Rapporten Eerstelijnsklachtenbehandeling 2010 - Vlaamse ...
Rapporten Eerstelijnsklachtenbehandeling 2010 - Vlaamse ... Rapporten Eerstelijnsklachtenbehandeling 2010 - Vlaamse ...
2° de klager kennelijk geen enkele poging heeft gedaan om van de betrokken bestuursinstantie genoegdoening te krijgen; 3° de klacht kennelijk ongegrond is; 4° de klacht betrekking heeft op de arbeidsbetrekkingen, de werkomstandigheden of de rechtspositieregeling van de personeelsleden van de betrokken bestuursinstantie; 5° de klacht betrekking heeft op feiten die het voorwerp uitmaken van een gerechtelijke procedure. § 3. Het onderzoek van een klacht wordt opgeschort wanneer omtrent de feiten een beroep bij een rechtscollege of een georganiseerd beroep werd ingesteld. De bestuursinstantie stelt de Vlaamse ombudsman in kennis van het ingestelde beroep en van het gevolg dat eraan gegeven wordt. Als een beroep is ingesteld, brengt de Vlaamse ombudsman de klager onverwijld op de hoogte van de opschorting van de behandeling van zijn klacht. De indiening en het onderzoek van een klacht schorsen noch stuiten de termijnen voor het indienen van een administratief beroep, dat georganiseerd is op grond van de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest. § 4. De Vlaamse ombudsman onderzoekt de gegrondheid van de melding van een onregelmatigheid als bedoeld in artikel 3, § 2. Indien hij na een preliminair onderzoek meent dat de melding ontvankelijk en niet kennelijk ongegrond is, vervolgt hij het onderzoek van de feiten volgens de bepalingen van de artikelen 14 tot en met 17. In het andere geval deelt hij aan het betrokken personeelslid schriftelijk mee waarom hij de zaak onontvankelijk of kennelijk ongegrond acht. Bij een gerechtelijk onderzoek of een opsporingsonderzoek over de gemelde onregelmatigheid, beperkt het optreden van de Vlaamse ombudsman zich tot een summier onderzoek met het oog op het onder bescherming plaatsen van het betrokken personeelslid. ART. 14. De Vlaamse ombudsman deelt de klager onverwijld schriftelijk mee of hij de klacht al dan niet behan-delt. De weigering om een klacht te behandelen wordt gemotiveerd. De ombudsman stelt de bestuursinstantie in kennis van de klacht die hij wil onderzoeken. ART. 15. § 1. De Vlaamse ombudsman kan de bestuursinstantie waaraan of de ambtenaren aan wie hij in het kader van zijn opdracht vragen richt, een dwingende termijn opleggen voor het beantwoorden van die vragen. § 2. De Vlaamse ombudsman kan bij het onderzoek van een klacht ter plaatse de nodige vaststellingen doen en de overlegging vragen van alle stukken en inlichtingen die hij dienstig acht voor de behandeling van de klacht. De Vlaamse ombudsman kan ter plaatse bij de betrokken bestuursinstantie alle nodige informatie inwinnen en kan de betrokkenen horen. De in het voorgaande lid genoemde personen zijn ten aanzien van de ombudsman ontheven van hun plicht tot geheimhouding in verband met feiten waarvan zij kennis hebben en gegevens waarover zij beschikken door hun staat of beroep. § 3. De Vlaamse ombudsman kan zich laten bijstaan door deskundigen. ART. 16. § 1. De Vlaamse ombudsman treedt bemiddelend op. Hij tracht de standpunten van de klager en de bestuursinstantie te verzoenen. § 2. Hij kan aan de bestuursinstantie aanbevelingen doen om herhaling van de feiten die aanleiding gaven tot de klacht te voorkomen. Indien de Vlaamse ombudsman niet akkoord kan gaan met de uiteindelijke beslissing van de bestuursinstantie, kan hij hierover verslag uitbrengen bij de functioneel bevoegde Vlaamse minister. JAARVERSLAG 2010 KLACHTENDECREET/01.02.2011/61
De functioneel bevoegde Vlaamse minister stelt binnen veertig dagen na ontvangst van dit verslag een grondig gemotiveerde nota op, waarin hij de redenen omstandig uiteenzet waarom aan de gegrond verklaarde klacht niet het gevolg kan worden gegeven dat werd voorgesteld door de Vlaamse ombudsman. De Vlaamse ombudsman bezorgt de grondig gemotiveerde nota - met weglating van de identiteit van de klager en van de personeelsleden van de bestuursinstanties - aan het Vlaams Parlement. ART. 17. De klager wordt door de diensten van de Vlaamse ombudsman geregeld geïnformeerd over het verloop van het onderzoek van zijn klacht en over het uiteindelijke gevolg dat