vl-ribcassettevloer-plusCVP-sparingrichtlijnen-221 1.147 ... - Betonson

Richtlijnen: plus CVP
INHOUD
Code : WBE-C-2
Onderwerp : Sparingen
Versie : 22-12-2011
Pagina : 1
2.1 Standaard platen en pasplaten......................................................2
2.1.1 Afmetingen platen ......................................................................................2
2.2 Sparingen........................................................................................3
2.2.1 Algemeen...................................................................................................3
2.2.2 Standaard sparingen:.................................................................................3
2.2.3 Kruipluik sparingen: ...................................................................................3
2.2.4 De meterkast sparing.................................................................................4
2.2.5 Kolomsparing.............................................................................................6
2.2.6 Convectorput sparingen.............................................................................6
2.2.7 Overzicht kenmerken sparingen ................................................................7
2.2.8 Raveelsparingen ........................................................................................8
2.2.9 Verschuiven van sparingen:.......................................................................8
2.2.10 Toleranties..............................................................................................8
2.3 Sparingrichtlijnen tekeningen .......................................................9

Richtlijnen: plus CVP
2.1 Standaard platen en pasplaten
2.1.1 Afmetingen platen
Code : WBE-C-2
Onderwerp : Sparingen
Versie : 22-12-2011
Pagina : 2
Een niet-voorgespannen rib/cassetten vloer bestaat uit de volgende elementen:
Type plaat Toepassing Werkende breedte Werkelijke
breedte
1200
Standaardplaat 1200 mm 1195 mm
900
Pasplaat 900 mm
895 mm
400
Pasplaat 400 mm
395 mm
Ribhoogte
265 mm
245 mm
155 mm

Richtlijnen: plus CVP
2.2 Sparingen
2.2.1 Algemeen
Code : WBE-C-2
Onderwerp : Sparingen
Versie : 22-12-2011
Pagina : 3
In de productie wordt uit milieuoverweging de tempex standaard uit de sparingen verwijderd. De
sparingen worden op de tempex cassettes afgetekend en alle sparingen zijn van hard kunststof
en hebben standaard afmetingen. Deze vierkante kunststof doppen worden in de opengemaakte
sparingen vastgezet en nadat de platen zijn gestort eruit gehaald en hergebruikt.
Sparingen zijn standaard vrijgemaakt van tempex
Op aanvraag kan de sparingen ook dicht blijven, hiervoor moeten dan speciaal tempex sparingen
worden gebruikt die blijven zitten na het storten.
Zie voor exacte plaats en afmeting van de sparingen WBE-C-3 richtlijnbladen 3.20 en 3.30
2.2.2 Standaard sparingen:
Sparingen die standaard voorkomen zijn:
Standaard sparingen
Sparingscode P1 P2 P3 P4 PN
Afmeting in mm 100x100 150x150 200x200 250x250 n x 50
Bijzonderheid n > 2
2.2.3 Kruipluik sparingen:
Bij de kruipluiksparingen onderscheiden we
globaal 2 soorten, sparingen met en een
sparingen zonder een doorvalbeveiliging.
Deze doorvalbeveiliging is een houten
Underlayment plank van 18mm dik die in de
sparing wordt gelegd zodat het op de bouw
niet meer mogelijk is door het gat te vallen
(Arbo voorschrift). Om die plank op zijn
plaats te houden en te voorkomen dat hij
door het gat heen valt wordt er m.b.v. een
mal een sponning in de beton gedrukt waarin
de plaat mooi blijft liggen.
Kruipluiksparingen
Sparingscode P10 KD1 P20 KD2
Afmeting in mm 600x500 600x500 750x550 750x550
Bijzonderheid DVB DVB
DVB = met doorvalbeveiliging (18mm underlaymentplaat) , de sparing bevat hiervoor tevens een sponning.
Zie voor exacte plaats en afmeting van de kruipluiksparingen WBE-C-3 richtlijnbladen 2.50

Richtlijnen: plus CVP
2.2.4 De meterkast sparing
Code : WBE-C-2
Onderwerp : Sparingen
Versie : 22-12-2011
Pagina : 4
90% van de gemeenten werken met de ‘standaard meterkast indeling’ volgens de
NEN-normen (zie WBE-C-1, 1.5.5). Betonson maakt hiervoor twee sparingen in de
vloer waarvan de plaats en afmeting meestal hetzelfde zijn. Alleen bij afwijkingen
(stadsverwarming, plaats t.o.v. fundering) wordt i.o.m. de aannemer een andere
sparingen toegepast.
Standaard meterkastindeling volgens de NEN 2768
Standaard meterkastindeling in de praktijk
De standaard meterkast indeling is meestal niet van toepassing bij
stadsverwarming en bij hoogbouw. Ook bij de toepassing van een
prefab meterkastput is meestal één grote sparing gewenst

