vl kanaalplaatvloer sparingrichtlijnen 2.861 KB - Betonson

Betonson
Productgroep
Vloeren
SPARINGSRICHTLIJNEN KANAALPLAATVLOER
Hoeksparing
Randsparing
HVP/IVP 200 –11 HVP 150-8 Opmerkingen
B 1+B2 ≤ 1/3 plaatbreedte
B: 75 – 120 L ≥ 50
175 – 225 L ≥ 100
275 – 325 L ≥ 150
375 – 425 L ≥ 150
B1+B2 ≤ 1/3 plaatbreedte
B: 20 neusje L ≥ 50
75 – 120 L ≥ 50
175 – 225 L ≥ 50
275 – 325 L ≥ 100
375 – 425 L ≥ 150
Afstand X: HVP ≥ 1,5 B1 (*)
IVP ≥ 2,0 B1
(*) indien aantal strengen in sparing
2 of meer dan X ≥ 2,0 B1
Afstand Z:
HVP ≥ 1,5 kleinste van B1 / B3 (*)
IVP ≥ 2,0 kleinste van B1 / B3
(*) indien aantal strengen in sparing
2 of meer dan X ≥ 2,0 B1
Kopsparing B1+B2 ≤1/3 plaatbreedte
B: 50 in hart kanaal
B: hart tot hart kanaal + links
en / of rechts ≤ 25 mm
L en B ≥ 50
Y ≥ L , Y min 175 indien L > 50
afstand Z minimaal 2 dammen
afstand Z ≥ L2
Midden-sparing B1+B2 ≤1/3 plaatbreedte
Combinatie-sparingen
B: 60 in hart kanaal
B: hart tot hart kanaal + links
en / of rechts ≤ 25 mm
L en B ≥ 50
Y ≥ 2,0 L , Y min 175 indien L > 50
Z1: bij L ≤ 100 dan 1 dam
bij L ≥ 400 dan 2 dammen
bij L ≥ 600 dan 3 dammen
Z2 ≥ B , indien aantal strengen in
sparing 2 of meer dan
Z1 ≥ 1,5 kleinste B1 / B2
Combinatie sparingen, binnen gebied
van1200 mm:
B1+B2 +E doos + ronde sparing :
totaal ≤1/3 plaatbreedte
Bovenstaande richtlijnen per sparing in
acht nemen.
B1+B2 ≤ 1/3 plaatbreedte
B: 30 L ≥ 50
120 – 150 L ≥ 100
260 – 290 L ≥ 150
390 – 420 L ≥ 150
B1+B2 ≤ 1/3 plaatbreedte
B: 30 L ≥ 50
120 – 150 L ≥ 100
260 – 290 L ≥ 100
390 – 420 L ≥ 150
Afstand X: X ≥ 1,5 B1 (*)
(*) indien aantal strengen in sparing
2 of meer dan X ≥ 2,0 B1
Afstand Z:
Z ≥ 1,5 kleinste van B1/ B2 (*)
(*) indien aantal strengen in sparing
2 of meer dan X ≥ 2,0 B1
B1+B2 ≤ 1/3 plaatbreedte
B: 50 - 70 in hart kanaal
B: sparing eind van hart kanaal tot
10 mm voor dam.
L en B ≥ 50
Y ≥ L , Y min 225 indien L > 50
afstand Z minimaal 2 dammen
afstand Z ≥ L2
B1+B2 ≤ 1/3 plaatbreedte
B: 50 - 70 in hart kanaal
B: hart tot hart kanaal + links
en / of rechts ≤ 30 mm
L en B ≥ 50
Y ≥ 2,0 L , Y min 225 indien L > 50
Z1 ≥ B , indien aantal strengen in
sparing 2 of meer dan
Z1 ≥ 1,5 kleinste B1 / B2
Z2: bij L ≥ 200 dan 2 dammen
bij L ≥ 400 dan 3 dammen
Combinatie sparingen, binnen gebied van
100 mm:
B1+B2 +E doos + ronde sparing :
totaal ≤1/3 plaatbreedte
Bovenstaande richtlijnen per sparing in
acht nemen.
Electradoos
HAF
In hart kanaal, niet in het buitenste kanaal. In hart kanaal, niet in het buitenste kanaal.
Ronde sparingen Ø 50 en 80 hart kanaal
Ø 50 en 80 hart kanaal
Ø 100 en 150 hart dam
Ø 100 en 150 hart dam
Indien L1 ≥ 1000 dan
hijsogen toepassen
i.v.m. hijsklem.
