Productinfo betonson systeemvloeren aug 2009 web 1.598 KB

Beton Son B.V. 

Postbus 5 

5690 AA Son 

Tel. 0499 – 486 486 

Fax 0499 – 486 666 

info@betonson.com 

www.betonson.com 

Foto foto 

Product info Vloeren 

Betonson levert een breed assortiment 

vloersystemen: 

HVP – kanaalplaatvloer 

Spancon – breedplaatvloer 

CVP – ribcassettevloer 

Wing - plaatvloer 

MultiFlex - leidingvloer. 

Voor een optimale uitvoering van de 

opdracht is de brochure Productinfo 

Vloeren opgesteld. 

Deze brochure bevat informatie over 

het gehele traject van engineering tot 

verwerking op de bouwplaats. 

ONDERDEEL VAN NIEUWPOORT GROEP

Onderwerp : Productinfo Betonson Systeemvloeren Code : Definitief 

Volume : Productgroep Vloeren Paragraaf : 1.0 

Subvolume : Voorwoord Versiedatum : Aug. 2009 

Geachte relatie, 

Wij danken u voor uw opdracht. 

Teneinde deze opdracht voor u zo optimaal mogelijk te kunnen uitvoeren vragen wij uw aandacht 

voor de inhoud van bijgaande informatiebrochure. 

Dat is niet alleen in ons belang, maar zeker ook in uw belang om het traject voor de uiteindelijke 

levering zo soepel mogelijk te laten verlopen. 

Deze brochure is mede dankzij uw adviezen tot stand gekomen. Wij willen deze brochure zo 

praktisch mogelijk houden en beschouwen het dan ook als een “levend” document, omdat wij 

graag van u blijven vernemen waar nog verbeteringen mogelijk zijn in onze dienstverlening naar u 

toe. 

Mochten er ondanks uw en onze inspanningen nog onduidelijkheden zijn in deze 

informatiebrochure dan stellen wij het op prijs indien u daarover terstond met ons contact neemt. 

Tot zover vertrouwen wij hiermede van dienst zijn en willen graag in goede onderlinge 

samenwerking een correcte uitvoering van uw opdracht realiseren. 

Met vriendelijke groet, 

Betonson 

Productgroep Vloeren 

- 1 -



Subvolume : Inhoudsopgave Versiedatum : Aug. 2009 

Inhoud: 

Hoofdstuk 1: Voorwoord 1 

Hoofdstuk 2: Inhoudsopgave 2 

Hoofdstuk 3: Meest gestelde vragen 

§3.0: Algemeen 4 

§3.1: Kanaalplaatvloer (HVP / IVP) 5 

§3.2: Ribcassettevloer (CVP) 6 

§3.3: Breedplaatvloer (Spancon) 7 

§3.4: Wing vloer (Wing) 8 

§3.5: MultiFlex vloerplaat (MFP) 9 

Hoofdstuk 4: Taken en verantwoordelijkheid tekenen en berekenen 10 

Hoofdstuk 5: Kanaalplaatvloer (HVP / IVP) 

§5.0: HVP vloerplaten algemeen 14 

§5.1: Doorsneden 15 

§5.2: Sparingsrichtlijnen 18 

§5.3: In het werk boren van sparingen 21 

§5.4: Details 22 

§5.5: Verwerkingsvoorschriften 24 

§5.6: Opperbelasting in de woningbouw 25 

§5.7: Hijsen 26 

§5.8: Engineeringtraject 27 

Hoofdstuk 6: Ribcassettevloer (CVP) 

§6.0: CVP vloerplaten algemeen 28 






§6.6: Opperbelasting in de woningbouw 38 


Hoofdstuk 7: Breedplaatvloer (Spancon) 

§7.0: Spancon vloerplaten algemeen 40 


§7.2: Typen sparingen 43 





§7.7: Oplegging en onderstempeling 49 


- 2 -



Subvolume : Inhoudsopgave Versiedatum : Aug. 2009 

Hoofdstuk 8: Wing vloer (Wing) 

§8.0 Wing vloerplaten algemeen 52 

§8.1 Doorsneden 53 

§8.2 In het werk boren van sparingen 54 

§8.3 Verwerkingsvoorschriften 55 

§8.4 Opperbelasting 56 

§8.5 Engineeringtraject 57 

Hoofdstuk 9: MultiFlex vloerplaat (MFP) 

§9.0 MultiFlex vloerplaten algemeen 59 

§9.1 Doorsneden 60 

§9.2 In het werk boren van sparingen 61 

§9.3 Verwerkingsvoorschriften 62 

§9.4 Opperbelasting 63 

§9.5 Engineeringtraject 64 

Hoofdstuk 10: Documentatie 65 

- 3 -



Subvolume : Meest gestelde vragen Versiedatum : Aug. 2009 

Algemene vragen 

Waar vind ik de website van Betonson? 

www.betonson.com 

Waar kunnen mijn engineeringgegevens (digitaal en witdruk) naar verstuurd worden? 

Betonson bv 

Postbus 5 

5690 AA Son 

Vloeren@betonson.com 

Hoe verloopt de correspondentie met Betonson? 

Sparingen en technische gegevens worden centraal door de werkvoorbereiding van de aannemer verzameld. 

Betonson ontvangt alle informatie in één zending. 

In welke vorm moeten gegevens aan Betonson verstrekt worden? 

Tekeningen dienen als witdruk en in digitale vorm in het DWG (acadversie 2002) of DXF formaat aangeleverd 

te worden. 

Hoeveel afdrukken verstrekt Betonson? 

Omschrijving Status Hoeveelheid 

Legplannen 

Legplannen 

Legplannen 

Legplannen 

Legplannen 

Wapeningstekeningen 

Wapeningstekeningen 

Berekeningen 

Berekeningen 

Opgave sparingen (Wing en HVP) 

Opgave sparingen (Spancon) 

Ter goedkeuring (CVP, Wing en HVP) 

Ter goedkeuring (Spancon) 

Definitief (CVP, Spancon, Wing en HVP) 

Ter goedkeuring (Spancon, Wing) 

Definitief (Spancon, Wing) 

Ter goedkeuring (CVP, Spancon, Wing en HVP) 

Definitief (CVP, Spancon, Wing en HVP) 

Wanneer wordt gestart met de engineering? 

Na ontvangst van de witdrukken en digitale bestanden van de benodigde constructie - en bouwkundige 

tekeningen en afhankelijk van het vloertype na ontvangst van sparingen en / of leidingverloop wordt gestart met 

de engineering. 

Zie voor exact benodigde gegevens de diverse engineeringtrajecten. 

Engineeringtraject HVP : paragraaf 5.8 

Engineeringtraject CVP : paragraaf 6.7 

Engineeringtraject Spancon : paragraaf 7.8 

Engineeringtraject Wing : paragraaf 8.5 

Engineeringtraject MFP : paragraaf 9.5 

- 4 - 

2 

3 

2 

3 

3 

2 

3 

2 

3




Vragen m.b.t. kanaalplaatvloeren: HVP (ongeïsoleerd), IVP (geïsoleerd) 

Wat is de constructiehoogte van IVP met oplegnokken? 

De constructiehoogte van het totale vloerpakket is gelijk aan de dikte van de kanaalplaat + de dikte van het 

isolatiepakket. (De oplegnokken hebben dezelfde hoogte als het isolatiepakket). 

Wordt de isolatie t.p.v. een sparing verwijderd? 

Nee de isolatie dient op de bouwplaats verwijderd te worden. 

Dient er oplegmateriaal toegepast te worden? 

Oplegmateriaal toepassen volgens opgave hoofdconstructeur. 

Betonson kan SBR oplegmateriaal meeleveren. 

IVP met oplegnokken wordt geadviseerd op oplegvilt of in een speciebed te leggen. 

Hoe dienen kelkvoegen gevuld te worden? 

De voegen tussen de platen dienen volledig gevuld te worden met een fijn grindbeton (korrel nominaal 8 mm.) 

of een zandcementspecie met een sterkteklasse overeenkomende met minimaal C12/15 tenzij anders is 

aangegeven. De water-cementfactor dient zodanig gekozen te worden, dat de mortel niet tussen de elementen 

doorlekt. Zonodig moeten de voegen vooraf worden gereinigd en met water worden bevochtigd. 

Gewoonlijk kan de vloer 48 uur na het aanbrengen van de voegvulling worden belast, (mits goed en bij juiste 

werktemperatuur uitgevoerd). 

Hoe wordt schijfwerking gerealiseerd? 

De benodigde voorzieningen in de vloer dienen opgegeven te worden door de hoofdconstructeur. 

E.e.a. volgens de CUR 136 (zie tevens paragraaf 4.0). 

Hoe dient de druklaag afgewapend te worden? 

De druklaag wapening dient volgens opgave van de hoofdconstructeur afgewapend te worden. 

De wapening dient op afstandhouders geplaatst te worden (niet koud op de plaat leggen). 

De druklaag en de voegvulling niet in één charge aanbrengen. Eerst de voegen vullen en voldoende uit laten 

harden, pas daarna de druklaag aanbrengen. 

Dient de afwerklaag voorzien te worden van wapening? 

Indien er sprake is van een steenachtige afwerklaag, wordt geadviseerd een fijnmazig krimpnet in de dekvloer 

toe te passen. 

Hoe dient de bovenliggende vloer afgestempeld te worden op de vloer? 

Er mag maximaal één etage gelijktijdig afgestempeld worden op de vloer. 

Stempels dienen op onderslagen geplaatst te worden. 

Voordat de eerstvolgende bovenliggende vloer gestort wordt, dient men eerst de vloer te laten “schrikken”, 

zodat de laatst gestorte vloer zijn eigen gewicht gaat dragen. 

Worden strengen fabrieksmatig uit sparingen verwijderd? 

Voorspanstrengen in sparingen worden weggeknipt afhankelijk van het vloertype en de sparingsgrootte. 

HVP 150 en 200 een streng wordt weggeknipt bij sparingen groter dan 150 mm. 

HVP 260, 320 en 400 een streng wordt weggeknipt bij sparingen groter dan 200 mm. 

