Rapporten Eerstelijnsklachtenbehandeling 2010 - Vlaamse ...

Rapporten Eerstelijnsklachtenbehandeling 2010 - Vlaamse ... Rapporten Eerstelijnsklachtenbehandeling 2010 - Vlaamse ...

vlaamseombudsdienst.be
from vlaamseombudsdienst.be More from this publisher
16.12.2012 Views

Bestuur zelf. Een klacht over het achterwege blijven van een antwoord van dit agentschap op een klacht in het kader van zijn bestuurlijk toezicht is dus wel ontvankelijk. Maar de klachtendienst kan zelf geen bestuurlijke toezicht op de provincies uitoefenen en hierbij in de plaats treden van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur. De klachtendienst kan dit agentschap wel aansporen om binnen een redelijke termijn te antwoorden. Een klacht wordt niet behandeld wanneer ze het door de overheid gevoerde beleid of de regelgeving bekritiseert (zie punt 1.1. in de rondzendbrief VR nr. 20 van 18 maart 2005 betreffende de leidraad voor de organisatie van het klachtenmanagement). Zo werd een klacht over een door de Vlaamse Regering genomen (algemene) beslissing tot principiële betaling van de kinderbijslagen aan de moeder (vanaf 1 juli 2010), voor zover de op dat vlak genomen (algemene) beslissing tot gevolg heeft dat de wettelijke vader voortaan wordt uitgesloten van de kinderbijslag – wat volgens klagers een discriminatie inhoudt – als niet ontvankelijk beschouwd. Dit belet niet dat de bevoegde overheid wel kennis kan nemen van die klacht en haar beleid als gevolg van die klacht kan bijsturen of wijzigen (als daartoe aanleiding bestaat). De klacht was wel ontvankelijk in zoverre klagers de Cel Kinderbijslag verweten dat zij uit de informatiebrief die ze hierover hadden ontvangen, niet konden opmaken welke beslissing van de Vlaamse Regering deze nieuwe uitbetalingsregeling had ingevoerd. De brief had minstens een datum kunnen vermelden waarop die beslissing door de Vlaamse Regering werd genomen of de eventuele vindplaats van het desbetreffende reglementair besluit in het Belgisch Staatsblad (als dat besluit al is gepubliceerd). De klachtendienst stelde de Cel Kinderbijslag voor om de klagers hierover aanvullende inlichtingen te verstrekken. De klachtendienst heeft de Cel Kinderbijslag voorgesteld om, wanneer zij het formulier P7 ontvangt met aankruising van de rubriek "10. Andere situaties (bv. doctoraat, ziekte, enz)", de betrokken persoon die kinderbijslag ontvangt te contacteren om hem aanvullende toelichting in verband met die "andere situaties" te geven opdat hij in voorkomend geval het nodige doet om zijn recht op kinderbijslag te vrijwaren. De betrokken persoon ging er immers vanuit dat zijn recht op kinderbijslag behouden bleef in het geval zijn zoon doctoreert, terwijl de reglementering vereist dat een jongere van 18 tot 25 jaar ook ingeschreven is in het hoger onderwijs voor minstens 27 studiepunten om het hele academiejaar kinderbijslag te krijgen. Een klacht over het door de vzw Sociale Dienst gevoerde beleid in verband met haar tegemoetkoming in de vakantiekosten van het personeel voor 2010 is in principe niet ontvankelijk. De reglementering op dat vlak is een algemene beleidsbeslissing die tot de bevoegdheid van de vzw Sociale Dienst behoort. Zij kan uiteraard wel rekening houden met de grieven in de klacht en haar algemeen beleid op dat vlak ook wijzigen. De klachtendienst kan hierover geen standpunt innemen, ook al voelt de klager zich als alleenstaande door die nieuwe regeling gediscrimineerd. Uit het onderzoek door de klachtendienst was niet gebleken dat de vzw Sociale Dienst zijn geldende reglementering voor 2010 niet correct zou hebben toegepast op de door de klager ingediende aanvraag voor een tegemoetkoming in de vakantiekosten. De vzw Sociale Dienst bleek zijn reglementering ook tijdig te hebben bekendgemaakt. Ondanks de inspanningen van de vzw Sociale Dienst om publicatie te geven aan de nieuwe regeling met betrekking tot de tegemoetkoming in sportabonnementen, betreurde de klachtendienst dat deze regeling, die al ingang vond sinds 1 januari 2010, pas bij omzendbrief van 4 maart 2010 werd vastgelegd, terwijl van de entiteiten dan verwacht werd dat zij dit zo spoedig mogelijk aan hun personeel bekend maakten. Bij de uitwerking van de overgangsbepaling voor het refertejaar 2009 die eindigde op 30 april 2010, werd volgens de klachtendienst onvoldoende rekening gehouden met de laattijdige vastlegging van de nieuwe regeling in de omzendbrief van 4 maart 2010 zodat de overgangsperiode (i.p.v. 4 maanden) slechts 2 maanden meer telde. Een persoon klaagde dat zijn e-mails naar enkele generieke mailboxen van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur onbeantwoord waren gebleven. Hij mocht bovendien geen enkele ontvangstbevestiging ontvangen. De tussenkomst van de klachtendienst bij de afdeling Lokale en Provinciale Besturen - Financiën en Personeel heeft ertoe bijgedragen dat de klager uiteindelijk antwoord R