Zie tevens instructie
i.v.m. positie hijsklem
pagina 1

Hoeksparing
HVP 200-6
B1+B2 ≤ 1/3 plaatbreedte
B: 30 L ≥ 50
125 – 170 L ≥ 100
325 – 370 L ≥ 150
Randsparing B1+B2 ≤ 1/3 plaatbreedte
Kopsparing
Midden-sparing
B: 30 L ≥ 50
125– 170 L ≥ 100
325 – 370 L ≥ 100
Afstand X: X ≥ 1,5 B1
Indien aantal strengen in sparing
2 of meer dan X ≥ 2,0 B1
Afstand Z:
Z ≥ 1,5 kleinste van B1/ B2
Indien aantal strengen in sparing
2 of meer dan X ≥ 2,0 B1
B1+B2 ≤ 1/3 plaatbreedte
B: 50 – 100 in hart kanaal
B: sparing eind van hart kanaal tot
15 mm voor dam.
L en B ≥ 50
Y ≥ L , Y min 260 indien L > 100
afstand Z minimaal 2 dammen
afstand Z ≥ L2
B1+B2 ≤ 1/3 plaatbreedte
B: 50 – 100 in hart kanaal
B: hart tot hart kanaal + links
en / of rechts ≤ 50 mm
L en B ≥ 50
Y ≥ 2,0 L
Y min 260 indien L > 100
afstand Z1 ≥ B
Z2: bij L ≥ 200 dan 2 dammen
Combinatie-sparingen In hart kanaal, niet in het buitenste kanaal.
Electradoos
HAF
Ø 50 en 80 hart kanaal
Ø 100 en 150 hart dam
Ronde sparingen Combinatie sparingen, binnen gebied van
1200 mm:
B1+B2 +electradoos + ronde sparing ≤1/3
plaatbreedte
Opmerkingen
Indien L1 ≥ 1000 dan
hijsogen toepassen
i.v.m. hijsklem.
Zie tevens instructie
i.v.m. positie hijsklem
pagina 2

Hoeksparing
HVP/IVP 260-5 HVP/IVP 320-4 en HVP 400 -4 Opmerkingen
B1+B2 ≤ 1/3 plaatbreedte
B: 150 – 210 L ≥ 200
375 – 435 L ≥ 200
Geen inkassing sparing in hoek.
Randsparing B1+B2 ≤ 1/3 plaatbreedte
Kopsparing
B: 150 – 210 L ≥ 200
375 – 435 L ≥ 200
Afstand X: X ≥ 1,5 B1
Indien aantal strengen in sparing
2 of meer dan X ≥ 2,0 B1
Afstand Z:
Z ≥ 1,5 kleinste van B1/ B2
Indien aantal strengen in sparing
2 of meer dan X ≥ 2,0 B1
B1+B2 ≤ 1/3 plaatbreedte
B: 100 – 140 in hart kanaal
B: sparing eind van hart kanaal tot
20 mm voor dam.
L en B ≥ 100
Y ≥ L , Y min 310 indien L > 150
afstand Z minimaal 2 dammen
afstand Z ≥ L2
Sleuven 100 * 600, indien bij 2 sleuven 1
tussendam dan bij 1 sleuf eerste 150 mm
laten staan
Midden-sparing B1+B2 ≤ 1/3 plaatbreedte
Combinatie-sparingen
B: 100 – 140 in hart kanaal
B: sparing eind van hart kanaal tot
20 mm voor dam.
L en B ≥ 100
Y ≥ 2,0 L , Y min 310 indien L > 100
Z1 ≥ B , indien aantal strengen in
sparing 2 of meer dan
Z1 ≥ 1,5 kleinste B1 / B2
Z2: bij L ≤ 100 dan 1 dam
bij L ≥ 400 dan 2 dammen
bij L ≥ 600 dan 3 dammen
Combinatie sparingen, binnen gebied van
1000 mm bij HVP en 1200 mm bij IVP:
B1+B2 +E doos + ronde sparing +
langsgoot: totaal ≤1/3 plaatbreedte
Bovenstaande richtlijnen per sparing in
acht nemen.
B 1+B2 ≤ 1/3 plaatbreedte
B: 175 – 265 L ≥ 100
460 – 500 L ≥ 100
Geen inkassing sparing in hoek.