- 5 -




Vragen m.b.t. Ribcassettevloeren: CVP 

Wat is de constructiehoogte van de CVP? 

De constructiehoogte van de CVP345 bedraagt 345 mm. 

De constructiehoogte van de CVP365 bedraagt 365 mm. 

Wordt de isolatie t.p.v. een sparing verwijderd? 

Ja de isolatie wordt fabrieksmatig verwijderd. 

Kan er in een rib gespaard worden? 

Nee, er mag alleen in de spiegel gespaard worden. 

Mogen er dragende kolommen op de vloer geplaatst worden? 

Nee, kolommen dienen altijd rechtstreeks op de fundering geplaatst te worden. 


Er wordt fabrieksmatig een akoestisch oplegmateriaal toegepast. 



of een zandcementspecie met een sterkteklasse overeenkomende met minimaal C12/15 tenzij anders is 

aangegeven. De water-cementfactor dient zodanig gekozen te worden, dat de mortel niet tussen de elementen 

doorlekt. Zonodig moeten de voegen vooraf worden gereinigd en met water worden bevochtigd. 



Indien de voegen groter zijn dan 150 mm. wordt geadviseerd een fijnmazig krimpnet in de dekvloer toe te 

passen. 


Indien er sprake is van een steenachtige afwerklaag en passtrook breder dan 150mm, wordt geadviseerd een 

fijnmazig krimpnet in de dekvloer toe te passen. 

Hoe dient de bovenliggende vloer afgestempeld te worden op de vloer? 


Stempels dienen op onderslagen geplaatst te worden, welke de stempelbelasting naar de ribben van de vloer 

afdragen. 



Waarom worden 300mm brede elementen alleen constructief toegepast? 

De 300mm brede elementen zitten niet standaard in de m2-prijs en worden maar beperkt geproduceerd. 

Hoe lossen jullie dit dan bij erkers




Vragen m.b.t. Breedplaatvloeren: Spancon 


Oplegmateriaal is in principe niet van toepassing, het oplegvlak dient “vlak” te zijn. 

Hoe dient de vloer onderstempeld / afgestempeld te worden? 


Stempels dienen op onderslagen geplaatst te worden, welke de stempelbelasting naar de ribben van de vloer 

afdragen. (onderliggend vloerveld CVP ) 



Onderstempelingsvoorschriften worden altijd op de definitieve legplantekening aangegeven. 

Worden hulpmaterialen uit sparingen verwijderd? 

Bij randsparingen worden hulpmaterialen verwijderd en bij middensparingen niet. 


De benodigde voorzieningen in de vloer dienen opgegeven te worden door de hoofdconstructeur. 


Wanneer mag de randbekisting worden verwijderd? 

Als de druklaag in voldoende mate is uitgehard zodat deze niet meer uitzakt. 

Waarom wordt er standaard 80mm ruimte gehouden tussen twee aangrenzende leggebieden? 

Dit is om voldoende drukzone op te bouwen. Indien deze ruimte kleiner wordt mag op die plaats de vloerplaat 

niet meegeteld worden bij de totale vloerdikte. 


Voorspanstrengen in sparingen worden weggeknipt afhankelijk de sparingsgrootte, 

- een streng wordt weggeknipt bij Polystyreensparingen groter dan 250 mm. 

- alle Polystyreensparingen aan de buitenzijden (contouren) worden vrijgemaakt. 

- 7 -




Vragen m.b.t. Wing vloeren: Wing 


Oplegmateriaal bij volledige oplegging altijd toepassen. 




BV BEAMIX 115 of 116. De water-cementfactor dient zodanig gekozen te worden, dat de mortel niet tussen de 

elementen doorlekt. Zonodig moeten de voegen vooraf worden gereinigd en met water worden bevochtigd. 



Hoe dient de druklaag afgewapend te worden? 

De druklaag wapening dient volgens opgave van de hoofdconstructeur afgewapend te worden indien Betonson 

het tekenen en berekenen van de wapening niet in opdracht heeft. 

De wapening dient op afstandhouders / constructieliggers geplaatst te worden. 









De benodigde krachten in de vloer dienen opgegeven te worden door de hoofdconstructeur. 


Hoe kunnen platen gehesen / gehandeld worden? 

Per plaat zijn 4 hijsogen aanwezig, zodat met een standaard viersprong gehesen kan worden. 

Dient de Wing onderstempeld te worden? 

In beginsel hoeft de Wing niet onderstempeld te worden. 

- 8 -




Vragen m.b.t. MultiFlex vloerplaten: MFP 


Oplegmateriaal bij volledige oplegging altijd toepassen. 




BV BEAMIX 115 of 116. De water-cementfactor dient zodanig gekozen te worden, dat de mortel niet tussen de 

elementen doorlekt. Zonodig moeten de voegen vooraf worden gereinigd en met water worden bevochtigd. 











De benodigde krachten in de vloer dienen opgegeven te worden door de hoofdconstructeur. 


Hoe kunnen platen gehesen / gehandeld worden? 

Met de hijsklem. 

Dient de MFP onderstempeld te worden? 

In beginsel hoeft de MFP niet onderstempeld te worden. 

- 9 -



Subvolume : Taken en verantwoordelijkheden Versiedatum : Aug. 2009 

KWALITEIT ENGINEERING PREFAB BETONELEMENTEN GEREGELD 

Heldere verdeling taken en verantwoordelijkheden geborgd. 

Indeling in categorieën 

Met ingang van 1 januari 2004 is de verdeling van de taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot het 

tekenen en berekenen van constructieve prefab betonelementen 

onder de werking van het KOMO attest-met-productcertificaat gebracht. 

Om duidelijk te maken hoe de taken en verantwoordelijkheden tussen leverancier en afnemer zijn verdeeld, is 

door Kiwa, in samenspraak met de Bond van Fabrikanten van Betonproducten in Nederland (BFBN), het 

Centraal Overleg BouwConstructies (COBc), de Betonvereniging en het Constructeursplatform een indeling in 

categorieën ontwikkelt. 

In totaal zijn er 7 categorieën onderscheiden, waarbij een categorie een hoger nummer heeft naarmate de taken 

en verantwoordelijkheden van de leverancier/producent (certificaathouder) toenemen. 

Categorie 1 

Certificaathouder fabriceert volgens opgave van de opdrachtgever 

Categorie 2 

Certificaathouder maakt zelf detailtekeningen op basis van toegeleverde berekening. 

Categorie 3 

Certificaathouder maakt zelf tekeningen en berekeningen van een of meer individuele elementen, zonder 

rekening 

te houden met het samenstel waarin de elementen terecht kunnen komen (bv. voorraadproducten) 

Categorie 4 

Certificaathouder maakt zelf tekeningen en berekeningen van zowel elementen als het samenstel daarvan in 

één vlak (bv vloeren zonder schijfwerking) 

Categorie 5 

Certificaathouder maakt zelf tekeningen en berekeningen van zowel elementen als het samenstel daarvan. Dit 

samenstel maakt onderdeel uit van de hoofddraagconstructie. 

Categorie 6 

Certificaathouder maakt berekeningen en tekeningen van een volledig casco, al dan niet inclusief fundering. 

Categorie 7 

Certificaathouder neemt het hele bouwwerk aan. 

- 10 -




Middels deze categorieën wordt niet alleen eenduidig aangegeven wie verantwoordelijk is voor (onderdelen 

van) de constructietekeningen en -berekeningen. Ook wordt hiermee geregeld wie verantwoordelijk is voor de 

onderlinge samenhang van de prefab betonelementen en van de verschillende bouwdelen (al dan niet van 

prefab beton) binnen de totale hoofddraagconstructie. 

Waar moet de afnemer van de prefab betonnen producten (veelal de aannemer) op letten? 

De leverancier/producent kan binnen de regeling een opdracht in principe alleen aanvaarden wanneer hij van 

de afnemer ten minste de onderstaande gegevens heeft gekregen: 

• in welke categorie de opdracht moet worden uitgevoerd. 

De afnemer moet de categorie ontlenen aan het bestek dan wel afspreken met de opdrachtgever; 

• de documenten die als basis dienen voor de opdracht (tekeningen en bestek); 

• wie de hoofdconstructeur van het betreffende werk is; 

• milieuklasse; 

• veiligheidsklasse; 

• brandwerendheidseisen; 

• criteria ten aanzien van uiterlijk en afwerking. 

Waar moet de opdrachtgever van het totale project op letten? 

De taken en verantwoordelijkheden die volgens de met de aannemer overeengekomen categorie niet aan de 

certificaathouder zijn toebedeeld, horen te zijn ondergebracht bij de hoofdconstructeur. Regelt de opdrachtgever 

dit niet, dan neemt hij automatisch zelf de betreffende verantwoordelijkheid op zich. 

Waar moet de hoofdconstructeur op letten? 

De categorieaanduiding in het bestek behoort aan te sluiten bij zijn taken en verantwoordelijkheden die met 

de opdrachtgever zijn overeengekomen. 

Waar moet het Bouwtoezicht op letten? 

De berekeningen en/of tekeningen van de leverancier/producent dienen te zijn voorzien van de 

categorieaanduiding. 

Daarmee is geborgd dat deze zijn gebaseerd op de juiste uitgangspunten en voldoen aan de gestelde eisen. Dit 

bevordert de snelheid van controle en toetsing. 

- 11 -




TAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN LEVERANCIER/PRODUCENT (CERTIFICAATHOUDER) 

De certificaathouder voert de volgende taken uit, of laat deze onder zijn verantwoordelijkheid uitvoeren: 

• maken van een leveringsschema van tekeningen en berekeningen waarin is uitgewerkt wanneer de benodigde 

tekeningen en berekeningen die als input dienen, definitief ter beschikking moeten zijn met het oog op een 

tijdige productie van de vloeren; 

• maken van detailberekeningen van de individuele elementen, met inbegrip van de samenwerking met 

aangrenzende elementen onder directe belastingen (overdracht via voegen, raveelijzers etc.); 

• maken van overzichtstekeningen van de elementen zoals deze in het werk moeten worden gebracht; 

• maken van vorm- en wapeningstekeningen van de elementen; 

• maken van vorm- en wapeningstekeningen van de druklagen die voor de krachtswerking onder directe 

belasting nodig zijn; 

• controleren van de door hem gemaakte tekeningen en berekening aan de hand van NEN 6722, hoofdstuk 5 en 

9 van NEN 6720 en NVN 6725. Eventuele afwijkingen worden expliciet op tekening vermeld. 

