel was expanded in the 18th century and<br />
altered in the 19th century. The oldest part is the east<br />
side and has a plinth of Kunrader stone. In the slanting<br />
sides we observe a small round window with a square<br />
marl frame. The side walls have three small windows in<br />
the shape of an upright oval dating from the 19th<br />
century.<br />
On 25 July 1774 the chapel hosted the consecration of<br />
the marriage of Frederik Joseph, baron de Böselager<br />
from Voswinkel and Maria Augusta van der Heyden,<br />
named Belderbusch from Villich, residing at Terworm<br />
castle.<br />
In the course of time the chapel deteriorated considerably.<br />
In 1998 the chapel was fully restored.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
HOEVE DE BAAK<br />
Meezenbroekerweg 95, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 18 e eeuw<br />
Architect: Onbekend<br />
Monumentnr.: 21261<br />
FARMSTEAD DE BAAK<br />
Meezenbroekerweg 95, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 18th century<br />
Architect:<br />
Unknown<br />
Monument no.: 21261<br />
76<br />
Hoeve De Baak is een typische Limburgse carréboerderij.<br />
Aanvankelijk bestond dit soort boerderijen uit<br />
losse gebouwen. Het woonhuis en de afzonderlijke<br />
stallen, schuren en wagenhokken werden geleidelijk<br />
aaneen gebouwd tot een L-vorm of een U- vorm.<br />
Uiteindelijk ontstond de gesloten hoeve rondom een<br />
open binnenplaats, waar meestal de mestvaalt lag.<br />
Deze binnenplaats is evenals bij Hoeve de Rousch een<br />
beetje trapeziumvormig. Het vierkante dak bestaat<br />
uit twee verbonden noord-zuid lopende schilddaken<br />
en twee oost-west lopende zadeldaken. Door de<br />
hoogteverschillen sluiten de nokken niet op elkaar<br />
aan. Bij de noordoost hoek zijn in de voor- en zijgevel<br />
ronde raampjes toegevoegd. De ligging van de hoeve<br />
heeft ongetwijfeld te maken met de loop van<br />
de Caumerbeek die momenteel weer zichtbaar en<br />
‘natuurlijk’ in het stadsbeeld is terug gebracht.<br />
Op hoeve de Baak woonde rond 1900 de famillie<br />
Nelissen. De dochter des huizes trouwde met een van<br />
de gebroeders Vrouenraedts. Omdat er plaats genoeg<br />
was begonnen de gebroeders vandaar uit de Rijtuigenverhuur<br />
en Begrafenis onderneming Vrouenraedts.<br />
Hoeve de Baak is opgetrokken in baksteen en heeft<br />
een hardstenen segmentboogingang met links en<br />
rechts op de begane grond twee hardstenen segmentboogvensters<br />
evenals in de linker zuidgevel. Een grote<br />
poort met een gemetselde ellipsboog en een hardstenen<br />
sluitsteen geeft toegang tot de binnenplaats.<br />
Op de sluitsteen bij de ingang stond vroeger “ic ans<br />
1797”. De oorspronkelijke ramen met roedeverdeling<br />
en de luiken zijn nog gedeeltelijk aanwezig. De hele<br />
boerderij is verbouwd tot appartementencomplex.<br />
Het monumentale karakter van de hoeve is hierdoor<br />
sterk aangetast. De muren van de schuren en verschillende<br />
dakvlakken zijn tegenwoordig door de aanleg<br />
van dakkapellen doorbroken.<br />
Farmstead De Baak is a typical Limburg carré farm.<br />
Initially, these types of farms consisted of separate<br />
buildings. The house and the separate stables, barns<br />
and wagon-sheds were gradually built together into<br />
an L-shape or a U-shape. In the end a closed farm was<br />
created around an open courtyard, where most of<br />
the time the dunghill was laid. This courtyard is a bit<br />
trapezoidal, just like at Farmstead de Rousch.<br />
The square roof consists of two connected northsouth<br />
running shield roofs and two east-west running<br />
saddle roofs. Due to the height differences, the ridges<br />
do not match to each other. Near the northeast corner,<br />
round windows have been added in the front and side<br />
facades. The location of the farm undoubtedly has<br />
to do with the course of the Caumerbeek which is<br />
currently visible and ‘natural’ again in the cityscape.<br />
On farm De Baak, the Nelissen family lived around<br />
1900. The daughter of the house married one of the<br />
brothers Vrouenraedts. Because there was plenty of<br />
room, the brothers started the Car Rental and Funeral<br />
company Vrouenraedts from there.<br />
Farmstead de Baak is built in brick and has a bluestone<br />
segment arch entrance with left and right on<br />
the ground floor two bluestone segment arch windows,<br />
as well as in the left south facade. A large gate<br />
with a brick ellipse arch and a bluestone headstone<br />
gives access to the inner courtyard.<br />
On the headstone at the entrance there used to be<br />
“ic ans 1797”. The original panelled windows and the<br />
shutters are still partly present. The whole farm has<br />
been converted into an apartment complex.<br />
The monumental character of the farm is therefore<br />
greatly affected. The walls of the barns and various<br />
roof surfaces have now been broken through<br />
the construction of dormer windows.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
POORTGEBOUW KASTEEL GATEHOUSE MEEZENBROEK<br />
MEEZENBROEK CASTLE<br />
77<br />
Kasteellaan 1, <strong>Heerlen</strong><br />
Kasteellaan 1, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Restaurant<br />
Bouwjaar: 14 e eeuw<br />
Architect: Onbekend<br />
Monumentnr.: 21260<br />
Current function: Restaurant<br />
Year of construction: 14th century<br />
Architect:<br />
Unknown<br />
Monument no.: 21260<br />
Kasteel Meezenbroek was een leengoed van het<br />
aartsbisdom Keulen. In 1371 vocht ridder Scheyffert<br />
van Meysenbroeck mee aan Brabantse zijde in de slag<br />
bij Baesweiler. Hij was vermoedelijk de bezitter van<br />
kasteel Meezenbroek.<br />
Meezenbroek castle was a fief of the archbishopric of<br />
Cologne. In 1371 knight Scheyffert van Meysenbroeck<br />
fought on the side of Brabant during the battle of<br />
Baesweiler. Probably he was the owner of Meezenbroek<br />
castle.<br />
In 1478 was de familie Von Holtzen eigenaar van het<br />
kasteel. Even later krijgt de patriciërsfamilie Van den<br />
Edelenbant uit Aken de helft van het landgoed in<br />
handen. Catharina van Edelenbant trouwt met Hendrik<br />
van Tzievel tot Puth. Deze laatste weet in 1579 het<br />
ontbrekende deel van Meezenbroek te verwerven.<br />
In 1650 verkoopt hun nazaat Johan Karel, baron van<br />
Dobbelstein, het kasteel aan Jan en Daniël Buirette uit<br />
Aken. Deze familie geeft in 1660 de opdracht voor het<br />
huidige poortgebouw van de voorburcht. Hun wapen<br />
prijkt boven de ingang.<br />
Willem Daniël Vignon, burgemeester van Maastricht,<br />
krijgt het goed in 1670 in handen. Na zijn dood in 1789<br />
komt het kasteel in handen van zijn zwager Jan<br />
Willem Heldevier. Deze laatste overlijdt op het kasteel<br />
in 1819.<br />
In de 19 e eeuw waren landhuis en boerderij in bezit van<br />
verschillende eigenaren. In 1935 werd het landhuis<br />
gesloopt. De kasteelhoeve werd door de familie Erens<br />
uit Schaesberg aan de gemeente <strong>Heerlen</strong> verkocht.<br />
Het meest in het oog springende gedeelte vormt het<br />
poortgebouw, dat als enig origineel onderdeel van de<br />
hoeve behouden is gebleven. De rest van de hoeve is<br />
in de jaren zeventig van de 20 e eeuw gesloopt. Alleen<br />
de stalvleugels aan beide zijden van het poortgebouw<br />
werden ten behoeve van het restaurant in 1978<br />
gereconstrueerd.<br />
Naast het poortgebouw is op de oude fundamenten<br />
het vierkant van het vroegere kasteel nog zichtbaar.<br />
In 1478 the Von Holtzen family owned the castle.<br />
Not much later the Aachen patrician family Van den<br />
Edelenbant acquires half of the estate. Catharina van<br />
Edelenbant marries Hendrik van Tzievel tot Puth.<br />
The latter manages to acquire the missing part of<br />
Meezenbroek in 1579.<br />
In 1650 their descendant Johan Karel, baron of Dobbelstein,<br />
sells the castle to Jan and Daniël Buirette<br />
from Aachen. This family commissioned the construction<br />
of the current gatehouse of the outer fort in 1660.<br />
Their coat of arms adorns the entrance.<br />
Willem Daniël Vignon, mayor of Maastricht, acquires<br />
the estate in 1670. After his death in 1789 the castle<br />
comes in the possession of his brother-in-law Jan<br />
Willem Heldevier. The latter dies at the castle in 1819.<br />
In the 19th century the manor and the farm were in<br />
the possession of different owners. In 1935 the manor<br />
was torn down. The castle farmstead was sold to the<br />
municipality of <strong>Heerlen</strong> by the Erens family from<br />
Schaesberg.<br />
The most striking part is the gatehouse, which is the<br />
only remaining part of the original farmstead. The<br />
remainder of the farmstead was torn down during<br />
the seventies of the 20th century. Only the stable<br />
buildings on both sides of the gatehouse were reconstructed<br />
for the benefit of the restaurant in 1978.<br />
Beside te gatehouse is on the old foundation the<br />
sqaure of the castle still visable.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
KERKORGEL H. HARTKERK<br />
Meezenbroekerweg 116, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Kerkorgel<br />
Bouwjaar: 1841<br />
Bouwers: Gebroeders Mueller uit Reifferscheidt<br />
(Duitsland)<br />
Monumentnr.: 422862<br />
CHURCH ORGAN SACRED<br />
HEART CHURCH<br />
Meezenbroekerweg 116, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Church organ<br />
Year of construction: 1841<br />
Architect:<br />
Mueller Brothers from Reifferscheidt<br />
(Germany)<br />
Monument no.: 422862<br />
78<br />
Het orgel dat in deze kerk staat is een rijksmonument,<br />
de kerk als zodanig niet. Deze eenbeukige kerk is een<br />
typische ‘Wielders’-kerk in zakelijk-expressionistische<br />
stijl, uitgevoerd in baksteen met brede, gotiserende<br />
ramen en aan de zijkanten gesierd met kapellen die<br />
zijn voorzien van steekdaken.<br />
The organ placed in this church is a national monument,<br />
the church itself is not. This single-nave church<br />
is a typical ‘Wielders’-church in a business-like expressionistic<br />
style, built of brick with wide Gothic-like<br />
windows and decorated on both sides with chapels<br />
that have pointed roofs.<br />
De absis wordt gevormd door asymmetrisch<br />
geplaatste, steeds kleiner wordende uitbouwsels,<br />
de voorlaatste voorzien van ronde vensters.<br />
Het orgel is een eenklaviersorgel met 10 registers die<br />
in 1841 gebouwd werd door de Gebr. Mueller uit<br />
Reifferscheidt (Duitsland). Dankzij financiële steun van<br />
de grafelijke familie Marchant et d’Ansembourg werd<br />
het orgel gebouwd voor de Petruskerk in Gulpen.<br />
In 1928 werd het orgel verkocht aan de nieuwe kerk<br />
in Schandelen-<strong>Heerlen</strong> om in 1968 gerestaureerd te<br />
worden door Flentrop Orgelbouw.<br />
Tijdens deze restauratie zijn wijzigingen die rond 1950<br />
zijn aangebracht, ongedaan gemaakt en is de mechanische<br />
tractuur van het orgel hersteld.<br />
The apsis is created by extensions that are asymmetrically<br />
positioned and that gradually become<br />
smaller, the last but one with round windows.<br />
The organ is a one-clavier organ with 10 registers built<br />
in 1841 by the Mueller Brothers from Reifferscheidt<br />
(Germany). Thanks to financial support from the noble<br />
family of Marchant et d’Ansembourg the organ was<br />
built for the St. Peter church Gulpen.<br />
In 1928 the organ was sold to the new church in<br />
Schandelen-<strong>Heerlen</strong> and renovated by Flentrop<br />
Orgelbouw in 1968.<br />
During this restoration some changes implemented<br />
around 1950 were removed and the mechanical action<br />
of the organ was restored.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
SCHANDELERMOLEN<br />
Schandelermolenweg 16, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 16 e eeuw<br />
Architect: Onbekend<br />
Monumentnr.: 21262<br />
SCHANDELER MILL<br />
Schandelermolenweg 16, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 16th century<br />
Architect:<br />
Unknown<br />
Monument no.: 21262<br />
79<br />
De Schandelermolen was de vierde molen aan<br />
de Caumerbeek en lag oorspronkelijk aan een kleine<br />
veldweg die haaks op de beek van Schandelen in de<br />
richting van kasteel Schaesberg liep. In 1940 worden<br />
de “boorden aangelegd” en komt de molen te liggen<br />
aan de Schanderboord, een verbindingsweg van<br />
<strong>Heerlen</strong> naar Sittard.<br />
The Schandeler mill was the fourth mill situated at<br />
the Caumerbeek and was originally located at a small<br />
country road which ran at a right angle from the<br />
Schandelen brook in the direction of Schaesberg<br />
castle. In 1940 the “banks are constructed” and the<br />
mill is then located at the Schanderboord, a connecting<br />
road from <strong>Heerlen</strong> to Sittard.<br />
De molen was eigendom van het geslacht van Schaesberg<br />
en wordt voor het eerst vermeld in een archiefstuk<br />
uit maart 1563. Naar alle waarschijnlijkheid is<br />
de molen gebouwd rond 1550. In 1906 wordt de molen<br />
uit de erfenis van de Van Schaesbergs toegewezen<br />
aan Friedrich Schaefer en verkocht aan de familie<br />
Deumens.<br />
Het maalwater werd verzameld in twee grote vijvers<br />
die in elkaars verlengde lagen en door een sloot met<br />
elkaar in verbinding stonden.<br />
Voor zover is na te gaan, had de molen vroeger een<br />
houten waterrad van 3,60 meter doorsnee en een<br />
breedte van 1,06 meter. Dit bovenslagrad was in 1907<br />
door Deumens vervangen door een ijzeren. In 1957<br />
was het schoepenrad verwijderd en de ombouw van<br />
het molenrad ingestort. Bij een latere restauratie zijn<br />
de sporen van deze ombouw geheel verwijderd.<br />
Het oorspronkelijke molengebouw en het molenaarshuis<br />
werden intact gelaten.<br />
De molen is nu nog in gebruik als woonhuis voor de<br />
familie Deumens. Vakwerkornamenten in de gevels<br />
laten zien dat het om een oud gebouw gaat.<br />
The mill was the property of the house of Schaesberg<br />
and was first mentioned in a record from March 1563.<br />
It is very likely that the mill was built around 1550.<br />
From the inheritance of the Van Schaesbergs family<br />
the mill was allocated to Friedrich Schaefer in 1906<br />
and sold to the Deumens family.<br />
The milling water was collected in two large ponds<br />
that were positioned in line with each other and<br />
connected to each other by means of a ditch.<br />
As far as can be ascertained, the mill used to have a<br />
wooden water wheel with a diameter of 3,60 metres<br />
and a width of 1,06 metre. Deumens replaced this<br />
overshot wheel by an iron version in 1907. In 1957<br />
the water wheel was removed and the housing of the<br />
water wheel had collapsed. During a later restoration<br />
the traces of this housing have been removed completely.<br />
The original mill and the miller’s house were left<br />
intact.<br />
Today the mill is still used as residence by the Deumens<br />
family. The half-timbered ornaments of the<br />
facades show us that we are dealing with a historic<br />
building.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
HOOFDINGENIEURSWONING<br />
Sittarderweg 79B, <strong>Heerlen</strong><br />
CHIEF ENGINEER’S HOUSE<br />
Sittarderweg 79B, <strong>Heerlen</strong><br />
80<br />
Huidige functie: Dierenartsenpraktijk<br />
Bouwjaar: 1921<br />
Architect: Bouwbureau Oranje-Nassau Mijnen<br />
ir. J. Lugten<br />
Monumentnr.: 512761<br />
Current function: Veterinary practice<br />
Year of construction: 1921<br />
Architect:<br />
Construction Office ON-Mines<br />
J. Lugten, MSc.<br />
Monument no.: 512761<br />
Hoe hoger de rang in de hiërarchie van het mijnbedrijf,<br />
hoe dichter het bedrijf de woning voor hen bij de mijn<br />
bouwde. Vooral aan de Sittarderweg is die hiërarchie<br />
nog in hoge mate herkenbaar. De hoofdingenieurswoning<br />
is dicht bij de ingang van de Oranje-Nassaumijn<br />
I gebouwd. Dat gebeurde in 1921 naar een ontwerp<br />
van het Bouwbureau van deze eerste <strong>Heerlen</strong>se<br />
steenkolenmijn, die in 1899 in exploitatie kwam.<br />
The higher the rank within the hierarchy of the mining<br />
company, the nearer to the mine the company built<br />
their houses. Especially on the Sittarderweg that<br />
hierarchy is still clearly recognizable. The chief<br />
engineer’s house was built close to the entrance of<br />
the Oranje-Nassau Mine I. This happened in 1921 after<br />
a design of the Construction company of this first<br />
<strong>Heerlen</strong> coalmine, which was opened in 1899.<br />
De toegepaste bouwstijl is traditionalistisch met<br />
elementen van het neoclassicisme. De vrijstaande villa<br />
heeft een rechthoekig grondplan, telt twee bouwlagen<br />
en wordt afgedekt met een geknikt schilddak met<br />
Tuiles du Nord, dakkapellen met klein fronton en<br />
zadeldakje. In elk dakvlak zijn twee dakkapellen<br />
aangebracht met uitzondering van het achtergeveldakvlak<br />
waarin maar één dakkapel zit.<br />
Het toegepaste bouwmateriaal is baksteen, hardsteen<br />
en kunststeen. Het metselwerk is in kruisverband<br />
uitgevoerd. De rechthoekige houten deuren en<br />
vensters met bovenlichten met roedeverdeling en<br />
deels met kunststenen omlijsting zijn nog oorspronkelijk.<br />
Bij de bouw zat op het plat dak van de erker<br />
een balkon met houten balustrade. Helaas is dit bij een<br />
verbouwing verdwenen.<br />
Hoewel het pand momenteel als dierenartsenpraktijk<br />
in gebruik is, is de interieurindeling nog grotendeels<br />
intact. Als u het pand kunt bezichtigen, let dan vooral<br />
op de kleine voorhal met authentieke voordeur met<br />
glas-in-lood bovenlicht; de tussendeur naar de gang<br />
met zij- en bovenlichten; de authentieke houten trap<br />
die doorloopt tot de zolderverdieping met hoofdbaluster<br />
met decoratief houtsnijwerk en een glas-inlood<br />
venster op de overloop van de trap.<br />
The applied architectural style is traditionalistic with<br />
elements of Neoclassicism. The detached villa has a<br />
rectangular floorplan, two construction layers and is<br />
covered by a bent hipped roof with Tuiles du Nord,<br />
dormer windows with a small fronton and a small<br />
saddle roof. Each roof surface contains two dormer<br />
windows except for the roof surface of the rear facade<br />
in which there is only one dormer window.<br />
The applied building materials are brick, bluestone<br />
and artificial stone. The masonry is cross bond.<br />
The rectangular wooden doors and windows with<br />
panelled transom windows and with a partly artificial<br />
stone frame are still original. At the time of construction<br />
there was a balcony with a wooden railing on<br />
the flat roof of the bay window. Unfortunately this<br />
disappeared during a rebuilding.<br />
Although the property is currently used as a veterinary<br />
practice, the interior arrangement is still largely<br />
intact. If you have the opportunity of visiting the<br />
house, please pay attention to the small entrance hall<br />
with its authentic front door with stained glass<br />
transom window; the dividing door to the corridor<br />
with side screens and transom windows; the authentic<br />
wooden staircase that goes all the way up to the attic<br />
with main baluster with decorative woodcarving and<br />
a stained glass window on the landing of the staircase.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
HOOFDOPZICHTERS-<br />
CHIEF SUPERVISORS’<br />
WONINGEN HOUSES<br />
81<br />
Sittarderweg 70, 72, <strong>Heerlen</strong><br />
Sittarderweg 70, 72, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 1909<br />
Architect: Bouwbureau Oranje-Nassau Mijnen,<br />
ir. J. Lugten<br />
Monumentnr.: 512760<br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 1909<br />
Architect:<br />
Construction Office ON-Mines,<br />
J. Lugten, MSc.<br />
Monument no.: 512760<br />
In 1909 werd door het bouwbureau van de Oranje-<br />
Nassau Mijnen begonnen met de bouw van woningen<br />
in Grasbroek en aan de Sittarderweg voor mijnwerkers,<br />
opzichters en ingenieurs van de Oranje-Nassaumijn I.<br />
Bij de bouw kwam tot uiting dat de eigenaren, familie<br />
De Wendel, Fransen uit Lotharingen waren. Ze zijn<br />
namelijk gebouwd in de zogenaamde Lotharingse stijl.<br />
De bouwstijl (opvallend door hun siermetselwerk en<br />
gepleisterde gevelvelden) treft men in Nederland<br />
alleen in de mijnwerkerskolonieën van de Oranje-<br />
Nassau Mijnen aan. De verantwoordelijk architect die<br />
de Oranje-Nassau Mijnen daarvoor hadden aangetrokken,<br />
was ir. Jan Lugten. Oorspronkelijk zijn er in 1909<br />
acht opzichterswoningen gebouwd. Helaas zijn deze<br />
eerste woningen inmiddels gesloopt. Wat rest zijn<br />
deze twee adjunct-hoofdopzichterswoningen onder<br />
een kap (nrs. 70, 72) en twintig beambtenwoningen<br />
(nrs. 74 t/m 112), die naar ontwerp van architect<br />
Lugten gebouwd werden tussen 1909 en 1915.<br />
Het woningblok heeft twee bouwlagen onder schilden<br />
wolfsdaken. Typisch zijn de speklagen tussen de in<br />
kruisverband gemetselde bakstenen gevels met een<br />
risalerende plint onder een natuurstenen afdeklaag.<br />
In de gevels bevinden zich segmentboogvormige<br />
kozijnen met houten deuren en tweedelige vensters,<br />
beiden met bovenlicht. De segmentboogstrek heeft<br />
gepleisterde aanzet- en sluitstenen.<br />
De indeling van het interieur van huisnummer 72<br />
is nagenoeg oorspronkelijk.<br />
In 1909 the construction office of the Oranje-Nassau<br />
Mines started building the houses in Grasbroek and<br />
at the Sittarderweg for miners, supervisors and<br />
engineers of the Oranje-Nassau Mine I. The actual<br />
construction gave expression to the origin of the<br />
owners, the De Wendel family, who were French and<br />
came from Lorraine. As a result these house were built<br />
in the so-called Lorraine style.<br />
In the Netherlands the building style (striking because<br />
of its decorative masonry and plastered facade<br />
surfaces) can only be found in the mining colonies of<br />
the Oranje-Nassau Mines. The responsible architect<br />
taken on for this purpose by the Oranje-Nassau Mines,<br />
was Jan Lugten, MSc.. In 1909 originally eight supervisor<br />
houses were built. Unfortunately these first<br />
houses have been torn down by now. What remains<br />
are these two semi-detached adjunct-chief supervisors’<br />
houses (nos. 70, 72) and twenty houses for office<br />
workers (nos. 74 through 112), which were built by<br />
design of the architect Lugten between 1909 and 1915.<br />
The row of houses has two construction layers under<br />
hipped and clipped-gable roofs. Typical are the string<br />
courses between the cross bond brick facades with a<br />
protruding plinth under a natural stone covering layer.<br />
The facades have domed window frames with wooden<br />
doors and double windows, both with transom<br />
windows. The arch of the dome has plastered skewbacks<br />
and coping stones.<br />
The arrangement of the interior of house number 72<br />
has remained almost completely original.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
OPZICHTERSWONINGEN<br />
Sittarderweg 74 t/m 112, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 1909-1915<br />
Architect: Bouwbureau Oranje-Nassau Mijnen,<br />
ir. J. Lugten<br />
Monumentnr.: 512762 t/m 512766<br />
SUPERVISORS’ HOUSES<br />
Sittarderweg 74 to 112, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 1909-1915<br />
Architect:<br />
Construction Office ON-Mines,<br />
J. Lugten. MSc.<br />
Monument no.: 512762 to 512766<br />
82<br />
Aan de Sittarderweg bouwde de Oranje-Nassau<br />
Mijnen tussen 1909 en 1915 deze vijf blokken van vier<br />
woningen onder één kap, bedoeld voor opzichters- en<br />
beambten van hun bedrijf. De 20 opzichterswoningen<br />
lagen dichter bij de mijn dan de woningen van de<br />
mijnwerkers, maar weer verder van de mijn dan die<br />
van de hoofdopzichters en de hoofd-ingenieur.<br />
Door de woningen rug-aan-rug te formeren werden<br />
de percelen optimaal ingedeeld om een zo groot<br />
mogelijke tuin te creëren.<br />
Elk blok van vier woningen heeft één en twee bouwlagen<br />
onder wolfsdaken. Het dak loopt evenwijdig aan<br />
het blok en heeft een haaks wolfsdak ter plaatse van<br />
de risaliet. Op het dak staan dakkapellen onder een<br />
schilddak en schoorstenen, er liggen (oorspronkelijk)<br />
muldenpannen en er zitten kleine dakramen in.<br />
De voor- en zijgevels hebben een risalerende, gecementeerde<br />
plint en een optrek van baksteen in kruisverband<br />
met speklagen. In de gevels bevinden zich<br />
segmentboogvormige kozijnen met houten deuren en<br />
vensters met bovenlicht met roedeverdeling.<br />
De segmentboogstrek heeft gepleisterde aanzet- en<br />
sluitstenen. Verder hadden de woningen muurankers,<br />
natuursteen dorpels en oorspronkelijk luiken. Bij pand<br />
nr. 74 zijn alle luiken (nog) aanwezig. Dat is tevens het<br />
pand dat ook qua interieurindeling nog het meest<br />
intact is.<br />
At the Sittarderweg the Oranje-Nassau Mines built<br />
these five blocks of four-under-one-roof houses<br />
between 1909 and 1915, which were intended for<br />
supervisors and office workers of their company. The<br />
20 supervisors’ houses were situated closer to the<br />
mine than the houses of the miners, but again further<br />
from the mine than those of the chief supervisors and<br />
the chief engineer.<br />
By positioning the houses back-to-back the parcels<br />
of land were optimally arranged to create an as large<br />
as possible garden.<br />
Each block of four houses has one and two construction<br />
layers under a saddle roof with two bevelled<br />
surfaces at the short sides. The roof runs parallel to<br />
the block and has a hooked saddle roof at the position<br />
of the ressault. On the roof are dormer windows under<br />
a hipped roof and chimneys, (originally) there are<br />
Mulden tiles and there are small skylights.<br />
The front and side facades have a protruding cemented<br />
plinth and are constructed of cross bond brick<br />
with string courses. In the facades there are segmental<br />
arched frames with wooden doors and windows with<br />
panelled transom windows. The basket handle of the<br />
segmental arch has plastered skewbacks and copestones.<br />
The houses also had wall anchors, natural<br />
stone thresholds and originally shutters. With the<br />
house at no. 74 all shutters are (still) present. This is<br />
also the house that still has an interior arrangement<br />
which is the most intact.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
WONINGEN GRASBROEK<br />
Sittarderweg 112, Grasbroek 1 t/m 15, 2 t/m 6, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 1909<br />
Architect: ir. J. Lugten<br />
Monumentnr.: 21222 t/m 21227<br />
GRASBROEK RESIDENCES<br />
Sittarderweg 112, Grasbroek 1 to 15, 2 to 6, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 1909<br />
Architect:<br />
J. Lugten, MSc.<br />
Monument no.: 21222 to 21227<br />
83<br />
Deze woningen, gelegen te midden van de afzonderlijke,<br />
door hagen omgrensde erven, zijn een deel van<br />
de door de Oranje-Nassau Mijnen gebouwde mijnwerkerskolonie<br />
“Grasbroek”, die door aanleg, architectuur,<br />
gelijke kleur- en materiaalgebruik een eenheid<br />
vormt. Het is een van de gaafste en voor Nederland<br />
vrij zeldzame voorbeelden van de op de internationale<br />
traditie gebaseerde arbeiderswoningbouwen<br />
gebouwd door industriëlen.<br />
These houses, situated in the middle of the separate,<br />
hedgerow-bordered, properties are part of the miners’<br />
housing colony “Grasbroek” built by the Oranje-<br />
Nassau Mines, which forms a unity because of its<br />
construction, architecture, identical colours and use<br />
of materials. It is one of the most intact and for the<br />
Netherlands rather exceptional examples of labourer’s<br />
cottages built by industrialists based on the international<br />
tradition.<br />
De uitbreiding van het woningbestand was dringend<br />
noodzakelijk vanwege de groei van <strong>Heerlen</strong>: van<br />
6.000 in 1900 naar 12.000 in 1910 en 32.000 in 1920.<br />
De nieuwe buurten, koloniën genoemd omdat in deze<br />
regio bij het uitspreken van “kolonie” de klemtoon op<br />
de laatste lettergreep valt, lagen buiten de bestaande<br />
bebouwde kom en hadden grote tuinen.<br />
De schone lucht zou de mijnwerker goed doen en<br />
in zijn tuin kon hij zijn eigen groenten verbouwen.<br />
Het in 1898 door Ebenezer Howard ontwikkelde<br />
tuinstadconcept bevorderde niet alleen een gezonde<br />
leefomgeving, maar ook de kolenproductie door de<br />
mijnwerkers. Bovendien zouden tevreden arbeiders<br />
minder ontvankelijk zijn voor het opkomende socialisme.<br />
Deze bijzondere stedenbouwkundige opzet had<br />
tot gevolg dat veel woningen geen achtertuin hadden<br />
maar alleen voortuinen, hetgeen de sociale controle<br />
bevorderde.<br />
Er zijn verschillende rechthoekige, in schoon metselwerk<br />
opgetrokken blokken van vier rug-aan-rug<br />
woningen met een met rode en blauwe pannen<br />
gedekt schilddak met schoorstenen op de nokeinden<br />
en tegen het midden van de zijgevels.<br />
De gevels bieden een gevarieerde aanblik door<br />
het gebruik van gepleisterde delen, afgewisseld met<br />
(hoek)lisenen. De dakkapellen zijn later aangebracht.<br />
The expansion of the housing stock was urgently<br />
necessary due to the growth of <strong>Heerlen</strong>: from 6,000<br />
in 1900 to 12,000 in 1910 and 32,000 in 1920.<br />
The new neighbourhoods, called colonies because in<br />
this region the word ‘kolonie’ is pronounced with the<br />
emphasis on the last syllable, were situated outside<br />
the existing built-up area and had large gardens.<br />
The clean air would be beneficial to the miners and<br />
in their gardens they could grow their own vegetables.<br />
The garden city concept, developed by Ebenezer<br />
Howard in 1898, not only stimulated a healthy everyday<br />
environment, but also the coal production by<br />
the miners. In addition, satisfied labourers would be<br />
less susceptible to the rising socialism. This special<br />
urban developmental approach resulted in many<br />
houses without a back garden, but only front gardens,<br />
which also stimulated the social control.<br />
There are different rectangular, constructed in clean<br />
brickwork, blocks of four back-to-back hipped roof<br />
houses with red and blue painted tiles with chimneys<br />
at the ridge ends and against the centre of the side<br />
wings.<br />
The facades offer a varied scene because of the use<br />
of plastered parts, alternated with (corner) pilasters.<br />
The dormer windows have been added later.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
PATRONAAT<br />
Sittarderweg 143, 145, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Cultuurhuis<br />
Bouwjaar: 1920<br />
Architect: J. Wielders<br />
Monumentnr.: 512790<br />
PATRONAGE<br />
Sittarderweg 143, 145, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Cultural Centre<br />