B 1+B2+langsgoot ≤ 1/3 plaatbreedte
B: 175 – 265 L ≥ 200
460 – 500 L ≥ 200
Afstand X: HVP ≥ 1,5 B1 (*)
(*) indien aantal strengen in sparing
2 of meer dan X ≥ 2,0 B1
Afstand Z:
HVP ≥ 1,5 kleinste van B1 / B2 (*)
(*) indien aantal strengen in sparing
2 of meer dan X ≥ 2,0 B1
B1+B2 ≤1/3 plaatbreedte
B: 100 - 200 in hart kanaal
B: sparing eind van hart kanaal tot
20 mm voor dam.
L en B ≥ 150
Y ≥ L , Y min 360 indien L > 150
afstand Z minimaal 2 dammen
afstand Z ≥ L2
Sleuven 100 * 600, indien bij 2 sleuven 1
tussendam dan bij 1 sleuf eerste 150 mm
laten staan
B1+B2 ≤1/3 plaatbreedte
B: 100 - 200 in hart kanaal
B: sparing eind van hart kanaal tot
20 mm voor dam.
L en B ≥ 150
Electradoos
HAF
In hart kanaal In hart kanaal
Ronde sparingen Ø 100 en 150 Ø 100 en 150
Y ≥ 2,0 L , Y min 360 indien L > 50
Z1 ≥ B , indien aantal strengen in
sparing 2 of meer dan
Z1 ≥ 1,5 kleinste B1 / B2
Z2: bij L ≤ 100 dan 1 dam
bij L ≥ 400 dan 2 dammen
bij L ≥ 600 dan 3 dammen
Combinatie sparingen, binnen gebied van
1000 mm bij HVP en 1200 mm bij IVP:
B1+B2 +E doos + ronde sparing +
langsgoot: totaal ≤1/3 plaatbreedte
Bovenstaande richtlijnen per sparing in
acht nemen.
Indien L1 ≥ 1000 dan
hijsogen toepassen
i.v.m. hijsklem.
Zie tevens instructie
i.v.m. positie hijsklem
pagina 3

IN HET WERK BOREN VAN SPARINGEN
Algemene boorvoorschriften:
Afhankelijk van de situatie, mogen er in beginsel geen strengen doorboord worden.
Er mag maximaal 1/3 van de plaat breedte gespaard worden (inclusief reeds eerder aangebrachte sparingen, zowel
fabrieksmatig als eerder in het werk aangebrachte sparingen).
Uiteraard niet 8 sparingen � 50 mm. op één lijn boren.
Beperkingen t.a.v. in het werk te boren sparingen rondom raveelijzers
In het gebied in de directe omgeving van de oplegschoen van het raveelijzer zijn de sparingsmogelijkheden zeer
beperkt.
De sparingsbeperkingen in het gebied rondom het oplegprofiel van het raveelijzer zijn als volgt gespecificeerd:
In zone 1 mogen geen sparingen geboord worden.
In zone 2 mogen sparingen geboord worden maximaal � 50 mm (alleen in het kanaal).
In zone 3 mogen sparingen geboord worden maximaal � 150 mm
Indien er dammen met daarin wapeningsstrengen doorboord worden mag dit uitsluitend na overleg met Betonson.
Beperkingen gerelateerd aan vloertype
T.a.v. alle vloertypen geldt: GEEN strengen doorboren. Sparingen afwijkend van onderstaande opgave en
sparingen die strengen doorboren uitsluitend na overleg met Betonson.
HVP/IVP 200-11: Sparingen � 50 mm in het kanaal boren
Sparingen � 100 mm hart sparing op het hart van de dam boren
Sparingen � 150 mm hart sparing op het hart van de dam boren
HVP 150-8: Sparingen � 50 mm in het kanaal boren
Sparingen � 100 mm hart sparing op het hart van de dam boren
Sparingen � 150 mm hart sparing op het hart van de dam boren
.
HVP 200-6: Sparingen � 50 mm in het kanaal boren
Sparingen � 100 mm in het kanaal boren
HVP/IVP 260: Sparingen � 50 mm in het kanaal boren
Sparingen � 100 mm in het kanaal boren
Sparingen � 150 mm in het kanaal boren, m.u.v. de buitenste kanalen (maximaal �
100 mm boren)
HVP/IVP 320-4 en HVP 400-4: Sparingen � 50 mm in het kanaal boren
Sparingen � 100 mm in het kanaal boren
Sparingen � 150 mm in het kanaal boren
pagina 4