Onderstaande onderwerpen behoren niet tot de verantwoordelijkheid van de certificaathouder: 

• stabiliteitsberekeningen en berekeningen van de krachtsoverdracht tussen bouwdelen; 

• berekening van invloeden van temperatuursveranderingen en van krimp, alsmede de uitwerking van daaruit 

voortvloeiende wapening in de vloer c.q. druklaag; 

• berekeningen van schijfwerking en de uitwerking van daaruit voortvloeiende wapening en voorzieningen; **) 

• verankeringen van balkonaansluitingen (bv; isokorf), voetplaten van kolommen etc. alsmede de daarbij 

benodigde wapening in de druklaag. Het verwerken van opgegeven krachten hieruit behoort wel tot de 

verantwoordelijkheden; 

• uitwerkingen van wandaansluitingen; 

• uitwerking van deuvelverbindingen en constructieve koppelingen bij dilataties; 

• berekenen en tekenen van in het werk te storten vloergedeelten waar geen systeemvloer ligt; 

• extra wapening die volgens opgave van de hoofdconstructeur op de tekeningen wordt verwerkt. 

TAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEID AFNEMER (VEELAL DE AANNEMER) 

De afnemer dient de volgende taken uit te voeren, of onder zijn verantwoordelijkheid uit laten voeren: 

• opgeven criteria aan de certificaathouder ten aanzien van uiterlijk en afwerking; 

• aanleveren van de uitwerkingen van de hoofdconstructeur alsmede van tekeningen waaruit maatvoering van 

de elementen kan worden afgeleid; 

• maken van een overzicht inclusief maatvoering van in te storten voorzieningen voor andersoortige constructies 

en constructies van andere materialen; 

• maken van een overzicht inclusief maatvoering van in te storten voorzieningen voor bouwkundige constructies 

en installatieonderdelen; 

• controleren van tekeningen op maatvoering en aanduidingen ten aanzien van uiterlijk. 

- 12 -




TAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEID (HOOFD)CONSTRUCTEUR (C.Q. OPDRACHTGEVER) 

De hoofdconstructeur dient de volgende taken uit te voeren: 

• opstellen constructieve uitgangspunten voor de systeemvloeren; 

• opstellen van een overzicht van de vloerbelastingen; 

• maken van de hoofdberekeningen; 

• maken van detailberekening m.b.t. externe samenhang (bijvoorbeeld krachtsoverdracht tussen vloeren 

wandschijven onder invloed van wind); 

• maken van detailberekening interne samenhang (bijvoorbeeld schijfwerking in vloerschijven); 

• maken globale overzichtstekeningen; 

• controleren van de door de certificaathouder vervaardigde tekeningen en berekeningen 

• indienen van de eigen tekeningen en berekeningen en die van de certificaathouder en het zorgdragen voor 

goedkeuringen door gemeentelijke instanties en/of overheden; 

• maken overzichttekeningen van voorzieningen in het werk; 

• maken detailtekeningen van vorm en wapening van in het werk gestorte delen waar geen systeemvloer ligt. 

Voor uitgebreide detailinformatie betreffende de categorieën en de uitwerking van de uit te voeren taken 

en bijbehorende verantwoordelijkheden zie de website www.kiwa.nl. onder het thema: 

'Berekeningen constructieve betonelementen onder werkingssfeer KOMO-kwaliteitsverklaring' 

*) De levering van losse liggertjes en vulstukken van de combinatievloer valt onder categorie 3. 

**) Indien met de opdrachtgever wordt overeengekomen, dat extra constructieve werkzaamheden uitgevoerd 

worden, dan dienen de aanvullende taken van de certificaathouder ten opzichte van categorie 4 die niet 

geborgd zijn door het KOMO attest-met-product certificaat expliciet in de opdracht, in de berekening én op de 

tekeningen vermeld te worden. 

- 13 -



Subvolume : HVP vloerplaten algemeen Versiedatum : Aug. 2009 

Kanaalplaatvloer (HVP / IVP) 

De HVP vloerplaat heeft zijn toepassing in verdiepings- en dakvloeren van zowel woningbouw als utiliteitsbouw. 

De geïsoleerde kanaalplaatvloer (IVP) is bestemd voor begane grondvloeren in de utiliteitsbouw. 

De HVP zorgt voor een hoge bouwsnelheid. Na montage van de vloerplaten en verharden van de voegvulling 

kan direct doorgebouwd worden. De HVP is in de diktes 150, 200, 260, 320 en 400 mm verkrijgbaar en zijn 

voorzien van kanalen ten behoeve van gewichtsbesparing. De vloerplaat is voorgespannen waardoor grote 

overspanningen mogelijk zijn. 

De HVP vloerplaten van Betonson worden geleverd onder KOMO attest-met-productcertificaat 

(K2161 en K2315). Betonson is daarnaast ook NEN ISO 90010 gecertificeerd. 

- 14 -



Subvolume : Doorsneden HVP Versiedatum : Aug. 2009 

HVP 150-8 

Werkend: 1200 

Pasplaten: 395-530-670-805-940-1075 

Voegvulling: 6,0 l/m 1 

Gewicht: 263 kg/m 2 * 

HVP 200-11 / MVP 200-0 

Werkend: 1200 

Pasplaten (HVP): 400-500-600 

Pasplaten (MVP): 500-600-700 


Gewicht: 326 kg/m 2 * / 480 kg/m 2 * 

HVP 200-6L 

Werkend: 1200 

Pasplaten: 400-500-600 



HVP 260-5 

Werkend: 1200 

Pasplaten: 400-600 



HVP 320-4 

Werkend: 1200 




HVP 400-4 

Werkend: 1200 




* Gewicht is inclusief voegvulling. 

Slankheidseis: HVP 150 L:B




STANDAARDPASPLATEN HVP 200 

Gewicht: 385 kg/m 2 * Gewicht: 374 kg/m 2 * Gewicht: 366 kg/m 2 * 


Gewicht: 456 kg/m 2 * Gewicht: 439 kg/m 2 * 






- 16 -




IVP 200-11 

Werkend: 1200 

Pasplaten: 500-600-700 

Isolatiedikte: 93-112-131-151 

Isolatiemateriaal: EPS 60 SE 

RC-waarde: 2,5-3,0-3,5-4,0 

Constructiehoogte: 200+isolatiedikte 

IVP 260-5 

Werkend: 1200 

Pasplaten: 375-600-825-1050 



RC-waarde: 2,5-3,0-3,5-4,0 


IVP 320-4 

Werkend: 1200 

Pasplaten: 460-740-1025 



RC-waarde: 2,5-3,0-3,5-4,0 


- 17 -



Subvolume : Sparingsrichtlijnen HVP Versiedatum : Aug. 2009 

Hoeksparing 

Randsparing 

Kopsparing 

Midden-sparing 

Combinatie-sparingen 

Electradoos 

HAF (8xØ16) 

Ronde sparingen 

HVP/IVP 200 –11 

(maten in mm) 

B1 + B2 ≤ 1 /3 plaatbreedte 

B: 75 – 120 

175 – 225 

275 – 325 

375 – 425 

L ≥ 50 


B: 75 – 120 L ≥ 50 

175 – 225 L ≥ 100 

275 – 325 L ≥ 100 

375 – 425 L ≥ 150 

Afstand X: HVP ≥ 1,5 B1 (*) 

IVP ≥ 2,0 B1 

(*) indien aantal strengen in sparing 

2 of meer dan X ≥ 2,0 B1 

Afstand Z: 

HVP ≥ 1,5 kleinste van B2 / B3 (*) 

IVP ≥ 2,0 kleinste van B2 / B3 




B: 50 in hart kanaal 

B: hart tot hart kanaal + links 

en / of rechts ≤ 25 mm 

L en B ≥ 50 

Y ≥ L , Y min 175 indien L > 50 

afstand Z minimaal 2 dammen 

afstand Z ≥ L2 


B: 60 in hart kanaal 



L en B ≥ 50 


X ≥ B 

Z1: bij L ≤ 400 dan 1 dam 

bij L ≤ 600 dan 2 dammen 

bij L > 600 dan 3 dammen 

Z2 ≥ B , indien aantal strengen in 

sparing 2 of meer dan 

Z1 ≥ 1,5 kleinste B1 / B2 

Combinatie sparingen, binnen gebied 

van1200 mm: 

B1+B2 +E doos + ronde sparing : 

totaal ≤ 1 /3 plaatbreedte 

Bovenstaande richtlijnen per sparing 

in acht nemen 

In hart kanaal, niet in het buitenste 

kanaal. 

Ø 50 en 80 hart kanaal 

Ø 100 en 150 hart dam 

HVP 150-8 

(maten in mm) 

B1+B2 ≤ 1 /3 plaatbreedte 

B: 120 – 150 

260 – 290 

390 – 420 

L ≥ 50 


B: 120 – 150 L ≥ 100 

260 – 290 L ≥ 100 

390 – 420 L ≥ 150 

Afstand X ≥ 1,5 B1 (*) 



Afstand Z: 

Z ≥ 1,5 kleinste van B1/ B2 (*) 



B1+B2 ≤ 1 /3 plaatbreedte 

B: 50 - 70 in hart kanaal 

B: sparing eind van hart kanaal tot 

10 mm voor dam. 

L en B ≥ 50 








L en B ≥ 50 


X ≥ B 





Sparing 2 of meer dan 



van 100 mm: 

B1+B2 +E doos + ronde sparing : 

totaal ≤ 1 /3 plaatbreedte 


in acht nemen 

In hart kanaal, niet in het buitenste 

kanaal. 