Year of construction: 1920<br />
Architect:<br />
J. Wielders<br />
Monument no.: 512790<br />
84<br />
Het patronaatsgebouw lag onder de rook van de<br />
‘Lange Jan’ en is ontworpen als gemeenschapshuis<br />
voor de bewoners van de in de nabijheid gelegen<br />
mijnwerkerskoloniën: Grasbroek, Musschemig en<br />
Schandelen. Opdrachtgever was het rectoraat van<br />
de Franciscanen met als geldschieter Oranje-Nassau<br />
Mijnen. Toon Hermans heeft er op jeugdige leeftijd<br />
opgetreden.<br />
Het oorspronkelijke ontwerp is een van de meest<br />
bekende voorbeelden van Amsterdamse School<br />
architectuur in Parkstad Limburg. Een stijl die door<br />
het expressionistische werk van de architecten Michel<br />
de Klerk (1894-1923), Piet Kramer (1881-1961) en Jo<br />
van der Mey (1878-1949) ook in Limburg steeds meer<br />
navolging kreeg.<br />
Het patronaatsgebouw is vrijstaand op een rechthoekige<br />
plattegrond evenwijdig aan de Sittarderweg.<br />
Het pand telt twee bouwlagen onder een plat dak.<br />
Kenmerken zijn de gewelfde gevelvlakken, toepassing<br />
van lijvige houten kozijnen met horizontale roedeverdeling,<br />
dakpannen en sculpturale krulvormige hardstenen<br />
ornamenten.<br />
In de tweede bouwlaag is een horizontale reeks van<br />
zes vensters aangebracht, gescheiden door een kunststenen<br />
pilaster met een uitbundige indeling. Aan de<br />
bovenzijde van deze vensterreeks zitten zes kleine<br />
metalen roostertjes.<br />
Wielders (1883-1949) ontwierp een symmetrische<br />
voorgevel, die echter nooit helemaal is gerealiseerd.<br />
Aan de rechterzijde van de ingangspartij, was eenzelfde<br />
volume gepland als aan de linkerzijde tot stand is<br />
gekomen.<br />
In 2007 werd door Qbbf Architecten B.V. uit Den<br />
Bosch een nieuw stuk aangebouwd met een fel<br />
omstreden knipoog naar het authentieke ontwerp.<br />
The patronage building was situated at stone’s throw<br />
from the ‘Lange Jan’ and was designed as a community<br />
centre for inhabitants of the nearby situated<br />
mineworker colonies: Grasbroek, Musschemig and<br />
Schandelen. Its creation was commissioned by<br />
the rectory of the Franciscans and the financial<br />
backing of the Oranje-Nassau Mines. In his early days<br />
the Dutch performer Toon Hermans did one of his<br />
shows there.<br />
The original design is one of the best-known examples<br />
of the Amsterdam School architecture in Parkstad<br />
Limburg. A style which was copied more and more<br />
also in Limburg, thanks to the expressionistic work of<br />
the architects Michel de Klerk (1894-1923), Piet Kramer<br />
(1881-1961) and Jo van der Mey (1878-1949).<br />
The patronage building is detached and situated on<br />
a rectangular floorplan parallel to the Sittarderweg.<br />
The building has two construction layers under a flat<br />
roof. Characteristic are its arched facade areas,<br />
the application of robust wooden window frames with<br />
horizontal panes, roof tiles and sculptural curl-shaped<br />
bluestone ornaments.<br />
The second construction layer has a horizontal series<br />
of six windows separated by artificial stone pilaster<br />
with an exuberant lay-out. On the topside of this<br />
series of windows there are six small metal grilles.<br />
Wielders (1883-1949) designed a symmetric front<br />
facade which has never been fully realized however.<br />
On the right side of the entrance a similar volume was<br />
planned as had been realized on the left side.<br />
In 2007 Qbbf Architecten B.V. from Den Bosch added<br />
a new part to the building constructed with a highly<br />
controversial nod towards the authentic design.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
ST. ANTONIUS VAN PADUA- SAINT ANTONY OF PADUA-<br />
KERK EN KLOOSTER CHURCH AND MONASTERY 85<br />
Beersdalweg 62, 64, <strong>Heerlen</strong><br />
Beersdalweg 62, 64, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Kerk<br />
Bouwjaar: 1929<br />
Architect: F.P.J. Peutz<br />
Monumentnr.: 512730, 512731<br />
Current function: Church<br />
Year of construction: 1929<br />
Architect:<br />
F.P.J. Peutz<br />
Monument number: 512730, 512731<br />
De kerk bestaat uit een kruisvormige plattegrond<br />
aansluitend op een binnenhof en is gebouwd voor<br />
de mijnwerkers van de (inmiddels gesloopte) kolonieën<br />
Husken en Vrank. De bouwstijl van de kerk heeft<br />
(neo)gotische invloeden. Het complex werd destijds<br />
door critici vooral nuchter, beheerst, eenvoudig en<br />
ongekunsteld gevonden.<br />
The church consists of a cross-shaped floorplan<br />
connected to an inner courtyard and was built for<br />
the miners of the (by now pulled down) Husken and<br />
Vrank colonies. The architecture of the church has<br />
(neo-)Gothic influences. Critics in those days primarily<br />
described the complex as plain, composed, simple<br />
and artless.<br />
De kerk is verbonden met het klooster (ook rijksmonument)<br />
dat in 2007 door de Franciscanen is verlaten.<br />
De toegangsweg naar Zeswegen-Nieuw Husken is<br />
georiënteerd op deze kerk. Dit voormalige mijnterrein<br />
van de ON I (met straatnamen genoemd naar bekende<br />
architecten) is bebouwd rond 1990.<br />
In verband met het gevaar voor mijnschade heeft<br />
Peutz in plaats van een houten overkapping, de voorkeur<br />
gegeven aan stalen spanten. Het presbyterium<br />
(priesterkoor) heeft een hoog dak met vensters in een<br />
bloembladvorm en een slanke oprijzende vieringtoren<br />
als apotheose. In de zijgevels van dit gedeelte zit<br />
boven de kinderkapellen een groot glas-in-lood<br />
venster met baksteen tracering en spitsboog.<br />
De lage voorbouw met een diepe nis en het ronde<br />
venster daarboven legt het accent op de entree, maar<br />
omarmt tevens het grotere geheel. De ingangspartij<br />
heeft traditionele bakstenen details zoals vlechtingen,<br />
spitsbogen maar ook schouderstukken, sluitstenen<br />
en andere sierblokken in moderne kunststeen.<br />
Links bevindt zich de Sint Barbara-kapel voor de meisjes<br />
en rechts de Sint Bernardus-kapel voor de jongens.<br />
Peutz ontwierp ook het kerkmeubilair waaronder<br />
de communiebank. Peutz nam beroemde Limburgse<br />
kunstenaars als Charles Vos en Charles Eyck in de arm<br />
om de kerk te verfraaien. De kerk kreeg in 1992 een<br />
grote opknapbeurt.<br />
The church is connected to the monastery (also a<br />
national monument) which was deserted by the<br />
Franciscans in 2007. The access road to Zeswegen-<br />
Nieuw Husken is oriented on this church. This former<br />
mining ground of the ON I (with street names after<br />
famous architects) was built around 1990.<br />
Because of potential damage due to the mines Peutz<br />
preferred steel frames instead of a wooden roofing.<br />
The presbyterium (priest choir) has a high roof with<br />
windows in the shape of flower petals and has a slimline<br />
lantern tower as apotheosis. In the side-aisles of<br />
this part above the children’s chapel there is a large<br />
stained glass window with a brick frame and a pointed<br />
arch.<br />
The low frontal extension with a deep alcove and<br />
the round window above it emphasizes the entrance<br />
but also embraces the bigger picture. The entrance<br />
has traditional brick details such as twines, pointed<br />
arches but also shoulder pieces, keystones and other<br />
ornamental blocks in modern artificial stone.<br />
On the left there is the Saint Barbara chapel for<br />
the girls and on the right the Saint Bernard-chapel<br />
for the boys. Peutz also designed the church furniture<br />
such as the communion rail. Peutz employed famous<br />
Limburg artists such as Charles Vos and Charles Eyck<br />
in order to embellish the church. The church had a big<br />
facelift in 1992.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
HOOFDKANTOOR ON<br />
Kloosterweg 1, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Kantoor<br />
Bouwjaar: 1931<br />
Architect: D. Roosenburg<br />
Monumentnr.: 512784<br />
MAIN OFFICE ON<br />
Kloosterweg 1, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Office<br />
Year of construction: 1931<br />
Architect:<br />
D. Roosenburg<br />
Monument no.: 512784<br />
86<br />
Het hoofdkantoor van de Oranje-Nassau Mijnen stond<br />
op het mijnterrein van de ON I. Deze mijn was aangelegd<br />
bij het knooppunt Zeswegen en werd in eerste<br />
instantie ontsloten door de spoorlijn van Sittard naar<br />
Herzogenrath.<br />
Het gebouw heeft een rechthoekige plattegrond,<br />
in vier bouwlagen en een overstekend plat dak.<br />
Aan weerszijden van de hoofdmassa bevindt zich<br />
een trappenhuis dat boven het dak uitsteekt, aan<br />
de noordzijde in de vorm van een glazen cilinder.<br />
Het staalskelet is bekleed met staalplaat, in de kleur<br />
groen.<br />
Er werd zo licht mogelijk gebouwd op de onstabiele<br />
ondergrond van het mijnterrein. Dit super moderne<br />
gebouw woog een derde minder dan een vergelijkbaar<br />
stenen gebouw. Het heeft een geraamte van<br />
beweegbare, stalen compartimenten en rust op<br />
betonnen funderingsvoetjes die rechtstreeks op<br />
de bodem staan. Het lijkt op een rups: een lang<br />
lichaam, samengesteld uit ten opzichte van elkaar<br />
beweegbare mootjes met veel korte pootjes.<br />
De nieuwste technische inzichten werden gebruikt,<br />
zoals holle bouwmaterialen, dilatatievoegen en<br />
staalverbindingen met slobgaten. In 1995-1996<br />
werd het gebouw gerestaureerd door bureau<br />
Jo Coenen & Co Architecten.<br />
Dirk Roosenburg (1887-1962) was een tijdgenoot van<br />
Dudok, Oud en Rietveld, tevens grootvader van Rem<br />
Koolhaas. Hij ontwierp grote werken zoals de Velsertunnel<br />
met ventilatietorens en het Philips-gebouw<br />
(de Witte Dame) in Eindhoven. Recent kwam hij weer<br />
in het nieuws als architect van de sluizen van de<br />
Afsluitdijk door het kunstwerk van Daan Roosegaarde.<br />
Veel van zijn gebouwen zijn tot rijksmonument<br />
verklaard.<br />
The main office of the Oranje-Nassau Mines was<br />
located on the mining grounds of the ON I. This mine<br />
was laid out at the Zeswegen crossroad and initially<br />
opened up by the Sittard-Herzogenrath railway line.<br />
The building has a rectangular floorplan, four construction<br />
layers and a projecting flat roof.<br />
On both sides of the main mass there is a staircase<br />
that sticks out above the roof, on the northside in the<br />
shape of a glass cylinder. The steel skeleton is covered<br />
with green steel plating.<br />
The constructions were kept as light as possible on<br />
the instable underground of the mining grounds.<br />
This ultramodern building weighed a third less than a<br />
comparable brick building. It has a frame of movable,<br />
steel compartments and is placed on concrete base<br />
feet that are positioned directly on the ground.<br />
It resembles a caterpillar: a long body consisting of<br />
independently moving pieces with multiple short legs.<br />
The latest technical insights were used, such as hollow<br />
construction materials, dilatation joints and steel<br />
connections with slotted holes. In 1995-1996 the<br />
building was renovated by architects’ agency<br />
Jo Coenen & Co Architecten.<br />
Dirk Roosenburg (1887-1962) was a contemporary of<br />
Dudok, Oud and Rietveld, and also the grandfather<br />
of Rem Koolhaas. He designed large projects such as<br />
the Velsertunnel with ventilation towers and the<br />
Philips-building (the White Lady) in Eindhoven.<br />
Because of the artwork of Daan Roosegaarde,<br />
the media recently picked up his name again as the<br />
architect of the sluices of the Afsluitdijk. Many of his<br />
buildings have been put on the list of national monuments.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
SCHACHTGEBOUW ON I<br />
Mijnmuseumpad 2, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Mijnmuseum<br />
Bouwjaar: 1897<br />
Architect: A. Mehler<br />
Monumentnr.: 21229<br />
MINE SHAFT BUILDING ON I<br />
Mijnmuseumpad 2, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Mining Museum<br />
Year of construction: 1897<br />
Architect:<br />
A. Mehler<br />
Monument no.: 21229<br />
87<br />
Het schachtgebouw van schacht I, de schachtbok<br />
van schacht II en het ophaalgebouw met daarin de<br />
aanwezige ophaalmachine van schacht II, zijn in 1899<br />
gebouwd ten behoeve van de voormalige Oranje<br />
Nassaumijn I. Deze mijn heeft 75 jaar dienst gedaan,<br />
tussen 1899 en 1974.<br />
Het winningsprincipe van de steenkool dat met deze<br />
mijn werd geïntroduceerd, betekende een ommezwaai<br />
in de geschiedenis van de mijnbouw. De nieuwe wijze<br />
van delven was een uitvinding van Friedrich Honigmann,<br />
waardoor mijnbouw onder waterhoudende<br />
bodemlagen mogelijk werd.<br />
Het bakstenen schachtgebouw met de gebastioneerde<br />
gevelbehandeling en de toepassing van hoektorentjes<br />
in neo-romaanse stijl is architectuurhistorisch<br />
van bijzondere betekenis, omdat het tot het “Malakow-type”<br />
behoort. Dit type vond zijn oorsprong in<br />
het Ruhrgebied en in het steenkoolbekken van Aken.<br />
De open stalen schachtbok van schacht II behoort tot<br />
het type dat omstreeks 1900 in het Saarland is ontwikkeld.<br />
Het materiaal en de constructie zijn hiervan<br />
exemplarisch, omdat veel schachtbokken van andere<br />
mijnen zijn gesloopt.<br />
In het ophaalgebouw is de nagenoeg oorspronkelijke,<br />
door stroomkracht aangedreven ophaalmachine<br />
aanwezig. Deze stoommachine is later omgebouwd op<br />
perslucht.<br />
Diverse omliggende en kenmerkende mijnbouwobjecten<br />
zijn inmiddels verdwenen, maar de authenticiteit<br />
van het voormalig schachtgebouw en zijn<br />
symbolische waarde voor de geschiedenis van de<br />
mijnbouw is behouden. Verder heeft het complex<br />
emotionele en geschiedkundige waarde als herdenkingsteken<br />
aan de decennia dat de mijnbouw in deze<br />
landstreek en in ons land van grote betekenis was.<br />
Ten slotte heeft het complex een landschappelijke<br />
herkenningsfunctie.<br />
The mine shaft building belonging to shaft I, the shaft<br />
tower of shaft II and the winder building including<br />
the winding machine of shaft II, were built in 1899<br />
for the former Oranje-Nassau mine I. This mine was<br />
operational for 75 years, between 1899 and 1974.<br />
The mining principle of coal, which was introduced<br />
with this mine, meant a revolution in the history of<br />
mining. The new method of mining was an invention<br />
of Friedrich Honigmann, enabling mining below<br />
water-containing soil layers.<br />
The brick shaft building with the bastion-shaped<br />
facade and the application of small corner towers in<br />
neo-roman style is architectural-historically speaking<br />
of great importance because it belongs to the “Malakow-type”.<br />
This type had its origin in the Ruhr area<br />
and in the coal basin of Aachen. The open steel shaft<br />
tower of shaft II belongs to the type which had been<br />
developed in the Saarland around 1900. Its material<br />
and its construction are exemplary because many<br />
of the shaft towers of other mines were torn down.<br />
In the winder building we find the almost entirely<br />
original, steam powered winding machine. The steam<br />
engine has afterwards been transferred into a compressed<br />
air powered installation.<br />
Several adjacent and typical mining objects have<br />
disappeared by now, but the authenticity of the<br />
former mine shaft building and its symbolical value for<br />
the history of mining has been preserved.<br />
The complex also has emotional and historical value<br />
as a memorial for the decades that mining in this area<br />
and in our country played an important role. Last but<br />
not least the complex has become a distinguishing<br />
landmark.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
SINT FRANCISCUS VAN CHURCH OF SAINT FRANCIS<br />
ASSISIËKERK OF ASSISI<br />
88<br />
Laanderstraat 33, <strong>Heerlen</strong><br />
Laanderstraat 33, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Parochiekerk<br />
Bouwjaar: 1923<br />
Architect: P.G. Buskens<br />
Monumentnr.: 512786<br />
Current function: Parish church<br />
Year of construction: 1923<br />
Architect:<br />
P.G. Buskens<br />
Monument no.: 512786<br />
Aanvankelijk sloot de kerk aan bij de woonbebouwing<br />
van de Laanderstraat. Door de aanleg van wegen rond<br />
het centrum, waaronder de doorgetrokken Looierstraat,<br />
is de samenhang met de omgeving verloren<br />
gegaan. Verschillende centrumplannen bedreigden<br />
in de loop der tijd het voortbestaan van deze kerk.<br />
De bouwgrond werd destijds geschonken door<br />
de Parijse familie De Wendel, de eigenaar van<br />
Oranje-Nassau Mijnen. De bouwstijl is een combinatie<br />
van expressionisme en een neostijl met eerder een<br />
gotische dan klassieke teneur.<br />
De kerk was verbonden met het ernaast gelegen<br />
klooster. In 1948 werd er tegen de noordgevel een<br />
Heilig Hartkapel gebouwd ter ere van het 25-jarig<br />
bestaan van de kerk.<br />
De ontwerper Piet Buskens (1872-1939) is geen<br />
onbekende architect. Hij was voorzitter van de Bond<br />
van Nederlandse Architecten en bouwde later in<br />
Voorburg een O.L.V.-kerk met opvallende gelijkenis.<br />
De kerk heeft volumes van verschillende hoogten<br />
gelegen onder markante zadeldaken. De oprijzende<br />
driehoeken en de spitse dakruiter staan in fel contrast<br />
met de rechthoekige blokken van ’t Loon.<br />
De houten spanten overhuiven een breed middenschip.<br />
In de voorgevel bevindt zich een portiek achter<br />
drie spitsbogen. Drie dubbele entreedeuren hebben<br />
een art-deco bovenlicht met een gerekt houten beeld<br />
als stijl.<br />
Het portaal wordt van het schip gescheiden door vier<br />
bogen. Tussen de middelste twee hangt het familiewapen<br />
van De Wendel in natuursteen. Verder zijn van<br />
belang: de kruiswegstaties van Charles Eyck (1897-<br />
1983), het Maria- en Franciscusaltaar in verschillende<br />
kleuren marmer met mozaïeken (1930) van Charles<br />
Vos (1888-1954) en de gebrandschilderde ramen van<br />
Atelier Asperslag uit Amsterdam.<br />
Initially the church was attuned to the residential<br />
development of the Laanderstraat. Because of the<br />
construction of roads around the centre, including<br />
the extended Looierstraat, the cohesion with the<br />
environment has disappeared. In the course of time<br />
several centre development plans threatened<br />
the continued existence of this church.<br />
At the time the building lot was donated by the Paris<br />
family De Wendel, the owner of the Oranje-Nassau<br />
Mines. Its style is a combination of Expressionism and<br />
a neo-style with a Gothic tendency rather than a<br />
classic one. The church was connected to the adjacent<br />
monastery. In 1948 a Sacred Heart chapel was built<br />
against its north facade in commemoration of the 25th<br />
anniversary of the church.<br />
The designer Piet Buskens (1872-1939) is a well-known<br />
architect. He was chairman of the Dutch Society of<br />
Architects and later, in Voorburg, he built a church for<br />
Our Blessed Virgin with a striking resemblance to his<br />
<strong>Heerlen</strong> Church of Saint Francis of Assissi.<br />
The church has volumes of different heights situated<br />
under striking saddle roofs. The rising triangles and<br />
the pointed flèche contrast sharply with the rectangular<br />
blocks of ’t Loon. The wooden rafters hood over<br />
a wide nave. In the facade there is a portico behind<br />
three pointed arches. Three double entrance doors<br />
have an Art-Deco transom window with a protracted<br />
wooden statue as a jamb.<br />
The portal is separated from the nave by four arches.<br />
Between the middle two there is the coat of arms of<br />
the De Wendel family in natural stone. Also of interest:<br />
the Stations of the Cross by Charles Eyck (1897-1983),<br />
the Mary- and Francis altar in different colours of<br />
marble with mosaics (1930) by Charles Vos (1888-<br />
1954) and the stain glass windows by Atelier Asperslag<br />
from Amsterdam.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
ARCHITECTENATELIER<br />
Valkenburgerweg 22, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 1904<br />
Architect: S.H.J. Seelen<br />
Monumentnr.: 512811<br />
ARCHITECTS’ STUDIO<br />
Valkenburgerweg 22, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 1904<br />
Architect:<br />
S.H.J. Seelen<br />
Monument no.: 512811<br />
89<br />
De atelierwoning is gebouwd met invloeden van de<br />
Hollandse neorenaissance. Deze stijl wordt ook wel<br />
de banden- en blokkenstijl genoemd. Kenmerken zijn<br />
de trapgevel; de brandmuren; de afwisseling van<br />
baksteen, met soms over de volle gevelbreedte<br />
cordonlijsten en de ambachtelijke detaillering.<br />
Deze stijl is onder andere ook te zien bij de voormalige<br />
ijzerhandel Gebr. Schmitz, de nieuwe Nor,<br />
in de Pancratiusstraat. Neorenaissance werd veel<br />
gebruikt bij overheidsgebouwen en als reactie op<br />
de katholieke neogotiek.<br />
Jos Seelen (1871-1951) was de eerste gemeentearchitect<br />
van <strong>Heerlen</strong>. Hij vestigde zich na een oproep<br />
van de spoorwegpionier Henri Sarolea in 1899 definitief<br />
in <strong>Heerlen</strong> en bouwde dit pand voor zijn grote<br />
gezin en als architectenatelier. Het bestaat uit een<br />
hoofdvolume en een achterbouw. Het hoofdvolume<br />
is vooral het woongedeelte en de tweede laag van<br />
de achterbouw het atelier. Vooruitlopend op de<br />
realisatie daarvan ontwierp hij al een tweede ingang,<br />
naast de voordeur in de portiek.<br />
Het hoofdvolume heeft links een gevelvoorsprong<br />
(risaliet) met ingangspartij, topgevel en één travee.<br />
Rechts ernaast onder de goot een indeling met twee<br />
traveeën. Aan weerszijden van de portiek met rondboog,<br />
bereikbaar via zes hardsteen treden, bevindt<br />
zich een plint van hardsteen en twee kolenluiken.<br />
De gevels zijn gemetseld van rode baksteen in<br />
kruisverband. De voorgevel heeft gele baksteen<br />
en muurankers, voegen met knip- en snijwerk en<br />
een geprofileerde, gedeeltelijk hardstenen plint.<br />
In de gevels bevinden zich houten kozijnen met<br />
bovenlichten in segment- en rondboogvormige nissen<br />
met vlechtingen. Onder de goot hangt decoratief<br />
metselwerk van boogfriezen en diverse bloktanden,<br />
erboven staat een dakkapel met piron.<br />
The studio house is built with influences of the Dutch<br />
Neo-Renaissance. This style is also called the fascia<br />
and block style. Typical are the stepped gable: the<br />
firewalls, the alternation of brick sometimes with full<br />
facade-wide string courses and traditional detailing.<br />
This style can also be seen in the former ironmonger’s<br />
shop of the Schmitz brothers, the new Nor, in the<br />
Pancratiusstraat. Neo-Renaissance was used frequently<br />
for government buildings and as a reaction to<br />
the Roman Catholic Gothic Revival.<br />
Jos Seelen (1871-1951) was the first municipal architect<br />
of <strong>Heerlen</strong>. After an appeal by railway pioneer Henri<br />
Sarolea in 1899 he permanently settled in <strong>Heerlen</strong> and<br />
built this residence for his large family and as an<br />
architect’s studio. It consists of a main volume and<br />
a rear building. The main volume is mainly for residential<br />
purposes and the second level of the rear building<br />
is the studio. In advance of its realization he already<br />
designed a second entrance next to the front door in<br />
the porch.<br />
On the left the main volume has an avant-corps<br />
(risalit) with entrance, gable and one bay. Next to it on<br />
the right under the gutter an arrangement with two<br />
bays. On both sides of the arched porch, accessible<br />
via six bluestone steps, there is a plinth of bluestone<br />
and two coal hatches.<br />
The facades are of cross bond red brick. The front<br />
facade has yellow bricks and wall ties, recessed and<br />
beaded joints and a profiled, partly bluestone, plinth.<br />
In the facades there are wooden window frames<br />
with transom windows in segment- and arch-shaped<br />
alcoves with braiding. Under the gutters there is<br />
decorative masonry consisting of arcatures and<br />
several protruding brick decorations, on top of it<br />
there is a dormer window with finial.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
ATELIERWONING<br />
Schoolstraat 1, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 1914<br />
Architect: Th.M.J. Van Kan<br />
Monumentnr.: 512789<br />
ARTIST’S RESIDENCE<br />
Schoolstraat 1, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 1914<br />
Architect:<br />
Th.M.J. Van Kan<br />
Monument no.: 512789<br />
90<br />
Deze hoekoplossing maakt deel uit van het eerste<br />
stratenplan (1913) voor <strong>Heerlen</strong> van Jan Stuyt en<br />
markeert de kijkrichting naar het torentje van<br />
de ‘Ambachtsschool’.<br />
This corner solution is part of the first street plan<br />
(1913) for <strong>Heerlen</strong> by Jan Stuyt and marks the<br />
direction of view towards the small tower of the<br />
‘Ambachtsschool’ (former Dutch ‘Technical School’).<br />
Theo Van Kan (1883-1914) lijkt geïnspireerd door het<br />
Hollands Classicisme. Kenmerkend is de blokvormige<br />
hoofdvorm en een schilddak met horizontale noklijn.<br />
De noordgevel heeft een erker met drie vensters<br />
en rondboogvormig bovenlichten. In de plint bevinden<br />
zich drie keldervensters. Aan weerszijden van de erker<br />
is een nis analoog aan de vorm van de drie vensters.<br />
Op het balkon staat een houten hekwerk tussen<br />
bakstenen kolommen.<br />
De atelierwoning is gebouwd voor landschapsschilder<br />
en glazenier F. Leufkens van Anstel (1863-1956).<br />
Het pand is in gebruik geweest als kantoor van<br />
de bruinkoolontginningsmaatschappij N.V. Bergerode<br />
en het Bureau Toewijzing Woonruimte van de<br />
gemeente <strong>Heerlen</strong>.<br />
Vanaf de jaren zeventig woonden Vera en Nic<br />
Tummers er. Interieuronderdelen zijn onder meer de<br />
hal met het trappenhuis, de veelhoekige bakstenen<br />
schoorsteenmantel, de vloertegels in zwart hardsteen<br />
en rood-wit marmer, de tussendeuren met geslepen<br />
glas en de glas-in-loodramen.<br />
Van Kan was een beloftevol gemeente-architect<br />
en stierf in 1914 na een noodlottig ongeval op de<br />
Heerlerbaan. Op 30 december 1914 sprak burgemeester<br />
Waszink in de gemeenteraad een merkwaardig<br />
memoriam: “De Heeren weten toch allen op welk een<br />
treurige wijze deze laatst genoemde ambtenaar om<br />
het leven gekomen is. Was hij echter in leven gebleven<br />
hij zou toch ontslagen zijn.”<br />
Theo Van Kan (1883-1914) seems to have been<br />
inspired by the Dutch Classicism. Characteristic are<br />
the block-shaped main form and a saddle roof with<br />
a horizontal ridge. The north facade has a bay window<br />
with three windows and arched-shaped transom<br />
windows. In the plinth course there are three cellar<br />
windows. On both sides of the bay window there is<br />
an alcove with a shape which is analogous to the three<br />
windows. On the balcony there is a wooden fencing<br />
in between brick pillars.<br />
The artist’s residence was built for landscape painter<br />
and stained-glass artist F. Leufkens van Anstel (1863-<br />
1956). The house was used as an office of the brown<br />
coal mining company N.V. Bergerode and of<br />
the Housing Allocation Office of the municipality<br />
of <strong>Heerlen</strong>.<br />
Since the seventies the residence was occupied by<br />
Vera and Nic Tummers. Interior elements are, among<br />
other things, the hall with the staircase, the polygonal<br />
brick mantelpiece, the floor tiles of black bluestone<br />
and red-white marble, the dividing doors with cut<br />
glass and the leaded windows.<br />
Van Kan was a promising municipal architect who<br />
died in 1914 after a fatal accident on the Heerlerbaan.<br />
On 30 December 1914 mayor Waszink delivered a<br />
strange memoriam in the city council: “My Lords,<br />
you all know of the tragic accident which brought<br />
an end to the life of aforementioned civil-servant.<br />
However, if he had stayed alive then he would still<br />
have been dismissed.”<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
DIRECTEURSWONING<br />
Burgemeester De Hesselleplein 25, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 1917<br />
Architect: Th. Stroucken en H.H.A. Tummers<br />
Monumentnr.: 512779<br />
DIRECTOR’S RESIDENCE<br />
Burgemeester De Hesselleplein 25, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 1917<br />
Architect:<br />
Th. Stroucken and<br />
H.H.A. Tummers<br />
Monument no.: 512779<br />
91<br />
De eerste bewoner van dit monument was Th. Stroucken,<br />
de eerste directeur van de ambachtsschool,<br />
die schuin tegenover deze woning ligt. Of hij zelf<br />
het huis getekend heeft, is niet met zekerheid vast te<br />
stellen. Feit is wel dat de naam van Tummers onder<br />
de tekening staat. Het is een traditioneel huis met een<br />
rijke versiering in de vorm van speklagen van mergel.<br />
Fraaie ronde erker en ook de dakkapellen mogen zich<br />
laten zien. Opdrachtgever voor het bouwen was het<br />
Rijk, want de woning was bedoeld als ambtswoning<br />
voor de directeur van de school.<br />
Na Stroucken, werd Bloem, ook directeur van de<br />
school, bewoner van het pand. Tot 1962 woonde<br />
de directeur van de school in dit pand.<br />
De directeurswoning heeft een redelijk intacte<br />
L-vormige plattegrond in twee bouwlagen gelegen<br />
onder een mansardedak met rode muldenpan en twee<br />
schoorstenen. Bijzonder is een rondboogportiek naast<br />
de entree met een originele voordeur met panelen en<br />
rond venster, met bovenlicht en twee hardstenen<br />
treden. In de tweede laag, centraal in de risaliet, ligt<br />
een halfronde erker op accoladevormige gecementeerde<br />
console met muizentand decoratie. Boven<br />
de erker in het gevelvlak staat een vierkant houten<br />
torentje met een deur met zij- en bovenlichten<br />
gelegen onder een tentdakje.<br />
The first occupant of this monument was Th. Stroucken,<br />
the first director of the technical school, that lies<br />
diagonally opposite this house. If he has designed the<br />
house himself cannot be established with certainty.<br />
Fact is that Tummers’ name is on the drawing.<br />
It is a traditional house with rich decorations in the<br />
form of string courses of marl. The beautiful round<br />
bay window and also the dormer windows are worthwhile<br />
showing. The State commissioned the building<br />
because the house was meant as official residence for<br />
the principal of the school.<br />
After Stroucken, Bloem, also director of the school,<br />
became the occupant of the house. Until 1962 the<br />
principal of the school used to live in this house.<br />
The principal’s residence has a reasonably intact<br />
L-shaped floorplan on two construction layers positioned<br />
beneath a mansard roof with red Mulden tiles and<br />