mocht ontvangen. Een inwoner van de stad Maaseik stuurde de gouverneur, in het kader van zijn bestuurlijk toezicht, een klacht met betrekking tot een gemeenteraadsbesluit van de stad tot toekenning van een belastingvermindering voor het dienstjaar 2008 op de lokale belasting op onbewoonde of onbewoonbaar verklaarde woningen. De afdeling Limburg bij het Agentschap voor Binnenlands Bestuur informeerde bij de stad naar het betrokken dossier. De gebruikelijke standaardprocedure houdt bij dergelijke vraag om inlichtingen in dat de identiteit van de klager en zijn klachtbrief niet worden meegedeeld. De stad Maaseik had de afdeling Limburg echter verzocht om met toepassing van het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur een afschrift van die klacht te ontvangen. Aan dit verzoek werd conform dat decreet gunstig gevolg gegeven, waardoor de stad ook integraal kennis kon nemen van de ingediende klacht. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van de stad Maaseik zelf, die volgens de klachtendienst op wettelijke wijze een afschrift van de klacht had ontvangen, om te oordelen of zij aan dat afschrift verdere verspreiding geeft of niet. De afdeling Limburg kon hier geen onzorgvuldigheid ten laste worden gelegd. Een andere klacht betrof de wijze waarop het Agentschap voor Binnenlands Bestuur had geantwoord op een brief van een klager met betrekking tot het huisnummer dat de gemeente Balen weigerde aan zijn weekendverblijf toe te kennen. Het antwoord van het agentschap kwam erop neer dat het met betrekking tot die problematiek niet kon tussenkomen bij de gemeente. Het agentschap oordeelde dat het al of niet toekennen van huisnummers tot de autonomie van de gemeente behoort. De weigering van de gemeente om een weekendverblijf een huisnummer toe te kennen, bleek volgens het agentschap evenmin strijdig te zijn met enige wettelijke bepaling. Het agentschap erkende wel dat huisnummers nuttig zijn voor het optreden van hulpdiensten, maar administratieve onderrichtingen hierover houden alleen een aanbeveling in. Het behoort echter aan de gemeente zelf om hierover een beleid te voeren. Volgens de klachtendienst had het Agentschap voor Binnenlands Bestuur, in het kader van zijn beperkte bevoegdheden en de autonomie van de gemeenten op dat gebied, correct gehandeld. Een klager diende onredelijk lang te wachten op het antwoord van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur op zijn klacht over de website van de provincie Vlaams-Brabant, die volgens hem "misleidende informatie" over de gemeentelijke administratieve sancties bevat, terwijl zijn kritiek gemakkelijk door de toezichthoudende overheid op zicht van die website zelf kon worden beoordeeld. De toezichthoudende overheid had de klager niet (regelmatig) op de hoogte gebracht van de voortgang van de behandeling van zijn klacht, zoals artikel 250 van het Provinciedecreet voorschrijft. Na herhaald aandringen van de klachtendienst heeft klager uiteindelijk antwoord ontvangen. Een woning werd beschadigd door de slechte staat van de weg N416 te Wichelen. De afdeling Wegen en Verkeer verzocht de afdeling Gebouwen om een vaststellingsverslag over die schade. Omdat hieraan geen gevolg werd gegeven, stuurde de afdeling Wegen en Verkeer een herinnering waarop geen reactie kwam. De eigenaars van deze woning dienden hierop zelf klacht in bij de klachtendienst die er spijtig genoeg niet in slaagde om van de afdeling Gebouwen, die allerlei redenen opgaf waarom zij op dat verzoek niet kon ingaan, haar medewerking te verkrijgen tot het opstellen van zo’n expertiseverslag. = 3. Procedure van de klachtenbehandeling Er werden in 2010 geen wijzigingen in de klachtenprocedure aangebracht. = = Vincent Laevens Klachtenbehandelaar Klachtendienst Bestuurszaken Boudewijnlaan 30 bus 35 1000 Brussel S