Opmerkingen 

Indien L1 ≥ 1250 dan 

hijsogen toepassen 

i.v.m. hijsklem 

Zie tevens instructie 

i.v.m. positie hijsklem 

Betonson behoudt 

zich het recht voor 

om in specifieke 

situaties af te wijken 

van de 

sparingsrichtlijnen. 





van de 






van de 


- 18 -




Hoeksparing 

Randsparing 

Kopsparing 



Electradoos 

HAF (8xØ16) 

Ronde sparingen 

HVP 200-6L 

(maten in mm) 


B: 30 

125 – 170 

325 – 370 

L ≥ 50 


B: 30 L ≥ 50 

125– 170 L ≥ 100 

325 – 370 L ≥ 100 

Afstand X ≥ 1,5 B1 

Indien aantal strengen in sparing 


Afstand Z: 

Z ≥ 1,5 kleinste van B1/ B2 




B: 50 – 100 in hart kanaal 



L en B ≥ 50 








L en B ≥ 50 

Y ≥ L 

Y min 260 indien L > 100 

X ≥ B 

Z1: bij L ≥ 200 dan 2 dammen 

Z2 ≥ B 

Combinatie sparingen, binnen gebied van 1000 mm 

bij HVP en 1200 mm bij IVP: 

B1+B2 +E doos + ronde sparing + langsgoot: totaal ≤ 

1 /3 plaatbreedte 

Bovenstaande richtlijnen per sparing in acht nemen. 

In hart kanaal 



Opmerkingen 

Indien L1 ≥ 1250 dan hijsogen 

toepassen 


Zie tevens instructie i.v.m. 

positie hijsklem 

Betonson behoudt zich het 

recht voor om in specifieke 

situaties af te wijken van de 










- 19 -




Hoeksparing 

Randsparing 

Kopsparing 



Electradoos 

HAF (8xØ16) 

HVP 260-5 

(maten in mm) 


B: 150 – 210 L ≥ 100 

375 – 435 L ≥ 100 

Geen inkassing sparing in hoek. 


B: 150 – 210 L ≥ 200 

375 – 435 L ≥ 200 

Afstand X: X ≥ 1,5 B1 



Afstand Z: 

Z ≥ 1,5 kleinste van B1/ B2 







L en B ≥ 100 




Sleuven 100 * 600, indien bij 2 

sleuven 1 tussendam dan bij 1 sleuf 

eerste 150 mm laten staan 





L en B ≥ 100 

X ≥ B 







Z1 ≥ 1,5 kleinste B1 / B2\ 


van 1000 mm bij HVP en 1200 mm bij 

IVP: 

B1 + B2 + E doos + ronde sparing + 

langsgoot: totaal ≤ 1 /3 plaatbreedte 


in acht nemen. 

HVP 320-4 en HVP 400 –4 

(maten in mm) 


B: 175 – 265 L ≥ 100 

460 – 500 L ≥ 100 

Geen inkassing sparing in hoek. 

B1 + B2 + langsgoot ≤ 1 /3 

plaatbreedte 

B: 175 – 265 L ≥ 200 

460 – 500 L ≥ 200 

Afstand X: HVP ≥ 1,5 B1 (*) 



Afstand Z: 

HVP ≥ 1,5 kleinste van B1 / B2 (*) 







L en B ≥ 150 




Sleuven 100 * 600, indien bij 2 

sleuven 1 tussendam dan bij 1 sleuf 

eerste 150 mm laten staan 





L en B ≥ 150 

X ≥ B 

In hart kanaal In hart kanaal 

Ronde sparingen Ø 100 en 150 Ø 100 en 150 









van 1000 mm bij HVP en 1200 mm bij 

IVP: 

B1 + B2 + E doos + ronde sparing + 

langsgoot: totaal ≤ 1 /3 plaatbreedte 


in acht nemen. 

Opmerkingen 

Indien L1 ≥ 1250 dan 

hijsogen toepassen 


Zie tevens instructie 

i.v.m. positie hijsklem 





van de 






van de 


- 20 -



Subvolume : In het werk boren van sparingen in HVP Versiedatum : Aug. 2009 

Algemene boorvoorschriften: 

Afhankelijk van de situatie, mogen er in beginsel geen strengen doorboord worden. 

Er mag maximaal 1 /3 van de plaatbreedte gespaard worden (inclusief reeds eerder aangebrachte sparingen, 

zowel fabrieksmatig als eerder in het werk aangebrachte sparingen). 

Uiteraard niet 8 sparingen ∅ 50 mm. op één lijn boren. 

Beperkingen t.a.v. in het werk te boren sparingen rondom raveelijzers 

In het gebied in de directe omgeving van de oplegschoen van het raveelijzer zijn de sparingsmogelijkheden 

zeer beperkt. 

De sparingsbeperkingen in het gebied rondom het oplegprofiel van het raveelijzer zijn als volgt gespecificeerd: 

In zone 1 mogen geen sparingen geboord worden. 

In zone 2 mogen sparingen geboord worden maximaal ∅ 50 mm (alleen in het kanaal). 

In zone 3 mogen sparingen geboord worden maximaal ∅ 150 mm 

Indien er dammen met daarin wapeningsstrengen doorboord worden mag dit uitsluitend na overleg met 

Betonson. 

Beperkingen gerelateerd aan vloertype 

T.a.v. alle vloertypen geldt: GEEN strengen doorboren. Sparingen afwijkend van onderstaande opgave en 

sparingen die strengen doorboren uitsluitend na overleg met Betonson. 

HVP 200-11: Sparingen ∅ 50 mm in het kanaal boren 

Sparingen ∅ 100 mm hart sparing op het hart van de dam boren 





. 


Sparingen ∅ 100 mm in het kanaal boren 



Sparingen ∅ 150 mm in het kanaal boren, m.u.v. de buitenste kanalen 

(maximaal ∅ 100 mm boren) 

HVP 320-4 en HVP 400-4: Sparingen ∅ 50 mm in het kanaal boren 



- 21 -



Subvolume : Details HVP Versiedatum : Aug. 2009 

OVERSTEK MET DRUKLAAG OVERSTEK ZONDER DRUKLAAG 

Bijlegwapening vanuit druklaag 

omzetten in sleuf 

Steenwolprop 

Tijdens bouwfase 

onderstempelen 

Vullen met krimparme 

mortel (Min. C20/25) 



Constructiehoogte 

ISOLATIEVLOER MET NOKOPLEGGING 

Steenwolprop 

Bijlegwapening aanbrengen 

in sleuf 





ISOLATIEVLOER MET TERUGGETROKKEN 

ISOLATIE 

Constructiehoogte 

- 22 -



Subvolume : Details HVP Versiedatum : Aug. 2009 

AANSLUITING TUSSENWANDEN 

Getoogde kanaalplaat 

Inklemming opvangen middels 

wapening in de druklaag 

TOEVALLIGE INKLEMMING 

MET DRUKLAAG 

Vloer vrij van wand houden 

Geen tussensteunpunt 

(Kunststof) 

U-profiel 

Inklemming opvangen middels 

wapening in sleuf 



TOEVALLIGE INKLEMMING 

ZONDER DRUKLAAG 

- 23 -



Subvolume : Verwerkingsvoorschriften HVP Versiedatum : Aug. 2009 

1.0 Algemeen: 

In deze verwerkingsvoorschriften zijn alle zaken die betrekking hebben op de verwerking zoals genoemd in het 

KOMO attest-met-productcertificaat en de NVN 6725 opgenomen. De vloerelementen worden aangebracht 

overeenkomstig het legplan, waarbij men dient te controleren of men in het bezit is van de definitieve 

legplantekening. 

Op de bouwplaats dient gebruik te worden gemaakt van de laatste versie “Verwerkingsrichtlijnen IVP, MVP en 

HVP” welke gelijktijdig met de vrachtenschema’s naar de bouwplaats worden verzonden. 

2.0 Oplegging: 

De ontwerp opleglengte is in het legplan aangegeven. De werkelijke opleglengte moet tenminste 2 /3 van de 

ontwerp opleglengte bedragen, maar met een minimum van: 

- 65 mm bij een oplegging op metselwerk. 

- 50 mm bij een oplegging op al of niet gewapend beton. 

- 45 mm bij een oplegging op profielstaal of voldoende vormvast plaatstaal. 

De steunpunten ter plaatse van de oplegging van de vloer moeten vlak en strak zijn uitgevoerd of worden 

afgewerkt. Na afwerking van de opleggingen kan een drukverdelend oplegmateriaal noodzakelijk zijn (bijv.: 

zand-cementmortel, bouwvilt, elastomeer). Voor isolatieopleggingen zie de details op paragraaf 5.4 

3.0 Hijsen: 

Zie tevens de aanwijzingen van de kleminstructie over het hijsen van de elementen. De veiligheidskettingen 

onder het element doorhalen en zo strak mogelijk bevestigen. De klemmen zijn aan de evenaar instelbaar op 

diverse standen. Men dient een dusdanige stand van de klemmen te kiezen dat het maximaal overstek van 1,25 

m buiten de klem niet wordt overschreden. Indien verdiept ingestorte hijsogen zijn overeengekomen dienen 

deze platen met een viersprong gehesen te worden onder een hoek van minimaal 60 graden. 

4.0 Voegvulling: 

De water-cementfactor moet zo worden gekozen, dat de mortel niet tussen de elementen doorlekt. 

Zonodig moeten de voegen vooraf worden gereinigd en met water worden bevochtigd. De voegen tussen de 

vloerelementen volledig vullen met beton of zand-cement mortel met de volgende eigenschappen: 

- sterkteklasse groter of gelijk C12/15 

- grootste korrelafmeting van het toeslagmateriaal kleiner of gelijk 8 mm 

- grind, zand en cement voldoen aan NEN 5905 en NEN 3550. 

5.0 Constructieve druklaag: 

Het te storten beton moet gelijkmatig worden aangebracht, zodat een opeenhoping van betonspecie wordt 

voorkomen. Het beton van de constructieve druklaag moet voldoen aan: 

- de voor de betreffende toepassing overeengekomen milieuklasse volgens 4.3.1 van NEN 5950. 

- een sterkteklasse van tenminste C20/25 volgens NEN 5950. 

- een grootste korrelafmeting van het grove toeslagmateriaal kleiner dan of gelijk aan 16 mm. 

