Rapporten Eerstelijnsklachtenbehandeling 2010 - Vlaamse ...

Rapporten Eerstelijnsklachtenbehandeling 2010 - Vlaamse ... Rapporten Eerstelijnsklachtenbehandeling 2010 - Vlaamse ...

vlaamseombudsdienst.be
from vlaamseombudsdienst.be More from this publisher
16.12.2012 Views

Nog niet alle beroepsprocedures aangewend De tweede grootste categorie onontvankelijke klachten (20) zijn diegene waarvoor nog niet alle beroepsprocedures uitgeput waren. In zeventien gevallen moest de klachtendienst de klager erop wijzen dat hij eerst de interne klachtenprocedure van de voorziening diende te volgen, vooraleer hij klacht kon neerleggen bij het VAPH. Deze werkwijze is vastgelegd in het erkenningsbesluit (van 15/12/1993) van voorzieningen. Voorzieningen krijgen op die manier de mogelijkheid om hun klachten eerst zelf te behandelen, en mogelijks het conflict tussen voorziening en cliënt intern op te lossen. In een aantal gevallen, bijvoorbeeld bij grensoverschrijdend gedrag, wordt de interne klachtenprocedure niet toegepast. In dergelijke situaties kan, in overleg met het agentschap Zorginspectie, worden afgesproken dat de klacht rechtstreeks bij het VAPH mag worden ingediend. Dan wordt de Zorginspectie meteen ingeschakeld voor een onderzoek. Negen klachten tegen voorzieningen betroffen de kwaliteit of de aard van de begeleiding of opvang. Dikwijls ligt aan de basis van dergelijke klachten een verschil in visie tussen de klager en de voorziening omtrent die begeleiding of opvang. In twee gevallen sloeg de klacht op het ontslag van de cliënt uit de voorziening. Zelfs wanneer, in het geval van een ontslag, na de interne klachtenprocedure, de klacht bij het VAPH terechtkomt, dan nog kan het VAPH weinig ondernemen. De Zorginspectie kan dan enkel nagaan of alle procedures inzake het ontslag gerespecteerd werden. De voorzieningen halen voor het ontslag van een gebruiker meestal als reden aan dat zij hem/haar niet meer de gepaste begeleiding of opvang kunnen aanbieden. De klachtendienst van het VAPH is van oordeel dat bij conflicten tussen voorzieningen en cliënten, bij voorbeeld bij een ontslag, een bemiddelaar mogelijks een belangrijke rol zou kunnen spelen. Daartoe werd in 2010 een passage opgenomen in het ontwerp van Besluit Erkenningsvoorwaarden – Kwaliteit voor voorzieningen. Dat Besluit zal begin 2011 goedgekeurd worden. Twee indieners van een klacht wilden de gemaakte afspraken met hun voorziening niet respecteren. In twee andere gevallen stelde de klager financiële aspecten van de dienstverlening van de voorziening in vraag. Voor drie andere klachten waarbij nog niet alle beroepsprocedures aangewend waren, verwees de klachtendienst naar de beroepsprocedure bij de Arbeidsrechtbank. Bij een dergelijke verwijzing gaat het telkens om weigeringen van het VAPH om in te gaan op een aanvraag voor een specifieke vorm van bijstand of een gradatie in die bijstandsvorm. Beleid en regelgeving Negen onontvankelijke klachten hadden als voorwerp het beleid of de regelgeving. Vier daarvan hadden betrekking op aspecten van het PAB-beleid. Het betrof tweemaal de prioriteitenregels voor het PAB (enerzijds het principe dat CVS geen voorrang verleent voor een PAB en anderzijds de datum van aanvraag om in aanmerking te komen voor een prioriteit in 2010). Een derde klacht ging over de wachttijd voor de toekenning van een PAB. En de vierde sloeg op de leeftijdsgrens van minimum 6 jaar om in aanmerking te komen voor de spoedprocedure voor een PAB. Vier klachten werden onontvankelijk verklaard omdat ze betrekking hadden op de regelgeving P

voor de ‘inschrijving’ bij het VAPH. Twee klachten sloegen op de leeftijdsgrens van 65 jaar voor een eerste aanvraag voor bijstand. De ene klager was met name twee weken te oud op de datum van zijn aanvraag. De andere klager stapte naar de Cel Gelijke Kansen in Vlaanderen om de vermeende discriminatie van die leeftijdsgrens aan te klagen. Het Arbitragehof heeft in 2001 echter geoordeeld dat het betrokken artikel van het oprichtingsdecreet van het VAPH niet in strijd is met de bepalingen omtrent de gelijkheid voor de wet en omtrent de niet-discriminatie in het genot van rechten en vrijheden uit de Grondwet. De achterliggende redenering was dat het verschil in behandeling berust op een objectief criterium (de leeftijd) en dat alle personen, ook personen met een handicap, recht op toegang hebben tot de diensten en voorzieningen uit de ouderenzorg. Signalen en meldingen Vermeldenswaard is dat de klachtendienst ook aandacht schenkt aan signalen en meldingen. In 2010 werden zes ‘klachten’ onder die noemer gecategoriseerd. De klachtendienst opteert ervoor om die signalen of meldingen in het klachtenregister op te nemen en er dus ook over te rapporteren naar de Vlaamse Ombudsdienst. In signalen kunnen immers potentiële klachten vervat zitten. Ook het eventueel weerkerend karakter van signalen kan voor het VAPH een teken zijn dat er eventueel iets mee zou moeten gebeuren. Voor twee signalen die te maken hadden met de besteding van PAB-gelden en tegemoetkomingen voor hulpmiddelen vroeg de klachtendienst aan de Zorginspectie een extra oogje in het zeil te houden. Twee andere signalen sloegen enerzijds op de kwaliteit van de communicatie van het VAPH en anderzijds op privacy-aspecten. Naar aanleiding van beide signalen werd door de klachtendienst interne aanbevelingsnota’s voor de betrokken afdelingen opgemaakt. Daarover meer onder het punt ‘Concrete realisaties en voorstellen’ (zie 4.1. Communicatie rond aanvraagprocedure ‘tweede en volgende’ aanvragen van hulpmiddelen; en 4.2. Informeren over het aanvullend recht op het gratis abonnement bij De Lijn). Daarnaast signaleerde een voorziening dat er iets was misgelopen met een webapplicatie bij een gegevensoverdracht tussen de voorziening en het VAPH. Het onderzoek wees uit dat de fout ofwel bij de voorziening zelf lag, ofwel dat het om een eenmalige storing ging, die geen structurele oplossing vereiste. Tot slot was er een klager die zijn klachtenmail zowel naar de provinciale afdeling, als naar de klachtendienst had gestuurd. Hij klaagde over de behandeltermijn van zijn aanvraagdossier. Omdat provinciale afdeling de klacht reeds had opgelost nog voor de klachtendienst de klacht had kunnen opnemen, werd deze klacht gecategoriseerd als ‘signaal’. ^~åí~ä=çåíî~åâÉäáàâÉ=âä~ÅÜíÉåW= RS= Q

