Rapporten Eerstelijnsklachtenbehandeling 2010 - Vlaamse ...

Rapporten Eerstelijnsklachtenbehandeling 2010 - Vlaamse ... Rapporten Eerstelijnsklachtenbehandeling 2010 - Vlaamse ...

vlaamseombudsdienst.be
from vlaamseombudsdienst.be More from this publisher
16.12.2012 Views

Klachtendienst Financiën – rapport 2010 - pag. 17 het bezwaar werd afgewezen zonder dat de advocaat werd gehoord of inzage werd verleend. ombudsnorm ‘te lange behandeltermijn’: 1 klacht. Verzoekster betaalde 1.000 euro teveel en vroeg herhaaldelijk de terugbetaling hiervan. Dit was echter lange tijd niet mogelijk wegens technische problemen. Volgende grafiek toont een opsplitsing van de ontvankelijke klachten volgens de mate van gegrondheid vanaf 2002 tot 2010: Het aantal klachten over de leegstandsheffing bedrijfsruimten blijft vrij beperkt. De verhouding ingediende klachten/verstuurde aanslagen bedraagt 0,39%. Procentueel gezien waren in 2010 méér klachten terecht dan in 2009. 6.2 Heffing leegstand en verkrotting van woningen en/of gebouwen Met ingang van 1 januari 2010 werden de gemeenten de belastingheffende overheid voor de leegstandsheffing. Dit betekent dat de Vlaamse Belastingdienst in principe geen heffingen meer verstuurt voor de heffingsjaren 2010 en volgende. Enkel in bepaalde gevallen, bijvoorbeeld als de gemeente zou ‘stilzitten’, is vooralsnog een gewestelijke leegstandsheffing mogelijk. De aanslagen voor het vierde kwartaal 2009 voor leegstand werden nog ingekohierd in 2009, maar pas verzonden midden januari 2010. De Vlaamse Belastingdienst zorgt verder voor de inning, invordering en bezwaarbehandeling van de aanslagen met betrekking tot de leegstand - heffingsjaren 2009 en vorige. Ingevolge het grond- en pandenbeleid blijft de Vlaamse Belastingdienst ook na 2009 verantwoordelijk voor de inning van de heffing op verwaarloosde, ongeschikte of onbewoonbare woningen of gebouwen. De overheveling van de leegstand naar de gemeenten heeft als gevolg dat de algemene benaming ‘Leegstandsheffing woningen’ in 2010 niet langer kon worden gehandhaafd. Als nieuwe benaming opteerde men voor ‘Verkrottingsheffing woningen’. In 2010 verstuurde de Vlaamse Belastingdienst in totaal 3.497 aanslagbiljetten (op basis van kohierartikel). Deze aanslagen hadden in hoofdzaak betrekking op het vierde kwartaal 2009 en het eerste, tweede en derde kwartaal 2010. Ook aanslagen tengevolge van niet-voldane schorsingen zijn in dit aantal inbegrepen. Gelet op de kennisgeving aan alle deelgenoten bedraagt het aantal verzonden aanslagbiljetten 4.845. De meeste aanslagbiljetten hadden betrekking op een opname op de lijst ongeschikt/onbewoonbaar, nl. 2.587 aanslagen, gevolgd door 494 voor de lijst verwaarlozing en 416 aanslagen voor de lijst leegstand. De administratie verstuurde in 2010 eveneens 1.132 herinneringen en 468 dwangbevelen naar belastingplichtigen die niet spontaan betaalden na ontvangst van het aanslagbiljet.