- minimale druklaagdikte is 40mm. 

- wapening op afstandhouders plaatsen met een minimale dekking aan de bovenzijde afhankelijk van 

de milieuklasse. 

6.0 Sparingen: 

In het werk mogen op verantwoorde wijze sparingen worden aangebracht of geboord, op plaatsen die 

uitdrukkelijk staan aangegeven op het legplan, danwel op een aparte door of in onze opdracht afgegeven 

instructie. 

Voor in het werk te boren sparingen zie de richtlijnen bij paragraaf 5.3 

7.0 Ontwateringsgaatjes: 

Na montage en tijdens de bouwfase dient u de ontwateringsgaatjes op hun werking te controleren en deze 

zonodig open te steken, respectievelijk te boren zodat zich geen water in de kanalen kan ophopen. 

Zie ook de definitieve legplantekeningen. 

- 24 -



Subvolume : Opperbelasting in de woningbouw HVP Versiedatum : Aug. 2009 

Langsoplegging onderstempelen indien 

onderliggende wand nog niet opgetrokken is. 

Lijmkraantje 

Maximaal 10 kN. 

Langsoplegging onderstempelen indien 

onderliggende wand nog niet opgetrokken is. 

Als er sprake is van opperbelasting 

raveelconstructie onderstempelen 

totdat de opperbelasting verwijderd is. 

Het gearceerde gedeelte mag onderstempelingsvrij belast worden met maximaal 800 kg/m 1 . 

- 25 -



Subvolume : Hijsen van de HVP Versiedatum : Aug. 2009 

Het hijsen van kanaalplaat kan op drie verschillende manieren gebeuren, 

-Hijsen met kettingen aan ingestorte hijsogen. 

-Hijsen met kettingen aan hijssleutels. 

-Hijsen met de hijsklem. 

1. Hijsen aan hijsogen. 

Let op!! Bij pasplaten de binnenste Let op!! Indien hijsogen toegepast worden is 

twee hijsogen ook benutten de positie en / of afmeting van een 

t.b.v. valbeveiliging. sparing altijd ondergeschikt. 

2. Hijsen aan hijssleutels. 

3. Hijsen met de hijsklem. 

Let op!! Maximaal hijsoverstek 1250mm!! 

- 26 -



Subvolume : Engineeringtraject HVP Versiedatum : Aug. 2009 

1 BOUWKUNDIGE GEGEVENS : Minimaal 10 werkweken voor levering verstrekken ! 

(witdruk + digitaal (ACAD R2002)) 

�� Definitieve werktekeningen 

�� Gevelaanzichten 

�� Doorsneden 

�� Details 

2 CONSTRUCTIEVE GEGEVENS Minimaal 10 werkweken voor levering verstrekken ! 


� Definitieve constructieve tekeningen 

� Definitieve funderingstekening i.g.v. begane grondvloeren 

� Constructieve details 

� In geval van een staalconstructie ook staaltekeningen benodigd 

3 SPARINGSOPGAVE Minimaal 8 werkweken voor levering verstrekken ! 


� Alle definitieve gemaatvoerde sparingen aangegeven op het legplan van Betonson 

GEGEVENS DIENEN PER E-MAIL VERSTUURD TE WORDEN T.A.V. DE PROJECTPLANNER. 

Emailadres: vloeren@betonson.com 

Standaard Principe Werkvoorbereidings- en Produktieschema 

Werkweken voor levering 

10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 

Levering 

6 

24 5 5 

4 4 

3a 3b 

23a 23b 2 

22 1 

21 Productie Productie Productie Levering 

Status 6 = Aanleveren gegevens t.b.v. legplan (witdruk + digitaal) actie opdrachtgever 

Status 5 = Uitwerken legplan actie Betonson 

Status 4 = Aanleveren gemaatvoerde sparingsopgave (op legplantekening) actie opdrachtgever 

Status 3a/b = Uitwerken sparingstekening en berekening actie Betonson 

Status 2 = Aanleveren definitief goedkeuring op de tekening actie opdrachtgever 

Status 1 = Uitwerken definitieve tekening actie Betonson 

Status 24 = Aanleveren gegevens t.b.v. berekening actie opdrachtgever 

Status 23a = Uitwerken berekening actie Betonson 

Status 23b = Berekening gereed 

Status 22 = Aanleveren definitieve goedkeuring op de berekening actie opdrachtgever 

Status 21 = Definitief maken van de berekening actie Betonson 

- 27 -

Onderwerp : Productinfo Betonson Systeemvloeren Code : Definitief. 


Subvolume : CVP vloerplaten algemeen Versiedatum : Aug. 2009 

Ribcassettevloer (CVP) 

De CVP vloerplaat is een geïsoleerde vloerplaat met ribben en kopschot die worden toegepast als begane 

grondvloeren in zowel woningbouw als lichte utiliteitsbouw. Het kopschot bij CVP maakt het mogelijk 

rechtstreeks op de vloerplaten door te metselen of te lijmen. De geïsoleerde kopnokken zijn fabrieksmatig 

voorzien van akoestisch oplegmateriaal. 

Door de grote breedte van de CVP vloerplaat is een hoge bouwsnelheid mogelijk. De standaard plaatbreedte is 

1800 mm, de pasplaten 1200 en 300 mm. De 300mm pasplaten worden alleen gebruikt als dit constructief 

noodzakelijk is. Tevens zijn er tempex passtroken mogelijk met een breedte van 50, 100, 150, 200 en 250 mm 

waardoor het vloerveld optimaal dichtgelegd kan worden. De CVP vloerplaat is verkrijgbaar in de hoogtes 345 

en 365 mm. De vloerplaat is voorgespannen waardoor grote overspanningen mogelijk zijn. 

De CVP vloerplaat van Betonson worden geleverd onder KOMO attest-met-productcertificaat 

(K2160, K21823, K2559 en K11970). Betonson is daarnaast ook NEN ISO 9001 gecertificeerd. 

- 28 -



Subvolume : Doorsneden CVP Versiedatum : Aug. 2009 

- 29 -



Subvolume : Doorsneden CVP Versiedatum : Aug. 2009 

- 30 -



Subvolume : Sparingsrichtlijnen CVP Versiedatum : Aug. 2009 

- 31 -




- 32 -




Standaard meterkastplaat. (Linkse invoer (arcering) en rechtse invoer) 

Volgens NEN 2768 

Betonson adviseert om de meterkast niet in zijn geheel te sparen. Dit om zowel milieutechnische als 

arbeidstechnische redenen. 

Enkele voordelen zijn: -Er hoeft in het werk niet te worden nageïsoleerd. 

-Er hoeft in het werk veel minder aangestort te worden. 

-De legindeling kan geoptimaliseerd worden waardoor er minder (pas)platen 

toegepast kunnen worden. Dit betekend minder handelingen en naden afstorten. 

- 33 -



Subvolume : In het werk boren van sparingen in CVP Versiedatum : Aug. 2009 

Algemene boorvoorschriften: 

Alleen ter plaatse van de spiegel kunnen er in het werk sparingen aangebracht worden. 

Dit is in de tekeningen aangegeven met sparingszone. In het 1800 element zijn dit twee zones van 575mm 

breed en in het 1200 element betreft dit een zone van 800mm breed. 

Het in het werk zagen van kruipluiken en convectorputten dient altijd te geschieden in overleg met een 

Betonson constructeur / tekenaar. 

Er mag absoluut niet in een rib geboord worden. 

Er mag absoluut niet in een 300mm breed ‘balkje’ geboord worden. 

- 34 -



Subvolume : Details CVP Versiedatum : Aug. 2009 

- 35 -



Subvolume : Details CVP Versiedatum : Aug. 2009 

- 36 -



Subvolume : Verwerkingsvoorschriften CVP Versiedatum : Aug. 2009 

1.0 Algemeen: 



overeenkomstig het legplan, waarbij men dient te controleren of men in het bezit is van de definitieve 

legplantekening. 

Op de bouwplaats dient gebruik te worden gemaakt van de laatste versie “Verwerkingsrichtlijnen CVP” welke 

gelijktijdig met de vrachtenschema’s naar de bouwplaats worden verzonden. 


De ontwerp opleglengte is in het legplan aangegeven. De werkelijke opleglengte moet tenminste 2/3 van de 

ontwerp opleglengte bedragen, doch met een minimum: 

- 85 mm bij een oplegging op metselwerk 

- 70 mm bij een oplegging van al of niet gewapend beton 


afgewerkt. In de vloer is akoestisch oplegmateriaal opgenomen. 

3.0 Hijsen: 

De hijshoek tussen de ingestorte hijsvoorziening en viersprong dient minimaal 60 graden te zijn. 


De water-cementfactor moet zo worden gekozen, dat de mortel niet tussen de elementen doorlekt. 

Zonodig moeten de voegen vooraf worden gereinigd en met water worden bevochtigd. De voegen tussen de 

vloerelementen worden volledig gevuld met beton of zandcementmortel met de volgende eigenschappen: 

- Sterkteklasse groter of gelijk C12/15 

- Grootste korrelafmeting van het toeslagmateriaal kleiner of gelijk 16 mm 

- Grind, zand en cement voldoen aan NEN 5905 en NEN 3550. 


In het werk mogen in de spiegel op verantwoorde wijze sparingen worden gemaakt. Zie paragraaf 6.3 

7.0 Toleranties: 

Voor toleranties verwijzen wij u naar de legplan tekeningen. 

- 37 -



Subvolume : Opperbelasting in de woningbouw CVP Versiedatum : Aug. 2009 

Het gearceerde gedeelte mag belast worden met maximaal 800 kg/m 1 . 

- 38 -



Subvolume : Engineeringtraject CVP Versiedatum : Aug. 2009 












� I.g.v. staalconstructie ook staaltekeningen benodigd 



� Alle definitieve gemaatvoerde sparingen. 