two chimneys. Striking is an arched doorway next to<br />
the entrance with an original panelled front door with<br />
round window, transom window and two bluestone<br />
steps. On the second layer, positioned centrally in<br />
the risalit, there is a semi-spherical bay window on<br />
a bracket-shaped cemented console with mouse teeth<br />
decoration. Above the bay window on the facade<br />
surface there is a small square wooden tower with a<br />
door with side screens and transom windows underneath<br />
a pavilion roof.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
HUIS OP DE LINDE<br />
Oude Lindestraat 1, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Kantoor<br />
Bouwjaar: 1931<br />
Architect: F.P.J. Peutz<br />
Monumentnr.: 512788<br />
RESIDENCE OP DE LINDE<br />
Oude Lindestraat 1, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Office<br />
Year of construction: 1931<br />
Architect:<br />
F.P.J. Peutz<br />
Monument no.: 512788<br />
92<br />
Architecten die in een zelf ontworpen, eigen huis<br />
wonen zijn zeldzaam. Peutz was er zo een.<br />
Hij ontwierp het Huis op de Linde als kantoor en<br />
woonhuis voor zijn gezin met 14 kinderen. Het oeuvre<br />
van Peutz ligt min of meer geïsoleerd in Limburg.<br />
Hij tekende meer dan 200 plannen gelegen in de<br />
gemeente <strong>Heerlen</strong>.<br />
Huis op de Linde bestaat uit twee volumen van<br />
verschillende hoogte en afmeting met op het<br />
scharnierpunt de ingang, voorzien van een forse<br />
betonnen luifel en een trap. De compositie van deze<br />
twee kubische volumes, het open karakter en het<br />
materiaalgebruik zijn kenmerkend. De gevels hebben<br />
een asymmetrische indeling met grote, voornamelijk<br />
liggende rechthoekige grijsblauwe stalen kozijnen.<br />
De rechterzijgevel van het oprijzende volume heeft<br />
links, over de gehele hoogte, een doorlopend venster<br />
ter plaatse van het trappenhuis. Hieronder bevindt<br />
zich een gevelvlak dat oploopt en bekroond wordt<br />
door het beeld “De Bokkerijder” van Charles Vos<br />
(1888-1954).<br />
De voordeur heeft een fabelachtig detail: een klein<br />
rond raampje in het horizontale venster, waardoor,<br />
naar men zegt, een rol met bouwtekeningen naar<br />
binnen geschoven kon worden.<br />
Beschermingswaardig zijn onder meer de originele<br />
deuren, de stalen schuifwand met glas en de houten<br />
schuifdeuren met roedes in het atelier in het<br />
souterrain. Het pand werd in 1991 gerestaureerd en<br />
ingericht als kantoor door Arno Meijs. Helaas is<br />
destijds het pleisterwerk overgeschilderd zonder<br />
onderzoek te verrichten naar de originele kleur en<br />
materialiteit.<br />
Architects who live in a house that they have designed<br />
themselves are rare. Peutz was one of them.<br />
He designed the Huis op de Linde as an office and<br />
a residence for his family of 14 children. Peutz’s oeuvre<br />
lies more or less isolated in Limburg. He drew more<br />
than 200 plans situated in the municipality of <strong>Heerlen</strong>.<br />
Huis op de Linde consists of two volumes of different<br />
height and size with the entrance at the pivoting<br />
point, complete with a substantial concrete porch and<br />
a flight of stairs. The composition of these two cubic<br />
volumes, the open character and the use of materials<br />
are characteristic. The facades have an asymmetric<br />
lay-out with large, predominantly horizontally positioned<br />
grey-blue steel windows.<br />
The right side facade of the rising volume has on the<br />
left, across the entire height, a continuous window at<br />
the location of the staircase. Under it there is a rising<br />
facade area which is crowned by the statue “De<br />
Bokkerijder” by Charles Vos (1888-1954).<br />
The front door has a fabled detail: a small round<br />
window in the horizontal window, of which the story<br />
goes that a scroll of floorplans could be slid through.<br />
Worthwhile protecting are among other things the<br />
original doors, the steel sliding wall with glass and<br />
the wooden sliding doors with rods in the atelier in<br />
the basement. The building was renovated in 1991 and<br />
set up as an office by Arno Meijs. Unfortunately the<br />
plastering was painted over in that time without<br />
proper investigation into the original colour and<br />
materiality.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
SINT PANCRATIUS ULO<br />
Laan van Hövell tot Westerflier 23, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Kantoor<br />
Bouwjaar: 1931<br />
Architect: F.P.J. Peutz<br />
Monumentnr.: 512785<br />
SAINT PANCRAS ULO<br />
Laan van Hövell tot Westerflier 23, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Office<br />
Year of construction: 1931<br />
Architect:<br />
F.P.J. Peutz<br />
Monument no.: 512785<br />
93<br />
Het schoolgebouw met een rechthoekig grondplan<br />
telt drie bouwlagen en wordt plat afgedekt. Het dak<br />
heeft een breed overstek. Frits Peutz bouwde de<br />
Pancratius ULO als een van de eerste van een reeks<br />
modernistische gebouwen. Kenmerkend zijn de grote<br />
strakke witte vlakken, de kubistische elementen en<br />
de twee halfhoge bandvensters.<br />
Deze bijdrage was onderdeel van de ontwikkeling<br />
van <strong>Heerlen</strong> naar een moderne stad, zoals de jonge<br />
burgemeester Van Grunsven (1896-1969) dat voor<br />
ogen stond. De heldere stijl met principes van het<br />
Nieuwe Bouwen valt op tussen de traditionalistische<br />
bebouwing.<br />
De onderdelen van de gevel zijn zowel esthetisch als<br />
functioneel. Het verticale element met groot verticaal<br />
glasvlak correspondeert met het trappenhuis en<br />
de afvoerkanalen. De zeven grote ramen komen<br />
overeen met de klaslokalen. Losse ornamenten en<br />
versieringen zijn achterwege gebleven.<br />
Kenmerk van moderne architectuur is het experimenteren<br />
met nieuwe materialen. De school is<br />
traditioneel gemetseld, maar door toepassing van<br />
zogenaamd terra nova pleisterwerk sloot het aan bij<br />
de kenmerken van moderne gebouwen uit die tijd.<br />
De entree bestaat uit een stalen toegangsdeur onder<br />
een betonnen luifel en een halfronde toegangstrap<br />
met zes treden. De entreehal en de gangen hebben<br />
gele tegelvloeren. Authentiek is ook nog het trappenhuis<br />
met zwarte granito traptreden en smeedijzeren<br />
trapleuningen. De lambrisering met gele tegeltjes<br />
heeft een trapsgewijs verloop.<br />
De restauratie door Wiel Arets Architecten in 1997-<br />
1998 gaf het gebouw zijn oorspronkelijke glans terug.<br />
Het werd aangepast aan de gebruikseisen voor een<br />
kantoorfunctie in opdracht van AZL.<br />
The school building with a rectangular floorplan has<br />
three construction layers and is flat roofed. The roof<br />
has a broad overhang. Frits Peutz built the Pancratius<br />
ULO (Institute for Advanced Elementary Education) as<br />
one of the first in a series of modernistic buildings. Its<br />
distinctive characteristics are the large white surfaces,<br />
the cubistic elements and the two half-length band<br />
windows.<br />
This contribution was part of the development of<br />
<strong>Heerlen</strong> towards a modern city as envisaged by the<br />
young mayor Van Grunsven (1896-1969). The clear<br />
style with its Nieuwe Bouwen (Functionalism) principles<br />
stands out between the traditional buildings.<br />
The elements of the facade are both aesthetic and<br />
functional. The vertical element with the large vertical<br />
glass surface corresponds with the staircase and the<br />
drains. The seven large windows correspond with the<br />
classrooms. Loose ornaments and decorations were<br />
left out.<br />
Characteristic of modern architecture is the experimenting<br />
with new materials. The school was traditionally<br />
built in brick, however the application of socalled<br />
terra nova plastering fitted the characteristics<br />
of modern buildings from that time.<br />
The entrance consists of a steel door under a concrete<br />
porch and a semi-circular entrance staircase with six<br />
steps. The entrance hall and corridors have yellow<br />
tiled floors. Also authentic is the staircase with black<br />
granite steps and cast-iron bannisters. The wainscoting<br />
with yellow tiles is cascaded.<br />
The restoration by Wiel Arets Architecten in 1997-1998<br />
brought back the original splendour to the building.<br />
By order of AZL it was adapted to the user requirements<br />
of an office function.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
DUBBEL WOONHUIS<br />
Laan van Hövell tot Westerflier 19, 21, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 1932<br />
Architect: J.J. Wielders<br />
Monumentnr.: 523286<br />
SEMI-DETACHED HOUSES<br />
Laan van Hövell tot Westerflier 19, 21, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 1932<br />
Architect:<br />
J.J. Wielders<br />
Monument no.: 523286<br />
94<br />
Het ontwerp oogt traditioneel, maar de geometrische<br />
vormen zoals driehoeken en vierkanten signaleren<br />
moderne tijden. Ook de hoekoplossing waarbij lange<br />
horizontale lijnen worden beëindigd tegen een<br />
verticale erker doet vooruitstrevend aan.<br />
De bouwmaterialen: baksteen in kettingverband,<br />
dakpannen en houten blokkozijnen passen daarentegen<br />
weer meer bij het traditionalisme. Ze lijken<br />
bewust in contrast met het naastgelegen schoolgebouw.<br />
Jos Wielders wilde wat betreft de architectuur niet<br />
aansluiten bij het karakter van de romantische pleinen<br />
zoals Jan Stuyt die had ontworpen, maar deed het<br />
stedenbouwkundig wel.<br />
De voordeur kwam in plaats van aan de straatzijde<br />
aan de pleinzijde. De frontgevel is symmetrisch met<br />
visueel gekoppelde ramen en schiet vierkant door tot<br />
boven de daklijn.<br />
In het middendeel van de frontgevel op nr. 21 zit een<br />
rechthoekige houten deur met een hardstenen dorpel,<br />
aan weerszijden een zijlicht met glas-in-lood en<br />
de vlaggenmast precies in het midden. Aan rechterzijde<br />
van de deur een hardstenen brievenbus.<br />
De oorspronkelijke verfkleuren van de kozijnen buiten<br />
waren okergeel en van de ramen zwart.<br />
De heer Steenaert, opdrachtgever van nummer 21,<br />
was geen hoofdonderwijzer zoals per vergissing vaker<br />
werd verteld. Hij werkte bij de Gezamenlijke Mijnen<br />
en later als personeelschef bij Oranje-Nassau Mijnen.<br />
Daar vond men dat werknemers niet groter en luxer<br />
mochten wonen dan hun directe meerdere.<br />
Volgens de overlevering mocht het nieuwe woonhuis<br />
van de welstandscommissie niet te dominant zijn.<br />
Deze opgelegde uitgangspunten waren in strijd met<br />
de architectuuropvattingen van Wielders die graag bij<br />
de moderne bouwers wilde horen.<br />
The design looks traditional but the geometric shapes<br />
such as triangles and squares indicate modern times.<br />
Also the corner solution in which long horizontal<br />
lines are ended against a vertical bay window has a<br />
progressive touch. On the other hand the building<br />
materials such as sandstone in monk bond, roof tiles<br />
and wooden window block frames have a more<br />
traditional touch. Almost intentionally they seem<br />
to be in contrast with the adjacent school building.<br />
In architectural matters Jos Wielders did not want<br />
to follow the character of the romantic squares as<br />
designed by Jan Stuyt but from an urban development<br />
point of view he did.<br />
Instead of on the street side, the front door was<br />
placed at the square side. The front facade is symmetrical<br />
with visually linked windows and its square<br />
form continues until even above the roof line.<br />
In the middle part of the front facade at no. 21 there<br />
is a rectangular wooden door with a bluestone threshold,<br />
a stain-glass side window on both sides and the<br />
flagpole right in the middle. On the right side of the<br />
door is a bluestone mailbox.<br />
The original paint colours of the outside window<br />
frames were yellow ochre and of the windows they<br />
were black.<br />
Mr Steenaert who commissioned number 21 was not a<br />
headmaster as is often mistakenly told. He worked at<br />
the Cooperative Mines and later as personnel manager<br />
at the Oranje-Nassau Mines. Here they were of the<br />
opinion that no employee should live in larger and<br />
more luxurious houses than their direct managers.<br />
It is believed that the building inspection committee<br />
would not allow the new residence to be too<br />
dominant. These imposed starting points were in<br />
contrast with the architectural ideas of Wielders who<br />
wanted to belong to the modern builders.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
HOEK OLIEMOLENSTRAAT<br />
Oliemolenstraat 1, Akerstraat 65a, 65b, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 1936-1937<br />
Architect: F.P.J. Peutz<br />
Monumentnr.: 523287<br />
CORNER OLIEMOLENSTRAAT<br />
Oliemolenstraat 1, Akerstraat 65a, 65b, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 1936-1937<br />
Architect:<br />
F.P.J. Peutz<br />
Monument no.: 523287<br />
95<br />
Oliemolenstraat 1 werd in 1933 ontworpen als<br />
apotheek Claessens en in 1936 gerealiseerd als<br />
woonhuis. Het additionele dubbele woonhuis aan<br />
de Akerstraat dateert uit 1937. In eerste instantie<br />
ontwierp Peutz op deze plek een apotheek in een<br />
moderne stijl vergelijkbaar met zijn eigen woning<br />
‘Huis op de Linde’. De winkelruimte met portiek op de<br />
hoek, kantoor, trappenhuis, garage en bovenwoning,<br />
samen ondergebracht in één geheel, zagen er uit als<br />
een recht blok van beton.<br />
Dit ontwerp werd vervangen door een traditionalistisch<br />
plan. Karakteristiek zijn: de rode baksteen in<br />
kettingverband, witgele Solnhofersteen, rode Hollandse<br />
dakpannen, hardstenen raamdorpels, roedeverdelingen<br />
en het houten dakoverstek. De L-vormige<br />
plattegrond heeft een opmerkelijk gedetailleerde<br />
hoek op de plaats waar oorspronkelijk de ingang<br />
van de apotheek was gedacht.<br />
De hoekoplossing ondersteunt de hiërarchie van<br />
het stratenpatroon. Markant is het spitse zadeldak<br />
met topgevel en de afgeschuinde, met natuursteen<br />
beklede, hoek.<br />
Pand Akerstraat 65a heeft een voordeur met rondboogvormig<br />
bovenlicht. Pand Akerstraat 65b heeft<br />
een rechte voordeur met glasvlak en roedeverdeling.<br />
Aan de bovenzijde ligt een kleine hardstenen luifel<br />
op twee spiraalvormig versierde consoles.<br />
De indeling van het interieur is vrijwel intact. In de<br />
vierkante centrale hal zijn zwarte marmeren vloertegels<br />
gelegd. De authentieke houten trap met kwart<br />
draai heeft een leuning met spijlen en balusters.<br />
De eerste trede van de trap is in natuursteen.<br />
Deze detailleringen paste Peutz vaker toe.<br />
In 1933 Oliemolenstraat 1 was designed as pharmacy<br />
Claessens and it became a residence in 1936.<br />
The additional double residence on the Akerstraat is<br />
from 1937. At first Peutz designed a pharmacy on this<br />
location in a modern style comparable to his own<br />
residence ‘Huis op de Linde’. The retail space with<br />
doorway at the corner, office , staircase, garage and<br />
apartment, all brought together in one construction,<br />
looked like a straight block of concrete.<br />
This design was replaced by a traditional plan.<br />
Characteristic are: the chain bond red bricks,<br />
white-yellow Solnhofer stones, red Dutch tiles,<br />
bluestone sash water sills, panelling and the wooden<br />
roof overhang. The L-shaped floorplan has a remarkably<br />
detailed corner on the position where the<br />
original pharmacy entrance was planned.<br />
The corner solution supports the hierarchy of<br />
the street pattern. Striking is the pointed saddle roof<br />
with its gable apex and the chamfered, natural stoneclad<br />
corner.<br />
Property Akerstraat 65a has a front door with an<br />
arched transom window. Property Akerstraat 65b has<br />
a straight front door with glass surface and panelling.<br />
Above the door there is a small bluestone porch<br />
supported by two spiral-shaped decorated consoles.<br />
The floorplan of the interior has remained almost<br />
completely intact. In the square central hall black<br />
marble floor tiles have been placed. The authentic<br />
wooden staircase with quarter turn has a handrail<br />
with banisters and balusters. The first step of the<br />
staircase is made of natural stone. These types of<br />
decoration were frequently used by Peutz.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
VILLA DAUTZENBERG<br />
Akerstraat 90, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 1916<br />
Architect: J. Laeven<br />
Monumentnr.: 512767<br />
DAUTZENBERG VILLA<br />
Akerstraat 90, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 1916<br />
Architect:<br />
J. Laeven<br />
Monument no.: 512767<br />
96<br />
Het kapitale woonhuis is gebouwd voor de hoge<br />
rijksambtenaar (ontvanger der Registratie en Domeinen)<br />
J.W.A. Dautzenberg. Hij legde de nog goed<br />
zichtbare eerste steen voor deze traditionalistische<br />
stadsvilla op 20 juni 1904.<br />
The capital residence was built for the senior civil<br />
servant (Inspector of Registration Duty and State<br />
Property) J.W.A. Dautzenberg. He laid the still clearly<br />
visible first stone for this traditionalistic urban villa<br />
on 20 June 1904.<br />
Zijn dochter Louisa trouwde in 1913 met hoofdmijningenieur<br />
H.J.H. Dresen. Dresen was bedrijfsleider<br />
van de Oranje-Nassaumijn II in Schaesberg. Na het<br />
overlijden van zijn schoonvader woonde hij met zijn<br />
gezin in deze woning die hij in 1938 liet verbouwen.<br />
De villa heeft twee ingangen: één voor de bewoners<br />
en de andere (aan de zijkant, in het achthoekig<br />
torentje) voor het personeel. “Modern” in het woonhuis<br />
was de asymmetrische opzet en de plastische<br />
geleding van de gevels met speklagen en natuurstenen<br />
dorpels en een balkon met een open kant naar<br />
het zuiden. Er zijn verschillende raamvormen die met<br />
de woonkamer, de salon, badkamers en logeerkamers<br />
corresponderen.<br />
Opvallend zijn de verschillende metselverbanden in de<br />
boogvelden, glas en lood in de bovenlichten en een<br />
deur met jugendstilmotieven. Het interieur is grotendeels<br />
intact, hetgeen onder meer blijkt uit de structuur<br />
van vertrekken, gangen en overige ruimten.<br />
De stadsvilla aan de Akerstraat bezit architectuurhistorische<br />
waarde wegens de hoogwaardige esthetische<br />
kwaliteiten van het ontwerp, het bijzondere<br />
materiaalgebruik en de ornamentiek.<br />
Aan de Akerstraat lagen in de tijd meer van dergelijke<br />
villa’s. Het was een chique uitvalsweg richting Aken,<br />
waaraan in 1913 ook het Bernardinuscollege gebouwd<br />
werd.<br />
In 1913 his daughter Louisa married the chief mining<br />
engineer H.J.H. Dresen. Dresen was the superintendent<br />
of the Oranje-Nassau Mine II in Schaesberg.<br />
After the death of his father-in-law he lived in this<br />
house together with his family and he had the house<br />
rebuilt in 1938.<br />
The villa has two entrances: one for the residents and<br />
the other one (on the side, in the small octagonal<br />
turret) for the staff. “Modern” in the residence was<br />
the asymmetrical setup and the expressive jointing<br />
of the facades with string courses and natural stone<br />
thresholds and a balcony with an open side to the<br />
south. There are different shapes of windows which<br />
correspond with the living room, the drawing room,<br />
the bathrooms and guest rooms.<br />
Striking are the different sorts of brick patterns in<br />
the arched tympanums, stained glass in the transom<br />
windows and a door with Jugendstil designs.<br />
The interior has remained largely intact as evidenced<br />
by the structure of rooms, corridors and other spaces.<br />
The architectural-historical value of the urban villa<br />
at the Akerstraat lies in the high-level aesthetic<br />
qualities of the design, the special use of materials<br />
and the ornamentation.<br />
In those days there were more similar types of villas<br />
at the Akerstraat. It was a stylish exit road in the<br />
direction of Aachen, on which also the Bernardinus<br />
comprehensive school was built in 1913.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
KERKHOFKAPEL<br />
Algemene Begraafplaats bij Akerstraat 39, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Kerkhofkapel<br />
Bouwjaar: 1848<br />
Architect: Onbekend<br />
Monumentnr.: 21217<br />
CEMETERY CHAPEL<br />
Public Cemetery near Akerstraat 39, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Cemetery chapel<br />
Year of construction: 1848<br />
Architect:<br />
Unknown<br />
Monument no.: 21217<br />
97<br />
Deze driezijdig gesloten, bakstenen grafkapel is in<br />
1848 gebouwd in opdracht van Baron De Loë van<br />
Terworm. De kapel is gebouwd ter nagedachtenis van<br />
Antonia barones de Loë van Mheer, geboren Van<br />
Böselager (1827-1847).<br />
This brickwork burial chapel, which is closed at three<br />
sides, was commissioned by Baron de Loë of Terworm<br />
in 1848. The chapel was built in memoriam of Antonia<br />
Baroness de Loë van Mheer, born Van Böselager<br />
(1827-1847).<br />
De gemeenteraad gaf toestemming tot de bouw<br />
onder voorwaarde dat de kapel openbaar toegankelijk<br />
zou zijn. Tevens moest de baron een bedrag van 200<br />
gulden betalen, waarvan de helft bestemd was voor<br />
de armen.<br />
Het gebouwtje is opgetrokken in neoclassicistische<br />
stijl met hoeklisenen en halfronde vensters. Het is het<br />
enige voorbeeld van de neoclassicistische bouwstijl in<br />
<strong>Heerlen</strong>. Klassieke elementen zijn de rondboogramen<br />
en het timpaan (driehoekig fronton) boven de rondboogingang,<br />
met daarin afgebeeld de familiewapens<br />
van de Loë (rechts) en Van Böselager (links) met<br />
het opschrift dat refereert aan het overlijden van<br />
zijn jonge echtgenote.<br />
Kerkhoven vertellen in steen over de geschiedenis.<br />
In de omgeving van deze kapel zijn de namen van<br />
bekende <strong>Heerlen</strong>aren uitgebeiteld in bescheiden<br />
gedenkplaten of in pompeuze grafmonumenten.<br />
De jaartallen op de graven geven een beeld van de<br />
ontwikkeling van de mijnstad in de tijd na het vroegtijdig<br />
overlijden van de barones.<br />
Het kerkhof is ook een staalkaart van architectuurstijlen.<br />
Deze kerkhofkapel werd mede geïnspireerd<br />
door de in de renaissance gebruikte voorbeelden van<br />
het Griekse Tempelfront. Er is aansluiting gezocht met<br />
de officiële stijl van stadhuizen, gerechtsgebouwen<br />
en landhuizen uit de neoclassicistische periode<br />
(1800-1880).<br />
The town council granted permission for the construction<br />
under the condition that the chapel would be<br />
publicly accessible. The Baron also was to pay an<br />
amount of 200 Dutch guilders, half of which was<br />
intended for the poor.<br />
The small building had been constructed in a neoclassicistic<br />
architectural style with corner pilaster<br />
strips and semi-circular windows. It is the only example<br />
of neo-classicistic architecture in <strong>Heerlen</strong>. Classical<br />
elements are the arched windows and the tympanum<br />
(triangular fronton) above the arched entrance,<br />
displaying the family coat of arms of de Loë (on the<br />
right) and Van Böselager (on the left) with an inscription<br />
which refers to the death of his young wife.<br />
Cemeteries tell about the past in words of stone.<br />
In the vicinity of this chapel the names of well-known<br />
citizens of <strong>Heerlen</strong> have been chiselled out in modest<br />
commemorative plaques or in pompous monuments.<br />
The dates on the graves paint a picture of the development<br />
of the mining town in the time of the premature<br />
death of the baroness.<br />
The cemetery is also a sample card of architectural<br />
styles. This burial chapel was also inspired by the<br />
examples of the Greek temple front as they were used<br />
in the Renaissance. The architect has tried to integrate<br />
his creation with the official style of town houses,<br />
court houses and mansions from the neo-classical<br />
period (1800-1880).<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
GRAFMONUMENT<br />
Algemene Begraafplaats bij Akerstraat 50, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Grafmonument<br />
Bouwjaar: 1925<br />
Architect: Onbekend<br />
Monumentnr.: 512807<br />
MEMORIAL MONUMENT<br />
Public Cemetery near Akerstraat 50, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Memorial monument<br />
Year of construction: 1925<br />
Architect:<br />
Unknown<br />
Monument no.: 512807<br />
98<br />
De Algemene begraafplaats ligt als een park met oude<br />
bomen ingesloten tussen de Akerstraat en de Groene<br />
Boord. De begraafplaats bevat onder andere een kerkhofkapel<br />
en de graven van een groot aantal meer en<br />
minder bekende personen uit de <strong>Heerlen</strong>se geschiedenis.<br />
Een van de drie stadspoorten in de omwalling<br />
van de zogenaamde Maastrichter- of Kerkhofpoort<br />
(tegenover het voormalige Hotel de Paris), verwees<br />
naar het kerkhof.<br />
Het grafmonument heeft een duidelijk front en is<br />
geplaatst in een centrale as zodat het goed te zien is<br />
als men vanaf de Akerstraat het Kerkhof binnen loopt.<br />
Het grafmonument bezit cultuurhistorische waarde als<br />
bijzondere herinnering aan de Eerste Wereldoorlog<br />
(1914-1918).<br />
De Akerstraat heette vroeger Akerlaan. Het was een<br />
voorname woonlocatie met sjieke huizen die lang deel<br />
uitmaakte van de “grooten weg van Maastricht naar<br />
Aken”.<br />
In het grafmonument zijn de namen gegraveerd<br />
van de veertien Belgische geïnterneerde soldaten en<br />
twee kinderen die tijdens de eerste Wereldoorlog in<br />
<strong>Heerlen</strong> zijn gestorven, enkelen aan de gevolgen van<br />
de beruchte Spaanse Griep. Deze epidemie kostte<br />
wereldwijd miljoenen mensen het leven.<br />
Het grafmonument bestaat uit een gedenkplaat van<br />
natuursteen met zowel een Franse als een Nederlandse<br />
tekst. Er staat een kolom die wordt bekroond met<br />
een klein hardstenen kruis. Aan de voorzijde van de<br />
gedenkplaat staat een hoge vergulde grafurn op een<br />
klein voetstuk met een brede hardstenen basement.<br />
Aan weerszijden is een perk met rechthoekige hardstenen<br />
omlijsting.<br />
Het geheel wordt aan de voorzijde klokvormig<br />
omsloten door elf kleine natuurstenen (op grenspalen<br />
lijkende) kegels met hiertussen een smeedijzeren<br />
ketting.<br />
The public cemetery lies enclosed as a park with old<br />
trees between the Akerstraat and the Groene Boord.<br />
The cemetery has a cemetery chapel and accommodates<br />
the graves of a large number of well or less<br />
well-known people from the history of <strong>Heerlen</strong>.<br />
One of the three city gates in the wall of the so-called<br />
Maastrichter- or Kerkhofpoort (opposite the former<br />
Hotel de Paris), referred to the cemetery.<br />
The memorial monument has a clear front and is<br />
positioned on a central axis making it easily visible<br />
when entering the cemetery from the side of the<br />
Akerstraat. The memorial monument has a culturalhistorical<br />
value as a special reminder of the First<br />
World War (1914-1918).<br />
The Akerstraat used to be called Akerlaan. It was a<br />
distinguished residential location with stylish houses<br />
that for a long time had been part of the “great road<br />
from Maastricht to Aachen”.<br />
In the memorial monument the names of fourteen<br />
interned Belgium soldiers and two children are<br />
engraved who died in <strong>Heerlen</strong> during the First World<br />
War, some as a victim of the notorious Spanish Flu.<br />
Worldwide this epidemic cost millions of people their<br />
lives.<br />
The memorial monument consists of a commemorative<br />
plaque of natural stone with both a French and<br />
a Dutch text. There is a column that is crowned by a<br />
small bluestone cross. On the front side of the commemorative<br />
plaque there is a high gilded funeral urn<br />
on a small pedestal with a broad bluestone base.<br />
On both sides there is a bed with a rectangular<br />
bluestone frame.<br />
On the front all this is bell-shapedly enclosed by<br />
eleven small natural stone (border post resembling)<br />
cones with a cast-iron chain in between them.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
PROTESTANTSE KERK EN PROTESTANT CHURCH AND<br />
KOSTERSWONING VERGERS HOUSE 99<br />
Tempsplein 14, Ds. Jongeneelstraat 1, <strong>Heerlen</strong><br />
Tempsplein 14, Ds. Jongeneelstraat 1, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Kerk<br />
Bouwjaar: 1931-1932<br />
Architect: J. en Th. Stuivinga<br />
Monumentnr.: 512810<br />
Current function: Church<br />
Year of construction: 1931-1932<br />
Architect:<br />
J. and Th. Stuivinga<br />
Monument no.: 512810<br />
Vooral na de Eerste Wereldoorlog trokken veel<br />
protestantse werkzoekenden vanuit het noorden<br />
en oosten van ons land naar de overwegend katholieke<br />
Mijnstreek. Er ontstonden protestantse enclaves<br />
met eigen kerken, verenigingen en scholen, zoals de<br />
Talmaschool. De protestantse minderheid voelde zich<br />
vaak vreemdeling in de katholieke omgeving.<br />
De Limburgers spraken van “Hollanders”.<br />
Especially after the First World War many unemployed<br />
Protestants migrated from the North and the East of<br />
our country to the predominantly Roman Catholic<br />
Mining District. Protestant enclaves came into being<br />
with their own churches, clubs and schools, such as<br />
the Talmaschool. The Protestant minority often felt a<br />
stranger in the Roman Catholic environment.<br />
The Limburgers called them “Hollanders”.<br />
De geloofsgenoten Jan en Theo Stuivinga uit Zeist<br />
ontwierpen een verfijnde stadskerk, die aan 8oo<br />
gelovigen plaats moest bieden en kon bijdragen<br />
aan het karakter van het <strong>Heerlen</strong>se plein.<br />
De hoge tuitgevels hebben gemetselde vlechtingen<br />
en zogenaamde ezelsruggen. De kerk heeft aan<br />
weerszijden steunberen. Het steile dak is gedekt<br />
met rode Hollandse pannen. De dakgoten liggen op<br />
consoles. De architectuur heeft Berlagiaanse inspiratie<br />
met elementen van het Expressionisme.<br />
De kerk heeft een kruisvormige plattegrond met<br />
een daaraan gekoppelde kosterswoning en vier hoge<br />
zadeldaken. De architecten hebben als versiering<br />
het bouwjaar 1931 in de aanzetstukken (imposten)<br />
van de bogen verwerkt evenals 1932 in acht metsellagen<br />
van de kosterswoning.<br />
De twee koperen lantaarns in art-deco stijl zijn<br />
gemaakt door leerlingen van de Ambachtsschool.<br />
In de top zijn vier spitsboogvormige galmgaten,<br />
gemetselde balustraden, kruisvormige openingen<br />
en waterspuwers. De toren wordt beëindigd door<br />
een iets omhoog stekende ‘Hollandse’ tuitgevel<br />
met een zadeldakje.<br />