mocht ontvangen.<br />

Een inwoner van de stad Maaseik stuurde de gouverneur, in het kader van zijn bestuurlijk toezicht, een<br />

klacht met betrekking tot een gemeenteraadsbesluit van de stad tot toekenning van een<br />

belastingvermindering voor het dienstjaar 2008 op de lokale belasting op onbewoonde of onbewoonbaar<br />

verklaarde woningen. De afdeling Limburg bij het Agentschap voor Binnenlands Bestuur informeerde bij<br />

de stad naar het betrokken dossier. De gebruikelijke standaardprocedure houdt bij dergelijke vraag om<br />

inlichtingen in dat de identiteit van de klager en zijn klachtbrief niet worden meegedeeld.<br />

De stad Maaseik had de afdeling Limburg echter verzocht om met toepassing van het decreet van 26<br />

maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur een afschrift van die klacht te ontvangen. Aan dit<br />

verzoek werd conform dat decreet gunstig gevolg gegeven, waardoor de stad ook integraal kennis kon<br />

nemen van de ingediende klacht. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van de stad Maaseik zelf,<br />

die volgens de klachtendienst op wettelijke wijze een afschrift van de klacht had ontvangen, om te<br />

oordelen of zij aan dat afschrift verdere verspreiding geeft of niet. De afdeling Limburg kon hier geen<br />

onzorgvuldigheid ten laste worden gelegd.<br />

Een andere klacht betrof de wijze waarop het Agentschap voor Binnenlands Bestuur had geantwoord op<br />

een brief van een klager met betrekking tot het huisnummer dat de gemeente Balen weigerde aan zijn<br />

weekendverblijf toe te kennen. Het antwoord van het agentschap kwam erop neer dat het met betrekking<br />

tot die problematiek niet kon tussenkomen bij de gemeente. Het agentschap oordeelde dat het al of niet<br />

toekennen van huisnummers tot de autonomie van de gemeente behoort. De weigering van de gemeente<br />

om een weekendverblijf een huisnummer toe te kennen, bleek volgens het agentschap evenmin strijdig te<br />

zijn met enige wettelijke bepaling. Het agentschap erkende wel dat huisnummers nuttig zijn voor het<br />

optreden van hulpdiensten, maar administratieve onderrichtingen hierover houden alleen een<br />

aanbeveling in. Het behoort echter aan de gemeente zelf om hierover een beleid te voeren.<br />

Volgens de klachtendienst had het Agentschap voor Binnenlands Bestuur, in het kader van zijn beperkte<br />

bevoegdheden en de autonomie van de gemeenten op dat gebied, correct gehandeld.<br />

Een klager diende onredelijk lang te wachten op het antwoord van het Agentschap voor Binnenlands<br />

Bestuur op zijn klacht over de website van de provincie Vlaams-Brabant, die volgens hem "misleidende<br />

informatie" over de gemeentelijke administratieve sancties bevat, terwijl zijn kritiek gemakkelijk door de<br />

toezichthoudende overheid op zicht van die website zelf kon worden beoordeeld.<br />

De toezichthoudende overheid had de klager niet (regelmatig) op de hoogte gebracht van de voortgang<br />

van de behandeling van zijn klacht, zoals artikel 250 van het Provinciedecreet voorschrijft.<br />

Na herhaald aandringen van de klachtendienst heeft klager uiteindelijk antwoord ontvangen.<br />

Een woning werd beschadigd door de slechte staat van de weg N416 te Wichelen. De afdeling Wegen en<br />

Verkeer verzocht de afdeling Gebouwen om een vaststellingsverslag over die schade. Omdat hieraan<br />

geen gevolg werd gegeven, stuurde de afdeling Wegen en Verkeer een herinnering waarop geen reactie<br />

kwam. De eigenaars van deze woning dienden hierop zelf klacht in bij de klachtendienst die er spijtig<br />

genoeg niet in slaagde om van de afdeling Gebouwen, die allerlei redenen opgaf waarom zij op dat<br />

verzoek niet kon ingaan, haar medewerking te verkrijgen tot het opstellen van zo’n expertiseverslag.<br />

=<br />

3. Procedure van de klachtenbehandeling<br />

Er werden in <strong>2010</strong> geen wijzigingen in de klachtenprocedure aangebracht.<br />

=<br />

=<br />

Vincent Laevens<br />

Klachtenbehandelaar<br />

Klachtendienst Bestuurszaken<br />

Boudewijnlaan 30 bus 35<br />

1000 Brussel<br />

S

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!