Klachtendienst Financiën – rapport 2010 - pag. 18 De Vlaamse Belastingdienst ontving in de loop van 2010 2.895 bezwaarschriften en nam een beslissing over 2.634 bezwaren. Het merendeel van deze bezwaarschriften werd ingewilligd (1.837 bezwaren wat overeenkomt met 70% van de afgehandelde bezwaren). Het niet-naleven van decretaal opgelegde vormvereisten bij de inventarisatie van panden blijft de meest voorkomende reden van inwilliging, gevolgd door een definitief verworven schorsing. De gemiddelde behandeltermijn van de bezwaren bedroeg in 2010 149 dagen, dus binnen de decretaal voorziene termijn van 6 maanden. De klachtendienst ontving in 2010 26 klachten over de verkrottingsheffing woningen; vergelijkbaar met 2009 (toen 24 ingediende klachten). Op het einde van het werkjaar 2010 stond nog één klacht open. De 25 afgesloten klachten in 2010 kregen volgende evaluatie: 3 klachten onontvankelijk + 22 ontvankelijk → 19 ongegrond + 3 gegrond. Drie klachten waren onontvankelijk omdat de belastingplichtige in beroep was gegaan tegen de beslissing van de Vlaamse Belastingdienst (1 klacht) en omdat de klacht te maken had met de leegstandsheffing van de gemeente (2 klachten). Meer informatie over de onontvankelijke klachten is terug te vinden onder punt 5.2.2. Ongegronde klachten (19): Net zoals bij de leegstandsheffing bedrijfsruimten klaagden de burgers meermaals over de negatieve beslissing van de Vlaamse Belastingdienst. Nochtans was de beslissing correct gebaseerd op de decretale bepalingen. Sommige burgers dienden klacht in, terwijl alle beroepsprocedures al waren uitgeput en hun vordering ook door de rechtbank werd afgewezen. Het valt op dat de klagers dikwijls te laat reageerden bij de Vlaamse Belastingdienst waardoor hun bezwaarschrift onontvankelijk werd verklaard. Zij probeerden via de klachtendienst vooralsnog hun gelijk te halen. Net zoals voorgaande jaren, waren er ook klachten over verstuurde dwangbevelen, hypothecaire inschrijvingen en aanslagbiljetten voor heffingen waarvan de schorsingsperiode kwam te vervallen.

Klachtendienst Financiën – rapport <strong>2010</strong> - pag. 18<br />

De <strong>Vlaamse</strong> Belastingdienst ontving in de loop van <strong>2010</strong> 2.895 bezwaarschriften en nam een beslissing<br />

over 2.634 bezwaren. Het merendeel van deze bezwaarschriften werd ingewilligd (1.837 bezwaren wat<br />

overeenkomt met 70% van de afgehandelde bezwaren). Het niet-naleven van decretaal opgelegde<br />

vormvereisten bij de inventarisatie van panden blijft de meest voorkomende reden van inwilliging,<br />

gevolgd door een definitief verworven schorsing.<br />

De gemiddelde behandeltermijn van de bezwaren bedroeg in <strong>2010</strong> 149 dagen, dus binnen de decretaal<br />

voorziene termijn van 6 maanden.<br />

De klachtendienst ontving in <strong>2010</strong> 26 klachten over de verkrottingsheffing woningen; vergelijkbaar met<br />

2009 (toen 24 ingediende klachten).<br />

Op het einde van het werkjaar <strong>2010</strong> stond nog één klacht open. De 25 afgesloten klachten in <strong>2010</strong><br />

kregen volgende evaluatie: 3 klachten onontvankelijk + 22 ontvankelijk → 19 ongegrond + 3<br />

gegrond.<br />

Drie klachten waren onontvankelijk omdat de belastingplichtige in beroep was gegaan tegen de<br />

beslissing van de <strong>Vlaamse</strong> Belastingdienst (1 klacht) en omdat de klacht te maken had met de<br />

leegstandsheffing van de gemeente (2 klachten). Meer informatie over de onontvankelijke klachten is<br />

terug te vinden onder punt 5.2.2.<br />

Ongegronde klachten (19):<br />

Net zoals bij de leegstandsheffing bedrijfsruimten klaagden de burgers meermaals over de negatieve<br />

beslissing van de <strong>Vlaamse</strong> Belastingdienst. Nochtans was de beslissing correct gebaseerd op de<br />

decretale bepalingen. Sommige burgers dienden klacht in, terwijl alle beroepsprocedures al waren<br />

uitgeput en hun vordering ook door de rechtbank werd afgewezen.<br />

Het valt op dat de klagers dikwijls te laat reageerden bij de <strong>Vlaamse</strong> Belastingdienst waardoor hun<br />

bezwaarschrift onontvankelijk werd verklaard. Zij probeerden via de klachtendienst vooralsnog hun<br />

gelijk te halen.<br />

Net zoals voorgaande jaren, waren er ook klachten over verstuurde dwangbevelen, hypothecaire<br />

inschrijvingen en aanslagbiljetten voor heffingen waarvan de schorsingsperiode kwam te vervallen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!