The fellow believers Jan and Theo Stuivinga from Zeist<br />
designed a refined town church which was to accommodate<br />
8oo believers and could contribute to the<br />
character of the <strong>Heerlen</strong> square. The high spout<br />
gables have masonry twines and so-called saddleback<br />
copings. The church has buttresses on both sides.<br />
The steep roof is covered with red Dutch tiles. The<br />
gutters are positioned on top of consoles. The architecture<br />
is Berlage-inspired with elements of the<br />
Expressionism.<br />
The church has a cross-shaped floorplan with a<br />
connected verger’s house and four high saddle roofs.<br />
As a decoration the architects have incorporated<br />
the year of construction 1931 in the imposts of the<br />
arches as well as 1932 in eight layers of mortar of<br />
the verger’s house.<br />
The two Art-Deco style copper lanterns were made<br />
by students of the Technical School. In the top there<br />
are four arch-shaped belfry windows, brick balustrades,<br />
cross-shaped openings and gargoyles.<br />
The tower is crowned with a slightly raised ‘Dutch’<br />
spout gable with a small saddle roof.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
STRAATWAND TEMPSPLEIN<br />
Ds. Jongeneelstraat 2, 4, 6, Deken Nicolayestraat 1, 3,<br />
Tempsplein 18, 19, 19a, 20, 20a, 21, 22, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 1927<br />
Architect: J.W. van Harderveld<br />
Monumentnr.: 512808<br />
STREET LINE TEMPSPLEIN<br />
Ds. Jongeneelstraat 2, 4, 6, Deken Nicolayestraat 1, 3,<br />
Tempsplein 18, 19, 19a, 20, 20a, 21, 22, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 1927<br />
Architect:<br />
J.W. van Harderveld<br />
Monument no.: 512808<br />
100<br />
De naam “Tempsplein” zou kunnen verwijzen naar<br />
Tamasiacum of Tamisiacum. Deze toponiem is ook<br />
te vinden in het Belgische Temse of het Engelse<br />
Thames. Tam betekent iets als donker.<br />
Hier stroomde een donkere (of diepe) waterloop die<br />
eerst de Romeinse thermen en later het middeleeuwse<br />
fort van water voorzag. Op de kaart van oud <strong>Heerlen</strong><br />
staat op de plaats van het huidige Tempsplein de<br />
naam Tems-weien ingetekend.<br />
The name “Tempsplein” could refer to Tamasiacum or<br />
Tamisiacum. This toponym can also be found in the<br />
Belgian ‘Temse’ or the English ‘Thames’. Tam stands<br />
for something dark. At this location there used to be<br />
a dark (or deep) watercourse that initially provided<br />
the Roman baths with water and later the medieval<br />
fortress. On the map of ancient <strong>Heerlen</strong> the site of<br />
the current Tempsplein is marked with the name<br />
‘Tems-weien’.<br />
De monumentale straatwand bestaat uit 12 rechthoekige<br />
panden die een voorbeeld zijn van Hollandse<br />
stadswoningen. Op Ds. Jongeneelstraat 2 en 4 is een<br />
boogvormige gevelopening met daarachter een<br />
portiek met twee entreedeuren te zien. De rondboog<br />
eindigt op twee met natuursteen beklede kolommen.<br />
In de voor- en achtergevels bevinden zich rechthoekige<br />
driedelige houten vensters met bovenlichten en<br />
dubbele vierkante vensters. De horizontale roedeverdelingen<br />
zijn kenmerkend voor de Amsterdamse<br />
School. Ook regionale invloeden werken door in de<br />
architectuur. De meest voorkomende bouwvorm<br />
in <strong>Heerlen</strong> aan het einde van de 19 e eeuw is één of<br />
twee bouwlagen met een zolder en schuin dak.<br />
Deze huizen zijn hoger en hebben een plat dak.<br />
De grotere bouwhoogte is optisch gereduceerd<br />
door de derde laag van enkele panden te betimmeren<br />
met een geprofileerd houten beschot. Ook de houten<br />
bloembak op consoles dragen bij aan schaalverkleining.<br />
Een andere regionale invloed is het doorlopende<br />
plint van Kunradersteen.<br />
De hoekwoning, nu advocatenkantoor, beschikt over<br />
een sprekend verticaal element. Het heeft zowel een<br />
functie (schoorsteen), maar is ook van decoratieve<br />
betekenis. Dit karakteristieke torentje is eveneens<br />
terug te vinden in het tegenovergelegen deel van<br />
het plein.<br />
The monumental street line consists of 12 rectangular<br />
buildings that are an example of Dutch town houses.<br />
At Ds. Jongeneelstraat 2 and 4 there is an archshaped<br />
facade opening with behind it a porch with<br />
two entrance doors. The arch ends on two naturalstone<br />
covered columns.<br />
In the front and rear facades there are rectangular<br />
tripartite wooden windows with transom windows<br />
and double square window frames. The horizontal<br />
panelling is typical of the Amsterdam School. Also<br />
regional influences can be observed in the architecture.<br />
The most frequently occurring style of building<br />
in <strong>Heerlen</strong> at the end of the 19th century consists of<br />
one or two construction levels with an attic and a<br />
pitched roof. These houses are taller and have a flat<br />
roof. The construction height is optically reduced by<br />
panelling the third construction level of some of the<br />
houses with a profiled wooden wainscot. Also the<br />
wooden flower boxes on consoles contribute to<br />
the scaling down. Another regional influence is the<br />
continuous plinth of Kunrader stone.<br />
The corner house, currently a law firm, has a striking<br />
vertical element. It has a functional meaning (chimney)<br />
as well as a decorative one. This characteristic<br />
small tower can also be found in the opposite part<br />
of the square.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
OPENBARE BIBLIOTHEEK<br />
Tempsplein 10, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 1917<br />
Architect: J.A. Pauw en J.M. Hardeveld<br />
Monumentnr.: 512793<br />
PUBLIC LIBRARY<br />
Tempsplein 10, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 1917<br />
Architect:<br />
J.A. Pauw and J.M. Hardeveld<br />
Monument no.: 512793<br />
101<br />
Het vroegste project dat het bureau Pauw & Van<br />
Hardeveld realiseerde, was de middenstandswoningen<br />
aan het Tempsplein. Pauw won eerder de prijsvraag<br />
voor de geplande bibliotheek. Dit ontwerp uit 1917<br />
vertoont trekken van het rationalisme van Berlage<br />
(1856-1934). Deze bouwstijl, keerpunt in de Nederlandse<br />
architectuurgeschiedenis, kreeg te maken<br />
met een imposante tegenbeweging in de vorm van<br />
de Amsterdamse School. Deze landelijke ontwikkeling<br />
is herkenbaar in het Tempsplein en de Openbare<br />
bibliotheek.<br />
Het expressieve van de Amsterdamse school ligt<br />
vooral in de bakstenen plasticiteit van de voorgevels<br />
waardoor de architectuur een bijzondere levenslustigheid<br />
kreeg. Andere kenmerken zijn bijvoorbeeld de<br />
stevige kozijnen, gebeeldhouwde elementen en het<br />
bijna verticaal lopende pannendak.<br />
De ambachtelijk gemetselde bibliotheek is geen in<br />
zichzelf gekeerd object. In het midden was de directiewoning<br />
voorzien, die als een apart bouwblok naar<br />
voren springt, zonder overigens de samenhang met<br />
de rest van het gebouw te verliezen.<br />
Aan de bovenzijde van de entree bevindt zich een<br />
zware getande band natuursteen met kleine glas-inlood<br />
ruitjes. Op een symmetrisch geplaatste gevelsteen<br />
is een lezende persoon te zien, wellicht<br />
een Christusfiguur.<br />
Aan de rechterzijde van de hal bevindt zich het<br />
trappenhuis, gemetseld in gele en rode baksteen<br />
met een getrapte balustrade en kolommen bekroond<br />
met hardstenen diamantkoppen. Tot 1970 was de<br />
bibliotheek in dit gebouw gehuisvest. In 1994 is het<br />
verbouwd voor de Woningstichting De Voorzorg.<br />
Van de ambachtelijke detaillering met metselwerk<br />
en timmerwerk is het karakter behouden gebleven.<br />
The earliest project to have been realized by the Pauw<br />
& Van Hardeveld agency, were the middle class houses<br />
at the Tempsplein. Pauw had already won the competition<br />
for the planned library. This 1917 design shows<br />
features of the rationalism of Berlage (1856-1934).<br />
This style, a turning point in the Dutch architectural<br />
history, was confronted with an impressive counter<br />
movement in the form of the Amsterdam School.<br />
This national tendency is clearly evident in the Tempsplein<br />
and the Public Library.<br />
The expressive element of the Amsterdam school lies<br />
mainly in the brick plasticity of the front facades<br />
which provided the architecture with a special kind<br />
of ‘joie de vivre’. Other characteristics are for example<br />
the massive window frames, sculptured elements and<br />
the almost vertical tiled roof.<br />
The traditionally built brick library is not an introvert<br />
object. The director’s residence was planned right in<br />
the middle protruding as an independent building<br />
block, though without losing its coherence with the<br />
other parts of the building.<br />
Above the entrance there is a heavily dented nature<br />
stone band decorated with small stain-glass windows.<br />
On a symmetrically placed key stone a reading person<br />
can be observed, maybe a Christ figure.<br />
On the right side of the hall there is the staircase, built<br />
in yellow and red brick with a multi-staged balustrade<br />
and columns crowned with bluestone diamond heads.<br />
Until 1970 the library was accommodated in this<br />
building. In 1994 it was renovated for the rentalhousing<br />
organization De Voorzorg. Of the traditional<br />
detailing of masonry and carpentry the characteristics<br />
have been preserved.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
HEILIG HARTBEELD<br />
Tegenover Tempsplein 2, <strong>Heerlen</strong><br />
Bouwjaar: 1922<br />
Kunstenaar: A.S.N.L. Dupuis<br />
Monumentnr.: 512792<br />
SACRED HEART STATUE<br />
Across Tempsplein 2, <strong>Heerlen</strong><br />
Year of construction: 1922<br />
Architect:<br />
A.S.N.L. Dupuis<br />
Monument no.: 512792<br />
102<br />
Hedendaagse stedenbouw toont vaak een individuele<br />
denkwijze: ‘ieder voor zich’. Het Tempsplein daarentegen<br />
toont een zichtbaar samenhangend concept.<br />
De straatwanden en dakvormen omlijsten een<br />
gemeenschappelijk parkje met het Heilig Hartbeeld<br />
in het midden. De architectonische vormentaal heeft<br />
een bindende kracht: de gebouwen horen als het ware<br />
bij elkaar. Misschien is het daarom wel, dat dit plein<br />
zoveel bijval geniet.<br />
Het Heilig Hartbeeld is gemaakt van brons met een<br />
donkere kleur en heeft een grijsgroen patina (koperroest).<br />
Het beeld is 2,5 meter hoog en staat op een<br />
gebogen sokkel van Kunradersteen. De sokkel loopt<br />
trapsgewijs omhoog en is ontworpen door Dirk<br />
Roosenburg. Aan de achterzijde van de sokkel is een<br />
boogvormige rand. Deze rand omsluit een bloemperk.<br />
Aan de voorzijde van de sokkel is een kleine boogvormige<br />
plateau aangelegd, eveneens in Kunradersteen.<br />
De Haagse beeldhouwer Toon Dupuis (1877-1937)<br />
maakte veel bekende beeldhouwwerken in de<br />
openbare ruimte, onder andere dat van Mgr. Nolens<br />
in Nijmegen. Het Heilig Hartbeeld werd op 19 oktober<br />
1924 onthuld door burgemeester Waszink.<br />
Mgr. Schrijnen, bisschop van Roermond, verrichtte<br />
de plechtige inzegening en deken Nicolaye deed de<br />
plechtige toewijding van <strong>Heerlen</strong> aan Christus Koning.<br />
Pater dr. Cassianus O.F.M. vatte tijdens deze plechtigheid<br />
de betekenis als volgt samen: “In het hart van<br />
Nederlands mijnstreek, in het hart van de meest<br />
Katholieke mijnstreek ter wereld, staat van nu af het<br />
Koningsbeeld van den Christus op een onwrikbaar<br />
voetstuk en geen macht ter wereld zal het neerhalen”.<br />
Present-day urban development often shows an<br />
individual way of thinking: ‘every man for himself’.<br />
The Tempsplein on the other hand shows a clearly<br />
visible cohesive concept.<br />
The street lines and roof shapes frame a small communal<br />
park with the Sacred Heart statue right in its<br />
centre. The architectonic language of forms has a<br />
connecting power: as it were the buildings belong to<br />
each other. Maybe this is why this square is appreciated<br />
so highly.<br />
The Sacred Heart Statue is made of dark-coloured<br />
bronze and has grey-green patina (copper rust).<br />
The statue is 2.5 metres high and is placed on a bent<br />
pedestal of Kunrader stone. The pedestal rises gradually<br />
and is designed by Dirk Roosenburg. On the<br />
backside of the pedestal there is an arch-shaped<br />
border. This border encloses a flowerbed. On the<br />
frontside of the pedestal a small arch-shaped plateau<br />
has been constructed, also made out of Kunrader<br />
stone.<br />
The Hague sculptor Toon Dupuis (1877-1937) created<br />
many well-known sculptures for the public space,<br />
including the sculpture of Mgr. Nolens in Nijmegen.<br />
The Sacred Heart statue was unveiled by mayor<br />
Waszink on 19 October 1924.<br />
Mgr. Schrijnen, bishop of Roermond, performed the<br />
solemn consecration and dean Nicolaye performed<br />
the solemn dedication of <strong>Heerlen</strong> to Our Lord Jesus<br />
Christ the King.<br />
During this solemn occasion father dr. Cassianus<br />
O.F.M. summarized the meaning as follows: “In the<br />
heart of the Dutch mining district, in the heart of the<br />
most Catholic mining district of the world, there now<br />
is a statue of Christ our King on an unshakeable<br />
pedestal and no power in the world shall tear it down”.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
ROMEINS BADHUIS<br />
Coriovallumstraat 9, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Archeologische site<br />
Bouwjaar: 2 e en 3 e eeuw<br />
Monumentnr.: 5124991<br />
ROMAN BATHHOUSE<br />
Coriovallumstraat 9, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Archeologic site<br />
Year of construction: 2nd and 3rd century<br />
Monument no.: 5124991<br />
103<br />
Het oudste object dat Rijksmonument werd is “het<br />
terrein met daarin de resten van een Romeins badgebouw<br />
uit de 2 e en 3 e eeuw na Chr.”. De thermen<br />
van <strong>Heerlen</strong> zijn in 1977 overbouwd met het Thermenmuseum.<br />
Hoewel oud-archivaris Peters al een vermoeden<br />
had, werd de ontdekking definitief toen men op<br />
18 juni 1940 bij het omploegen van het land vier<br />
fragmenten van Romeinse zuilen aantrof. De amateurarcheoloog<br />
en arts H.J. Beckers en prof. dr. A.E. van<br />
Giffen uit Groningen leidden de opgraving. Het belang<br />
van de vondst werd meteen ingezien en plannen voor<br />
een overkapping van de opgraving werden toen al<br />
gemaakt door de tijdens de opgraving aanwezige<br />
architect Peutz.<br />
Het badhuis meet ongeveer 50 bij 50 meter en is<br />
het grootste van Nederland. Vermoed wordt dat rond<br />
175 de Chauken of een andere plunderende Germaanse<br />
stam Coriovallum verwoestten en dus ook het<br />
badhuis. Het Xantense raadslid Marcus Sattonius<br />
Iucundus zorgde voor de restauratie van de <strong>Heerlen</strong>se<br />
thermen. Een bij opgravingen ontdekte wijsteen met<br />
een inscriptie herinnert aan zijn betrokkenheid bij<br />
het herstel.<br />
De overdekt te bezichtigen basis van de <strong>Heerlen</strong>se<br />
Romeinse thermen kende sinds de openlegging in<br />
1977 behoorlijk wat verval. Grauw en stoffig was<br />
het de laatste jaren. Maar onlangs zijn de thermen<br />
teruggebracht in ongeveer de toestand waarin deze<br />
in 1940 zijn opgegraven. De eerste fase ervan is op<br />
2 maart 2018 opgeleverd. Voor een goede conservering<br />
zal er nog verder gerestaureerd worden en<br />
krijgt de thermen ook een nieuwe overkapping.<br />
The oldest object that became a national monument<br />
is "the site with the remains of a Roman bath building<br />
from the 2nd and 3rd century AD". The thermae of<br />
<strong>Heerlen</strong> were covered in 1975-1977 with the Thermae<br />
Museum. Although former archivist Peters had a<br />
suspicion, the discovery became definitive when,<br />
on 18 June 1940, four fragments of Roman columns<br />
were found when plowing the land. The amateur<br />
archaeologist and physician H.J. Beckers and prof.<br />
Dr. A.E. van Giffen from Groningen led the excavation.<br />
The importance of the found was immediately recognized<br />
and plans for a covering of the excavation were<br />
already made by the architect Peutz, who was present<br />
during the excavation.<br />
The bathhouse measures approximately 50 by 50<br />
meters and is the largest in the Netherlands. It is suspected<br />
that around 175 the Chauken or another<br />
marauding Germanic tribe Coriovallum devastated<br />
and so also the bathhouse. The Xanten councilor<br />
Marcus Sattonius Iucundus took care of the restoration<br />
of the thermal baths. A stone with an inscription<br />
discovered during excavations recalls his involvement<br />
in the recovery.<br />
The indoor visitable base of the <strong>Heerlen</strong> Roman baths<br />
knew a lot of decay since the opening in 1977. The last<br />
years were rough and dusty. But recently the baths<br />
have been brought back to about the state in which<br />
they were excavated in 1940. The first phase of it was<br />
completed on 2 March 2018. For a good conservation<br />
will it be further restored and the baths also get a new<br />
museum over it.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
GRENSPAAL<br />
In tuin Coriovallumstraat 9, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Grenspaal<br />
Monumentnr.: 21252, 21253<br />
BOUNDARY STONE<br />
In garden Coriovallumstraat 9, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Border post<br />
Monument no.: 21252, 21253<br />
104<br />
<strong>Heerlen</strong> ligt op het kruispunt van Romeinse heirbanen,<br />
van Xanten naar Trier en van Keulen naar Boulognesur-Mer.<br />
Grenspalen hebben in de oude geschiedenis<br />
een rol gespeeld, niet alleen als grensafbakening, maar<br />
ook als markering bij kruispunten, poorten en graven.<br />
Je zou kunnen zeggen ANWB-paddenstoelen avant la<br />
lettre.<br />
<strong>Heerlen</strong> is situated at the junction of strategic Roman<br />
military roads, from Xanten to Trier and from Cologne<br />
to Boulogne-sur-Mer. Boundary stones played a role in<br />
ancient history, not only as boundary demarcation,<br />
but also as demarcation at crossroads, gates and<br />
graves. In other words the ancient versions of our<br />
modern road signs.<br />
De Romeinen gebruikten deze stenen zuilen in navolging<br />
van de Grieken. Zij hadden de bedoeling de god<br />
Hermes te eren, als beschermer van wegen en reizigers.<br />
De Romeinse hermen zijn vaak versierd met<br />
koppen en nog op verschillende plaatsen in het Rijndal<br />
te zien.<br />
Op het einde van de 80-jarige oorlog hadden de<br />
Nederlanders belangrijke gebieden in Zuid-Limburg<br />
terugveroverd op de Spanjaarden, waardoor <strong>Heerlen</strong><br />
onder staatsbewind kwam, terwijl omringende dorpen<br />
als Schaesberg en Hoensbroek Spaans bleven en<br />
vanaf 1713 Oostenrijks werden. Om hier de grenzen<br />
veilig te stellen, plaatste men op diverse belangrijke<br />
plaatsen grenspalen. Deze palen deden dienst als<br />
demarcatie.<br />
In de tuin van het Thermenmuseum te <strong>Heerlen</strong> staat<br />
een van deze grenspalen. De grenspaal met het<br />
Hollandse wapen en het Oostenrijkse wapen dateert<br />
van na 1713. Wat we nu aangeven als Limburg, zowel<br />
het Nederlandse deel als het Belgische deel, was na<br />
de vrede van Munster in 1648, een groot lappendeken<br />
van allerlei staten en onafhankelijke gebieden met<br />
enclaves en exclaves en dit alles verweven in grillige<br />
vormen. Pas in 1843 werden de grenzen definitief<br />
geregeld.<br />
Deze grenspaal is vanwege zijn historische waarde een<br />
rijksmonument.<br />
The Romans copied the use of these stone columns<br />
from the Greek. They were meant to honour the god<br />
Hermes the protector of roads and travellers.<br />
The Roman herms are often decorated with heads<br />
and can still be seen on different locations in the<br />
Rhine valley.<br />
At the end of the Eighty Years’ War the Dutch had<br />
recaptured important areas in Southern Limburg from<br />
the Spaniards, making <strong>Heerlen</strong> become subject to<br />
Dutch sovereignty whereas surrounding villages such<br />
as Schaesberg and Hoensbroek remained Spanish and<br />
Austrian as from 1713. In order to safeguard the<br />
borders here, boundary stones were positioned at<br />
several important locations. These stones served as<br />
demarcation.<br />
In the garden of the <strong>Heerlen</strong> Thermae Museum there is<br />
one of these boundary stones. The boundary stone<br />
with the Dutch and the Austrian coat of arms is dated<br />
after 1713. After the Peace of Munster in 1648 the area<br />
we now refer to as Limburg, both the Dutch part as<br />
well as the Belgium part, was a hotchpotch of all kind<br />
of states and independent territories with enclaves<br />
and exclaves and all interwoven in craggy patterns.<br />
Only in 1843 the borders were officially set.<br />
Because of it's historic value this boundary stone is<br />
now a national monument.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
SIGARENWINKEL GEMMEKE<br />
Geleenstraat 55, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Winkel<br />
Bouwjaar: 1900<br />
Architect: S.H.J. Seelen<br />
Monumentnr.: 512777<br />
TOBACCONIST’S GEMMEKE<br />
Geleenstraat 55, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Shop<br />
Year of construction: 1900<br />
Architect:<br />
S.H.J. Seelen<br />
Monument no.: 512777<br />
105<br />
Het woonhuis is gebouwd rond 1900 in neogotische<br />
stijl en maakte deel uit van een lintbebouwing. In 1936<br />
is het door Jozef en Jos Seelen gedeeltelijk verbouwd<br />
tot winkel. De vloer is daarvoor verlaagd. Het pand is<br />
bij veel <strong>Heerlen</strong>aren bekend als de ‘sigarenwinkel<br />
Gemmeke’. Tegenwoordig is in het pand een goudsmid<br />
gevestigd.<br />
The house was built around 1900 in a Neogothic style<br />
and is part of ribbon development. In 1936 Jozef<br />
and Jos Seelen partly rebuilt it into a shop. For this<br />
purpose the floor was lowered. Among a large part<br />
of the population of <strong>Heerlen</strong> the property is known as<br />
‘tobacconist’s Gemmeke’. Today the building accommodates<br />
a goldsmith.<br />
De straatgevel heeft links een iets naar voor geschoven<br />
volume (risaliet). Deze wordt aan weerszijden<br />
begrensd door natuursteen met staande tand. Door<br />
dit volume kan een as worden getrokken waarmee alle<br />
elementen in het midden onder elkaar kunnen worden<br />
geplaatst te beginnen bij de driedeling van de recente<br />
etalagepui tot de kruisbloem in de top.<br />
Rechts naast de risaliet bevindt zich de entree voorzien<br />
van een originele deur met gotisch paneel,<br />
glas-in-lood raam en smeedijzeren rooster.<br />
Het bovenlicht heeft een hardstenen ‘ezelsrugbooglijst’<br />
met drie rondboogvensters en glas-in-lood,<br />
hogels en een kruisbloem. In de tweede laag ligt een<br />
balkon van hardsteen op vier versierde consoles.<br />
De balustrade heeft een verfraaiing in de vorm van<br />
een driepas.<br />
De risaliet wordt beëindigd door een topgevel. In de<br />
topgevel bevindt zich een kruiskozijn met luiken, een<br />
natuurstenen ornament en een waterlijst op goothoogte.<br />
De topgevel is bekleed met hogels en een<br />
kruisbloem. Rechts op het dak is een kleine houten<br />
dakkapel met beschot.<br />
De structuur van het interieur is nog intact. Waardevolle<br />
interieuronderdelen zijn onder meer de hal<br />
met lambrisering, het fraaie trappenhuis, houten<br />
klapdeuren in de rondboog en plafonds met decoratief<br />
stucwerk.<br />
On the left side the house-front has a slightly protruded<br />
volume (risalit). The latter is bounded on both<br />
sides by natural stone in heading course. Through this<br />
volume an axis may be drawn which allows all elements<br />
to be centred and put underneath each other,<br />
to start with the threefold division of the recent<br />
shopfront up to the finial at the top.<br />
On the right side of the risalit there is the entrance<br />
with its original door with Gothic panel, stained glass<br />
window and cast-iron grid. The transom window has a<br />
bluestone ‘saddleback coping archivolt’ with three<br />
round arch windows and stained glass, crockets and a<br />
finial. On the second layer there is a bluestone balcony<br />
placed on four decorated consoles. The balustrade has<br />
a decoration in the shape of a trefoil.<br />
The risalit is ended by a gable end. On the gable end<br />
there is a cross framework with shutters, a natural<br />
stone ornament and a drip at gutter height. The gable<br />
end is covered with crockets and a finial. On the right<br />
side of the roof there is a small wooden panelled<br />
dormer window.<br />
The structure of the interior is still intact. Valuable<br />
interior elements are the hall with wainscoting,<br />
the beautiful staircase, wooden swing doors in the<br />
round arch and ceilings with decorative stucco.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
VILLA DUYSENS<br />
Honigmannstraat 59, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Woning<br />
Bouwjaar: 1919<br />
Architect: J. Stuyt<br />
Monumentnr.: 512781<br />
DUYSENS VILLA<br />
Honigmannstraat 59, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Residence<br />
Year of construction: 1919<br />
Architect:<br />
J. Stuyt<br />
Monument no.: 512781<br />
106<br />
De Honigmannstraat maakt deel uit van het stratenpatroon<br />
van <strong>Heerlen</strong> tussen de middeleeuwse kern<br />
en de spoorbaan, dat ook wel het stationskwartier<br />
wordt genoemd. In het begin van de 20 e eeuw was<br />
dit een woonwijk voor de urbane elite. Dit woonhuis,<br />
ontworpen voor veearts Duysens, oogt als een<br />
vrijstaande villa, maar was deel van een doorlopende<br />
straatwand. Het pand van rode baksteen staat op een<br />
plint, heeft twee bouwlagen en een schilddak.<br />
Onder de dakgoot-betimmering met houten klossen<br />
bevindt zich een witte fries van stucwerk, kenmerkend<br />
voor verschillende villa’s van Stuyt (1868-1934).<br />
De voorgevel is symmetrische ingedeeld in drie<br />
traveeën. De middelste travee vormt de entourage<br />
voor de entreepartij en het daarboven uitstekende<br />
balkon. De andere twee traveeën omvatten kozijnen<br />
in een iets verdiept gelegen gevelvlak. De vensters in<br />
de eerste laag en de dubbele balkondeur liggen in<br />
een rondboognis. De witte boogtrommels zijn<br />
gedecoreerd met tegeltableaus bestaand uit witte<br />
en zwarte stenen in ruitvorm. Door deze driedeling<br />
laten zich denkbeeldige lijnen tekenen die structuurbepalend<br />
zijn in het ontwerp. De gevel heeft een<br />
verticale blok- en muizentandversiering van baksteen,<br />
gelegen op en naast de hoeklisenen.<br />
Waardevolle interieuronderdelen zijn onder meer<br />
de marmeren haardlijsten, het originele trappenhuis<br />
met gedraaide spijlen, de boog in de grote gang en<br />
de tussendeur bij de hoofdentree met in glas geslepen<br />
slang en lepel van de dokter.<br />
De stadsvilla bezit cultuurhistorische waarde als<br />
voorbeeld van een woon- en praktijkruimte voor een<br />
veearts gebouwd in het Interbellum in het centrum<br />
van <strong>Heerlen</strong>.<br />
The Honigmannstraat is part of the <strong>Heerlen</strong> street<br />
pattern between the medieval centre and the railway,<br />
also called the ‘station quarter’. In the beginning of<br />
the 20th century this was a residential area for the<br />
urban elite. This residence designed for veterinarian<br />
Duysens, looks like a detached villa, but was part of a<br />
continuous street line. The building of red brick is<br />
placed on a plinth and has two construction levels and<br />
a hipped roof.<br />
Below the gutter boarding with wooden blocks there<br />
is a white frieze of stuccowork which is characteristic<br />
of several of Stuyt’s (1868-1934) villas.<br />
The front facade is symmetrically divided into three<br />
bays. The middle bay is the entourage for the entrance<br />
part of the house and its projecting balcony above.<br />
The other two bays contain window frames in a<br />
somewhat retracted facade surface. The windows on<br />
the first construction layer and the double balcony<br />
door are situated in an arched bay.<br />
The white arch drums are decorated with tile patterns<br />
consisting of white and black stones in a diamond<br />
shape. This tripartition allows the drawing of fictitious<br />
lines that are decisive for the structure in the design.<br />
The facade has a vertical block- and mouse tooth<br />
decoration of brick positioned on and next to the<br />
corner pilasters.<br />
Valuable interior components are the marble fireplace<br />
cornices, the original staircase with twisted banisters,<br />
the arch in the large hallway and the dividing door<br />
near the main entrance with the doctor’s snake and<br />
spoon cut in class.<br />
The urban villa is of cultural-historical value as a<br />
residence and surgery for a veterinarian built during<br />
the Interbellum in the centre of <strong>Heerlen</strong>.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
ROYAL<br />
Stationsplein 5, <strong>Heerlen</strong><br />
ROYAL<br />
Stationsplein 5, <strong>Heerlen</strong><br />
107<br />
Huidige functie: Bioscoop<br />
Bouwjaar: 1937<br />
Architect: F.P.J. Peutz en J. Bongaerts<br />
Monumentnr.: 512791<br />
Current function: Cinema<br />
Year of construction: 1937<br />
Architect:<br />
F.P.J. Peutz and J. Bongaerts<br />
Monument no.: 512791<br />
De bioscoop ontleende zijn vorm aan een, door<br />
landwegen gevormd, wigvormige kavel gelegen<br />
op de hoek van het stationsplein.<br />
The cinema derives its shape from a, by country roads<br />
formed, wedge-shaped parcel of land, situated on<br />
the corner of the station square.<br />
Typisch is de ronde lijn van de voorgevel met reeksen<br />
gekoppelde vensters. Kenmerkend is ook het egale<br />
pleisterwerk en de krachtige dakreclame met neonletters.<br />
De architectuur heeft een opmerkelijke plasticiteit.<br />
Het torentje met projectiecabine, de uitkraging<br />
op de eerste verdieping, de omranding van de nooduitgangen<br />
en de teruggelegen entree spelen daarbij<br />
een prominente rol.<br />
De plattegrond is driehoekig met daarbinnen een<br />
ovale figuratie van sierlijke lijnen, waarbij rechte<br />
hoeken meestal ontbreken. Kenmerkend is enerzijds<br />
een monumentale klassieke opzet met een centrale<br />
as en anderzijds een onorthodoxe aanpassing aan<br />
de ruimtelijke mogelijkheden van de plek. Zo zijn de<br />
zaal en het portaal sterk symmetrisch en is de hal een<br />
ongelijkmatige ruimtevorm die als het ware met de<br />
wijzers van de klok mee stroomt naar de foyer.<br />
De originele lambrisering sluit aan op deze beweging.<br />
Paddenstoelkolommen staan in de foyer en de entreehal.<br />