eraan wordt gegeven. ART. 17bis. Het personeelslid dat een onregelmatigheid meldt zoals bedoeld in artikel 3, § 2, wordt op zijn verzoek onder de bescherming geplaatst van de Vlaamse ombudsman. Hiertoe werkt de Vlaamse regering een protocol uit met de Vlaamse ombudsdienst. Dit protocol omvat, naast de duur van de beschermingsperiode, minimaal als beschermingsmaatregelen de schorsing van tuchtprocedures en een regeling inzake het toewijzen van de bewijslast. De Vlaamse regering neemt in haar regelingen betreffende de rechtspositie van het personeel bepalingen op ter implementatie van het protocol. De Vlaamse ombudsman brengt, van zodra hij de zaak opneemt, de hiërarchische meerdere van de betrokken ambtenaar onmiddellijk op de hoogte van deze bescherming. HOOFDSTUK IV VERSLAGGEVING AAN HET VLAAMS PARLEMENT ART. 18. De Vlaamse ombudsman brengt ten minste éénmaal per jaar vóór 30 juni schriftelijk verslag uit bij het Vlaams Parlement over zijn werkzaamheden. Dat verslag bevat de aanbevelingen die de ombudsman nuttig acht en vermeldt de eventuele moeilijkheden die hij bij de uitoefening van zijn opdracht ondervindt. De identiteit van klagers en van personeelsleden van de bestuursinstanties mag niet in het verslag worden vermeld. Het verslag van de Vlaamse ombudsman wordt door het Vlaams Parlement openbaar gemaakt. ART. 19. De Vlaamse ombudsman kan al dan niet op eigen verzoek te allen tijde door het Vlaams Parlement worden gehoord. HOOFDSTUK V DIVERSE BEPALINGEN ART. 20. Het Vlaams Parlement keurt jaarlijks op voorstel van de ombudsman de begroting en de rekeningen van de Vlaamse ombudsdienst goed. ART. 21. De personeelsformatie en het statuut van het personeel van de ombudsdienst worden door het Vlaams Parlement vastgesteld op voorstel van de ombudsman. De personeelsleden van de ombudsdienst vervullen hun opdracht onder leiding van de ombudsman. De personeelsleden van de ombudsdienst hebben in de uitoefening van ombudstaken dezelfde bevoegdheden als de Vlaamse ombudsman. ART. 22. De Vlaamse ombudsman stelt een huishoudelijk reglement op voor de werking van zijn diensten. Dat reglement wordt door het Vlaams Parlement goedgekeurd en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. JAARVERSLAG 2010 KLACHTENDECREET/01.02.2011/62
- Page 123 and 124: 2.2.2 ONDERSTEUNINGSBELEID 1. Tabel
- Page 125 and 126: 1 Toepassen regelgeving recht op le
- Page 127 and 128: Statistische gegevens over de termi
- Page 129 and 130: 2.2.4 PERSONEEL BASISONDERWIJS EN C
- Page 131 and 132: 805 878 993 2 Terugvordering 837 99
- Page 133 and 134: verder gezet tijdens het schooljaar
- Page 135 and 136: Statistische gegevens over de termi
- Page 137 and 138: 2.2.6 PERSONEEL SECUNDAIR ONDERWIJS
- Page 139 and 140: 1 Automatische terugvordering (957)
- Page 141 and 142: 2.2.7 SCHOLEN BASISONDERWIJS EN CEN
- Page 143 and 144: 3. Klachtenbeeld Onze afdeling ontv
- Page 145 and 146: Statistische gegevens over de termi
- Page 147 and 148: 2.2.9 HOGER ONDERWIJS 1. Tabel 2010
- Page 149 and 150: Discriminatie stage (1063) Onontvan
- Page 151 and 152: Statistische gegevens over de termi
- Page 153 and 154: 7 Klachten waren onontvankelijk omd
- Page 155 and 156: Statistische gegevens over de termi
- Page 157 and 158: Uitbetaling op een foutief rekening
- Page 159 and 160: Een opleiding op maat werd ingerich
- Page 161 and 162: Statistische gegevens over de termi
- Page 163 and 164: verbetering vatbaar zijn. Sommige k
- Page 165 and 166: 3 GLOBALE EVALUATIE 3.1 VASTSTELLIN
- Page 167 and 168: 4 BIJLAGEN 4.1 DEFINITIE KLACHT We
- Page 169 and 170: - Een onderwijsklant heeft recht op
- Page 171 and 172: De behandeling van klachten over he
- Page 173: AFDELING 5 AMBTELIJK STATUUT ART. 8
- Page 177 and 178: MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCH
- Page 179 and 180: Omzendbrief VR 2005/20 Datum: 18 ma
- Page 181 and 182: 2.1. Nulde lijn: de Vlaamse Infolij
- Page 183 and 184: 3.3. De registratie van klachten. E
- Page 185 and 186: Indien een klacht niet wordt behand
- Page 187 and 188: Volgende standaardformulering wordt
- Page 189 and 190: AANBEVELING 2008-23 De Vlaamse over
- Page 191 and 192: AANBEVELING 2003-24 De Vlaamse over
- Page 193 and 194: 4.4 ENKELE KLACHTENCOÖRDINATOREN/O