8 7 6 5 4 3 2 1 

Levering 

4 

24 3a 3b 

23a 23b 2 

22 1 


Status 4 = Aanleveren bouwkundige-, constructieve- en sparingstekening actie opdrachtgever 

Status 3a/b = Uitwerken legplan, sparingen en berekening actie Betonson 


Status 1 = uitwerken definitieve tekening actie Betonson 






- 39 -



Subvolume : Spancon vloerplaten algemeen Versiedatum : Aug. 2009 

Breedplaatvloer (Spancon) 

De Spancon vloerplaat heeft zijn toepassing in woning-, utiliteits-, weg- en waterbouwprojecten. Met de 

Spancon vloerplaat kunnen slanke constructies en complexe plattegronden worden gerealiseerd. Leidingen 

worden gemakkelijk in de vloer verwerkt en een flexibele plaatsing van sparingen is mogelijk. Door de 

voorspanning kan de afstand tussen de tijdelijke ondersteuningen groter zijn dan bij traditioneel gewapende 

bekistingsplaatvloer. 

De Spancon vloerplaat is verkrijgbaar in de standaard breedte 2500 mm, diverse pasplaatbreedten en de diktes 

50, 60, 70, 80, 90 en 100 mm. 

De Spancon vloerplaat van Betonson wordt geleverd onder KOMO attest-met-productcertificaat K2159 en 

K2162. Betonson is daarnaast ook NEN ISO 9001 gecertificeerd. 

- 40 -



Subvolume : Doorsneden Spancon Versiedatum : Aug. 2009 

Spancon 50 

Werkend: 2500 

St. pasplaat*: 1200 

Pasplaten va*: 370 

Gewicht: 120 kg/m 2 

Positie strengen - - - - - -> 

Spancon 60 

Werkend: 2500 





Spancon 70 

Werkend: 2500 





Spancon 80 

Werkend: 2500 





Spancon 90 

Werkend: 2500 





Spancon 100 

Werkend: 2500 





*Let op!! Slankheideis van toepassing: Lengte /Breedte < 8. 

- 41 -



Subvolume : Doorsneden Spancon Versiedatum : Aug. 2009 

Beugelplaat 

Werkend: 1200-1800-2500 

Passtrook: 600-2500 

Dikte plaat: 90 of 100 

Gewicht 216 of 240 kg/m 2 

Dwarskracht korf 

Werkend: 1200-1800-2500 

Passtrook va.: 500-2500 

Dikte plaat: 50, 60, 70, 80, 90 of 100 

Gewicht: 120, 144, 168, 216 of 240 kg/m 2 

250 

Var. 

Max. 230 mm 

500-2500 

250 

- 42 - 

50 / 60 / 70 / 80 / 90 / 100



Subvolume : Typen sparingen Spancon Versiedatum : Aug. 2009 

Electradoos 

Electradoos 

Electradoos 

Electradoos 

Electradoos 

S50mm 

(maten in mm) 

Polystyreensparingen 

(Installatie sparingen) 

P1 100x100 

P2 150x150 

P3 200x200 

P4 250x250 

PN veelvouden van 50 

Gasbetonsparingen 

(Electra sparingen) 

G1 120x120 

G2 240x240 

GN veelvouden van 120 

(max. 360x360) 

Willekeurige sparingen 

Voor richtlijnen zie 

paragraaf 7.3 

Rond 5 /8” = 16mm 

Hart op minimaal 150 uit 

de rand van de 

vellinkant 


de kop van de plaat 

Vierkant 5 /8” = 16mm 



vellinkant 



Rond 3 /4" = 19mm 



vellinkant 



Vierkant 3 /4" = 19mm 



vellinkant 



Volgens opgave 

opdrachtgever i.o.m. 

Betonson 

S60, S70 + S80mm S90mm + S100mm 

(maten in mm) (maten in mm) 

Polystyreensparingen Polystyreensparingen 

(Installatie sparingen) (Installatie sparingen) 

P1 100x100 

P2 150x150 

P3 200x200 

P4 250x250 




G1 120x120 

G2 240x240 

GN veelvouden van 120 

(max. 360x360) 



paragraaf 7.3 

P1 100x100 

P2 150x150 

P3 200x200 

P4 250x250 




G1 120x120 

G2 240x240 



paragraaf 7.3 

Niet toepasbaar Niet toepasbaar 




vellinkant 






vellinkant 



Niet toepasbaar Niet toepasbaar 

Vierkant 3 /4" = 19mm 



vellinkant 





Betonson 

Vierkant 3 /4 " = 19mm 



vellinkant 





Betonson 

Opmerkingen 


paragraaf 7.3 

Gasbetonsparingen aan 

de rand van de plaat 

maximaal 240x240 

Gasbetonsparingen in 

de hoek maximaal 

120x120 


paragraaf 78.3 

Zo weinig mogelijk 

toepassen. 

(I.v.m. het complexe 

productieproces) 

Niet op een 

wapeningsstreng te 

plaatsen. Altijd tussen 

de wapeningsstrengen. 

Niet op een 




Niet op een 




Niet op een 




Let op!! I.v.m. bestellen 

kan dit gevolgen hebben 

voor de levertijd van de 

vloerplaten. 

Niet op een 




- 43 -



Subvolume : Sparingsrichtlijnen Spancon Versiedatum : Aug. 2009 

Hoeksparing 

Randsparing 

Kopsparing 



Alle typen 

(maten in mm) 


L1 = onbeperkt (min. 50) 

L2 = onbeperkt (min. 50) 

B1 = minimaal 60 

B2 = minimaal 60 


Afstand X ≥ B1 

Afstand X ≥ B2 

Afstand Z ≥ B3 (minimaal 100) 

L ≥ 50 en B ≥ 60 


L en B ≥ 50 

Afstand Y ≥ L2 

Afstand Z ≥ L1 (minimaal 100) 


L en B ≥ 50 

Afstand Y ≥ 100 

Afstand Z1 ≥ 1 /2 L1 (minimaal 100) 

Afstand Z2 ≥ 1 /2 B2 (minimaal 100) 

Afstand Z3 ≥ 1 /2 B2 (minimaal 100) 

Totaal (B1+B2 +E doos) ≤1/2 plaatbreedte 

Bovenstaande richtlijnen per sparing in 

acht nemen. 

Opmerkingen 

L1 en L2 over gehele lengte plaat staat 

gelijk aan een pasplaat. 

Betonson behoudt zich het recht voor om 

in specifieke situaties af te wijken van de 


T.p.v. beugelnetten en in de spancon 

ingestorte netten zijn sparingen niet 

mogelijk 






mogelijk 






mogelijk 






mogelijk 






mogelijk 

- 44 -



Subvolume : In het werk boren van sparingen in Spancon Versiedatum : Aug. 2009 

Alle in het werk te boren sparingen dienen overlegd te worden met de behandelend tekenaar en / of 

constructeur. 

Sparingen mogen pas geboord worden na schriftelijke bevestiging van Betonson. 

Let op!! In verzwaarde stroken is sparen niet toegestaan. 

- 45 -



Subvolume : Details Spancon Versiedatum : Aug. 2009 

Oplegdetail metselwerk / 

beton 

A: Op metselwerk ≥ 90 -> geen koppelwapening benodigd 

A: Op beton ≥ 80 -> geen koppelwapening benodigd 

B: Totale ondersteuningbreedte 

C: Dikte spanconvloer 

D: Totale constructiedikte vloer 

Tussenoplegging 

Detail stapelen Balk constructie 

A : ≤ 1 /2 D1 

C : Dikte spanconvloer 

D1: Totale constructiedikte vloervelden 

D2: Totale constructiedikte verzwaarde stroken 

E : Bovenzijde schil is vlak afgewerkt 

A: Oplegging spancon 

B: Totale ondersteuningsbreedte 



E: Minimaal 80mm i.v.m. waarborging drukzone t.b.v. bovenwapening 

A : > 1 /2 D1 

C : Dikte spanconvloer 

D1: Totale constructiedikte vloervelden 

D2: Totale constructiedikte verzwaarde stroken 

Overstekdetail Versterkte strook 

overstek 




B: Totale breedte versterkte strook 



- 46 -



Subvolume : Details Spancon Versiedatum : Aug. 2009 

Eindoplegging op staal Eindoplegging voor staal 

A: ≥ 70 -> geen koppelwapening benodigd 




A: Standaard -10mm (voor de staalconstructie) 




Tussenoplegging op staal Tussenoplegging voor staal 

A: ≥ 70 -> geen koppelwapening benodigd 




E: Minimaal 40mm 1 

Detail wandligger 

B: Breedte wandligger. 

Wandwapening volgens opgave hoofdconstructeur 






E: Minimaal 40mm 1 

Detail mechanische ventilatie 

# Ø6-150 

Dekking op koker min. 15mm 

Elektraleidingen 

Mechanische ventilatie koker 



E: Minimale dekking 40mm 1 

-Elektra enkel onder de koker aanbrengen 

-Elektraleidingen onder de koker niet laten kruisen 

-Als de dekking (E) minder is dan 60mm een 

wapeningsnet # Ø6-150 aanbrengen (levering aann.) 

-Leidingverloop in overleg met Betonson 

- 47 -



Subvolume : Verwerkingsvoorschriften Spancon Versiedatum : Aug. 2009 

1.0 Algemeen: 



overeenkomstig het legplan dat door of vanwege de producent is verstrekt, waarbij men dient te controleren of 

men in bezit is van de meest recente tekening. 

Op de bouwplaats dient gebruik te worden gemaakt van de laatste versie “Verwerkingsrichtlijnen spancon” 

welke gelijktijdig met de vrachtenschema’s naar de bouwplaats worden verzonden. 


De ontwerp opleglengte is in het legplan aangegeven. 

De steunpunten ter plaatse van de oplegging van de vloer (indien opgelegd) moeten vlak en strak worden 

afgewerkt. 

3.0 Hijsen: 

De vloerelementen moeten gehesen worden aan de hijsogen. Hijshoek tussen de ingestorte hijsvoorziening en 

viersprong dient minimaal 60 graden te zijn. Platen langer dan 8m 1 hijsen met evenaar op 8 hijspunten. 

Nooit of te nimmer platen hijsen aan de tralieliggers!!! 