Een constructie van stalen vakwerkspanten draagt<br />
het dak. De grote zaal had oorspronkelijk 1.018 zitplaatsen<br />
en een toneel met orkestbak. Het schelpvormig<br />
plafond in de zaal zorgt voor indirecte lichttoetreding.<br />
Het ventilatiesysteem voor de zaal is<br />
speciaal voor dit ontwerp ontwikkeld.<br />
De opdrachtgever van Bergen speelde in op het<br />
nieuwe vermaak, een reizende bioscoop, dat aan<br />
het einde van de 19 e eeuw zijn intrede had gedaan.<br />
Typical is the round course of the front facade with<br />
rows of connected windows. Also characteristic is<br />
the smooth plasterwork and the powerful roof<br />
advertising with neon letters. The architecture shows<br />
a remarkable plasticity. The small tower with projection<br />
cabin, the cantilevering at the first floor,<br />
the frames of the emergency exits and the retracted<br />
entrance play a prominent role in this plasticity.<br />
The floorplan is triangular and includes an oval<br />
figuration with elegant lines, in which straight angles<br />
are often absent. Characteristic on the one hand is<br />
a monumental classic design with a central axis and<br />
on the other hand an unorthodox adaptation to<br />
the three-dimensional possibilities of the place.<br />
For example the theatre and the portal are highly<br />
symmetrical and the hall is an irregular spatial form<br />
which seems to flow, almost in clockwise fashion,<br />
towards the foyer. The original panelling matches<br />
this flow.<br />
There are mushroom pillars in the foyer and in<br />
the entrance hall. The roof is supported by a steel<br />
construction of half-timbered frames. The main<br />
theatre originally had 1,018 seats and a stage with<br />
an orchestra pit. The conchiform ceiling of the theatre<br />
allows for indirect light transmission. The ventilation<br />
system for the theatre has been especially developed<br />
for this design.<br />
Van Bergen, who commissioned the construction,<br />
anticipated the new type of entertainment, a travelling<br />
cinema, which had its advent around the end of<br />
the 19th century.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
APOTHEEK CLAESSENS<br />
Bongerd 2, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Apotheek<br />
Bouwjaar: 1918<br />
Architect: M.P.J.H. Klijnen<br />
Monumentnr.: 512771<br />
CLAESSENS’ PHARMACY<br />
Bongerd 2, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Pharmacy<br />
Year of construction: 1918<br />
Architect:<br />
M.P.J.H. Klijnen<br />
Monument no.: 512771<br />
108<br />
De apotheek toont met abstracte lijnen en opvallend<br />
kleurgebruik een zekere verwantschap met de kunstbeweging<br />
“De Stijl”. Het gebouw komt, door gebruik<br />
van baksteen, op het eerste gezicht traditioneel over.<br />
Toch zou het, als je de koeltorens buiten beschouwing<br />
laat, kunnen worden aangemerkt als een van de eerste<br />
moderne gebouwen in Parkstad Limburg.<br />
The pharmacy with its abstract lines and its striking<br />
use of colour shows a certain affinity with the “De<br />
Stijl” art movement. Due to the use of brick the<br />
building looks traditional at first sight. However,<br />
leaving aside the cooling towers, it could be considered<br />
as one of the first modern buildings in Parkstad<br />
Limburg.<br />
Het gebouw maakt deel uit van de gesloten pleinwand<br />
aan de Markt en heeft een rechthoekige plattegrond in<br />
drie bouwlagen met een zadeldak. In de gevels<br />
bevinden zich rechthoekige houten deuren en vensters<br />
met bovenlichten en een horizontale roedeverdeling.<br />
Boven en onder de gevelopeningen zijn doorschietende<br />
luifels aangebracht in verschillende breedten.<br />
De uitgekiende verspringing van de kozijnen,<br />
de vooruitgeschoven etalage en de terugliggende<br />
entresol geven aan het geheel een ongewone plastiek.<br />
Uitgangspunt is een spiraalsgewijze verdraaiing van<br />
de voorgevel die terugkomt in de plaats van het<br />
trappenhuis. De entresol verbindt de volle breedte<br />
van het pand, waardoor het dak lijkt te zweven<br />
Links bevindt zich een laag venster en rechts een<br />
dakkapel gelegen tussen luifels en de overstekende<br />
goot.<br />
Klijnen (1887-1973) decoreerde de gevel met goudgele<br />
bollen en rode richels. Daarnaast gebruikte hij consoles<br />
en houten lijsten in de paarsbruine kleur van<br />
het metselwerk. Op de gevel bevindt zich een naambord<br />
met de aanduiding ‘Apotheek’ en de afbeelding<br />
van een vijzel in hetzelfde design als de hele voorgevel.<br />
Dit monument kreeg internationale bekendheid<br />
doordat Prof. J.J.P. Oud in 1921 wees op dit bijzonder<br />
pand in de binnenstad van <strong>Heerlen</strong> (gepubliceerd in<br />
het Duitse tijdschrift ‘Frühlicht’ van Bruno Taut).<br />
The building is part of the closed Markt square wall<br />
and it has a rectangular floorplan with three construction<br />
layers and a saddle roof. In the facades there are<br />
rectangular wooden doors and windows with horizontally<br />
panelled transom windows.<br />
Above and below the facade openings protruding<br />
penthouses have been created in different widths.<br />
The cleverly staggered window frames, the protruding<br />
shop-window and the retracted entresol result in an<br />
unusual plasticity of it all. Starting point is a spirally<br />
twisting front facade which comes back at the location<br />
of the staircase. The entresol connects the full<br />
width of the building making the roof seem to float.<br />
On the left there is a low window and on the right a<br />
dormer window positioned between penthouses and<br />
a projecting gutter.<br />
Klijnen (1887-1973) decorated the facade with yellowgold<br />
spheres and red ledges. He also used consoles<br />
and wooden frames in the purple-brown colour of<br />
the masonry. On the facade there is a nameplate<br />
stating ‘Apotheek’ (Pharmacy) and the image of a<br />
mortar in the same design as the entire front facade.<br />
This monument got international exposure because<br />
Prof. J.J.P. Oud in 1921 referred to this extraordinary<br />
building in the centre of <strong>Heerlen</strong> (published in the<br />
German magazine ‘Frühlicht’ by Bruno Taut).<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
STADHUIS<br />
Geleenstraat 27, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Stadhuis<br />
Bouwjaar: 1936-1938<br />
Architect: F.P.J. Peutz<br />
Monumentnr.: 512776<br />
TOWN HALL<br />
Geleenstraat 27, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Town hall<br />
Year of construction: 1936-1938<br />
Architect:<br />
F.P.J. Peutz<br />
Monument no.: 512776<br />
109<br />
Het gebouw staat in het centrum van <strong>Heerlen</strong>, gedeeltelijk<br />
op de plaats van het voormalige stadhuis, maar<br />
richt zich van het centrum af. Het stadhuis is kenmerkend<br />
voor de ontwikkeling die <strong>Heerlen</strong> in de eerste<br />
helft van de 20 e eeuw meemaakte van kleine stad naar<br />
energiehoofdstad van Nederland. Naast het stadhuis<br />
stond een hotel en het warenhuis V&D, uit 1958, later<br />
verbouwd tot stadskantoor, met een entree tussen<br />
beide panden.<br />
The building is situated in the centre of <strong>Heerlen</strong>, partly<br />
at the location of the former town hall, but faces away<br />
from the centre. The town hall is characteristic for<br />
the development of <strong>Heerlen</strong> during the first half of<br />
the 20th century from a small town to energy capital<br />
of the Netherlands. Next to the townhall was a hotel<br />
and the V&D department store, from 1958, later<br />
renovated into municipal office, with an entrance<br />
between both buildings.<br />
Het blokvormige stadhuis heeft hoofdzakelijk een<br />
rechthoekige plattegrond. Het pand is gelegen op<br />
een aflopend terrein, waardoor het souterrain van<br />
het representatieve deel op gelijke hoogte ligt met<br />
de eerste bouwlaag van het administratieve gedeelte.<br />
Beide delen zijn geconcentreerd rond een centrale hal.<br />
Opvallend is de brede trap in de ontvangstruimte en<br />
de gesloten raadszaal met uitsluitend licht van boven.<br />
De gevels zijn bekleed met een gelige Franse zandsteen.<br />
In de gevels bevinden zich vierkante en rechthoekige<br />
stalen (recent aluminium) vensterkozijnen.<br />
De plaats van de venster- en deuropeningen in<br />
de gevel zijn gebaseerd op de gulden snede verhoudingen.<br />
Op de hoek van de linkerzijgevel staan twee<br />
Romeinse zuilen met bekroning, waarop weer twee<br />
zuilen staan. Dit verwijst naar het Romeinse kruispunt<br />
dat hier ooit was.<br />
De voorgevel van het administratieve deel bevindt<br />
zich aan de Geleenstraat. Centraal in de gevel is een<br />
vlaggenstandaard in de vorm van een Pancratiusbeeld<br />
van Charles Vos. In het administratieve gedeelte van<br />
het stadhuis bevinden zich vier panelen van Joep<br />
Nicolas gemaakt in 1935-1936, ter herinnering aan<br />
“burgemeester Hesselle”; “priester/staatsman Willem<br />
Nolens”; “Fr. en C. Honigmann, pioniers van het<br />
<strong>Heerlen</strong>se mijnwezen” en “Henri Sarolea, bouwer van<br />
den zuider spoorweg”.<br />
The block-shaped town hall has a predominantly<br />
rectangular floor plan. The building is situated on<br />
sloping ground, causing the basement of the representative<br />
section to be on the same level as the first<br />
level of the administrative section.<br />
Both sections are centred around a central hall.<br />
A striking element is the broad staircase in the reception<br />
area and the closed council chamber which only<br />
has light from above.<br />
The facades are clad in yellowish French sandstone.<br />
In the facades there are square and rectangular steel<br />
(recently aluminium) window frames. The location<br />
of the window- and door openings are based on<br />
the Golden Ratio proportions. On the corner of the<br />
left-hand side facade there are two Roman pillars<br />
with crowning, on top of which are another two pillars.<br />
A clear reference to the Roman intersection that once<br />
was here.<br />
The facade of the administrative section is situated<br />
on the Geleenstraat. Central element of the facade is<br />
a flagstaff in the shape of a Pancras statue by Charles<br />
Vos. In the administrative section of the town hall<br />
there are four panels by Joep Nicolas created in<br />
1935-1936, in remembrance of “mayor Hesselle”;<br />
“priest/statesman Willem Nolens”; “Fr. and C. Honigmann,<br />
pioneers of the <strong>Heerlen</strong> mines” and “Henri<br />
Sarolea, builder of the Southern Railway”.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
VOORMALIG WARENHUIS<br />
Dr. Poelsstraat 8, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Kantoorgebouw<br />
Bouwjaar: 1939<br />
Architect: D. Brouwer<br />
Monumentnr.: 512799<br />
FORMER DEPARTMENT<br />
STORE<br />
Dr. Poelsstraat 8, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Office building<br />
Year of construction: 1939<br />
Architect:<br />
D. Brouwer<br />
Monument no.: 512799<br />
110<br />
De onderdelen waaruit het gebouw is samengesteld:<br />
warenhuis, restaurant en kantoor hebben elk een<br />
eigen architectonische uitwerking. Het warenhuis<br />
vormt het grootste volume en heeft aan de Dr. Poelsstraat<br />
een gesloten wand. Aan de Raadhuispleinzijde<br />
bevindt zich een grote pui met veel glas. Het pand telt<br />
drie, deels vier bouwlagen en wordt afgedekt met<br />
platte daken. Het voormalige warenhuis is stilistisch<br />
ontworpen en van belang als vertegenwoordiger van<br />
de Nieuwe Zakelijkheid.<br />
The elements of which the building has been composed:<br />
department store, restaurant and office, each<br />
have their own architectural effect. The department<br />
store has the largest volume and has a closed wall<br />
at the side of the Dr. Poelsstraat. At the side of the<br />
Raadhuisplein (town hall square) there is a large shop<br />
front with much glass. The building has three, partly<br />
four levels and is covered with flat roofs. The former<br />
department store was designed stylistically and is an<br />
important representative of the New Objectivity.<br />
De HEMA (Hollandsche Eenheidsprijzen Maatschappij)<br />
wilde aanvankelijk naast de Pancratiuskerk bouwen,<br />
ter plaatse van het toenmalige neoromantische<br />
postkantoor. De Schoonheidscommissie vond<br />
het gebouw niet passen in het stadshart.<br />
Doorslaggevend was wellicht het advies van de<br />
bekende stedenbouwkundige Cor van Eesteren<br />
(1897-1988) om met de HEMA, als een van de bouwstenen,<br />
het moderne Raadhuisplein vorm te geven.<br />
Dirk Brouwer (1899-1941) werkte voor de warenhuisketens<br />
HEMA en Bijenkorf. Hij was verzetsman en is<br />
tijdens de oorlog geëxecuteerd. Opvallend is dat hij<br />
zijn zakelijke stijl expressie gaf door toepassing van<br />
decoratieve elementen zoals brede overstekende<br />
luifels, in- en uitspringende bouwdelen en gebogen<br />
dak- en gevelelementen. Interessant zijn de witte<br />
tegels waarmee het gebouw is bekleed.<br />
Het pand is vaker verbouwd. Bij de renovatie door Ton<br />
Vandenbergh Architekten (1998), heeft met name<br />
de gevel aan de Dr. Poelsstraat de oorspronkelijke<br />
indeling teruggekregen.<br />
In 2013 wordt het pand kantoorruimte voor Wonen<br />
Zuid. Erol Öztan ontwierp een nieuw interieur waarbij<br />
de authentieke trappenhuizen en de etalages redelijk<br />
in tact zijn gebleven.<br />
Originally the HEMA (Dutch Association for Uniform<br />
Pricing) wanted to build next to the Pancras Church,<br />
at the site of the then neo-romantic post-office. The<br />
Building Aesthetics Committee decided that the<br />
building would not fit in the city centre.<br />
Decisive may have been the advice of the well-known<br />
urban planning specialist Cor van Eesteren (1897-1988)<br />
to use the HEMA as one of the building blocks for<br />
the modern Raadhuisplein.<br />
Dirk Brouwer (1899-1941) worked for the HEMA and<br />
Bijenkorf department stores. He was a member of<br />
the resistance and was executed during the war.<br />
It is striking that he expressed his realistic style by<br />
applying decorative elements such as broad overhanging<br />
porches, set back and protruding construction<br />
parts and arched roof and facade elements.<br />
Of interest are the white tiles that clad the building.<br />
The building underwent multiple renovations. As part<br />
of the renovation by Ton Vandenbergh Architects<br />
(1998), in particular the facade at the Dr. Poelsstraat<br />
got back its original arrangement.<br />
In 2013 the building becomes office space for Wonen<br />
Zuid. Erol Öztan designed a new interior in which<br />
the authentic staircases and shopping windows<br />
have remained reasonably intact.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
WINKELHUIS KNEEPKENS<br />
Dr. Poelsstraat 23, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Atelier<br />
Bouwjaar: 1939<br />
Architect: F.P.J. Peutz<br />
Monumentnr.: 512801<br />
KNEEPKENS DEPARTMENT<br />
STORE<br />
Dr. Poelsstraat 23, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Atelier<br />
Year of construction: 1939<br />
Architect:<br />
F.P.J. Peutz<br />
Monument no.: 512801<br />
111<br />
Dit warenhuis werd door een passage verbonden met<br />
de oorspronkelijke stoffenwinkel aan de Akerstraat.<br />
Deze doorgang voor voetgangers was in het oude<br />
<strong>Heerlen</strong> een veel voorkomende karakteristieke<br />
stedenbouwkundige oplossing om oude gebouwen<br />
met nieuwe te verbinden.<br />
Het gebouw vertoont architectonische overeenkomsten<br />
met SCHUNCK* Glaspaleis, zoals vliesgevels en<br />
paddenstoelkolommen. Het wordt daarom ook wel<br />
het kleine Glaspaleis genoemd.<br />
Met name de technische installaties waren bij de<br />
oplevering een noviteit. De warme-lucht-verwarming,<br />
de luchtconditionering en het menglicht dat zonlicht<br />
benaderde, verhoogde het aangenaam winkelen voor<br />
de klanten. De ronde ramen in de zijgevel zijn een<br />
recente toevoeging.<br />
Het winkelhuis heeft een onregelmatige L-vormige<br />
plattegrond in vier bouwlagen, een souterrain en<br />
een plat dak. De niet beglaasde gevels zijn wit<br />
gepleisterd. De voorgevel aan de Dr. Poelsstraat heeft<br />
in de eerste bouwlaag een centraal gelegen entree<br />
met aan weerszijden etalages. De tweede en derde<br />
bouwlaag zijn voorzien van een over de verdiepingen<br />
doorlopende vliesgevel met aluminium profielen,<br />
hoofdzakelijk met verticale roedeverdeling.<br />
Deze nieuwe vliesgevel is omstreeks 1990 geplaatst<br />
voor de oorspronkelijke vliesgevel met stalen profielen.<br />
De vierde bouwlaag heeft een setback achter een<br />
teruggelegde borstwering. De rechterzijgevel is blind<br />
en loopt, via een knik in de gevel, door in een trappenhuis<br />
met vier brede stalen ramen.<br />
Het pand werd gerenoveerd door Ton Vandenbergh<br />
Architekten in 2007 en huisvest momenteel het atelier<br />
van de <strong>Heerlen</strong>se kunstenaar Theo Lenartz (1937).<br />
This department store was connected to the original<br />
draper’s shop at the Akerstraat. In the old <strong>Heerlen</strong><br />
this pedestrian passage was a frequently seen characteristic<br />
urban developmental solution for connecting<br />
old buildings to new ones.<br />
The building has architectural similarities with<br />
SCHUNCK* Glaspaleis, such as curtain walls and<br />
mushroom columns. It is only logical that it is also<br />
called the small Glaspaleis.<br />
Particularly the technical installations were a novelty<br />
at the time of its completion. The hot-air heating,<br />
the air-conditioning and its mixed lighting which<br />
resembled sunlight, increased the experience of<br />
pleasant shopping for the customers. The round<br />
windows in the side facade were added more recently.<br />
The department store has an irregular L-shaped floor<br />
plan in four floors, a basement and a flat roof.<br />
The non-glass facades have been plastered white.<br />
On the first construction layer the front facade at<br />
the Dr. Poelsstraat has a centrally positioned entrance<br />
with shopping windows on both sides. The second<br />
and third construction layers are clad with an all floors<br />
covering continuous curtain wall with aluminium<br />
profiles, predominantly with a vertical glazing bars<br />
arrangement. Around 1990 this new glass curtain wall<br />
facade has been positioned before the old curtain wall<br />
facade with its steel profiles. The fourth construction<br />
layer has a setback with a retracted balustrade.<br />
The right side facade is blind and, via a bend in the<br />
facade, continues in a staircase with four broad steel<br />
windows.<br />
The building was renovated by Ton Vandenbergh<br />
Architects in 2007 and currently accommodates<br />
the atelier of the <strong>Heerlen</strong> artist Theo Lenartz (1937).<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
WIJNHANDEL THISSEN<br />
Geleenstraat 7, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Modehuis<br />
Bouwjaar: 1939<br />
Architect: F.P.J. Peutz<br />
Monumentnr.: 512802<br />
WINESHOP THISSEN<br />
Geleenstraat 7, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Fashion house<br />
Year of construction: 1939<br />
Architect:<br />
F.P.J. Peutz<br />
Monument no.: 512802<br />
112<br />
In de oudheid liep een tracé van de Romeinse<br />
heirbaan, de ‘Via Belgica’, parallel aan de huidige<br />
Geleenstraat. Op kaarten uit de 19 e eeuw heeft de<br />
“de grooten weg van Aken naar Maastricht” op deze<br />
plaats een gesloten lintbebouwing. Op voorstel van<br />
stedenbouwkundig adviseur Klijnen (1887-1973) werd<br />
de bebouwing langs de Geleenstraat rigoureus<br />
opengebroken en de Saroleastraat doorgetrokken<br />
in de richting van het huidige Raadhuisplein.<br />
Deze verlenging heet nu Dr. Poelsstraat. Op de<br />
hoek van deze straat en de Geleenstraat werd<br />
de wijnhandel gebouwd.<br />
Het ontwerp bevat elementen van de Nieuwe Zakelijkheid,<br />
zoals de kubische vorm, een strakke stijl en het<br />
platte dak. Er zijn ook stalen ramen met kruiselings<br />
en verticaal aangebrachte roedeverdeling. In de twee<br />
straatgevels zitten naast de grote vierkante ramen,<br />
kleinere en smallere ramen in een heel ander ritme.<br />
Daar waar de twee gevels samen komen is de winkelentree<br />
gemaakt. De entree met enkele deur is gelegen<br />
onder een naar buiten toe schuin oplopende latei.<br />
Dit monumentale detail gebruikte Peutz vaker.<br />
De afschuining werd over de volle hoogte voortgezet<br />
en maakt op de begane grondlaag een royaal gebaar<br />
naar de voetgangers. In de eerste laag zitten drie<br />
grote en een klein etalagevenster, hiernaast bevinden<br />
zich twee afzonderlijke ingangen naar de bovenwoningen.<br />
De gevels, aan de straatzijde, zijn bekleed met<br />
hardsteen. Evenals bij de detaillering van het stadhuis<br />
besteedde Peutz in het schetsontwerp voor deze<br />
drankhandel veel aandacht aan de materialisatie,<br />
de vormgeving van de verschillende formaten<br />
en de lijnvoering van lint- en stootvoegen.<br />
In ancient times the route of the Roman strategic<br />
military road, the ‘Via Belgica’, ran parallel to the<br />
current Geleenstraat. On 19th century maps “the great<br />
road from Aachen to Maastricht” showed closed<br />
ribbon development at this location. At the suggestion<br />
of urban developmental advisor Klijnen (1887-1973)<br />
the housing alongside the Geleenstraat was rigorously<br />
broken up and the Saroleastraat was extended in<br />
the direction of the current Raadhuisplein.<br />
This extension is now called Dr. Poelsstraat. On the<br />
corner of this street and the Geleenstraat the wineshop<br />
was built.<br />
The design contains elements of the New Pragmatism,<br />
such as its cubic form, an austere style and the flat<br />
roof. There are also steel windows with crosswise and<br />
vertically implemented panelling. On the two street<br />
side facades next to the large square windows, there<br />
are also smaller and narrower windows placed in an<br />
entirely different rhythm.<br />
At the joining of the two facades the shop entrance<br />
was positioned. The single-door entrance is situated<br />
under an outwardly directed slightly sloping lintel.<br />
This monumental detail was frequently used by Peutz.<br />
The sloping aspect was continued for the full length<br />
and made a grand gesture to the pedestrians on<br />
ground level. On the first level there are three large<br />
and one small shop windows, with next to them two<br />
independent entrances to the upstairs apartments.<br />
The facades on the street side are covered in bluestone.<br />
Just as with the detailing of the city hall Peutz<br />
paid great attention to the materialisation, the styling<br />
of the different formats and the lining of the joints and<br />
butt joints in the concept design for this wineshop.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
ST. PANCRATIUSKERK<br />
Pancratiusplein 45, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Kerk<br />
Bouwjaar: 12 e eeuw<br />
Architect: Onbekend<br />
Restauratie: 1901-1903 (J. Cuypers)<br />
Monumentnr.: 21228<br />
SAINT PANCRAS CHURCH<br />
Pancratiusplein 45, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Church<br />
Year of construction: 12th century<br />
Architect:<br />
Unknown<br />
Restauration:<br />
1901-1903 (J. Cuypers)<br />
Monument no.: 21228<br />
113<br />
Deze stenen kerk werd in de 12 e eeuw gebouwd en lag<br />
toen waarschijnlijk al binnen de muren en de grachten<br />
van het fort.<br />
In 1049 (zoals vermeld in een oorkonde uit 1065)<br />
was er al sprake van een Andreaskapel. Een aantal<br />
stijlkenmerken zijn Romaans. Rond 1390 werd naast<br />
de kerk een verdedigingstoren gebouwd die later<br />
deel zou gaan uitmaken van de kerk.<br />
This stone church was built in the 12th century and<br />
at that time probably was already situated within<br />
the walls and moats of the fortress.<br />
In 1049 (as stated in a charter dated 1065) an Andreas<br />
chapel already existed. A number of its style features<br />
are Romanesque. Around 1390 a defence tower was<br />
built next to the church, which later would become<br />
part of the church.<br />
Eind 12 e eeuw werd <strong>Heerlen</strong> kerkelijk losgemaakt van<br />
de Sint Laurentiuskerk in Voerendaal en werd de Sint<br />
Pancratiusparochie opgericht. De bouw van de kerk<br />
moet omstreeks deze tijd zijn begonnen.<br />
In de periode 1649-1830 maakten de rooms-katholieken<br />
en de protestanten gezamenlijk gebruik van<br />
het kerkgebouw, totdat hier in 1830 een einde aan<br />
kwam onder invloed van de Belgische Opstand.<br />
De protestanten werd de toegang ontzegd en zij<br />
moesten vanaf toen gebruikmaken van een eigen<br />
kerkgebouw.<br />
Door de eeuwen heen is er veel verbouwd en bijgebouwd.<br />
Het meest ingrijpend was een vergroting in<br />
1901-1903, ontworpen door de architect Jos Cuypers.<br />
Hierbij moest het neogotische koor uit 1863 wijken<br />
voor een transept met vieringtoren en een nieuw koor,<br />
alles in neoromaanse stijl.<br />
Tijdens de Tweede Wereldoorlog liep de kerk schade<br />
op die onder leiding van architect Frits Peutz werd<br />
hersteld.<br />
In 1961 werd aan de zuidzijde van de kerk een sacristie<br />
en een doopkapel bijgebouwd. In 2009 en 2010 vond<br />
nog een grote restauratie plaats van het gehele<br />
interieur.<br />
In de kerk is veel bijzondere kunst aanwezig zoals<br />
Maria met Kind uit 1400 en gebrandschilderde ramen<br />
van veel recentere datum.<br />
By the end of the 12th century there no longer was<br />
a clerical relationship between <strong>Heerlen</strong> and the St.<br />
Laurence Church in Voerendaal and the Saint Pancras<br />
parish was founded. The building of the church must<br />
have started round about that time.<br />
In the period 1649-1830 the Roman Catholics and<br />
the Protestants made joint use of the church building,<br />
until in 1830 the Belgian Revolution put an end to it.<br />
The Protestants were denied access and from that<br />
moment on, they had to make use of their own<br />
separate church building.<br />
Throughout the ages much has been rebuilt and<br />
added. The most radical change was the expansion<br />
in 1901-1903, by the architect Jos Cuypers.<br />
For this expansion to become successful the neo-<br />
Gothic choir from 1863 had to make way for a transept<br />
with a tower and a new choir, all in neo-Romanesque<br />
style.<br />
During the Second World War the church suffered<br />
damage which was restored under the guidance of<br />
the architect Frits Peutz.<br />
In 1961 the south side of the church was expanded<br />
by a sacristy and a baptistry. In 2009 and 2010 a large<br />
restoration of the entire interior took place also.<br />
Inside the church there are many fine pieces of art,<br />
such as Mary with Child from 1400 and stained-glass<br />
windows from a much more recent date.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
SCHELMENTOREN<br />
Pancratiusplein 44, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Verenigingslokaal<br />
Bouwjaar: 12 e eeuw<br />
Architect: Onbekend<br />
Monumentnr.: 21216<br />
PRISON TOWER FOR<br />
RASCALS<br />
Pancratiusplein 44, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Association hall<br />
Year of construction: 12th century<br />
Architect:<br />
Unknown<br />
Monument no.: 21216<br />
114<br />
De Schelmentoren is een van het oudste nog zichtbare<br />
gedeelte uit de middeleeuwse geschiedenis van<br />
<strong>Heerlen</strong>. Wellicht is het een verdedigbare woontoren<br />
geweest voor de Rijnlandse graven Van Are,<br />
de toenmalige heren van <strong>Heerlen</strong>.<br />
De verdiepingen dienden dan als woning, die in tijden<br />
van onrust kon worden afgesloten, onder andere door<br />
het weghalen van de ingang (ladder, trap) naar de<br />
eerste verdieping.<br />
Het rechthoekige gebouw is opgetrokken uit kolenzandsteen,<br />
Kunradersteen en baksteen en stamt uit de<br />
12 e eeuw.<br />
De aanbouw, met daarin een ronde spiltrap van hout,<br />
dateert uit latere eeuwen. Dit geldt eveneens voor<br />
de gehele westzijde en de reparaties aan de overige<br />
gevels die zijn uitgevoerd in baksteen en dateren uit<br />
de 18 e en 19 e eeuw.<br />
De dorpskern van Herle, centrum van een veel groter<br />
‘Land van Herle’, werd in de late middeleeuwen<br />
uitgebouwd tot een heuse ‘Kirchenfestung’ met een<br />
omwalling, grachten, poorten en veel ondergrondse<br />
bergruimten. De toren en zeker ook de Sint Pancratiuskerk<br />
met weerbare donjon (nu kerktoren)<br />
hebben deel uitgemaakt van dit verdedigingssysteem.<br />
De toren wordt na 1650 aangeduid als ‘Gevangentoren’.<br />
In de Franse Tijd (1795-1814) en de 19 e eeuw<br />
verandert er veel. De toren wordt onder andere<br />
gebruikt als ‘gemeentehuis’, vergaderplaats van het<br />
vredegerecht (voorloper kantongerecht).<br />
Het ‘Sjelmetureke’ verliest na 1850 geleidelijk zijn<br />
functie als gerechtshuis en gevangenis. De naam<br />
Schelmentoren raakt ingeburgerd, een naam die<br />
misschien pas 100 jaar oud is.<br />
Sedert de restauratie in 1975 wordt de Schelmentoren<br />
beheerd door de carnavalsvereniging de Winkbülle.<br />
The Schelmentoren (the Dutch word ‘schelm’ means<br />
rascal or villain) is one of the oldest still visible parts<br />
of the medieval history of <strong>Heerlen</strong>. It may have been<br />
a defendable tower house for the Rhinelandish counts<br />
of Van Are, the then lords of <strong>Heerlen</strong>.<br />
In those days, in times of turmoil, the floors, serving<br />
as residential areas, could be closed by removing the<br />
entrance (ladder, stairs) to the first floor.<br />
The rectangular building was built from coal sandstone,<br />
Kunrader stone and brick and originates from<br />
the 12th century.<br />
The annex, containing a wooden spiral staircase,<br />
finds its origin in later centuries. This also applies<br />
to the entire west side and the repairs to the other<br />
facades which are done in brickwork and go back<br />
to the 18th and 19th century.<br />
In the Late Middle Ages, the town centre of Herle,<br />
the centre of a much larger ‘Land van Herle’, was<br />
expanded into a real ‘Kirchenfestung (Church stronghold)’<br />
with walls, moats, gates and a large underground<br />
storage capacity. There is no doubt that the<br />
towers and also the Sint Pancratiuskerk (St. Pancras<br />
Church) with its defendable donjon (now the church<br />
tower) belonged to this defence system.<br />
After 1650 the tower is referred to as ‘Prison Tower’.<br />
During the French Period (1795-1814) and the 19th<br />
century great changes take place. The tower serves<br />
many purposes such as town hall, meeting place of<br />
the peace court (predecessor of the modern magistrates’<br />
court).<br />
After 1850 the ‘Sjelmetureke’ gradually loses its<br />
function as a court house and prison. The name<br />
‘Schelmentoren’ becomes an established name,<br />