Nog niet alle beroepsprocedures aangewend<br />

De tweede grootste categorie onontvankelijke klachten (20) zijn diegene waarvoor nog niet alle<br />

beroepsprocedures uitgeput waren.<br />

In zeventien gevallen moest de klachtendienst de klager erop wijzen dat hij eerst de interne<br />

klachtenprocedure van de voorziening diende te volgen, vooraleer hij klacht kon neerleggen<br />

bij het VAPH. Deze werkwijze is vastgelegd in het erkenningsbesluit (van 15/12/1993) van<br />

voorzieningen. Voorzieningen krijgen op die manier de mogelijkheid om hun klachten eerst zelf<br />

te behandelen, en mogelijks het conflict tussen voorziening en cliënt intern op te lossen. In een<br />

aantal gevallen, bijvoorbeeld bij grensoverschrijdend gedrag, wordt de interne klachtenprocedure<br />

niet toegepast. In dergelijke situaties kan, in overleg met het agentschap Zorginspectie, worden<br />

afgesproken dat de klacht rechtstreeks bij het VAPH mag worden ingediend. Dan wordt de<br />

Zorginspectie meteen ingeschakeld voor een onderzoek.<br />

Negen klachten tegen voorzieningen betroffen de kwaliteit of de aard van de begeleiding of<br />

opvang. Dikwijls ligt aan de basis van dergelijke klachten een verschil in visie tussen de klager<br />

en de voorziening omtrent die begeleiding of opvang.<br />

In twee gevallen sloeg de klacht op het ontslag van de cliënt uit de voorziening. Zelfs wanneer,<br />

in het geval van een ontslag, na de interne klachtenprocedure, de klacht bij het VAPH<br />

terechtkomt, dan nog kan het VAPH weinig ondernemen. De Zorginspectie kan dan enkel<br />

nagaan of alle procedures inzake het ontslag gerespecteerd werden. De voorzieningen halen voor<br />

het ontslag van een gebruiker meestal als reden aan dat zij hem/haar niet meer de gepaste<br />

begeleiding of opvang kunnen aanbieden.<br />

De klachtendienst van het VAPH is van oordeel dat bij conflicten tussen voorzieningen en<br />

cliënten, bij voorbeeld bij een ontslag, een bemiddelaar mogelijks een belangrijke rol zou kunnen<br />

spelen. Daartoe werd in <strong>2010</strong> een passage opgenomen in het ontwerp van Besluit<br />

Erkenningsvoorwaarden – Kwaliteit voor voorzieningen. Dat Besluit zal begin 2011<br />

goedgekeurd worden.<br />

Twee indieners van een klacht wilden de gemaakte afspraken met hun voorziening niet<br />

respecteren. In twee andere gevallen stelde de klager financiële aspecten van de dienstverlening<br />

van de voorziening in vraag.<br />

Voor drie andere klachten waarbij nog niet alle beroepsprocedures aangewend waren, verwees<br />

de klachtendienst naar de beroepsprocedure bij de Arbeidsrechtbank. Bij een dergelijke<br />

verwijzing gaat het telkens om weigeringen van het VAPH om in te gaan op een aanvraag voor<br />

een specifieke vorm van bijstand of een gradatie in die bijstandsvorm.<br />

Beleid en regelgeving<br />

Negen onontvankelijke klachten hadden als voorwerp het beleid of de regelgeving.<br />

Vier daarvan hadden betrekking op aspecten van het PAB-beleid. Het betrof tweemaal de<br />

prioriteitenregels voor het PAB (enerzijds het principe dat CVS geen voorrang verleent voor een<br />

PAB en anderzijds de datum van aanvraag om in aanmerking te komen voor een prioriteit in<br />

<strong>2010</strong>). Een derde klacht ging over de wachttijd voor de toekenning van een PAB. En de vierde<br />

sloeg op de leeftijdsgrens van minimum 6 jaar om in aanmerking te komen voor de<br />

spoedprocedure voor een PAB.<br />

Vier klachten werden onontvankelijk verklaard omdat ze betrekking hadden op de regelgeving<br />

P

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!