4.0 Onderstempeling: 

Tijdelijke ondersteuningen (balken) dienen te worden geplaatst haaks op de hoofddraagrichting van de elementen, 

waarbij deze voor het plaatsen van de elementen op de juiste hoogte moeten worden gesteld. 

De maximale afstanden van de tijdelijke ondersteuningsrijen staan vermeld op het legplan. Afstand stempels ter 

beoordeling van de hoofdconstructeur / stempelleverancier. 

De vloerelementen moeten met een zodanige opbolling (= toog > 1 /700 van de overspanning ) worden geplaatst, dat 

deze in het midden een toog vertonen tussen de bouwmuren. 


In het werk aan te brengen sparingen altijd uitvoeren in overleg met de verantwoordelijke constructeur. 

6.0 Tralie-, en constructieliggers: 

Tralie-, en / of constructieliggers alleen i.o.m. Betonson weg te knippen t.b.v. leidingwerk. 

7.0 In het werk te storten beton: 

Het te storten beton moet gelijkmatig worden aangebracht, zodat opeenhoping van betonmortel wordt voorkomen. 

8.0 Toleranties: 

Voor toleranties verwijzen wij u naar de legplan tekeningen. 

- 48 -



Subvolume : Oplegging en onderstempeling Spancon Versiedatum : Aug. 2009 

Oplegging: 

Standaard aan te houden ontwerp opleglengte van Spancon vloerplaten: 

- metselwerk : 90mm 

- beton: 10mm of 80mm 

- staal: 70mm 

- stroken: 10mm of 80mm* 

- t.p.v. kolom koppen stroken 30mm terughouden 

*indien de veldplaten rechtstreeks op de strookplaten moeten opliggen, dan worden de veldplaten 80mm 

op de strookplaat gelegd, en de strookplaat dient dan 100mm vlak afgewerkt te worden. Dit principe 

noemen we stapelen. 

De in het werk te realiseren oplegging moet ten minste 2 /3 van de ontwerp opleglengte bedragen, maar met een 

minimum van: 

- metselwerk: 65mm 

- beton: 50mm 

- staal: 45mm 

Wordt de minimale ontwerp opleglengte niet gehaald, dan dient er koppelwapening toegepast te worden 

boven de oplegging. 

Onderstempeling spancon 50, 60, 70, 80, 90 en 100: 

Voor de onderstempeling van de Spancon wordt door Betonson samengestelde tabellen gebruikt. De afstand 

van de onderslagen in de lengterichting van de plaat kunnen uit deze tabellen gehaald worden. Betonson zet op 

de definitieve legplannen schematisch een onderstempelingsplan. De afstand van de stempels in de andere 

richting wordt niet door Betonson bepaald, maar door de hoofdconstructeur of de stempel leverancier. Dit is 

namelijk afhankelijk van het type stempel dat toegepast wordt. (Betonson geeft een richtlijn voor deze afstand 

van maximaal 1000mm 1 .) 

Aandachtspunten bij het onderstempelen: 

- wordt de opleglengte kleiner dan 60mm, dan dient er altijd een randstempel toegepast te worden is de 

opleglengte groter dan 60mm, dan is er geen randstempel nodig 

- in de tabellen van Betonson is rekening gehouden voor de belasting met: eigen gewicht spancon + eigen 

gewicht druklaag + stortbelasting 

- ter plaatse van grote sparingen (bv trapgaten) en grote wandopeningen extra stempels zetten. (Dit is 

aangegeven op de Betonson tekening door middel van een opmerking) 

- 49 -



Subvolume : Oplegging en onderstempeling Spancon Versiedatum : Aug. 2009 

*Randondersteuningen mogen bij een 

gemiddelde kubusdruksterkte, van 

de druklaag, van tenminste 14 N/mm 2 

worden verwijderd. 

**Bij een betonsterkte van minimaal C20/25 

voor de druklaag de vloer laten “schrikken”. 

Schrikken = schroefstempels losdraaien en 

daarna weer vastdraaien vóór 

het aanbrengen van de tijdelijke 

ondersteuning van de te storten 

vloer, zodat de bovenliggende 

vloer het eigen gewicht gaat 

dragen en de stortbelasting kan 

worden overgedragen naar de 

onderliggende vloer(en). 

Ondersteuningsjukken dienen als onder- 

stempeling. 

Zie NEN 6722 art. 8.5.2. 

***Als de bovenliggende verdiepingsvloer de 

volledige kubusdruksterkte heeft bereikt, 

mogen alle onderliggende tijdelijke onder- 

steuningen worden verwijderd. 

- 50 -



Subvolume : Engineeringtraject Spancon Versiedatum : Aug. 2009 













3 SPARINGSOPGAVE (incl. leidingverloop) (leidingen en diameter > 75mm) Minimaal 8 werkweken voor 

levering verstrekken ! 



4 EXTRA GEGEVENS Minimaal 8 werkweken voor levering verstrekken ! 

(indien Betonson NIET berekend) 

� Momenten- en dwarskrachten (rekenwanden) opgaven 

� Opgave mm 2 ‘s bovenwapening incl. lengte en reductie 





10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 

Levering 

6 

24 5 5 

4 4 

3a 3b 

23a 23b 2 

13 22 1 

12 21 













Status 13 = Opzetten wapeningstekening actie Betonson 

Status 12 = Aanleveren goedkeuring op de wapeningstekening actie opdrachtgever 

Status 11 = Definitief maken van de wapeningstekening actie Betonson 

De verkorte procedure zoals bij HVP is bij Spancon niet mogelijk. 

- 51 -



Subvolume : Wing vloerplaten algemeen Versiedatum : Aug. 2009 

Wing vloer (Wing) 

De voordelen van de nieuwe Wing 

De nieuwe, lichte Wing vloer is toepasbaar in combinatie met de standaard 

kanaalplaat en heeft grotere inkassingen op de koppen. De vloer biedt een grote 

vrijheid in het aanbrengen van de installaties en ook in het hoge deel zijn nu 

leidingen mogelijk. De nieuwe Wing vloer is aanpasbaar in combinatie met een 

flexibele afdekking én is licht: de nieuwe Wing heeft 28% minder eigen gewicht. 

Warmte en koeling via vloer én plafond 

Lage temperatuurverwarming in de vorm van vloerverwarming (of betonkernactivering) biedt behalve een 

energiebesparing ook een verhoging van het comfort. Door toepassing van de door Betonson op de markt 

gebrachte klimaatvloeren met daarin opgenomen leidingencircuits is er in de winter naast vloerverwarming 

tevens een aanvullende plafondverwarming. Het comfort neemt daarmee toe bij een lager energiegebruik 

omdat men zich bij een lagere ruimtetemperatuur reeds behaaglijk voelt. In de zomer wordt via het 

leidingensysteem in het plafond gekoeld. Op basis van langdurige monitoring van een gebouw met 

energiepalen en betonkernactivering kan de conclusie worden getrokken, dat zowel voor de energetische 

prestaties als het comfort, ruimschoots wordt voldaan aan de gestelde eisen. 

De voordelen van klimaatvloeren in combinatie met energiepalen 

- gesloten, milieuvriendelijk systeem 

- individueel systeem, eigen energiebron 

- zeer duurzame concepten, zoals WelWonen, mogelijk met vermindering van de C02 uitstoot met 40% 

- energiebesparing mogelijk met 45% 

- verlaging EPC met 50% 

- zeer hoog comfort voor zowel verwarming als koeling, zomertemperatuur niet boven de 25 graden. 

Van ontwerp tot aansluiting 

Tijdens de ontwerpfase adviseert Betonson u over de toe te passen maatregelen voor duurzame toepassingen, 

zoals de bron, de warmtepomp en het afgiftesysteem. Tijdens de uitvoeringsfase plaatsen wij de eventuele 

energiepalen, verzorgen wij het aansluiten en afpersen van de warmtepomp en plaatsen wij de klimaatvloeren. 

Ook het aansluiten is mogelijk. 

De nieuwe Wing kenmerkt zich door een standaard breedte van 1.200 mm. In 3 verschillende hoogten is de Wing 

verkrijgbaar: 260, 320 en 400 mm . De Wing is geschikt voor het toepassen van betonkernactivering. 

- 52 -



Subvolume : Doorsneden Wing Versiedatum : Aug. 2009 

WNG 260 

Werkend: 1200 

Pasplaten: n.v.t. 


WNG 320 

Werkend: 1200 



WNG 400 

Werkend: 1200 




- 53 -



Subvolume : In het werk boren van sparingen in de Wing Versiedatum : Aug. 2009 

In het geval dat er klimaatleidingen in de vloer zijn opgenomen, wordt er op het legplan van Betonson een 

boorprotocol opgenomen. Mocht deze niet toereikend zijn dient u de te boren sparingen te overleggen met 

Betonson. 


In het geval dat er geen klimaatleidingen in de vloer zijn opgenomen dienen alle in het werk te boren sparingen 

overlegd te worden met de behandelend tekenaar en / of constructeur. 

Sparingen mogen pas geboord worden na schriftelijke bevestiging van Betonson 

- 54 -



Subvolume : Verwerkingsvoorschriften Wing Versiedatum : Aug. 2009 

1.0 Algemeen: 


KOMO attest-met-productcertificaat. De vloerelementen worden aangebracht overeenkomstig het legplan, 

waarbij men dient te controleren of men in het bezit is van de definitieve legplantekening. 

Op de bouwplaats dient gebruik te worden gemaakt van de laatste versie “Verwerkingsrichtlijnen WING” welke 

gelijktijdig met de vrachtenschema’s naar de bouwplaats worden verzonden. 



ontwerp-opleglengte bedragen, maar met een minimum van: 






zand-cementmortel, bouwvilt, elastomeer). 

3.0 Hijsen: 

De vloerelementen moeten gehesen worden aan de hijsogen. Hijshoek tussen de ingestorte hijsvoorziening en 

viersprong dient minimaal 60 graden te zijn. 