a name that might only be 100 years old.<br />
Since its restauration in 1975 the Schelmentoren has<br />
been run by the carnival association the Winkbülle.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
GLASPALEIS<br />
Bongerd 18, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Culturele instelling<br />
Bouwjaar: 1933-1936<br />
Architect: F.P.J. Peutz<br />
Monumentnr.: 498137<br />
GLASS PALACE<br />
Bongerd 18, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Cultural organization<br />
Year of construction: 1933-1936<br />
Architect:<br />
F.P.J. Peutz<br />
Monument no.: 498137<br />
115<br />
Vanaf de jaren twintig werd het centrum van <strong>Heerlen</strong><br />
ingrijpend getransformeerd. Op initiatief van gemeentelijke<br />
bestuurders en particuliere opdrachtgevers<br />
ontstonden tal van grote en modern ogende gebouwen.<br />
Het Glaspaleis SCHUNCK* van architect Peutz is<br />
hiervan een van de meest geslaagde exemplaren. Dit<br />
destijds zeer moderne textielwarenhuis met als motto<br />
“Kwaliteit wint altijd” werd een van de iconen van de<br />
detailhandel in de Oude Mijnstreek. Op het dak werd<br />
de privé-woning van de heer Peter Schunck gebouwd.<br />
De organisatie van het gebouw, als een gestapelde<br />
markt met een vrij indeelbaar betonskelet, vertolkt<br />
een pioniersgeest, die door het moment van ontstaan<br />
in de crisistijd markant te noemen is.<br />
Het Glaspaleis is geïnspireerd op het project Les<br />
Grands Magasins Decré, geopend in 1929 in Nantes<br />
en ontworpen door Henri Sauvage.<br />
Peutz paste een dragende betonconstructie toe met<br />
paddenstoelkolommen. Dit systeem had als voordeel<br />
dat er gladde balkloze vloeren werden gebruikt. Deze<br />
vloeren weerkaatsen het licht beter en maakt volledig<br />
glazen invulling tussen plafond en vloer mogelijk.<br />
De buitenste rij kolommen werd op ruime afstand<br />
van de gevel geplaatst, zodat de vloeren uitkragen.<br />
De glasgevels werden schaduwloos aan de vloeren<br />
gehangen. Tussen de gevel en de vloerplaat werd een<br />
halve meter vrij gehouden. Hierdoor ontstond een<br />
zogenaamde klimaatgevel die natuurlijke ventilatie<br />
mogelijk maakt. Door de toepassing van vliesgevels<br />
komen de fraaie paddenstoelkolommen mooi tot hun<br />
recht en beschikte de winkel volop over daglicht.<br />
In 2003 werd een kostbare renovatie afgerond in<br />
opdracht van de gemeente <strong>Heerlen</strong> naar een ontwerp<br />
van de architecten Wiel Arets en Jo Coenen.<br />
As from the twenties the centre of <strong>Heerlen</strong> underwent<br />
a radical transformation. At the initiative of local<br />
authorities and private clients several large and<br />
modern looking buildings were created.<br />
The Glaspaleis SCHUNCK* by the architect Peutz is<br />
one of its most successful examples. This at that time<br />
very modern textile department store with its motto<br />
“Quality always wins” became one of the icons of<br />
the retail trade in the Oude Mijnstreek (“the Old<br />
Mining District”). On the roof the private residence<br />
of Mr Peter Schunck was built.<br />
The set-up of the building, as a stacked market with<br />
a freely arrangeable concrete skeleton, represents a<br />
pioneering spirit, which could be called striking,<br />
keeping in mind the times of crisis during its creation.<br />
The Glaspaleis is inspired by the Les Grands Magasins<br />
Decré project, opened in Nantes in 1929 and designed<br />
by Henri Sauvage.<br />
Peutz applied a supporting concrete construction with<br />
mushroom columns. This system had the advantage<br />
that smooth beamless floors were used. These floors<br />
better reflect the light and allow for a full glass spatial<br />
interpretation between floor and ceiling. The outer<br />
row of columns was positioned at a considerable<br />
distance from the facade, making the floors to cantilever.<br />
The glass facades were attached to the floors<br />
shadowlessly. Between the facade and the floor plate<br />
a space of fifty centimetres was kept open. Thus a<br />
so-called climate facade was created which allowed<br />
natural ventilation. By applying a curtain wall system<br />
the beautiful mushroom columns stand out well and<br />
the department has ample daylight.<br />
In 2003 a costly renovation was finished by order<br />
of the municipality of <strong>Heerlen</strong> based on a design of<br />
the architects Wiel Arets and Jo Coenen.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
RESTANT WALMUUR<br />
Pancratiusplein, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Walmuur<br />
Bouwjaar: 13 e eeuw<br />
Architect: Onbekend<br />
Monumentnr.: 46739<br />
REMNANTS OF RETAINING<br />
WALL<br />
Pancratiusplein, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Retaining wall<br />
Year of construction: 13th century<br />
Architect:<br />
Unknown<br />
Monument no.: 46739<br />
116<br />
De uit breuksteen opgetrokken walmuur van <strong>Heerlen</strong><br />
werd in 1244 aangelegd als verdedigingsmuur van<br />
de toenmalige militaire vesting die bekendstaat als<br />
de vesting Herle.<br />
The <strong>Heerlen</strong> retaining wall which was built of quarry<br />
stone was constructed in 1244 as a defence wall of<br />
the then military stronghold known as the fortress<br />
Herle.<br />
De huidige omwalling bestaat vooral uit ondergrondse<br />
restanten. Bij de sacristie, niet zichtbaar vanaf de<br />
straat, is nog een stuk van ca. 30 meter walmuur in<br />
oorspronkelijke staat behouden. Dit laatste restant is<br />
volgens Monumentenzorg het oudste nog overgebleven<br />
stuk walmuur van Nederland.<br />
De muur liep om de Sint-Pancratiuskerk heen en werd<br />
aan de buitenzijde omsloten door een twaalf meter<br />
brede stadsgracht, waarvan de laatste delen (op de<br />
Bongerd) rond 1899 werden gedempt. De loop van de<br />
oorspronkelijke stadswal en gracht is tegenwoordig<br />
nog in het stratenplan van het centrum van <strong>Heerlen</strong> te<br />
herkennen.<br />
De panden gelegen aan de Pancratiusstraat, zoals<br />
bijvoorbeeld de pastorie van de Pancratiusparochie uit<br />
1901 en het gebouw van ABN AMRO uit 1977, zijn<br />
gebouwd op de locatie van de gedempte gracht.<br />
De terugsprong in de huidige oostelijke pleinwand,<br />
markeert de plaats van de oorspronkelijke walmuur.<br />
In maart 2018 is op een nagebootst stuk muur op het<br />
Pancratiusplein een maquette geplaatst met een<br />
reconstructie van <strong>Heerlen</strong> in de Middeleeuwen. In de<br />
bestrating van het plein is globaal aangegeven hoe<br />
het cirkelvormige verloop van walmuur en stadsgracht<br />
er moet hebben uitgezien. In de reconstructie is te<br />
zien dat deze walmuur drie poorten had: de Veemarktpoort<br />
aan de noordzijde van de Schelmentoren,<br />
de Gasthuispoort of Keulsepoort in de nabijheid van<br />
dit monument en de Maastrichtsepoort of Kerkhofpoort<br />
in de buurt van de genoemde maquette.<br />
The current enclosure mainly consists of subterranean<br />
remnants. Near the sacristy, not visable from the<br />
street, remains a peace of appriomately 30 meters of<br />
the wall of the fortress. This last resedue is according<br />
to ‘Monumentenzorg’ the oldest of the Netherlands.<br />
The wall ran around Saint-Pancras church and on the<br />
outside it was enclosed by a twelve metres’ wide moat<br />
of which the last parts (at the Bongerd) were filled in<br />
around 1899. The course of the original town rampart<br />
and moat can still be recognized today in the street<br />
plan of the centre of <strong>Heerlen</strong>.<br />
The buildings situated at the Pancratiusstraat, such<br />
as the vicarage of the Pancras parish from 1901 and<br />
the ABN AMRO building from 1977, were built at the<br />
location of the filled-in moat. The setback in the<br />
current eastern square wall marks the location of<br />
the original retaining wall.<br />
In March 2018 a scale model was placed on a piece of<br />
imitated wall at the Pancratiusplein, showing a reconstruction<br />
of <strong>Heerlen</strong> during the Middle Ages. In the<br />
paving of the square it is globally indicated what the<br />
circular course of the retaining wall and moat must<br />
have looked like. The reconstruction shows that this<br />
retaining wall had three gates: the Veemarkt gate on<br />
the north side of the Schelmentoren, the Gasthuis<br />
gate or Keulse gate in the vicinity of this monument<br />
and the Maastricht gate or Cemetery gate in the<br />
vicinity of the aforementioned scale model.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
SAVELBERGKLOOSTER SAVELBERG MONASTERY<br />
EN KAPEL AND CHAPEL 117<br />
Gasthuisstraat 2, 4, <strong>Heerlen</strong><br />
Gasthuisstraat 2, 4, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Tentoonstellingsruimte<br />
Bouwjaar: Klooster: 18 e eeuw<br />
Kapel: 1878-1879<br />
Architect: Klooster: Onbekend<br />
Kapel: J. Kayser (sr.)<br />
Monumentnr.: 21221, 512775<br />
Current function: Exhibition space<br />
Year of construction: Convent: 18th century<br />
Chapel: 1878-1879<br />
Architect:<br />
Convent: Unknown<br />
Chapel: J. Kayser (sr.)<br />
Monument no.: 21221, 512775<br />
Het witgepleisterde bakstenen pand op nummer 2<br />
stamt oorspronkelijk uit de 17 e eeuw. Eind 18 e eeuw<br />
werd het pand tot woonhuis verbouwd en diende het<br />
onder andere als woonhuis van mgr. P.J.M. Savelberg<br />
(1827-1907).<br />
Toen Savelberg het pand in 1875 kon kopen, werd<br />
het met een bouwlaag verhoogd, uitgebreid en<br />
geschikt gemaakt voor kloosterbewoning.<br />
The white plastered brickwork property at number 2<br />
originally dates from the 17th century. At the end of<br />
the 18th century the property was transformed into<br />
a residential house and also served as the residence<br />
of Mgr. P.J.M. Savelberg (1827-1907).<br />
When Savelberg could buy the property in 1875,<br />
an additional floor was added to the building, it was<br />
expanded and made suitable for monastic life.<br />
Het pand heeft een traditionele voorgevel, met<br />
natuurstenen omlijstingen voor de houten deur met<br />
fraai bovenlicht en de 19 e eeuwse vensters.<br />
De ellipsboogpoort is gemaakt van ruw gehakte<br />
hardsteen. In een nis staat een beeld van de heilige<br />
Jozef. Binnen is een schoorsteenmantel in empirestijl<br />
van zwart marmer met witte rozetten te zien.<br />
In de jaren 1878-1879 werd naast het voormalige<br />
woonhuis van mgr. Savelberg een representatieve<br />
neogotische kapel gebouwd naar ontwerp van Johan<br />
Kayser (1842-1917). De kapel is uiterlijk nog vrijwel<br />
geheel in originele staat en is een van de weinige<br />
voorbeelden van neogotiek in <strong>Heerlen</strong>. De klassiek<br />
gotische vormen, met voor de architect typerend<br />
gebruik van kleurige baksteen, is geïnspireerd<br />
door de Noord-Duitse baksteen gotiek.<br />
In 2008 verlieten de laatste zusters het klooster.<br />
Het kloosterpand is heringericht tot museum.<br />
Hier wordt in “Een Leven Lang” de geschiedenis van<br />
de zusters belicht. Zij verpleegden, verzorgden, gaven<br />
les en deden veel huishoudelijk werk. Ook is de<br />
volledige inrichting van de woon- en slaapkamer van<br />
mgr. Savelberg in late biedermeierstijl nog aanwezig.<br />
In de kapel is nu ruimte voor lezingen, kamerconcerten<br />
en solotheatervoorstellingen.<br />
The property has a traditional facade, with natural<br />
stone frames for the wooden door with a beautiful<br />
transom window and the 19th century windows.<br />
The elliptical arch gate is made of roughly chiselled<br />
bluestone. In a niche there is a statue of the Saint<br />
Joseph. Inside we find an empire-style mantelpiece<br />
of black marble with white rosettes.<br />
In addition to the former residence of Mgr. Savelberg<br />
a typical neo-gothic chapel, designed by Johan Kayser<br />
(1842-1917), was built in the years 1878-1879. From an<br />
exterior point of view the chapel has survived almost<br />
in its entire original condition and is one of the few<br />
examples of Neo-Gothicism in <strong>Heerlen</strong>. The classical<br />
gothic shapes, with the use of colourful brickwork<br />
typical of the architect, have been inspired by the<br />
North German brickwork Gothic.<br />
In 2008 the last nuns left the convent. The convent<br />
has been renovated into a museum. Here the “Een<br />
Leven Lang” (“All My Life”) exhibition sheds light on<br />
the history of the nuns. They nursed, cared for, taught<br />
and did much household work. Also the entire interior<br />
of the living- and bedroom of Mgr. Savelberg in late<br />
Biedermeier style is still there.<br />
The chapel now offers rooms for lectures, chamber<br />
music and solo theatre performances.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
HERENHUIS DE LUIJFF<br />
Wilhelminaplein 24, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Toon Hermanshuis Parkstad<br />
Bouwjaar: 17 e eeuw<br />
Architect: Onbekend<br />
Monumentnr.: 21233<br />
MANSION DE LUIJFF<br />
Wilhelminaplein 24, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Toon Hermanshuis Parkstad<br />
Year of construction: 17th century<br />
Architect:<br />
Unknown<br />
Monument no.: 21233<br />
118<br />
Het aan het Wilhelminaplein (de vroegere Veemarkt)<br />
gelegen karakteristieke pand ontleent zijn naam aan<br />
een luifel die in 1670 door Claes Schils tot woonhuis is<br />
omgebouwd. Het is een van de weinige <strong>Heerlen</strong>se<br />
huizen uit de 17 e eeuw en was aanvankelijk eigendom<br />
van Jan Dautzenberg (1624-1647), secretaris van<br />
<strong>Heerlen</strong>. Van dit oude huis zijn tegenwoordig nog<br />
twee vleugels bewaard gebleven.<br />
The characteristic residence situated on the Wilhelminaplein<br />
(the former cattle market) derives its name<br />
from an awning (in Dutch ‘luifel’) that in 1670 in<br />
behave of Claes Schils is built to a residence. It is one<br />
of the few <strong>Heerlen</strong> residences from the 17th century<br />
and originally belonged to Jan Dautzenberg (1624-<br />
1647), municipal secretary of <strong>Heerlen</strong>. Today only two<br />
wings of this old house have been preserved.<br />
Tot 1737 bleef het huis in bezit van de familie Dautzenberg.<br />
In 1802 werd de apotheker Albert Schultze<br />
eigenaar. Van 1818 tot 1820 was hij burgemeester van<br />
<strong>Heerlen</strong>. Schultze liet het huis ingrijpend verbouwen.<br />
De straatgevel liet hij in zijn huidige vorm brengen<br />
door het pand te verhogen met een tweede verdieping.<br />
De voorgevel kreeg zijn huidige indeling in vijf<br />
vensterassen met een midden ingang in hardstenen<br />
omlijsting, waarvan de sluitsteen een vijzel heeft.<br />
De apotheker woonde tot zijn dood (1828) in het<br />
pand.<br />
Het huis werd gekocht door de kinderen Stollé-<br />
Kemmerling en vervolgens vererfde het aan de<br />
nakomelingen Preusser-Stollé. In 1921 ging het pand<br />
over in bezit van de “Mijnvereniging”, de vereniging<br />
van particuliere mijnondernemingen. In 1959 werd de<br />
Luijff overgedragen aan de Gezamenlijke Steenkolenmijnen<br />
in Limburg, als kantoor- en vergaderlocatie.<br />
In de periode 1959-1962 werd aan de achterzijde een<br />
modernistische uitbreiding met stal en glas gerealiseerd<br />
door architect prof. G.H.M. Holt.<br />
In 1970 werd het huis eigendom van de gemeente<br />
<strong>Heerlen</strong> en maakte tot enkele jaren geleden deel uit<br />
van de gebouwen van de <strong>Heerlen</strong>se Muziekschool.<br />
In 2010 heeft het Toon Hermanshuis Parkstad zijn<br />
intrek genomen in huis de Luijff.<br />
Until 1737 the residence remained in the possession<br />
of the Dautzenberg family. In 1802 the pharmacist<br />
Albert Schultze became the owner. From 1818 until<br />
1820 he was the mayor of <strong>Heerlen</strong>. Schultze had the<br />
residence rebuilt rigorously.<br />
The house-front got its current shape by the heightening<br />
of the building with a second floor. The housefront<br />
also got its current division into five windowing<br />
terraces separated in the middle by a framed bluestone<br />
entrance, of which the keystone contains a<br />
mortar. Until his death (1828) the pharmacist lived<br />
in this house.<br />
The house was bought by the children Stollé-Kemmerling<br />
and subsequently it was inherited by the<br />
descendants Preusser-Stollé. In 1921 the house came<br />
into the possession of the ‘Mijnvereniging’, the association<br />
of private mining companies. In 1959 the Luijff<br />
was handed over to the Joint Coal Mines in Limburg,<br />
as office and meeting venue.<br />
In the period 1959-1962 at the rear side of the building<br />
a modernistic extension was created in steel and glass<br />
by the architect Prof G.H.M. Holt.<br />
In 1970 the house became the property of the municipality<br />
of <strong>Heerlen</strong> and until a few years ago it was<br />
one of the buildings of the <strong>Heerlen</strong> School of Music.<br />
In 2010 the Toon Hermanshuis Parkstad organization<br />
took up residence in mansion de Luijff.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
VOORMALIG GRAND HOTEL<br />
Wilhelminaplein 17, <strong>Heerlen</strong><br />
Huidige functie: Hotel<br />
Bouwjaar: 1920<br />
Architect: J.A. Pauw en J.M. Hardeveld<br />
Monumentnr.: 512795<br />
FORMER GRAND HOTEL<br />
Wilhelminaplein 17, <strong>Heerlen</strong><br />
Current function: Hotel<br />
Year of construction: 1920<br />
Architect:<br />
J.A. Pauw and J.M. Hardeveld<br />
Monument no.: 512795<br />
119<br />
Het monument is gebouwd als Hotel, Café, Restaurant<br />
met Sociëteit en filiaal van de Z.N. Handelsbank.<br />
Het ontwerp sluit aan bij internationale stijldefinities<br />
van de art-deco en het expressionisme.<br />
The monument was built as Hotel, Café, Restaurant<br />
with clubs and branch of the Z.N. Handelsbank.<br />
The design is in accordance with the international<br />
style definitions of Art-Deco and Expressionism.<br />
Het hotel heeft een rechthoekige plattegrond met een<br />
hal en brede gang naar de eetzaal aan de achterzijde.<br />
De twee gevelwanden geven de voormalige oude<br />
Veemarkt aan de voorzijde en het nieuwe (parkeer)<br />
plein aan de achterzijde ruimtelijk vorm. De kelderverdieping<br />
omvatte de kluis van de bank, de biljartkamer<br />
(later de Raetskelder) en de keuken met opslagruimten.<br />
De voorgevel heeft een opvallende gelaagdheid en<br />
zeven traveeën. Drie van de vier rondbogen, inclusief<br />
die van de hoofdentree, zijn gelegen in een asymmetrisch<br />
naar voren springend vlak. Deze geprofileerde<br />
voorkant heeft gevlochten metselwerk afgedekt door<br />
kunststeen en varieert in hoogte. Door het schilderen<br />
van het oorspronkelijk ambachtelijke metselwerk is<br />
veel van de oude glans en glorie verloren gegaan.<br />
De vensters van het tweede en zesde travee zijn<br />
geflankeerd door twee sterk oprijzende vierkante<br />
penanten onder een latei. Tussen de zijlichten van<br />
deze vensters bevinden zich smallere betonkolommen,<br />
beëindigd door geprofileerde baksteen.<br />
Hierdoor ontstaat een bijzondere combinatie van<br />
spiegelsymmetrie met dubbele kolommen (met<br />
architraaf) links en rechts van de centrale as.<br />
Een originele architectonische vondst. In ieder geval is<br />
er voor gekozen niet de klassieke zuilenrijen van oude<br />
tempels te kopiëren.<br />
Het Grand Hotel met Raetskelder werd later Hotelrestaurant<br />
Max en heet nu Tulip Inn <strong>Heerlen</strong> City<br />
Centre.<br />
The hotel has a rectangular floorplan with a hall and a<br />
broad corridor to the dining room in the rear. The two<br />
facade walls provide a spacious impression to the<br />
former old Veemarkt on the front and the new (parking)square<br />
on the back. The basement floor contained<br />
the vault of the bank, the billiard room (afterwards<br />
the Raetskelder) and the kitchen including storage<br />
facilities.<br />
The front facade has a striking stratification and seven<br />
bays. Three of the four arches, including the one of<br />
the main entrance, are positioned in an asymmetrical<br />
protruding surface. This profiled frontside has twisted<br />
masonry covered with artificial stone and varies in<br />
height. Due to the painting of the original masonry<br />
much of its old splendour and glory was lost.<br />
The windows of the second and sixth bay are flanked<br />
by two strongly rising square piers under a lintel.<br />
Between the side screens of these windows there<br />
are narrower concrete columns crowned by surfaced<br />
brick. Thus a special combination is created consisting<br />
of mirror symmetry with double columns (with<br />
architrave) on the left and right side of the central<br />
axis. An original architectural innovation. Anyhow<br />
the choice has been made not to copy the classical<br />
colonnade of ancient temples.<br />
The Grand Hotel with Raetskelder later became<br />
Hotel-restaurant Max and is now called Tulip Inn<br />
<strong>Heerlen</strong> City Centre.<br />
RIJKSMONUMENTEN HEERLEN
ARCHITECTEN<br />
Bij de rijksmonumenten van voor 1850 zijn de meeste<br />
architecten onbekend. Die komen in beeld als in de 20 ste<br />
eeuw op grote schaal door de ontwikkeling van de steenkolenmijnbouw<br />
gebouwd moet worden voor de steeds<br />
sneller groeiende bevolking.<br />
De gemeente gaat in het begin van de eeuw nog weinig<br />
planmatig te werk, maar al snel komt men tot de ontdekking<br />
dat een planmatige aanpak beter is.<br />
Er worden aanvankelijk stratenplannen gemaakt, eerst<br />
door architect Jan Stuyt voor de omgeving van het<br />
huidige Tempsplein en het De Hesselleplein, later volgt<br />
het plan voor Molenberg.<br />
In de jaren 1930 krijgt ir. Klijnen de opdracht het eerste<br />
bestemmingsplan voor <strong>Heerlen</strong> te maken. Dat wordt in<br />
1936 vastgesteld, maar later afgekeurd, omdat de groenstroken<br />
langs de Caumer- en Geleenbeek daarin als<br />
beschermd waren opgenomen. Door weglating van die<br />
eis, werd het in 1938 alsnog vastgesteld.<br />
De steeds groeiende stad moest ook een ‘modernere’<br />
open stad worden. Van de architecten die veel betekend<br />
hebben voor de stedenbouw en verantwoordelijk zijn voor<br />
een aantal monumenten in dit boek volgen hierna de<br />
biografische gegevens met benoeming van hun belangrijkste<br />
werken in <strong>Heerlen</strong>.<br />
Ir. Jan (Johannes) Stuyt - (Purmerend, 21 augustus 1868<br />
- Den Haag, 11 juli 1934) geldt als een van de belangrijkste<br />
kerkenbouwers van Nederland. In 1916 werd hij door Henri<br />
Poels ingehuurd om voor de woningbouwkoepel ‘Ons<br />
Limburg’ de ‘tuinstad’ te ontwerpen. Hij ontwierp vele<br />
villa’s in het ‘Molenbergpark’ en de binnenstad en was<br />
de architect van o.a. de Vroedvrouwenscholen (Akerstraat<br />
en Zandweg) en de Ambachtschool aan het De Hesselleplein.<br />
Ir. Jos. (Sebastiaan Hubert Joseph) Seelen -<br />
(Venlo, 18 oktober 1871 - <strong>Heerlen</strong>, 16 oktober 1951) was<br />
de eerste architect die zich van elders in de snelgroeiende<br />
stad <strong>Heerlen</strong> vestigde. Het eerste huis dat hij ontwierp<br />
was voor toenmalig burgemeester De Hesselle aan<br />
het Wilhelminaplein 1 (inmiddels weer afgebroken).<br />
Van 1900-1913 was hij de eerste gemeentearchitect.<br />
Daarna ging hij als volledig zelfstandige verder met zijn<br />
bureau aan de Valkenburgerweg. Bekende bouwwerken<br />
van zijn hand zijn de Mijnschool (latere HTS aan het<br />
Bekkerveld), Geleenstraat 55, de kapel van Huize De Berg,<br />
het klooster en (oorspronkelijk) schoolgebouw van<br />
het Bernardinuscollege en het hoekpand Klompstraat-<br />
Wilhelminaplein.<br />
Prof. Ir. Frits (Fredericus Petrus Josephus) Peutz<br />
- (Uithuizen, 7 april 1896 - <strong>Heerlen</strong>, 24 oktober 1974)<br />
begon na zijn opleidingen op Rolduc en de Technische<br />
Hogeschool in Delft in 1920 zijn architectenbureau in<br />
<strong>Heerlen</strong>. Hij had een bijzondere affiniteit met het Nieuwe<br />
Bouwen, hoewel die stijl niet volledig zijn eigenzinnige<br />
architectuur typeert. Onder regie van burgemeester<br />
Van Grunsven ontwierp hij in de stad vele modernistische<br />
gebouwen, zoals het Retraitehuis, het Stadhuis, het Glaspaleis,<br />
de Royal-bioscoop, de schouwburg en de Annakerk.<br />
In de oorlog, omdat hij zich niet wilde aansluiten bij<br />
de Nederlandse ‘Kulturkammer’, werkte hij aan zijn architectuurstudie,<br />
De Ordenatlas, en de eerste schetsen voor<br />
een Thermenmuseum, een Vredeskapel en een Schouwburg.<br />
Zijn eerste bouwwerk in <strong>Heerlen</strong> is de (klassiek<br />
ogende) villa voor notaris Wijnands in het Molenbergpark.<br />
Na de Tweede Wereldoorlog was Peutz hoogleraar aan<br />
de Academie voor Bouwkunst en de Jan van Eyck Academie<br />
(Maastricht).<br />
Ir. Jos (Maria Philippus Josephus Hubertus) Klijnen<br />
- (Maastricht, 7 januari 1887 - Den Haag, 5 januari 1973)<br />
had vanaf 1914 zijn bureau in Rotterdam. Belangrijk voor<br />
<strong>Heerlen</strong> is zijn eerste bouwwerk dat hij er in 1918 realiseerde,<br />
de apotheek Claessens aan de Bongerd. In 1928 werd<br />
hij stedenbouwkundig adviseur van de gemeente <strong>Heerlen</strong><br />
en in 1952, als hij vijfenzestig jaar is, eindigt het werk voor<br />
<strong>Heerlen</strong> en wordt hem de zilveren medaille van de stad<br />
aangeboden.<br />
Prof. Ir. Gerard (Gerardus Hendricus Maria) Holt<br />
- (Haarlem, 16 juni 1904 - Haarlem, 14 februari 1988) werd<br />
in 1929 zelfstandig architect. In 1947 werd hij buitengewoon<br />
hoogleraar aan de Technische Hogeschool Delft.<br />
Hij is een architect die tot de stroming van het Nieuwe<br />
Bouwen wordt gerekend, waardoor hij bij burgemeester<br />
Van Grunsven voor het eerste naoorlogse bestemmingsplan<br />
in beeld kwam en vanaf 1952 stadsbouwmeester werd,<br />
verantwoordelijk voor de doorbraak en het ontwerp van<br />
de Promenade.
ARCHITECTS<br />
Of the national monuments from before 1850 most of the<br />
architects are unknown. They came in the picture when in<br />
the 20th century, because of the development of the coal<br />
mining industry, large-scale construction projects were<br />
necessary for the ever faster increasing population.<br />
At the beginning of the century the municipality does not<br />
show much systematic activities, but one rapidly concludes<br />
that a systematic approach is to be preferred. Initially<br />
street plans are drawn up, first by the architect Jan Stuyt<br />
for the area of the current Tempsplein and the De Hesselleplein,<br />
later to be followed by the plan for Molenberg.<br />
In the 1930s the architect ir. Klijnen, received the assignment<br />
to draw up the first zoning plan for <strong>Heerlen</strong>. This<br />
was adopted in 1936, but rejected later on, because in it<br />
the green areas alongside the Caumer- and Geleenbeek<br />
were included as protected. By leaving out that demand,<br />
the plan was as yet adopted in 1938.<br />
The continuously growing city should also become a more<br />
‘modern’ open city. Of the architects who have meant a<br />
lot for the urban development and who are responsible<br />
for a number of monuments in this book the biographical<br />
information including their most important works in<br />
<strong>Heerlen</strong> is included below.<br />
Ir. Jan (Johannes) Stuyt - (Purmerend, 21 August<br />
1868- The Hague,11 July 1934) is considered to be one of<br />
the most important church builders of the Netherlands.<br />
In 1916 he was hired by Henri Poels to design for the ‘Ons<br />
Limburg’ house-building association the ‘gardencity’-neighbourhoods.<br />
He designed many villas in the<br />
‘Molenbergpark’ and in the city centre and he was the<br />
architect of a.o. the Midwifery schools (Akerstraat and<br />
Zandweg) and the technical school at the De Hesselleplein.<br />
Ir. Jos. (Sebastiaan Hubert Joseph) Seelen - (Venlo, 18<br />
October 1871 -<strong>Heerlen</strong>, 16 October 1951) was the first<br />
architect coming from elsewhere who settled in rapidly<br />
evolving <strong>Heerlen</strong>. The first house he designed was for the<br />
then mayor De Hesselle at Wilhelminaplein 1 (by now<br />
pulled down). Between 1900-1913 he was the first city<br />
architect. After that he continued as a fully independent<br />
architect with his architects’ firm at the Valkenburgerweg.<br />
Well-known buildings by his hand are the Mijnschool<br />
(Mining School; later to become the Technical College at<br />
the Bekkerveld), Geleenstraat 55, the chapel of Huize<br />
(Mother House) De Berg, monastery and (original) school<br />
building of the Bernardinuscollege (Bernardinus Comprehensive<br />
School) and the corner building at Klompstraat-<br />
Wilhelminaplein.<br />
Prof. Ir. Frits (Fredericus Petrus Josephus) Peutz<br />
- (Uithuizen, 7 April 1896 - <strong>Heerlen</strong>, 24 October 1974)<br />
started his architects’ firm in <strong>Heerlen</strong> in 1920 after his<br />
education at Rolduc and the Technical University in Delft.<br />
He had a special affinity with New Pragmatism, although<br />
the latter does not fully typify his self-willed architecture.<br />
Under the direction of mayor Van Grunsven he developed<br />
many modernistic buildings in the city, such as the Retraitehuis<br />
(House of Retreat), the City Hall, the Glaspaleis<br />
(Glass Palace), the Royal-cinema, the theatre and the<br />
Anna church (Bekkerveld). During the war, because he did<br />
not want to join the Dutch ‘Kulturkammer’, he worked at<br />
his study of architecture, De Ordenatlas, and the first<br />
sketches for a Thermae Museum, a Peace Chapel and a<br />
Theatre. His first work in <strong>Heerlen</strong> is the (classical looking)<br />
villa for civil-law notary Wijnands in the Molenbergpark.<br />
After the Second World War Peutz was professor at the<br />
the Academy for Civil Engineering and the Jan van Eyck<br />
Academy (Maastricht).<br />
Ir. Jos (Maria Philippus Josephus Hubertus) Klijnen<br />
- (Maastricht, 7 January 1887 – The Hague, 5 January<br />
1973) had his firm in Rotterdam since 1914. Important for<br />
<strong>Heerlen</strong> is his first work that he realized there in 1918, the<br />
Claessens pharmacy at the Bongerd. In 1928 he became<br />
the civil-engineering advisor for the city of <strong>Heerlen</strong> and<br />
in 1952, at the age of sixty-five, his work for <strong>Heerlen</strong> ends<br />
and he is being awarded the silver medal of the city.<br />
Prof. Ir. Gerard (Gerardus Hendricus Maria) Holt<br />
- (Haarlem, 16 June 1904 - Haarlem, 14 February 1988)<br />
became independent architect in 1929. Iin 1947 he became<br />
extraordinary professor at the Delft Technical University.<br />
As an architect he is seen as a representative of New<br />
Pragmatism, which brought him under the attention of<br />
Van Grunsven for the first post-war zoning plan and made<br />
him municipal architect from 1952, responsible for the<br />
breakthrough and the design of the Promenade.