Richtlijnen: plus CVP
Code : WBE-C-2
Onderwerp : Sparingen
Versie : 22-12-2011
Pagina : 5
De meterkastsparing in de woningbouw wordt vaak veel te groot opgegeven, terwijl 90% van de
gemeenten al werken met de ‘standaard meterkast indeling’ volgens de NEN-normen. Hierbij
komen de invoeren van gas, water en CAI, als men voor de kastdeur staat, meestal links binnen
en zit de elektra sparing net iets over het midden (gebruik sparingen m.k. uit renvooi).Dit geldt
dus voor getekende EN gespiegelde woningen, de meterkast sparingen spiegelen dus in de
meeste gevallen niet mee.
Getekend woning Gespiegelde woning
Entree Entree
Meterkast sparingen spiegelen niet mee
Bij sommige situaties is het praktisch niet mogelijk de standaard indeling toe te passen. Vaak
heeft dit te maken met hoe de invoer mantelbuizen de meterkast in komen. Als die bij de
voorgevel binnenkomen en de funderingsbalk zit in de weg wordt incidenteel één sparing met de
afmeting 300x300mm aan de rechterkant van de meterkast gemaakt. Beide oplossingen kunnen
echter pas na overleg met de aannemer toegepast worden.
Getekend woning Gespiegelde woning
Entree
Entree
Afwijkende situatie waarbij geen standaard meterkast indeling gebruikt kan worden

Richtlijnen: plus CVP
2.2.5 Kolomsparing
Code : WBE-C-2
Onderwerp : Sparingen
Versie : 22-12-2011
Pagina : 6
Bij uitzondering is het mogelijk een KN sparing (kolom) in een CVP-beëindiging en in de hoek
van een rib te maken volgens de richtlijnen. Het is vrij bewerkelijk om in de productie een
kolomsparing aan te brengen in het CVP kopschot, daarom;
Kolomsparingen alleen (tegen meerwerk) voor een kolom toepassen
Kolomsparingen zijn onderverdeeld in:
Sparing Afmeting Type Opmerking
Code In mm
KN n x n CVP ingevoerde sparing, geen productie sparing
PK1 300x150 CVP-350
CVP-400
PK2 200x200 CVP-350
CVP-400
productie kopsparing in kopschot met
betonnokken
productie hoeksparing in rib
naast sparing oplegnok (ONOK)
• In platen die langer zijn dan 6.5 m zit altijd inklemwapening in de kop van de CVP plaat.
Hierdoor is het niet mogelijk in diezelfde kop een kolomsparing aan te brengen.
• Ook in schuine CVP platen (CVP kopschot) waarvan de hoek >6 graden is het in principe
niet mogelijk een kolomsparing te maken.
• Voor een kolomsparing op de hoek van een legplan kan bij een voorgespannen CVP een
schuine plaatbeëindiging toegepast worden.
Zie voor exacte plaats en afmeting van de sparingen WBE-C-3 richtlijnbladen 3.30
2.2.6 Convectorput sparingen
Deze worden volgens de richtlijnen altijd opgedeeld in meerdere kleine standaard sparingen (zie
WBE-C-3-1 richtlijnenblad 3.3). De aannemer moet dan zelf op de bouw de tussenliggende beton
weg halen. Dit om tijdens transport nog enig verband in de plaat te houden.
Convectorput sparingen alleen in 900 element
Convectorsparingen zijn onderverdeeld in:
Sparing Afmeting
Opmerking
Code In mm
CN n x n Ingevoerde sparing, geen productie sparing
PC1 600 x n n is een veelvoud van 10mm
PC2 400 x n n is een veelvoud van 10mm
Zie voor exacte plaats en afmeting van de sparingen WBE-C-3 richtlijnbladen 3.30