- Page 195 and 196: 4.5 KLACHTENCOÖRDINATOREN VLAAMS M
- Page 197 and 198: AGENTSCHAP VOOR ONDERWIJSDIENSTEN A
- Page 199 and 200: AGENTSCHAP VOOR ONDERWIJSCOMMUNICAT
- Page 201 and 202: MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VORMING
- Page 203 and 204: Inhoud Verslag over de klachtenbeha
- Page 205 and 206: 1 Inleiding 1.1 Structuur van het G
- Page 207 and 208: een correcte doorverwijzing van de
- Page 209 and 210: 2.2 Algemeen OKOKN=^~åí~ä=Éå=
- Page 211 and 212: OKOKQ=h~å~~ä= Aantal klachten vol
- Page 213 and 214: 2.4 Ontvankelijke klachten OKQKN=j~
- Page 215 and 216: OKQKP=qçÉíëáåÖ=~~å=ÇÉ=ç
- Page 217 and 218: de pedagogische aanpak van leerkrac
- Page 219 and 220: schade door afbraakwerken bij een b
- Page 221 and 222: 4.2 Informatieuitwisseling en netwe
- Page 223 and 224: formeel-juridische aanpak van de kl
De functioneel bevoegde <strong>Vlaamse</strong> minister stelt binnen veertig dagen na ontvangst van dit verslag een<br />
grondig gemotiveerde nota op, waarin hij de redenen omstandig uiteenzet waarom aan de gegrond<br />
verklaarde klacht niet het gevolg kan worden gegeven dat werd voorgesteld door de <strong>Vlaamse</strong> ombudsman.<br />
De <strong>Vlaamse</strong> ombudsman bezorgt de grondig gemotiveerde nota - met weglating van de identiteit van de<br />
klager en van de personeelsleden van de bestuursinstanties - aan het Vlaams Parlement.<br />
ART. 17.<br />
De klager wordt door de diensten van de <strong>Vlaamse</strong> ombudsman geregeld geïnformeerd over het verloop<br />
van het onderzoek van zijn klacht en over het uiteindelijke gevolg dat eraan wordt gegeven.<br />
ART. 17bis.<br />
Het personeelslid dat een onregelmatigheid meldt zoals bedoeld in artikel 3, § 2, wordt op zijn verzoek<br />
onder de bescherming geplaatst van de <strong>Vlaamse</strong> ombudsman. Hiertoe werkt de <strong>Vlaamse</strong> regering een<br />
protocol uit met de <strong>Vlaamse</strong> ombudsdienst. Dit protocol omvat, naast de duur van de<br />
beschermingsperiode, minimaal als beschermingsmaatregelen de schorsing van tuchtprocedures en een<br />
regeling inzake het toewijzen van de bewijslast. De <strong>Vlaamse</strong> regering neemt in haar regelingen<br />
betreffende de rechtspositie van het personeel bepalingen op ter implementatie van het protocol. De<br />
<strong>Vlaamse</strong> ombudsman brengt, van zodra hij de zaak opneemt, de hiërarchische meerdere van de betrokken<br />
ambtenaar onmiddellijk op de hoogte van deze bescherming.<br />
HOOFDSTUK IV VERSLAGGEVING AAN HET VLAAMS PARLEMENT<br />
ART. 18.<br />
De <strong>Vlaamse</strong> ombudsman brengt ten minste éénmaal per jaar vóór 30 juni schriftelijk verslag uit bij het<br />
Vlaams Parlement over zijn werkzaamheden. Dat verslag bevat de aanbevelingen die de ombudsman<br />
nuttig acht en vermeldt de eventuele moeilijkheden die hij bij de uitoefening van zijn opdracht ondervindt.<br />
De identiteit van klagers en van personeelsleden van de bestuursinstanties mag niet in het verslag worden<br />
vermeld.<br />
Het verslag van de <strong>Vlaamse</strong> ombudsman wordt door het Vlaams Parlement openbaar gemaakt.<br />
ART. 19.<br />
De <strong>Vlaamse</strong> ombudsman kan al dan niet op eigen verzoek te allen tijde door het Vlaams Parlement<br />
worden gehoord.<br />
HOOFDSTUK V DIVERSE BEPALINGEN<br />
ART. 20.<br />
Het Vlaams Parlement keurt jaarlijks op voorstel van de ombudsman de begroting en de rekeningen van<br />
de <strong>Vlaamse</strong> ombudsdienst goed.<br />
ART. 21.<br />
De personeelsformatie en het statuut van het personeel van de ombudsdienst worden door het Vlaams<br />
Parlement vastgesteld op voorstel van de ombudsman.<br />
De personeelsleden van de ombudsdienst vervullen hun opdracht onder leiding van de ombudsman.<br />
De personeelsleden van de ombudsdienst hebben in de uitoefening van ombudstaken dezelfde<br />
bevoegdheden als de <strong>Vlaamse</strong> ombudsman.<br />
ART. 22.<br />
De <strong>Vlaamse</strong> ombudsman stelt een huishoudelijk reglement op voor de werking van zijn diensten. Dat<br />
reglement wordt door het Vlaams Parlement goedgekeurd en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.<br />
JAARVERSLAG <strong>2010</strong> KLACHTENDECREET/01.02.2011/62