BRONNEN, WATERLOPEN EN<br />
WATERMOLENS<br />
Van oudsher stromen twee belangrijke levensaders met<br />
enkele zijbeekjes door <strong>Heerlen</strong>. Het zijn de Caumerbeek<br />
en de Geleenbeek. De eerste ontspringt nabij de Horicherhof<br />
in de Heerlerbaan. De beek ligt geheel op <strong>Heerlen</strong>s<br />
grondgebied en mondt even voorbij kasteel Hoensbroek<br />
uit in de Geleenbeek. De Geleenbeek ontspringt onder de<br />
Benzenraderhof. Daar komt het kwelwater van de helling<br />
opgaand richting Imstenrade naar boven om<br />
de beek te voeden. Beide beken worden in het waterloopgebied<br />
onderweg nog door talrijke bronnen en enkele<br />
zijbeken gevoed. In de Caumerbeek monden (ook nu nog)<br />
de Schiffelerbeek, de Palemigerbeek, de Oude Beek,<br />
de Schroetebeek, de Loopgraaf en de Lotbroekerbeek uit.<br />
De Geleenbeek kent de zijtakken Eurenbeek, Tichelbeek,<br />
Dreesch, Gitsbacherbeek en Prikkenisbeekje.<br />
Water is een eerste levensbehoefte en het is dan ook niet<br />
verwonderlijk dat de eerste bewoners op de vruchtbare<br />
grond bij de beken hun huizen bouwden. Dat deden<br />
de Romeinen al. Zowel bij de Horicherhof als de Benzenraderhof<br />
zijn resten van een Romeinse villa gevonden.<br />
Ook sporen van eerdere bewoning, zoals die van de<br />
Michelsbergcultuur (zo’n 5000 jaar geleden), vond men<br />
in de buurt van in dit geval de Caumerbeek.<br />
Het water was niet alleen in trek voor het drinkwater van<br />
mens en vee. De Romeinen wisten al gebruik te maken<br />
van de ligging van beide beken om het water voor hun<br />
thermen, waarvan de resten in het Thermenmuseum<br />
te bewonderen zijn, aan- en af te voeren. De sluis voor<br />
het water lag op de hoger gelegen Caumerbeek bij hoeve<br />
De Erk. De door de Romeinen aangelegde open waterleiding,<br />
een goot in de grond, werd in de middeleeuwen<br />
omgeleid, via het Tempsplein en de Akerstraat om het<br />
water in de grachten rond de vesting te verversen.<br />
de negen is na de laatste restauraties het molenwerk<br />
nog aanwezig: de Oliemolen op de Caumerbeek en<br />
de Weltermolen op de Geleenbeek. Daar zijn ook<br />
de stuwvijvers nog intact.<br />
Op de Caumerbeek liggen er, vrij kort na elkaar zes:<br />
de 17/18 e eeuwse Onderste Caumermolen (Caumeroliemolen),<br />
de Caumermolen (eerste archiefvermelding in 1371<br />
als graanmolen), de Oliemolen (sinds midden 16 e eeuw,<br />
men zegt 1502 op basis van een vervalste akte),<br />
de Schandelermolen van de heren van Schaesberg uit<br />
1563, de Köpkensmolen naar verluid uit 1630, en de Drakenof<br />
Hoensbroekermolen, die al bestond in 1370.<br />
In het verleden waren er waarschijnlijk acht (namelijk ook<br />
nog de Meezenbroekermolen en de Ter Wijermolen).<br />
Op de Geleenbeek lagen er voorheen op <strong>Heerlen</strong>s grondgebied<br />
twee, de Weltermolen (voor het eerst genoemd<br />
in 1381) en de Eikendermolen (al genoemd in 1385).<br />
De Kathagermolen (nu gemeente Nuth) wordt meegeteld<br />
omdat deze destijds, zeker al in de 16 e eeuw, op het grondgebied<br />
van de heren van Hoensbroek lag.<br />
Doordat de molenaars sinds het begin van de 20 ste eeuw<br />
gebruik gingen maken van de elektromotor voor het<br />
aandrijven van de molenstenen, raakten de waterwerken<br />
in verval. Daarnaast droogden door mijnverzakkingen<br />
bronnen op en werden voor de kanalisatie van de beken<br />
sinds de jaren dertig door het waterschap de meeste stuwrechten<br />
afgekocht. Verbouwingen van de molenaarshuizen<br />
deden de rest, waardoor de meeste gebouwen nog slechts<br />
relicten van ‘verdwenen nijverheid’ zijn. Alleen herinnert<br />
hier en daar een molensteen als sier in de tuin of tegen<br />
de gevel aan de oorspronkelijke functie.<br />
Vanaf in ieder geval de late middeleeuwen werd het water<br />
van de beken ook gebruikt om watermolens in beweging<br />
te zetten. De meeste watermolens hadden daarvoor een<br />
kleine omleiding in de beek en achter de molen een<br />
stuwvijver. Als daar het waterniveau op peil was dan<br />
kon de molenaar het molenrad met daaraan gekoppeld<br />
de molenstenen enkele dagen in beweging zetten.<br />
Als we de lopen van de twee <strong>Heerlen</strong>se beken volgen,<br />
vinden we nog op negen plaatsen binnen het gebied<br />
van de voormalige gemeenten <strong>Heerlen</strong> en Hoensbroek<br />
watermolens of resten ervan. Bij slechts twee van
WELLS, WATERCOURSES AND<br />
WATER MILLS<br />
Of old two important lifelines with some small ancillary<br />
brooks run through <strong>Heerlen</strong>. These are the Caumerbeek<br />
and the Geleenbeek. The first rises nearby the Horicherhof<br />
in Heerlerbaan. The brook is situated entirely on<br />
<strong>Heerlen</strong> territory and flows out into the Geleenbeek just<br />
beyond Hoensbroek Castle. The Geleenbeek rises beneath<br />
the Benzenraderhof. Here the seepage from the slope that<br />
rises towards Imstenrade emerges in order to feed the<br />
brook. In the riparian zone both brooks receive additional<br />
‘feeding’ from numerous wells and some ancillary brooks.<br />
Even today many brooks still flow out into the Caumerbeek,<br />
such as the Schiffelerbeek, the Palemigerbeek,<br />
the Oude Beek, the Schroetebeek, the Loopgraaf and<br />
the Lotbroekerbeek. The Geleenbeek has several tributaries<br />
such as the Eurenbeek, the Tichelbeek, the Dreesch,<br />
the Gitsbacherbeek and the Prikkenisbeekje.<br />
Water is a primary necessity of life and therefore it is not<br />
surprising that the first inhabitants built their houses on<br />
the fertile ground near the brooks. The Romans already<br />
did so. Both at the Horicherhof and at the Benzenraderhof<br />
remainders of a Roman villa were found. Also traces of<br />
prior habitation, such as that of the Michelsberg culture<br />
(app. 5000 years ago) were found in the vicinity of in this<br />
case the Caumerbeek.<br />
The water was not only popular as drinking water for man<br />
and cattle. The Romans already knew how to make use of<br />
the location of both brooks for the transportation of<br />
water to and from their thermae, of which the remainders<br />
(now an archaeological national monument) may be<br />
admired in the Thermae Museum. The sluice for the water<br />
was at the higher situated Caumerbeek near Farmstead<br />
De Erk. The open waterworks built by the Romans, a ditch<br />
in the ground, was re-routed in the Middle Ages via<br />
Tempsplein and Akerstraat in order to refresh the water<br />
in the moats around the fortress.<br />
Definitely since the late Middle Ages the water from the<br />
brooks was also used to set water mills in motion. Most<br />
of the water mills used to have a small re-routing in the<br />
brook and a reservoir pond behind the mill. If the water<br />
in the reservoir had reached a certain level then the miller<br />
could set the water wheel in motion and the connected<br />
millstones for a couple of days.<br />
locations within the territory of the former municipalities<br />
of <strong>Heerlen</strong> and Hoensbroek. After the latest restorations<br />
at only two of these nine mills the milling mechanism<br />
is still present: the Oil Mill at the Caumerbeek and the<br />
Weltermolen at the Geleenbeek. Here also the reservoir<br />
ponds are still intact.<br />
At the Caumerbeek there are six, at rather short distances<br />
from each other: the 17/18th century Onderste Caumermolen<br />
(Caumer oil mill), the Caumer Mill (first archive<br />
reference 1371 as corn mill), the Oliemolen (since mid-16th<br />
century, the year 1502 is mentioned based on a forged<br />
deed), the Schandelermolen of the lords of Schaesberg<br />
from 1563, the Köpkensmolen according to reports since<br />
1630, and the Draken- or Hoensbroekermolen, which<br />
already existed in 1370. In the past there probably had<br />
been eight mills (namely also the Meezenbroekermolen<br />
and the Ter Wijermolen).<br />
At the Geleenbeek there used to be two mills on <strong>Heerlen</strong><br />
territory, the Weltermolen (first reference in 1381) and<br />
the Eikendermolen (already mentioned in 1385).<br />
The Kathagermolen (now municipality of Nuth) is included<br />
in the calculation because at that time, definitely already<br />
in the 16th century, it was situated on the grounds of<br />
the lords of Hoensbroek.<br />
As the millers started to make use of the electric motor<br />
for the operation of the millstones from the beginning<br />
of the 20th century, the water mechanisms started to<br />
deteriorate. In addition subsidence of the mines made<br />
wells run dry and for the purpose of canalization of<br />
the brooks the district water board had been buying off<br />
most of the reservoir rights. Rebuildings of the millers’<br />
houses took care of the rest, thus leaving most buildings<br />
as mere remnants of ‘industry gone by’. Only an incidental<br />
millstone as decoration in the garden or against<br />
the facade reminds us of its original function.<br />
When we follow the courses of the two <strong>Heerlen</strong> brooks<br />
we still find watermills or remainders of them on nine
KASTELEN, HOEVES EN<br />
HUIZEN<br />
<strong>Heerlen</strong> ligt op de glooiende helling tussen de lieflijke<br />
dalen van de Caumer- en Geleenbeek. Beide beken<br />
ontspringen op haar grondgebied en omvatten de stad<br />
in een vruchtbare ring van groen. Veel belangrijke<br />
gebouwen als kastelen, hoeven en watermolens liggen<br />
aan de behouden natuurlijke schoonheid langs deze<br />
beken. <strong>Heerlen</strong>s stedenbouwkundige, ir. M.P.J.H. Klijnen,<br />
had in zijn Uitbreidingsplan van 1936 voorzien dat de<br />
natuurlijke omgeving van de beken het landschappelijke<br />
karakter van <strong>Heerlen</strong> moest blijven bepalen. Vandaar dat<br />
<strong>Heerlen</strong> een moderne stad is omringd door gordels van<br />
natuurschoon. Terecht heet <strong>Heerlen</strong> dus centrum van<br />
Parkstad Limburg.<br />
In de onmiddellijke omgeving van de beken zijn ook<br />
de oudste kastelen, (vakwerk)huizen en hoeves te vinden.<br />
In volle pracht gerestaureerde staat zijn langs de Geleenbeek<br />
de kastelen Terworm (in oorsprong 15 e eeuws) en<br />
Hoensbroek (een eerste vermelding is uit rond 1300) te<br />
bewonderen. Maar er zijn veel meer kastelen. Nergens in<br />
Limburg is er zo’n hoge kastelendichtheid als in de regio<br />
Parkstad Limburg en zeker ook in <strong>Heerlen</strong>. Waarschijnlijk<br />
was <strong>Heerlen</strong> als mooi gelegen plaats zeer in trek voor een<br />
‘buitenhuis’ voor edelen uit bijvoorbeeld Aken en Maastricht.<br />
Maar het kan er ook aan gelegen hebben dat leengoederen<br />
anders dan elders vaker verdeeld werden onder<br />
meerdere kinderen van de adellijke heren. Kastelen mocht<br />
men bouwen op grond die in leen was gegeven door<br />
de landsheer. De jonkheer, graaf, markies of baron moest<br />
daarvoor ‘leenhulde’ - een behoorlijke som geld – betalen<br />
en ook dienen in het leger van de landsheer.<br />
In de loop van de tijd zijn vele van deze kastelen verdwenen<br />
of omgebouwd tot een voornaam herenhuis. Mogelijk<br />
is het oudste kasteel de huidige gevangentoren aan<br />
het Pancratiusplein dat al in de 12 de eeuw (maar mogelijk<br />
eerder) een verdedigbare woontoren geweest moet zijn.<br />
Deze woontoren van ‘het kasteel van Herle’, zoals de vesting<br />
ook wel genoemd is, was in het bezit van de graven<br />
van Are die destijds heren van <strong>Heerlen</strong> waren. De toren<br />
werd later zetel van de schepenbank en het gemeentebestuur,<br />
tot in 1877 het nieuwe gemeentehuis aan<br />
de Geleenstraat in gebruik werd genomen.<br />
mogelijk bij de Schiffelerhof en bij kasteel Hoensbroek.<br />
Daarna krijgen kastelen meer ‘vastigheid’ en worden<br />
uit steen opgetrokken. In de loop van de middeleeuwen<br />
worden deze steeds luxer ingericht, uitgebreid en verbouwd.<br />
Van het aloude kasteel Eyckholt in Terworm en<br />
twee van de drie kasteeltjes Douvenrade is alleen maar<br />
een ruïne over, evenals van kasteel Meezenbroek. Andere<br />
kastelen zijn compleet verdwenen, zoals Imstenrade<br />
(Heerlerbaan) en Terwijer (De Wieër). Van andere kastelen<br />
is niet veel meer over dan een (heren)huis: Prikkenis,<br />
De Doom, Strijthagen te Welten, Passart-Nieuwenhagen,<br />
de Dreesch en de Schiffelerhof. Net als de laatste tot een<br />
grote herenhoeve is verworden, geldt dat ook voor bijvoorbeeld<br />
de Benzenraderhof, De Rousch, de Geleenhof en<br />
Overste Douvenrade. Maar er waren natuurlijk ook hoeves<br />
en woonhuizen, zoals Hoeve Carisborg, de Horicherhof,<br />
De Mullender, de afgebroken herenhoeve Rennemig,<br />
Hoeve De Baak, de hoeves in Ten Esschen en daarnaast<br />
nog vele vakwerkhuizen in Welten, Benzenrade,<br />
Terschuren en Koningsbeemd.<br />
In het centrum van de stad dateert voor zover na te gaan<br />
alleen nog Huis de Luijff van voor 1800. Wel hebben huizen<br />
rond het Pancratiusplein en in de Pancratiusstraat oude<br />
fundamenten en kelders, die mogelijk zelfs bij het gangenstelsel<br />
rond de vesting hebben behoord. Verder zijn er in<br />
de Coriovallumstraat enkele huizen met Romeinse fundamenten<br />
of kelder.<br />
Veel oude monumenten, kastelen, hoeves en huizen<br />
worden al in de oudste overleverde leenlijsten uit<br />
de tweede helft van de 14 de eeuw genoemd. Mogelijk<br />
dat ze dan toch een oudere geschiedenis hebben,<br />
want de grote ontginningen in dit gebied, en dus ook<br />
het in leen geven van gronden, vonden plaats tussen<br />
800 en 1000.<br />
Een eerste vorm van een kasteel is een motte. Dat was<br />
een meestal omgrachte ophoging met daarop een houten<br />
verdedigingstoren. Zo’n motte vinden we als Rijksmonument<br />
in Ten Esschen, maar ook bij de Weltervijver en
CASTLES, FARMSTEADS AND<br />
HOUSES<br />
<strong>Heerlen</strong> is situated on the sloping hill between the charming<br />
valleys of the Caumer- and Geleenbeek. Both brooks<br />
rise on its grounds and embrace the city in a fertile ring<br />
of green. Many important buildings such as castles,<br />
farmsteads and watermills ae situated in the preserved<br />
natural beauty along these brooks. <strong>Heerlen</strong>’s urban<br />
development expert M.P.J.H. Klijnen, MSc., foresaw in his<br />
1936 Expansion Plan that the natural environment of the<br />
brooks should remain decisive for the rural character of<br />
<strong>Heerlen</strong>. Thus <strong>Heerlen</strong> became a modern city surrounded<br />
by green belts of scenic beauty. Quite rightly <strong>Heerlen</strong> is<br />
called the centre of Parkstad Limburg.<br />
In the immediate vicinity of the brooks there are also<br />
the oldest castles, (half-timbered) houses and farmsteads.<br />
Along the Geleenbeek and in their full post-restoration<br />
glory, the castles Terworm (originally from the 15th<br />
century) and Hoensbroek (a first reference dates from<br />
around 1300) may be admired. But there are many more<br />
castles. Nowhere else in Limburg there is such a high<br />
castle-density as in the region Parkstad Limburg and<br />
definitely in <strong>Heerlen</strong> as well. In all likelihood <strong>Heerlen</strong> as<br />
a beautifully situated city was very much favoured as<br />
‘country residence’ for nobility from for example Aachen<br />
and Maastricht. But also the fact that feudal estate in<br />
contrast to other places, was often divided among several<br />
children of the noble lords could have been the cause of<br />
this castle-density. Castles could be built on grounds<br />
received in fiefdom by the sovereign. The squire, count,<br />
marquis or baron was to pay ‘homage’ - a considerable<br />
amount of money – and also to serve in the army of the<br />
sovereign.<br />
In the course of time many of these castles have disappeared<br />
or have been converted into distinguished mansions.<br />
Possibly the oldest castle is the current prisoners’<br />
tower at the Pancratiusplein which already must have<br />
been a defendable tower house in the 12th century (but<br />
possibly even before that). This tower house of ‘the castle<br />
of Herle’, as the fortress is also referred to, was in<br />
the possession of the counts of Are who were lords of<br />
<strong>Heerlen</strong> in those days. Later the tower became the seat<br />
of the peace court and the city council, until in 1877<br />
the new city hall at the Geleenstraat became operational.<br />
monument in Ten Esschen, but also at the Weltervijver<br />
and possibly at the Schiffelerhof and at Hoensbroek<br />
Castle.<br />
After that castles got more ‘substance’ and were constructed<br />
in bricks. In the course of the Middle Ages they<br />
are furnished ever more luxuriously, expanded and<br />
renovated. From the ancient Eyckholt Castle in Terworm<br />
and two of the three small Douvenrade castles only ruins<br />
are left, as well as of Meezenbroek castle. Other castles<br />
have disappeared completely, such as Imstenrade (Heerlerbaan)<br />
and Terwijer (De Wieër). Of other castles not<br />
much more is left than a (country) house: Prikkenis,<br />
De Doom, Strijthagen in Welten, Passart-Nieuwenhagen,<br />
the Dreesch and the Schiffelerhof. Just as the latter had<br />
become a large mansion, this also applies to the Benzenraderhof,<br />
De Rousch, the Geleenhof and Upper Douvenrade.<br />
But there were of course also farmsteads and residences,<br />
such as Carisborg Farmstead, the Horicherhof,<br />
De Mullender, the torn down Rennemig mansion, De Baak<br />
Farmstead, the farmsteads in Ten Esschen and also many<br />
half-timbered houses in Welten, Benzenrade, Terschuren<br />
and Koningsbeemd, for example.<br />
In the centre of the city only Huis de Luijff dates from<br />
before 1800 as far as can be verified. Houses around<br />
the Pancratiusplein and in the Pancratiusstraat have old<br />
foundations and basements, that might even have been<br />
part of the network of corridors around the fortress.<br />
There are also some houses at the Coriovallumstraat<br />
with Roman foundations or basements.<br />
Many old monuments, castles, farmsteads and houses are<br />
already mentioned in the oldest handed down fief lists<br />
from the second half of the 14th century. Possibly they<br />
may have had an even older history, because the large<br />
cultivations of this area, including also the granting of<br />
fiefdoms of grounds, took place between 800 and 1000.<br />
A first form of a castle is a defendable hill (‘motte’).<br />
Usually this was a moated elevation with a wooden<br />
defensive tower. Such a ‘motte’ can be found as a national
TERWORM<br />
Natuur en cultuur gaan op Landgoed Terworm al eeuwenlang<br />
hand in hand. Uniek en verrassend aan dit landgoed<br />
is de grote afwisseling die je hier tegenkomt: van lage<br />
moerassen tot hoger gelegen akkers en bossen, van dicht<br />
struikgewas tot Franse stijltuin, van holle weg tot statige<br />
oprijlaan, van slingerende beek tot kaarsrechte grachten.<br />
Het gebied herbergde in het verleden naast het huidige<br />
prachtig gerestaureerde kasteel Terworm de kastelen<br />
Onderste, Middelste en Bovenste Douvenrade, Eyckholt,<br />
Dreesch, Prikkenis, de Struiver en de motte Ten Esschen.<br />
Dat alles bijeen en de hoeves geven het landgoed zijn<br />
historische sfeer.<br />
In de bloeitijd was het landgoed 1.500 hectare groot en<br />
waren er negen pachthoeves. Door uitbreiding van de<br />
stad en de aanleg van wegen is daar nog slechts 220<br />
hectare van over.<br />
De Geleenbeek slingert weer door het landschap en er zijn<br />
fiets- en wandelpaden aangelegd. Verder zijn de boomgaarden,<br />
ruïnes, hoeves en erven in hun oorspronkelijke<br />
toestand teruggebracht. Samen met de uit 1767 daterende<br />
Franse Rococo tuin vormt kasteel Terworm al vele eeuwen<br />
het middelpunt van het fraaie landgoed. In de mijnperiode<br />
werd het landgoed door de Oranje-Nassau Mijnen overgenomen<br />
van baron De Loë. Daarmee wilde de mijn<br />
schadevergoedingen door mijnverzakkingen voorkomen.<br />
En mijnverzakkingen waren er. De artesische bronnen in<br />
het gebied droogden op en het waterrad van de Eikendermolen<br />
kwam in een verzande beek te liggen, waardoor<br />
het molenwerk uiteindelijk maar werd overgedaan aan<br />
de volmolen in Epen. Wel zorgden de ON-mijnen voor<br />
een mooi openluchtzwembad dat in die tijd zeer geliefd<br />
was bij vele <strong>Heerlen</strong>aren, maar werd gesloten toen<br />
de mijnexploitatie stopte.<br />
Ruim een eeuw, nadat de laatste echte baron is vertrokken,<br />
is kasteel Terworm totaal gerestaureerd en heeft<br />
het eigentijdse aanpassingen gekregen door de nieuwe<br />
hotelfunctie, die in 1999 opende. Daarna is ook de door<br />
graaf Vincent van der Heyden Belderbusch (1690-1771)<br />
aangelegde en in de 20 ste eeuw verdwenen kasteeltuin<br />
met oranjerie en leifruitmuur naar een originele archieftekening<br />
minutieus gereconstrueerd en thans openbaar<br />
toegankelijk.<br />
KERKELIJKE GEBOUWEN<br />
In een akte van 1065 worden twee <strong>Heerlen</strong>se kapellen<br />
genoemd, de één in het centrum (gewijd aan Andreas) en<br />
de ander te Welten (gewijd aan Martinus). Op de plaats<br />
van de Andreaskapel werd de huidige St. Pancratiuskerk<br />
gebouwd. De Martinuskerk te Welten is in de 19 e eeuw<br />
gebouwd tegen de oude kapel. Andere belangrijke<br />
gebouwen met kerkelijke achtergrond zijn o.a. de Barbarakapel<br />
uit 1670 in de wijk Palemig en de oude kerk van<br />
Hoensbroek.<br />
Na de toestemming in 1390 voor de bouw van de kerk<br />
in Hoensbroek duurde het tot 1839 voordat Heerlerheide<br />
een zelfstandige parochie werd en een eigen kerk kreeg.<br />
In 1839 kreeg ook de Hervormde Gemeente een eigen<br />
kerk, aan de Klompstraat (afgebroken rond 1950). Aan<br />
het Wilhelminaplein was sinds jaar en dag een synagoge<br />
gevestigd. Deze was in gebruik tot 1936, toen de nieuwe<br />
synagoge aan de Stationstraat gereed kwam.<br />
Door de bevolkingsgroei ten gevolge van de steenkoolontginning<br />
kwamen er steeds meer rectoraten en parochies<br />
met een eigen kerk.<br />
Na de Tweede Wereldoorlog werden vele rectoraten tot<br />
parochie verheven. Sommige kerken zijn belangrijke<br />
architectonische hoogstandjes, zoals de St. Josephkerk<br />
van Jozef Fanchamps op de Heerlerbaan, de St. Gerarduskerk<br />
te Heksenberg en de St. Jozefkerk te Passart van<br />
Alphons Boosten, de St. Annakerk op het Bekkerveld en<br />
de St. Antoniuskerk te Vrank van Frits Peutz, de kerk van<br />
Jos. Wielders in Schandelen, de Andreaskerk te Heerlerbaan<br />
van Laurens Bisscheroux, de Christus Koningkerk<br />
in Hoensbroek van Anton Swinkels en Bart Salemans,<br />
de Christus Koningkerk in Vrieheide van Jozef Fanchamps<br />
of de Grote St. Jan in Hoensbroek van Caspar Franssen.<br />
Aan het Tempsplein werd in 1932 de Hervormde kerk<br />
gebouwd door Jan en Theo Stuiveling. Met behulp van<br />
architect Den Heijer en Frits Peutz bouwden de gereformeerden<br />
een kerk aan de Burg. Waszinkstraat.<br />
In Heerlerheide verrees de hervormde Sionskerk naar<br />
ontwerp van C.W. Wegener Sleeswijk. De nieuwe <strong>Heerlen</strong>se<br />
synagoge werd gebouwd in 1936 door de <strong>Heerlen</strong>se<br />
architect H. Dassen.
TERWORM<br />
For centuries nature and culture have gone hand in hand<br />
at the Terworm Estate. This estate is unique and surprising<br />
for its large diversity: from low marshes to higher situated<br />
fields and forests, from dense thicket to French ornamental<br />
gardens, from sunken roads to stately drive ways,<br />
from meandering brook to dead straight canals.<br />
In the past the area accommodated, in addition to<br />
the beautifully restored Terworm castle also the castles<br />
Lower-, Middle- and Upper-Douvenrade, Eyckholt,<br />
Dreesch, Prikkenis, the Struiver en the ‘motte’ Ten Esschen.<br />
All these together and the farmsteads create the historical<br />
atmosphere of the estate.<br />
In its heydays the estate was about 1,500 hectares and<br />
there were nine leased farmsteads. Because of expansion<br />
of the city and the construction of roads only 220 hectares<br />
are left.<br />
The Geleenbeek meanders through the scenery and cycle<br />
tracks and footpaths have been constructed. Also the<br />
orchards, the ruins and grounds have been brought back<br />
into their original state. Together with the French Rococo<br />
garden dating from 1767 Terworm Castle has been<br />
the centre of this beautiful estate for centuries now.<br />
During the mining period the estate was taken over by<br />
the Oranje-Nassau Mines of baron De Loë. Thus the<br />
mining company wanted to prevent damage claims due<br />
to subsidence of the mines. And indeed there were<br />
subsidences. The artesian wells in the area dried up and<br />
the water wheel of the Eikendermolen ended up in a<br />
silted-up brook and in the end the only solution was<br />
to sell the milling mechanism to the fulling mill in Epen.<br />
On the other hand the ON-mines built a wonderful<br />
open-air swimming pool which in those days was very<br />
popular with the many <strong>Heerlen</strong> citizens, but which was<br />
closed after the mines were no longer operational.<br />
More than a century later, after the last real baron had left,<br />
Terworm Castle was fully renovated and got some contemporary<br />
adaptations because of its new function as<br />
a hotel which was opened in 1999. After that also the<br />
castle garden with its Orangery and wall fruit trees,<br />
originally laid out by count Vincent van der Heyden<br />
Belderbusch (1690-1771) and which disappeared in<br />
the 20th century, was meticulously reconstructed based<br />
on an original archive design and is now open to the<br />
public.<br />
ECCLESIASTICAL BUILDINGS<br />
In a deed from 1065 two <strong>Heerlen</strong> chapels are mentioned,<br />
one in the centre (dedicated to Andreas) and the other<br />
one in Welten (dedicated to Martinus). The current Saint<br />
Pancras Church was built on the location of the Andreas<br />
chapel. In the nineteenth century the Church of Martinus<br />
in Welten was built against the old chapel. Other important<br />
buildings with an ecclesiastical background are<br />
the Barbara chapel from 1670 in the Palemig quarter and<br />
the old church of Hoensbroek.<br />
After a permit was granted in 1390 for the construction of<br />
the parish in Hoensbroek, it was not untill 1839 that<br />
Heerlerheide became an independent parish and got its<br />
own church. In 1839 also the Reformed Church got its own<br />
church at the Klompstraat (pulled down around 1950).<br />
For years and years there had been a synagogue at<br />
the Wilhelminaplein. It was used until 1936 when the<br />
new synagogue at the Stationstraat was finished.<br />
Because of the population growth as a result of the coal<br />
mining industry a need arose for more rectorates and<br />
parishes.<br />
After the Second World War many of these rectorates<br />
were elevated to become parishes. Some churches are<br />
important architectural tour de force, such as the Saint<br />
Joseph church by Jozef Fanchamps at Heerlerbaan,<br />
the Saint Gerardus church in Heksenberg and the Saint<br />
Joseph church in Passart by Alphons Boosten, the Saint<br />
Anna church at the Bekkerveld and the Saint Antonius<br />
church in Vrank by Frits Peutz, the church by Jos. Wielders<br />
in Schandelen, the Andreas church at Heerlerbaan<br />
by Laurens Bisscheroux, the Christ King church in Hoensbroek<br />
by Anton Swinkels and Bart Salemans, the Christ<br />
King church in Vrieheide by Jozef Fanchamps or the Great<br />
Saint John in Hoensbroek by Caspar Franssen.<br />
At the Tempsplein the Dutch Reformed Church was built<br />
by Jan en Theo Stuiveling in 1932. With the help of the<br />
architect Den Heijer and Frits Peutz the Reformed Congregation<br />
built a church at the Burg. Waszinkstraat.<br />
In Heerlerheide arose the reformed Sion church designed<br />
by C.W. Wegener Sleeswijk. The new <strong>Heerlen</strong> synagogue<br />
was built in 1936 by <strong>Heerlen</strong> architect H. Dassen.
ERFGOED VAN DE MIJN-<br />
BOUWINDUSTRIE<br />
Bij de ingang van het stadhuis aan de Geleenstraat staat<br />
hij nog: de mijnwerker, met mijnlamp en de hand voor<br />
de ogen tegen het daglicht; een standbeeld van Frans<br />
Gast. Modern, zoals burgemeester Van Grunsven dat<br />
wilde. Een herinnering aan vervlogen tijden.<br />
Maar ook begroet nog steeds de schacht van de Oranje-<br />
Nassaumijn I (ON I) de treinreiziger die naar <strong>Heerlen</strong> komt<br />
met de grote rode letters ‘ON’ op de schacht. De schachtwielen<br />
draaien – alsof de mijn nog in werking is – tijdens<br />
de uren waarop nu het Nederlands Mijnmuseum voor<br />
het publiek toegankelijk is.<br />
De ON I heeft 75 jaar dienst gedaan, van 1899 tot 1974 en<br />
produceerde in die tijd 31.978.000 ton. Boven de schachten<br />
werden bakstenen schachtgebouwen en stalen<br />
schachtbokken gebouwd voor de enorme liftinstallaties.<br />
Het was het begin van de moderne mijnindustrie. <strong>Heerlen</strong><br />
werd centrum van de Nederlandse steenkolenmijnbouw<br />
met de hoofdkantoren van de twee grootste mijnbedrijven,<br />
de Oranje-Nassau Mijnen en de Staatsmijnen.<br />
De Oranje Nassaumijn I is ook de laatste mijn die sloot.<br />
Dat gebeurde op 31 december 1974 met het naar boven<br />
halen van de laatste steenkool. Na de sluiting van<br />
de mijnen kwam de operatie van ‘zwart naar groen’<br />
en werden de mijnbedrijven en bijbehorende infrastructuur<br />
als het ware volledig weggepoetst.<br />
Maar als je even verder kijkt dan ademt de hele stad nog<br />
de geur van de mijnindustrie. Op allerlei verborgen<br />
plekken kom je bouwsels, objecten en zelfs woonwijken<br />
tegen die er door de bouwbureaus van de mijnen of door<br />
mijndirecties ingehuurde architecten zijn neergezet.<br />
Meteen in het oog springt het (groene) hoofdkantoor<br />
van de Oranje-Nassau Mijnen naar ontwerp van architect<br />
D. Roosenburg uit 1931.<br />
Vooral aan de Sittarderweg is de hiërarchie van de mijnorganisatie<br />
goed af te lezen. Daar bouwde ON-mijnen<br />
tussen 1909 en 1915 ingenieurs, (adjunct) opzichtersen<br />
beambtenwoningen (nrs. 70-112) naar ontwerp van<br />
architect Jan Lugten (1866-1947) en ook de typische<br />
rug-aan-rug-arbeidershuizen met vier wooneenheden<br />
(nrs. 112d-112h) en in de achterliggende straten, de mijnkolonie<br />
Grasbroek. De hoogste baas woonde het dichtst<br />
bij de mijn.<br />
De ON III in Heerlerheide-Rennemig werd aangelegd in<br />
1912 en kwam in exploitatie in 1917. Op 3-8-1973 eindigde<br />
de kolenproductie en op 29-3-1974 ging de 56 jaar oude<br />
en 42 meter hoge schacht om. In 1954 had de ON III de<br />
hoogste dagproductie (964 ton, 400 ton meer als ON I)<br />
van alle vier de ON-zetels.<br />
De ingang van de vierde <strong>Heerlen</strong>se mijn, de Oranje-Nassau<br />
IV, lag waar nu de ingang van de zilverzandgroeve<br />
Sibelco is. Het was de laatste mijn die in <strong>Heerlen</strong> in<br />
productie kwam. Dat gebeurde in 1928. De schachten<br />
waren al in 1912 aangelegd. De mijn sloot op 15 oktober<br />
1973 haar poorten.<br />
De tweede <strong>Heerlen</strong>se mijn, de Staatsmijn Emma, werd<br />
tussen 1908 en 1913 aangelegd op het uitgestrekte jachtgebied<br />
van graaf De Marchant et d’Ansembourg uit<br />
Amstenrade in Treebeek. Treebeek is door Staatsmijnen<br />
aangelegd voor de vele koempels uit het noorden van<br />
Nederland die men voor de mijnarbeid ronselde.<br />
De Staatsmijn Emma was in bedrijf van 1911 tot 1973.<br />
De Emma was de op een na grootste mijn van Nederland<br />
en haalde in totaal 109.032.000 ton steenkool uit de<br />
ondergrond tot een diepte van 980 m. Het ondergrondse<br />
gebied van de Emma besloeg een oppervlakte van 7.235<br />
hectare. Op het hoogtepunt werkten er 10.000 mensen<br />
in de mijn, waarvan 6.000 ondergronds.<br />
Tussen 1983 en 1993 gingen de gebouwen van de mijn<br />
tegen de vlakte. Dankzij particulier initiatief is de gevelsteen<br />
met de tekst Staatsmijn Emma anno 1911 bewaard<br />
gebleven, te vinden bij de ingang van het zorgcomplex<br />
Emmastaete aan de Akerstraat Noord. Ongeveer hier was<br />
destijds de ingang van de staatsmijn en een groot beeldbepalend<br />
schachtgebouw.<br />
Met steun van de mijnen verrezen kerken, gemeenschapshuizen,<br />
speeltuinen en sportaccommodaties.<br />
Daarnaast hebben uiteraard de vele woningcorporaties<br />
woonwijken en huizen voor mijnpersoneel gebouwd, maar<br />
dan meestal weer wat verder van de mijn.