Richtlijnen: plus CVP
2.2.7 Overzicht kenmerken sparingen
Type Maatvoering
l x b
Code : WBE-C-2
Onderwerp : Sparingen
Versie : 22-12-2011
Pagina : 7
Soort Tekenapplicatie SAP
artikel
P1 100 100 Polystyreen, doorgaand invoeren door tekenaar P1-50
P2 150 150 Polystyreen, doorgaand invoeren door tekenaar P2-50
P3 200 200 Polystyreen, doorgaand invoeren door tekenaar P3-50
P4 250 250 Polystyreen, doorgaand invoeren door tekenaar P4-50
PN n x 50 n x 50 Polystyreen, doorgaand invoeren door tekenaar PN-50
P10 600 500 Kruipluik zonder deksel invoeren door tekenaar P10-50
P20 750 550 Kruipluik zonder deksel invoeren door tekenaar P20-50
KD1 600 500 Kruipluik met deksel invoeren door tekenaar KD1-50
KD2 750 550 Kruipluik met deksel invoeren door tekenaar KD2-50
LNOK ∅ 100
Langsnok, zonder
oplegmateriaal
invoeren door tekenaar en automatisch door
nokkenlijn
LNOK
ONOK ∅ 100
Langsnok, met
oplegmateriaal
invoeren door tekenaar en automatisch door
nokkenlijn en bij PK2 sparing
LNOK
TNOK ∅ 100
Transportnok, gelijk aan
LNOK
automatisch gegenereerd bij schuine platen LNOK
CN opgegeven maat Convectorput
invoeren door tekenaar, wordt opgesplitst in CN
PC1 en/of PC2, ook zichtbaar in platenboek!
PC1 600 nx50 Opgesplitste convectorput automatisch gegenereerd bij CN-sparing PC1-50
PC2 400 nx50 Opgesplitste convectorput automatisch gegenereerd bij CN-sparing PC2-50
KN opgegeven maat Kolomsparing
PK1 300 150
PK2 200 200
Opgesplitste kolomsparing
in koprib kopschot met
nokken
Hoeksparing langsrib nietvoorgespannen
CVP
IHW-R opgegeven maat In het werk rond
IHW-V opgegeven maat In het werk rechthoekig
invoeren door tekenaar, wordt PN in spiegel,
PK1 in koprib en PK2 in langsrib, niet
zichtbaar in platenboek
automatisch gegenereerd bij KN-sparing
automatisch gegenereerd bij KN-sparing
invoeren door tekenaar, niet zichtbaar op
platenboek
invoeren door tekenaar, P1 t/m P4 wijzigen
automatisch in passtroken, niet op
platenboek zichtbaar
KN
PK1-50
PK2-50
IHW-R
IHW-V

Richtlijnen: plus CVP
2.2.8 Raveelsparingen
Code : WBE-C-2
Onderwerp : Sparingen
Versie : 22-12-2011
Pagina : 8
Geraveelde sparingen zijn sparingen waarbij m.b.v. een raveelijzer een sparing wordt gecreëerd
Bij zo’n sparing hangt een raveelijzer aan 1 kant aan de vloerplaat en ligt aan de andere kant
meestal op een fundering.
Raveelijzers kunnen niet getekend worden in de CVP en gezien de toepassing van de vloer
(uitsluitend boven kruipruimten) is dit ook niet noodzakelijk. Bij een kleine puntlast kan een
geraveelde sparing in overleg met de constructeur incidenteel toegepast worden. Het raveelijzer
dient dan wel door de aannemer zelf geleverd te worden.
Bij keldertrapgaten waarbij een raveelijzer tussen 2 platen hangt altijd kanaalplaat toepassen.
2.2.9 Verschuiven van sparingen:
Niet of moeilijk te
verschuiven
In overleg met de
aannemer te
verschuiven
Vaak zonder
problemen te
verschuiven
2.2.10 Toleranties
• Meterkast/stadsverwarming sparingen.
• Standleidingen sparing (in grote koof wel te verplaatsen).
• Toilet sparing.
• Constructief noodzakelijke sparingen (kolom/penant,
stabil. wand e.d.).
• Kruipluik sparing (afhankelijk van afmeting matomranding
en plaats t.o.v. meterkast).
• Afvoer aanrecht sparing.
• Fonteintje sparing toilet.
• Douche/bad/wastafel sparingen.
• Convectorputsparingen
• Wasmachine sparing.
• Schrobputje sparing.
Toleranties op de afmetingen en plaats van de sparingen zijn als volgt:
Tollerantie in mm
Afmeting +10 -5
Plaats +25 -25

Richtlijnen: plus CVP
2.3 Sparingrichtlijnen tekeningen
Blad
nr.:
RICHTLIJNEN
Onderwerp:
Code : WBE-C-2
Onderwerp : Sparingen
Versie : 22-12-2011
Pagina : 9
laatste wijz.
Datum:
3.20 Sparingen in plaat, richtlijnen en coderingen 5-12-2011
3.30 Bijzondere sparingen, richtlijnen en coderingen 7-12-2011