Indien op het onderdek geen druklaag wordt toegepast, dienen de voegen tussen de vloerelementen gevuld te 

worden met voegvulling. De water-cementfactor moet zo worden gekozen, dat de mortel niet tussen de 

elementen doorlekt. Zo nodig moeten de voegen vooraf worden gereinigd en met water worden bevochtigd. De 

voegen tussen de vloerelementen volledig vullen met beton of zand-cement mortel met de volgende 

eigenschappen: 










- minimale druklaagdikte op bovendek is 40mm. 






instructie. Voor in het werk te boren sparingen zie de richtlijnen bij paragraaf 8.2 

7.0 Ontwateringsgaatjes: 

Na montage en tijdens de bouwfase dient u de ontwateringsgaatjes op hun werking te controleren en deze zo 

nodig open te steken, respectievelijk te boren zodat zich geen water in de kanalen kan ophopen. 

- 55 -



Subvolume : Opperbelasting Wing Versiedatum : Aug. 2009 

Als opperbelasting HVP. (zie paragraaf 5.6) 

Let op!! Onderdek niet belasten, alleen bovendek belasten 

. 

- 56 -



Subvolume : Engineeringtraject Wing Versiedatum : Aug. 2009 
















4 EXTRA GEGEVENS Minimaal 8 werkweken voor levering verstrekken ! 

(indien Betonson NIET berekend) 

� Momenten- en dwarskrachten (rekenwanden) opgaven 

� Opgave mm 2 ‘s bovenwapening incl. lengte en reductie 



Standaard Principe Werkvoorbereidings- en Produktieschema exclusief klimaatleidingen 

Wekweken voor levering 

10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 

Levering 

6 

24 5 5 

4 4 

3a 3b 

23a 23b 2 

13 22 1 

12 21 

11 productie productie productie levering 















De verkorte procedure zoals bij HVP is bij Wing niet mogelijk. 

- 57 -



Subvolume : Engineeringtraject Wing Versiedatum : Aug. 2009 

1 EN 2 Minimaal 15 werkweken voor levering verstrekken ! 

�� Zie pagina 57 

3 EN 4 Minimaal 13 werkweken voor levering verstrekken ! 

� Zie pagina 57 



Standaard Principe Werkvoorbereidings- en Produktieschema inclusief klimaatleidingen 


15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 

6 

5 5 

24 4 4 

3a 3b 

2 2 2 

23a 

V1 

23b 

13 

22 

12 

21 

V2 V2 

V3 

1 

11 

V4 V4 V4 

- 58 - 

levering 

productie productie productie Levering 















Status V1 = Uitwerken ontwerp modulen KL (klimaatleidingen) actie leverancier KL 

Status V2 = Aanleveren goedkeuring modulen KL (klimaatleidingen) actie opdrachtgever 

Status V3 = Uitwerken definitieve modulen KL (klimaatleidingen) actie leverancier KL 

Status V4 = Uitwerken bestelling modulen KL (klimaatleidingen) actie leverancier KL 

De verkorte procedure zoals bij HVP is bij Wing niet mogelijk.



Subvolume : MultiFlex vloerplaten algemeen Versiedatum : Aug. 2009 

MultiFlex vloerplaat (MFP) 

Betonkernactivering 

MultiFlex is uitermate geschikt voor betonkernactivering. 

De MultiFlex heeft een massief onderdek van 90 mm, een standaard werkende 

breedte van 1200 mm en een hoogte van 200 mm. U kiest de installatiefase, 

locatie en hoeveelheid leidingen worden probleemloos later in het proces bepaald. 

Installatie en ruwbouw worden immers zonder problemen ontkoppeld.Leidingen 

kunnen zowel schuin over de vloer als op afschot worden aangebracht. 

Alle ruimte voor de installateur 

De vloerplaat is voorzien van een ruime leidingzone waardoor de installateur de volledige vrijheid heeft om zelfs 

tot op de bouwplaats wijzigingen in het leidingverloop door te voeren. De opstaande zijranden geven de plaat 

een ruime leidingzone in de lengterichting. In de dwarsrichting nabij de bouwmuur kunnen extra sparingzones 

worden aangebracht. Het leggen van leidingen met de vereiste ruime bochten is geen enkel probleem. 

Leidingen kunnen zelfs schuin aangebracht worden waarmee het aantal bochten beperkt blijft. Er is ruimte 

genoeg voor riolering, elektra en gas. Ook leidingen voor mechanische of gebalanceerde ventilatie passen erin. 

Nieuwe doorvoeren kunnen eenvoudig worden aangebracht. In de ontwerpfase hoeft het leidingverloop dus niet 

vast te liggen. 

Alle comfort voor de bewoner 

Individuele woonwensen kunnen worden aangepast aan de levensfase van de gebruiker. De MultiFlex 

vloerplaat toont perfect aan dat ontkoppeling van de leidingen en de draagstructuur van de woning voordelen 

geeft op het gebied van flexibiliteit en dus keuzevrijheid biedt. De afdekking van de leidingzones kan zo worden 

gemaakt dat zelfs in het gebruiksstadium van de woning aanpassingen mogelijk blijven. Zo kan zelfs aan de 

eisen van een nieuwe gebruiker worden voldaan, bij een eventuele tweede of volgende gebruiksduur. 

Betonkernactivering verhoogt het wooncomfort. Deze leidingen worden eenvoudig op het massieve onderdek 

gelegd en aangestort. 

- 59 -



Subvolume : Doorsneden MultiFlex Versiedatum : Aug. 2009 

MFP 200 

Werkend: 1200 



- 60 -



Subvolume : In het werk boren van sparingen in de MultiFlex Versiedatum : Aug. 2009 

In het geval dat er klimaatleidingen in de vloer zijn opgenomen, wordt er op het legplan van Betonson een 

boorprotocol opgenomen. Mocht deze niet toereikend zijn dient u de te boren sparingen te overleggen met 

Betonson. 


In het geval dat er geen klimaatleidingen in de vloer zijn opgenomen dienen alle in het werk te boren sparingen 

overlegd te worden met de behandelend tekenaar en / of constructeur. 

Sparingen mogen pas geboord worden na schriftelijke bevestiging van Betonson 

- 61 -



Subvolume : Verwerkingsvoorschriften MultiFlex Versiedatum : Aug. 2009 

1.0 Algemeen: 


KOMO attest-met-productcertificaat. De vloerelementen worden aangebracht overeenkomstig het legplan, 

waarbij men dient te controleren of men in het bezit is van de definitieve legplantekening. 

Op de bouwplaats dient gebruik te worden gemaakt van de laatste versie “Verwerkingsrichtlijnen MultiFlex” 

welke gelijktijdig met de vrachtenschema’s naar de bouwplaats worden verzonden. 



ontwerp-opleglengte bedragen, maar met een minimum van: 






zand-cementmortel, bouwvilt, elastomeer). 

3.0 Hijsen: 

Zie tevens de aanwijzingen van de kleminstructie over het hijsen van de elementen. De veiligheidskettingen 

onder het element doorhalen en zo strak mogelijk bevestigen. De klemmen zijn aan de evenaar instelbaar op 

diverse standen. Men dient een dusdanige stand van de klemmen te kiezen dat het maximaal overstek van 1,25 

m buiten de klem niet wordt overschreden. Indien verdiept ingestorte hijsogen zijn overeengekomen dienen 

deze platen met een viersprong gehesen te worden onder een hoek van minimaal 60 graden. 


De voegen tussen de vloerelementen dienen gevuld te worden met voegvulling. De water-cementfactor moet zo 

worden gekozen, dat de mortel niet tussen de elementen doorlekt. Zo nodig moeten de voegen vooraf worden 

gereinigd en met water worden bevochtigd. De voegen tussen de vloerelementen volledig vullen met beton of 

zand-cement mortel met de volgende eigenschappen: 










- minimale druklaagdikte op bovendek is 40mm. 






instructie. Voor in het werk te boren sparingen zie de richtlijnen bij paragraaf 9.2 

- 62 -



Subvolume : Opperbelasting MultiFlex Versiedatum : Aug. 2009 

Let op!! De MultiFlex niet belasten, alleen tpv de HVP belasten (zie paragraaf 5.6). 

- 63 -



Subvolume : Engineeringtraject MultiFlex Versiedatum : Aug. 2009 

In het algemeen zal de MultiFlex toegepast worden t.p.v. de badkamers i.c.m. HVP vloerplaten. Dus het 

engineeringstraject zal gelijk lopen met het engineeringstraject van de HVP. 












� In geval van een staalconstructie ook staaltekeningen benodigd 








10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 

Levering 

6 

24 5 5 

4 4 

3a 3b 

23a 23b 2 

22 1 













- 64 -



Subvolume : Documentatie Versiedatum : Aug. 2009 

Tijdens het samenstellen van deze brochure is gebruik gemaakt van de onderstaande documenten. 

Deze zijn tevens op aanvraag te verkrijgen bij Betonson. 

- Vloerenbrochure: - Kanaalplaatvloer 

- Ribcassettevloer 

- Breedplaatvloer 

- Wing vloer 

- MultiFlex vloerplaat 

- Verwerkingsvoorschriften: - Kanaalplaatvloer 

- Ribcassettevloer 

- Breedplaatvloer 

- Wing vloer 

- MultiFlex vloerplaat 

- KOMO Attesten: - Voorgespannen kanaalplaatvloer K2161 / K2315 

- Voorgespannen RVP/CVP rib-/cassettevloer K2529 / K21823 

- Voorgespannen breedplaatvloer K2162 / K40969 

- Wing plaatvloer K22170 

- Montage voorschriften vloeren. 

Adres: 

Betonson bv Betonson bv 

Ekkersrijt 3301 Postbus 5 

5692 CJ Son 5690 AA Son 

Tel: 0499-486486 

Fax: 0499-486666 

Website : www.betonson.com 

Algemeen e-mail adres afdeling projectplanning vloeren: 

Vloeren@betonson.com 

Algemeen e-mail adres afdeling verkoop vloeren: 

Verkoopvloeren@betonson.com 

Deze brochure is met de grootste zorg samengesteld. Desondanks kan Beton Son B.V. geen 

verantwoordelijkheid aanvaarden voor enige schade, van welke aard ook, voortkomend uit gebreken in de 

inhoud van deze brochure. 

- 65 -

Productinfo betonson systeemvloeren aug 2009 web 1.598 KB

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?