HERITAGE OF THE MINING<br />
INDUSTRY<br />
At the entrance of the city hall at the Geleenstraat he is<br />
still there: the miners with his miner’s lamp and hand<br />
shielding his eyes against the daylight; a statue made by<br />
Frans Gast. Modern, as requested by mayor Van Grunsven.<br />
A memory of days gone by.<br />
But also the travellers by train who come to <strong>Heerlen</strong> are<br />
still welcomed by the mine shaft of the Oranje Nassau<br />
mine I (ON I), with its large red letters ‘ON’ on the shaft.<br />
At the hours that the Dutch Mining Museum is now open<br />
to the public the shaft wheels are turning again, as if<br />
the mine was still operational.<br />
The ON I had been operational for 75 years, from 1899<br />
until 1974 and in those years it yielded 31,978,000 tons.<br />
Above the shafts brick shaft buildings and steel pit heads<br />
were built for the enormous lift installations. It was the<br />
beginning of modern mining industry. <strong>Heerlen</strong> became<br />
the centre of the Dutch coal mining industry with the<br />
headquarters of the two largest mining companies,<br />
the Oranje-Nassau Mines and the State mines.<br />
The Oranje Nassau mine I was also the last mine to be<br />
closed down. This was on 31 December 1974 when the last<br />
coal was brought to the surface. After the closing of the<br />
mines the operation ‘black to green’ was started and the<br />
mining companies and their related infrastructure were as<br />
it were fully erased from the surface of the earth.<br />
But if you take a closer look then the entire city still<br />
breathes the scents of the mining industry. At all sorts<br />
of hidden locations one is confronted with structures,<br />
objects and even neighbourhoods that have been built<br />
by the construction companies of the mines or by the<br />
architects hired by the management of the mines. A real<br />
eye catcher is the 1931 (green) head office of the Oranje<br />
Nassau mines designed by the architect D. Roosenburg.<br />
Especially at the Sittarderweg the hierarchy of the mining<br />
organization is evident. There, between 1909 and 1915,<br />
the ON-mines built engineers’-, (assistant) supervisors’-<br />
and officials’ houses (nos. 70-112) designed by the architect<br />
Jan Lugten MSc. (1866-1947) and also the typical<br />
back-to-back labourers’ houses consisting of four residential<br />
units (nos. 112d-112h) and in the more remote streets,<br />
the miners’ colony Grasbroek. The highest official lived<br />
closest to<br />
the mines.<br />
The ON III in Heerlerheide-Rennemig was built in 1912 and<br />
became operational in 1917. On 3-8-1973 the coal production<br />
stopped and on 29-3-1974 the 56 years old and 42<br />
metres high shaft went down. In 1954 the ON III had the<br />
highest daily production (964 tons, 400 tons more than<br />
ON I) of all four ON-locations.<br />
The entrance of the fourth <strong>Heerlen</strong> mine, the Oranje<br />
Nassau IV, was located where is now the entrance of<br />
the Sibelco silver sand quarry. It was the last mine to<br />
become operational in <strong>Heerlen</strong>. This was in 1928.<br />
The shafts had already been built in 1912. The mine<br />
closed its gates on 15 October 1973.<br />
The second <strong>Heerlen</strong> mine, the State mine Emma, was built<br />
between 1908 and 1913 at the extensive hunting grounds<br />
of count De Marchant et d’Ansembourg from Amstenrade<br />
in Treebeek. Treebeek was built by the State mines for<br />
the many ‘koempels’ (miners) from the north of the<br />
Netherlands who were recruited for mining activities.<br />
The State mine Emma was operational from 1911 until 1973.<br />
The Emma was the second largest mine of the Netherlands<br />
and in total excavated 109,032,000 tons of coal<br />
from a depth up to 980 metres. The underground area<br />
of the Emma was approximately 7,235 hectares. In its<br />
heydays 10.000 people were employed in the mine,<br />
6.000 of which underground.<br />
Between 1983 and 1993 the buildings of the mine were<br />
pulled down. Thanks to private initiative the plaque with<br />
the text ‘State mine Emma anno 1911’ was preserved and<br />
now can be found at the entrance of the care institution<br />
Emmastaete at the Akerstraat Noord. Approximately<br />
at this location used to be the entrance of the state mine<br />
and a large iconic shaft building.<br />
With the support of the mines churches arose, and<br />
community houses, playgrounds and sporting accommodations.<br />
In addition of course the many housing associations<br />
have built residential neighbourhoods and houses<br />
for mining employees, but usually somewhat further away<br />
from the mine.
COLOFON<br />
Dit boek is een uitgave van de gemeente <strong>Heerlen</strong>,<br />
in samenwerking met de Werkgroep Open Monumentendag<br />
<strong>Heerlen</strong>.<br />
Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd<br />
zonder bronvermelding.<br />
ISBN 978-90-829065-0-9<br />
© 2018 Gemeente <strong>Heerlen</strong>,<br />
Werkgroep Open Monumentendag<br />
Concept en Lay-out: T-Force Communicatieburo, <strong>Heerlen</strong><br />
Fotografie: Cyril van de Weijer, Studio Cyril, Oirsbeek<br />
Auteurs:<br />
Fred Vondenhoff,<br />
voormalig beleidsadviseur cultureel erfgoed van de<br />
gemeente <strong>Heerlen</strong>. Was in de periode 2000 tot 2018 voorzitter<br />
van de Werkgroep Open Monumentendag <strong>Heerlen</strong><br />
en is daar nog steeds lid van.<br />
Ton van Mastrigt,<br />
stedenbouwkundige en voormalig hoofd Ruimtelijke<br />
Ordening van de gemeente <strong>Heerlen</strong>. Was van 2001 tot<br />
2007 stadsarchitect van <strong>Heerlen</strong> en is voorzitter van de<br />
Programmacommissie Vrienden van SCHUNCK*architectuur.<br />
Ton is sedert vele jaren lid van de Werkgroep Open<br />
Monumentendag <strong>Heerlen</strong>.<br />
Roelof Braad,<br />
voormalig stadshistoricus van <strong>Heerlen</strong> en als zodanig<br />
betrokken bij Historisch Goud-Rijckheyt, centrum voor<br />
regionale geschiedenis te <strong>Heerlen</strong>. Momenteel hoofdredacteur<br />
van MijnStreek, historisch magazine voor<br />
Parkstad Limburg. Ook Roelof maakt deel uit van de<br />
Werkgroep Open Monumentendag <strong>Heerlen</strong>.<br />
Eindredactie: Chris Tiekstra<br />
Drukwerk: B-mediagroep, Maastricht<br />
Werkgroep Open Monumentendag <strong>Heerlen</strong>:<br />
Op de site www.openmonumentendagheerlen.nl staat<br />
intussen een indrukwekkende hoeveelheid informatie met<br />
betrekking tot <strong>Heerlen</strong>s Cultureel Erfgoed.<br />
Leden Werkgroep Open Monumentendag <strong>Heerlen</strong><br />
Frits Lamers<br />
Gemeente <strong>Heerlen</strong><br />
Fred Vondenhoff<br />
Persoonlijke titel<br />
Ton van Mastrigt<br />
SCHUNCK*<br />
Martin van der Weerden LGOG<br />
Roelof Braad<br />
Het Land van Herle<br />
Rob Smeets<br />
Heritage Revival<br />
Michel Lemaire<br />
Historisch Goud<br />
Mark van Dijk<br />
Het Land van Herle<br />
Sander van Daal<br />
Persoonlijke titel<br />
Quintly van Tilburg<br />
Persoonlijke titel<br />
Chris Tiekstra<br />
T-Force<br />
Bronnenlijst:<br />
Collecties Historisch Goud-Rijckheyt / www.rijckheyt.nl<br />
www.monumenten.nl / www.kerkgebouwen-in-Limburg.nl<br />
www.heerlenvertelt.nl<br />
www.openmonumentendagheerlen.nl<br />
- Architectuurwandelingen <strong>Heerlen</strong>, (<strong>Heerlen</strong>: Vitruvianum 2005)<br />
- W. Arets, W. van den Bergh en W. Graatsma, F.P.J. Peutz architekt<br />
1916-1966 (Eindhoven 1981)<br />
- S. van Daal en T. van Mastrigt, Modernisme in Parkstad Limburg<br />
(<strong>Heerlen</strong>: SCHUNCK* 2018)<br />
- Jeroen Goudeau en Agnes van der Linden (red.), Jan Stuyt (1868-<br />
1934) Een begenadigd en dienend architect, (Nijmegen 2011)<br />
- M.J.R. Habets (et al.), Architectuur uit de 20 e eeuw in Limburg<br />
1900–1985 (Maastricht 1985)<br />
- <strong>Heerlen</strong> architectuur en stedenbouw 1850-1940 (Zwolle 2003)<br />
- C. Hofstee, R. de Jong, en J. Janssen, Inventarisatie Mijnmonumenten<br />
(<strong>Heerlen</strong> 1978)<br />
- Dorine van Hoogstraten, Dirk Roosenburg: 1887-1962 (Rotterdam<br />
2005)<br />
- W. Hupperetz (et al.), Kastelen in Limburg; burchten en landhuizen<br />
(1000-1800) (Utrecht 2005)<br />
- J. Leblanc, Monumentennota <strong>Heerlen</strong> (<strong>Heerlen</strong> 1990), beleidsnota<br />
met drie bijlagen.)<br />
- W. Marres en J.J.F.W. van Agt, De Nederlandse monumenten van<br />
geschiedenis en kunst: geïllustreerde beschrijving uitgegeven<br />
vanwege de Rijkscommissie voor de monumentenbeschrijving:<br />
Dl. V. De provincie Limburg: 3e stuk. Zuid-Limburg, uitgezonderd<br />
Maastricht Afl. 1 (´s-Gravenhage 1962)<br />
- Monumenten Inventarisatie Project Limburg, een inventarisatie van<br />
bouwkundige structuren en relicten uit 1850-1940. Rapport <strong>Heerlen</strong>, 6<br />
dln. (Maastricht 1992)<br />
- Parkstad Limburg Architectuur Fietsroute (<strong>Heerlen</strong> 2009)<br />
- Kirsten Schipper en Joosje van Geest, Jos Klijnen, (Rotterdam 1999)<br />
- Rosa Visser-Zaccagnini, Architect F.P.J. Peutz (1896-1974)<br />
Romantisch Rationalist (Rotterdam 2013)<br />
En de eerdere uitgaven van de Werkgroep Open Monumentendag<br />
<strong>Heerlen</strong>, 1991-2017.
COLOPHON<br />
This book is a publication of the municipality of <strong>Heerlen</strong>,<br />
in collaboration with the Workgroup Open Monuments’<br />
Day <strong>Heerlen</strong>.<br />
Nothing from this publication may be reproduced without<br />
source acknowledgement.<br />
ISBN 978-90-829065-0-9<br />
© 2018 Municipality of <strong>Heerlen</strong>,<br />
Workgroup Open Monuments' Day<br />
Concept and Lay-out: T-Force Communication agency,<br />
<strong>Heerlen</strong><br />
Photography: Cyril van de Weijer, Studio Cyril, Oirsbeek<br />
Authors:<br />
Fred Vondenhoff,<br />
former policy advisor for the cultural heritage of the<br />
municipality of <strong>Heerlen</strong>. In the period 2000 until 2018<br />
he was chairman of the Workgroup Open Monuments’<br />
Day <strong>Heerlen</strong> and is still a member of that group.<br />
Ton van Mastrigt,<br />
urban development expert and former chief Spatial<br />
Planning for the municipality of <strong>Heerlen</strong>. From 2001 until<br />
2007 he was municipal architect of <strong>Heerlen</strong> and he is<br />
chairman of the Program Committee Friends of<br />
SCHUNCK*architecture. For many years now Ton has<br />
been a member of the Workgroup Open Monuments’ Day<br />
<strong>Heerlen</strong>.<br />
Roelof Braad,<br />
former city historian of <strong>Heerlen</strong> and as such involved in<br />
Historisch Goud - Rijckheyt, centre for regional history in<br />
<strong>Heerlen</strong>. Currently editor-in-chief of MijnStreek, historical<br />
magazine for Parkstad Limburg. Roelof is also a member<br />
of the Workgroup Open Monuments’ Day <strong>Heerlen</strong>.<br />
Editor: Chris Tiekstra<br />
Print: B-mediagroep, Maastricht<br />
Workgroup Open Monuments’ Day <strong>Heerlen</strong>:<br />
By now the site www.openmonumentendagheerlen.nl<br />
contains an impressive amount of information regarding<br />
<strong>Heerlen</strong>’s Cultural Heritage.<br />
Members of Workgroup Open Monuments’ Day <strong>Heerlen</strong><br />
Frits Lamers<br />
Municipality of <strong>Heerlen</strong><br />
Fred Vondenhoff<br />
In private capacity<br />
Ton van Mastrigt<br />
SCHUNCK*<br />
Martin van der Weerden LGOG<br />
Roelof Braad<br />
Het Land van Herle<br />
Rob Smeets<br />
Heritage Revival<br />
Michel Lemaire<br />
Historisch Goud<br />
Mark van Dijk<br />
Het Land van Herle<br />
Sander van Daal<br />
In private capacity<br />
Quintly van Tilburg<br />
In private capacity<br />
Chris Tiekstra<br />
T-Force<br />
Index of sources:<br />
Collections Historisch Goud-Rijckheyt / www.rijckheyt.nl<br />
www.monumenten.nl / www.kerkgebouwen-in-Limburg.nl<br />
www.heerlenvertelt.nl<br />
www.openmonumentendagheerlen.nl<br />
- Architectuurwandelingen <strong>Heerlen</strong>, (<strong>Heerlen</strong>: Vitruvianum 2005)<br />
- W. Arets, W. van den Bergh en W. Graatsma, F.P.J. Peutz architekt<br />
1916-1966 (Eindhoven 1981)<br />
- S. van Daal en T. van Mastrigt, Modernisme in Parkstad Limburg<br />
(<strong>Heerlen</strong>: SCHUNCK* 2018)<br />
- Jeroen Goudeau en Agnes van der Linden (red.), Jan Stuyt (1868-<br />
1934) Een begenadigd en dienend architect, (Nijmegen 2011)<br />
- M.J.R. Habets (et al.), Architectuur uit de 20 e eeuw in Limburg<br />
1900–1985 (Maastricht 1985)<br />
- <strong>Heerlen</strong> architectuur en stedenbouw 1850-1940 (Zwolle 2003)<br />
- C. Hofstee, R. de Jong, en J. Janssen, Inventarisatie Mijnmonumenten<br />
(<strong>Heerlen</strong> 1978)<br />
- Dorine van Hoogstraten, Dirk Roosenburg: 1887-1962 (Rotterdam<br />
2005)<br />
- W. Hupperetz (et al.), Kastelen in Limburg; burchten en landhuizen<br />
(1000-1800) (Utrecht 2005)<br />
- J. Leblanc, Monumentennota <strong>Heerlen</strong> (<strong>Heerlen</strong> 1990), beleidsnota<br />
met drie bijlagen.)<br />
- W. Marres en J.J.F.W. van Agt, De Nederlandse monumenten van<br />
geschiedenis en kunst: geïllustreerde beschrijving uitgegeven<br />
vanwege de Rijkscommissie voor de monumentenbeschrijving:<br />
Dl. V. De provincie Limburg: 3e stuk. Zuid-Limburg, uitgezonderd<br />
Maastricht Afl. 1 (´s-Gravenhage 1962)<br />
- Monumenten Inventarisatie Project Limburg, een inventarisatie van<br />
bouwkundige structuren en relicten uit 1850-1940. Rapport <strong>Heerlen</strong>, 6<br />
dln. (Maastricht 1992)<br />
- Parkstad Limburg Architectuur Fietsroute (<strong>Heerlen</strong> 2009)<br />
- Kirsten Schipper en Joosje van Geest, Jos Klijnen, (Rotterdam 1999)<br />
- Rosa Visser-Zaccagnini, Architect F.P.J. Peutz (1896-1974)<br />
Romantisch Rationalist (Rotterdam 2013)<br />
And all former editions of the Workgroup Open Monuments' Day<br />
<strong>Heerlen</strong>, 1991-2017.
INDEX OP NAAM MONUMENT<br />
Anna, Kerk van de heilige Moeder ....................................................56<br />
Antonius van Padua-kerk en klooster, St. ..................................................85<br />
Apotheek Claessens .........................................................................................108<br />
Apotheek Claessens ..........................................................................................95<br />
Architectenatelier Valkenburgerweg ..........................................................89<br />
Atelierwoning Schoolstraat ............................................................................90<br />
Baak, Hoeve de ....................................................................................76<br />
Barabarakapel ......................................................................................................75<br />
Beambtenwoningen Heideveldweg ...............................................................2<br />
Beambtenwoningen Rennemigstraat ............................................................5<br />
Belgisch grafmonument ...................................................................................98<br />
Berg, Huize de ......................................................................................................73<br />
Berghof, Hoeve ....................................................................................................19<br />
Bernardinuscollege, Kapel ...............................................................................58<br />
Broederhuis ...........................................................................................................72<br />
Caumermolen .......................................................................................53<br />
Christus Koningkerk ...........................................................................................10<br />
Corisberg, Hoeve ................................................................................................50<br />
Corneliuskerk met pastorie, H. ........................................................................7<br />
Directeurswoning (Technische School) ...........................................91<br />
Directeurswoning en kapel (Vroedvrouwenschool) ............................45<br />
Dohm, Huys De ...................................................................................................39<br />
Doom, Herenhuis De ........................................................................................38<br />
Douvenrade, Hoeve Overste ...........................................................................28<br />
Douyvenrade, Ruïne Middelste en Onderste ............................................29<br />
Dresens, Stadsvilla .............................................................................................96<br />
Driesch, Hoeve Den ...........................................................................................26<br />
Droepnaas, Hoeve ..............................................................................................49<br />
Dubbel woonhuis, Laan van Hövell tot Westerflier ..............................94<br />
Dubbele stadsvilla, Akerstraat .......................................................................59<br />
Duijsens, Villa ......................................................................................................106<br />
Eikhold, Villa ..........................................................................................31<br />
Erk, Hoeve De ........................................................................................................51<br />
Esschenweg¸ Hoeve ...........................................................................................18<br />
Eyckholt (met molen), Riddergoed .............................................................27<br />
Francisca, Villa ....................................................................................61<br />
Franciscus van Assisiëkerk, Sint ...................................................................88<br />
Geleenhof, Hoeve ................................................................................30<br />
Gemmeke, Sigarenwinkel ...............................................................................105<br />
Gerardus Majella-kerk, St. ..................................................................................3<br />
Gitsbach, Hoeve ..................................................................................................24<br />
Glaspaleis ..............................................................................................................115<br />
Grand Hotel ..........................................................................................................119<br />
Grenspaal .............................................................................................................104<br />
Haex, Villa ............................................................................................57<br />
Heilig Hartbeeld ................................................................................................102<br />
Hoensbroek, Kasteel ...........................................................................................17<br />
Hoofdingenieurswoning ..................................................................................80<br />
Hoofdkantoor ON ...............................................................................................86<br />
Hoofdopzichterswoningen (Heideveldweg) ................................................1<br />
Hoofdopzichterswoningen (Sittarderweg) ................................................81<br />
Horicherhof ...........................................................................................................48<br />
Imstenrade, Villa ..................................................................................42<br />
Imstenraderhof .....................................................................................................41<br />
Josephkerk, Sint ..................................................................................46<br />
Kapel Vroedvrouwenschool ...............................................................45<br />
Kerkhofkapel ........................................................................................................97<br />
Kerkorgel H. Hartkerk ........................................................................................78<br />
Kleine St. Jan .........................................................................................................16<br />
Kneepkens, Winkelhuis ......................................................................................111<br />
Koetshuis ...............................................................................................................32<br />
Kweekschool voor meisjes ..............................................................................55<br />
Landgraaf, De .........................................................................................4<br />
Linde, Huis op de ................................................................................................92<br />
LOMA-huis ..............................................................................................................14<br />
Luijff, Huis de ........................................................................................................118<br />
Meezenbroek, Poortgebouwl .............................................................77<br />
Mijnwerkerswoningen (De Butting) ..............................................................13<br />
Mijnwerkerswoningen (Grasbroek) ..............................................................83<br />
Mijnwerkerswoningen Ganzeweide ................................................................6<br />
Mijnwerkerswoningen Leenhof ......................................................................74<br />
Molenaarswoning en graanmaalderij ............................................................12<br />
Molenberg, Hoeve ...............................................................................................67<br />
Molenbergpark, Dubbel landhuis ..................................................................63<br />
Molenbergpark, dubbel woonhuis ...............................................................54<br />
Molenbergpark, Dubbel woonhuis ...............................................................68<br />
Molenbergpark, Dubbel woonhuis ...............................................................69<br />
Molenbergpark, Dubbele villa ........................................................................64<br />
Molenbergpark, vijf beambtenwoningen ...................................................70<br />
Molenbergpark, Villa ..........................................................................................62<br />
Montjove Ten Esschen ......................................................................................20<br />
Motte De Struiver ................................................................................................23<br />
Mullender, Hoeve De ..........................................................................................37<br />
Oliemolen .............................................................................................60<br />
Openbare bibliotheek .......................................................................................101<br />
Opzichterswoningen (Sittarderweg) ...........................................................82<br />
Pancratiuskerk, St. ...............................................................................113<br />
Pasmans, Hoeve .................................................................................................47<br />
Passart (hoeve en kasteel) ...............................................................................11<br />
Patronaat ...............................................................................................................84<br />
Politiebureau (Heerlerheide) .............................................................................8<br />
Protestantse Kerk ...............................................................................................99<br />
Retraitehuis ............................................................................................71<br />
Romeins badhuis (thermen) .........................................................................103<br />
Rotan Rentenaar, Hoeve ...................................................................................22<br />
Rousch, Hoeve De ..............................................................................................40<br />
Royal-bioscoop ..................................................................................................107<br />
Savelbergklooster en -kapel .............................................................117<br />
Schachtgebouw ON I ........................................................................................87<br />
Schandelermolen ................................................................................................79<br />
Schelmentoren ....................................................................................................114<br />
Schiffelerhof ..........................................................................................................52<br />
Slobbe, Villa Van ..................................................................................................43<br />
Smet, Woonhuis De .............................................................................................15<br />
Stadhuis ................................................................................................................109<br />
Strijthagen, Herenhuis .......................................................................................36<br />
Struiver, Hoeve De ...............................................................................................21<br />
Tempsplein, Straatwand ...................................................................100<br />
Terworm, Kasteel .................................................................................................25<br />
Thissen, Wijnhandel ...........................................................................................112<br />
Ulo, Sint Pancratius ..............................................................................93<br />
Vroedvrouwenschool ..........................................................................44<br />
Walmuur, Restant ................................................................................116<br />
Warenhuis, (Hema) voormalig ......................................................................110<br />
Wegkruis Kampstraat ..........................................................................................9<br />
Welten, Woningen ..............................................................................................34<br />
Weltermolen .........................................................................................................35<br />
Wijnands, Villa .....................................................................................................66<br />
Zoetmulder, Villa .................................................................................65<br />
Zomerweelde, Villa .............................................................................................33
INDEX OP ADRES<br />
Akerstraat 39 ........................................................................................97<br />
Akerstraat 50 ........................................................................................................98<br />
Akerstraat 90 .......................................................................................................96<br />
Akerstraat 65a, 65b ...........................................................................................95<br />
Akerstraat 97A .....................................................................................................58<br />
Akerstraat 110, 112 ................................................................................................59<br />
Akerstraat 126 .......................................................................................................57<br />
Akerstraat Noord 310, 312 .................................................................................12<br />
Beersdalweg 62, 64 .............................................................................85<br />
Bekkerveld 1 ..........................................................................................................55<br />
Bekkerveld 10 .......................................................................................................56<br />
Bongerd 2 .............................................................................................................108<br />
Bongerd 18 ............................................................................................................115<br />
Burgemeester De Hesselleplein 25 ...............................................................91<br />
Buttingstraat 24 ....................................................................................................14<br />
Buttingstraat 28 t/m 46 .....................................................................................13<br />
Caumerbeeklaan 50, 52 ......................................................................54<br />
Caumerbeeklaan 59 ...........................................................................................63<br />
Caumerbeeklaan 66, 68 ...................................................................................64<br />
Caumerbeeklaan 70 ...........................................................................................65<br />
Caumerbeeklaan 80 ...........................................................................................66<br />
Caumerdalschestraat 15 ....................................................................................63<br />
Caumerdalschestraat 22 ...................................................................................62<br />
Caumermolenweg 12 .........................................................................................53<br />
Coriovallumstraat 9 ..........................................................................................103<br />
Coriovallumstraat 9 ..........................................................................................104<br />
Corisbergweg 1 ....................................................................................................50<br />
Corisbergweg 119 en 117 ...................................................................................49<br />
Corisbergweg 119A, 121 .....................................................................................48<br />
De Doom 22 ..........................................................................................37<br />
De Doom 44, 46, 48 ...........................................................................................38<br />
De Doom 50 ..........................................................................................................39<br />
De Thun 172 t/m 190 ..........................................................................................34<br />
Deken Nicolayestraat 1, 3 ...............................................................................100<br />
Douvenrader Allee 1 ...........................................................................................28<br />
Douvenrader Allee bij 1 .....................................................................................29<br />
Dr. Clemens Meulemanstraat 1 .......................................................................46<br />
Dr. Poelsstraat 8 ..................................................................................................110<br />
Dr. Poelsstraat 23 .................................................................................................111<br />
Dreesch 1 ................................................................................................................26<br />
Ds. Jongeneelstraat 1 ........................................................................................99<br />
Ds. Jongeneelstraat 2, 4, 6 ............................................................................100<br />
Eikendermolenweg 4 ...........................................................................27<br />
Esschenweg 111 ......................................................................................................19<br />
Esschenweg 119 .....................................................................................................18<br />
Ganzeweide 31 t/m 49 ..........................................................................6<br />
Gasthuisstraat 2, 4 .............................................................................................117<br />
Gasthuisstraat 45 ................................................................................................73<br />
Geleenstraat 27 ..................................................................................................109<br />
Geleenstraat 55 ..................................................................................................105<br />
Geleenstraat 7 ......................................................................................................112<br />
Grasbroek 1 t/m 15, 2 t/m 16 ...........................................................................83<br />
Heerenweg 45 .........................................................................................3<br />
Heideveldweg 17, 19, 21, 23 ................................................................................2<br />
Heideveldweg 25-27 ..............................................................................................1<br />
Heulsstraat 39 .........................................................................................................8<br />
Honigmannstraat 59 ........................................................................................106<br />
Hoofdstraat 63 ......................................................................................................16<br />
Imstenrade 2, 3, 4 .................................................................................41<br />
Imstenrade 5 .........................................................................................................42<br />
Johannes XXIII-singel 46 ....................................................................51<br />
Justus van Maurikstraat 37 ..............................................................................67<br />
Kampstraat tegenover 104 ...................................................................9<br />
Kasteellaan 1 ..........................................................................................................77<br />
Kerkraderweg 9 ...................................................................................................72<br />
Kerkstraat 6, 8 ........................................................................................................7<br />
Klinkertstraat 110 ..................................................................................................17<br />
Kloosterkensweg 17 ...........................................................................................40<br />
Kloosterweg 1 .......................................................................................................86<br />
Kouvenderstraat 132 ...........................................................................................15<br />
Laan van Hövell tot Westerflier 19, 21 ..............................................94<br />
Laan van Hövell tot Westerflier 23 ...............................................................93<br />
Laanderstraat 33 .................................................................................................88<br />
Leenhofstraat 1 t/m 19, 2 t/m 20 ...................................................................74<br />
Leon Biessenstraat 71 .....................................................................................47<br />
Meezenbroekerweg 95 .......................................................................76<br />
Meezenbroekerweg 116 .....................................................................................78<br />
Mergelsweg 184 t/m 198 ..................................................................................34<br />
Mijnmuseumpad 2 ..............................................................................................87<br />
Molenberglaan 73, 75 ........................................................................................68<br />
Molenberglaan 112, 114 .......................................................................................69<br />
Molenberglaan 116 t/m 124 ..............................................................................70<br />
Navolaan 83 ...........................................................................................10<br />
Nieuwenhofstraat 2 t/m 20 ..............................................................................13<br />
Oliemolenstraat 1 .................................................................................95<br />
Oliemolenstraat 32 .............................................................................................60<br />
Oliemolenstraat 60 ..............................................................................................71<br />
Oude Lindestraat 1 ..............................................................................................92<br />
Pancratiusplein ....................................................................................116<br />
Pancratiusplein 44 .............................................................................................114<br />
Pancratiusplein 45 ..............................................................................................113<br />
Parc Imstenrade bij 3 ........................................................................................45<br />
Parc Imstenrade 3 t/m 130 ..............................................................................44<br />
Passartweg 56 en 56A ........................................................................................11<br />
Rennemigstraat 6 t/m 20 ......................................................................5<br />
Schaesbergerweg 194 t/m 200 .........................................................74<br />
Schandelermolenweg 16 ..................................................................................79<br />
Schiffeler 1 ..............................................................................................................52<br />
Schoolstraat 1 .......................................................................................................90<br />
Schrieversheide ......................................................................................................4<br />
Sint Franciscusweg 69 .......................................................................................61<br />
Sittarderweg 70, 72 ............................................................................................81<br />
Sittarderweg 74 t/m 112 ....................................................................................82<br />
Sittarderweg 79B .....................................................................................80<br />
Sittarderweg 112D t/m K ..................................................................................83<br />
Sittarderweg 143 .................................................................................................84<br />
Slotweg 2 ...............................................................................................................75<br />
Stationsplein 5 ....................................................................................................107<br />
Tempsplein bij 2 .................................................................................102<br />
Tempsplein 10 ......................................................................................................101<br />
Tempsplein 14 .......................................................................................................99<br />
Tempsplein 18 t/m 22 ......................................................................................100<br />
Ten Escchen ..........................................................................................23<br />
Ten Esschen bij 2 ................................................................................................20<br />
Ten Esschen 26 ....................................................................................................22<br />
Ten Esschen 80 .....................................................................................................21<br />
Terworm 5 ................................................................................................................5<br />
Terworm 6 ..............................................................................................................24<br />
Valkenburgerweg 22 ...........................................................................89<br />
Valkenburgerweg 54 .........................................................................................30<br />
Valkenburgerweg 70 ..........................................................................................32<br />
Valkenburgerweg 72 ...........................................................................................31<br />
Valkenburgerweg 167 .........................................................................................33<br />
Welterkerkstraat 1 ................................................................................36<br />
Welterkerkstraat 2 ..............................................................................................35<br />
Wilhelminaplein 17 ..............................................................................................119<br />
Wilhelminaplein 24 .............................................................................................118<br />
Zandweg 122 .........................................................................................43<br />
Zandweg 178 .........................................................................................................45